In de sluiskolk van de Nieuwe Sluis Terneuzen bevinden zich twee betonnen caissons. Deze zijn in een droge bouwkuip gemaakt en opgedreven na het installeren van diverse waterafdichtingen. Het afzinken is gedaan met praktisch ontworpen afzinkpontons. De vele afdichtingen en uitwendige ballast vereisten een goed doordachte en risicobewuste aanpak om dit succesvol uit te kunnen voeren.              
                
             
                              
                                      
                      1 Realisatie van bodemroosters in bouwkuip	
1
28?	CEMENT	 7 20	22
Het sluizencomplex bij Terneuzen 
is dé toegangspoort naar Terneu-
zen en Gent in de haven van North 
Sea Port en zorgt voor een scheep-
vaartverbinding tussen Nederland, 
België en Frankrijk.	
 Sinds eind 2017 
wordt hier volop gebouwd aan de Nieuwe 
Sluis Terneuzen. Deze gaat voor een betere 
toegang en vlottere doorstroming van het 
toenemende scheepvaartverkeer zorgen, 
voor zowel binnenvaart- als zeeschepen. 
Ook neemt de capaciteit van de sluizen toe, 
waardoor de wachttijd voor binnenvaart-
schepen afneemt. In 2023 vaart het eerste 
schip door de Nieuwe Sluis.	
Functie bodemroosters in sluiskolk
De sluis bestaat uit een binnen- en buiten-
hoofd met daartussen een 427 m lange sluis-
kolk. Het nivelleersysteem bestaat uit een 
inlaat bij elk van de sluishoofden, die in ver-
binding staat met het nivelleerkanaal, dat  langs de volledige lengte van de kolk loopt. 
Het nivelleerkanaal sluit aan op een beton-
nen caisson (fig. 3), dat op twee symmetri-
sche locaties in de kolk is gepositioneerd en 
openingen in het dak bevat ten behoeve van 
de nivelleerfunctie. Vanwege deze geometrie 
worden deze constructies bodemroosters 
genoemd.	
Eisen en uitgangspunten ontwerp
De inwendige vorm van de bodemroosters is 
gemodelleerd met stromingsmodellen en lag 
al in een vroeg stadium vast. De eisen voor 
het ontwerp: 
 Gaten in het bodemrooster zijn rond met 
een diameter van 300 mm.
 De h.o.h.-afstand van de twee verst uit el-
kaar gelegen gaten moet in breedterichting 
van het bodemrooster 14,5 m zijn.
 De h.o.h.-afstand van de twee verst uit el-
kaar gelegen gaten moet in lengterichting 
van het bodemrooster 43 m zijn.	
IR. KOEN VAN  DOREMAELE
Constructeur /  
Hoofd Site Engineering BAM Infraconsult
IR. SANDER VAN  DALEN
Constructeur
door CI Engineers  gedetacheerd bij  
BAM Infraconsult auteurs 	
Ontwerp en afzinken 
bodemroosters
In de sluiskolk van de Nieuwe Sluis Terneuzen bevinden zich twee betonnen caissons.   
Deze zijn in een droge bouwkuip gemaakt en opgedreven na het installeren van diverse  waterafdichtingen. Het afzinken is gedaan met praktisch ontworpen afzinkpontons.   
De vele afdichtingen en uitwendige ballast vereisten een goed doordachte en risicobewuste  aanpak om dit succesvol uit te kunnen voeren.	
Bodemroosters in sluiskolk van Nieuwe Sluis Terneuzen   
onderdeel van nivelleersysteem	
CEMENT  7 2022	?29
diepwand
omloopriool
westelijke kolkwand(combiwand)	
bodemrooster	
holle ruimte
 De vloer heeft een helling van 1:22,5 met op 
het hoogste punt in het bodemrooster een 
verticale wand van 1,5 m hoog.
 Om een duiker toegang te verlenen is een 
wegneembaar toegangsluik nodig.
Op basis van deze eisen zijn de bodemroos-
ters uitgevoerd als rechthoekige constructies 
van 57,25 x 17,0 m² en 4,90 m hoog (fig. 4).  
De zone in het nivelleerkanaal heeft vijf in-
stroomopeningen met een gekromde ramp. 
Er zijn vier binnenwanden om de dakbalk 
met daarop de damwand en prefab-panelen 
van het nivelleerkanaal te ondersteunen.
In het gedeelte onder de kolk zijn 2 x 8 wand -
kolommen geplaatst om het dak te onder-
steunen. Die zone is ook voorzien van een 
hellingbaan om te voldoen aan de hydrauli-
sche randvoorwaarden. In het dak zijn 
43 x 16 = 688 ronde (Ø300 mm) doorstroom-
openingen voorzien.	
Ontwerpoverwegingen
Bouwmethode?	Bij een eerste conceptont-
werp werd uitgegaan van een in-situ bouw-
methode. Hierbij was een droge bouwkuip 
nodig die, inclusief onderwaterbetonvloer, 
tot circa NAP -23,5 m zou moeten worden 
uitgegraven. Omdat het ontwerp van de 
kolkwanden vanwege de waterdruk dan  
nog veel zwaarder en daarmee mogelijk  
onhaalbaar zou worden, is een alternatieve 
bouwmethode bedacht. Daarbij zijn de volle-
dige bodemroosters, inclusief dak, gemaakt 
in de tijdelijke (bemalen) bouwkuip in de 
(destijds) nog niet ontgraven sluiskolk   
(foto 1). Na voltooiing van het betonwerk is 
de bouwkuip onder water gezet, waardoor 
de bodemroosters opdreven. Vervolgens zijn 
de bodemroosters geparkeerd langs de kolk-
wand en, na ontgraven van de kolk, getrans-
porteerd naar hun eindlocatie en daar afge-
zonken.	
2 Bovenaanzicht sluis met in het midden de sluiskolk en twee bodemroosters 3 Isometrisch aanzicht bodemrooster (over de breedte van de kolk)	
PROJECTGEGEVENS 
project 
Nieuwe Sluis Terneuzen opdrachtgever 
Vlaams-Nederlandse  Scheldecommissie 
(VNSC, een samen- 
werkingsverband tussen  het Nederlandse Ministerie van 
Infrastructuur en 
Waterstaat en het 
Vlaamse Departement  van Mobiliteit en 
Openbare Werken)
opdrachtnemer (incl. 
constructief ontwerp) 
Consortium Sassevaart 
(een samenwerking van 
BAM, DEME, Stadsbader  Constractors, van Laere  en Equans) 
contractvorm 
Design & Construct  (UAV-GC)
2	
3
kolkwand westzijde
kolkwand oostzijde	
30?	CEMENT	 7 20	 22
Hellingbaan en ramp?	In eerste instantie 
was de gedachte om de hellingbaan en ramp 
onder water te storten als de bodemroosters 
op hun definitieve locaties zouden liggen.  
Bij nader inzien bleek dit vanwege de grote 
diepte en de beperkte toegang een lastige (zo 
niet onmogelijke) operatie te worden met de 
nodige risico's. Om deze reden is ervoor ge-
kozen om de hellingbaan en ramp al in de 
bouwkuip aan te brengen.  Om het gewicht van de bodemroosters 
te beperken is slechts de bovenste 300 mm 
van de hellingbaan uitgevoerd in beton. De 
zone eronder is voorzien van geëxtrudeerd 
polystyreen (XPS). Ondanks die optimalisa-
tie, bleek voor de hele constructie nog steeds 
een lichter betonmengsel nodig te zijn om de 
bodemroosters drijvend te houden tijdens 
de bouwfase.	
Berekeningsaanpak
Om de krachtswerking in de verschillende 
bouwfaseringen inzichtelijk te maken, zijn 
vier aparte SCIA-modellen van het bodem-
rooster gemaakt: 1
 	
