? ? ? berekeningprof.dr.ir.J.Blaauwendraad, TU Delft, faculteit der Civiele TechniekVan alle constructies in constructief beton kan een groot aantal worden behandeld alseen schijf, dus als een tweedimensionaal probleem. De belastingen en oplegreacties heb-ben werklijnen die samenvallen methetvlak van de constructie. Op deze wijze worden lig-gers bekeken, hoge wanden, tandopleggingeri, consoles enz. In de praktijk van het con-strueren blijken bij hetontwerpen twee rekenmethodes veel aandachtte krijgen: de staaf-werkmethode en de elementenmethode. Deze worden kort besproken met hun pro's encontra's, om daarna een nieuw voorstel te doen: het staaf-paneel-model.ONTWERPENVANBETONCONSTRUCTIESMETEENSTAAF-PANEEL-MODELG) Voorbeeld van de staafwerkmethodezoals in {1] behandeld48StaafwerkmethodeEen wijd verbreide aanpak voor het ontwer-pen en dimensioneren van betonconstruc-ties is de 'staafwerkmethode', ook wel de'vakwerkanalogie' genoemd. Internationaalis de methode vooral bekend als de 'Strutand Tie Method' (STM). In Cement is dezeaanpak uitgebreid behandeld. Figuur 1 geefteen voorbeeld.De staafwerkmethode heeft grote voorde"len. De constructeur moet goed nadenkenover de krachtswerking in zijn constructie enkiest een evenwichtssysteem waarin de be-lasting op een herkenbare wijze 'afvloeit'naar de ondersteuning. Hij of zij weet wat ergebeurt en kan in zo'n concept ook een goe-de detailleringgaranderen. Er is geen twijfelmogelijk, de staafwerkmethode is een uit-komst voor de constructeur.Toch zijn er ook vragen. Van huis uit is destaafwerkmethode gebaseerd op de plasti-@rI .,15.. 1F7F7Fciteitsleer. De theorie garandeert een veiligeconstructie als kan worden verzekerd dat opelke plaats in de constructie evenwichtheerst. Alleen geldt wel de voorwaarde datde nodige herverdeling van spanningen on-belemmerd kan optreden. De constructeurweet dat de constructie daarvoor voldoendevervormingscapaciteit moet hebben. Op ditpunt knaagt de twijfel wel eens en de ontwer-per kan worden gekweld door een stekeliggeweten. Zou de constructie zelf weten watvan hem (of is het haar?) wordt verwacht enis hij zo taai (ductiel) als wordt veronder-steld? Daarom vindt nog steeds voortgezet-te experimentele verificatie plaats, waaraanook het team onder leiding van prof. Walra"ven actief bijdraagt. En als meer dan ??nevenwichtssysteem mogelijk is, welk is danhet beste?Een andere vaak terugkerende tegenwer-ping is dat herverdeling met scheurvorminggepaard gaat en dat in een plasticiteitscon-cept de mate van vervormen onbepaald is.Niemand kan zeggen welke scheurwijdtenzullen optreden. Ergo, zegt de toezichthou-dende instantie, komt de staafwerkmetho-de alleen in aanmerking voor het bezwijksta-dium en niet voor het gebruiksstadium. Wiede methode toch in het gebruiksstadium wilgebruiken, moet op een of andere wijze hetbewijs leveren dat de scheurvorming be-heerst blijft. Een manier om dat te doen iseerst de elastische spanningsverdeling be"palen en met het gekozen staafwerk daarbijnauw aan te sluiten (fig. 2).CEMENT1994/5\:
Reacties