bou	
 wfase bouw;
2  	
bou	
 wfase drijven;
3  	
bou	
 wfase afzinken;
4   gebruiksfase.
In de bouwfase moest de constructie water-
dicht blijven. Om dit te bewerkstelligen, 
moest de constructie tijdens de verhar-
dingsfase ongescheurd blijven zodat door-
gaande scheuren voorkomen worden. 	
 Zodoende is 	
 voor de eerste twee modellen 
van de bouwfase (model 1 en 2) voor de  
stijfheid gerekend met een ongescheurde 
E-modulus. In het laatste model van de bouwfase 
(model 3) mocht scheurvorming ten gevolge 
van buiging optreden en om deze reden is 
voor de stijfheid gerekend met een gescheur-
de E-modulus (korte duur). Ook in de gebruiksfase (model 4) mag 
scheurvorming ten gevolge van buiging op-
treden en is gerekend met een gescheurde 
E-modulus (lange duur). Daarnaast is in de diverse modellen 
ook rekening gehouden met lage en hoge 	
4 Isometrische aanzicht met diverse onderdelen bodemrooster
NIEUWE SLUIS TERNEUZEN   
IN CEMENT
Cement besteedt niet alleen aandacht 
aan de bodemroosters, maar ook aan 
diverse andere aspecten van de 
Nieuwe Sluis Terneuzen. Eerder, in 
maart 2021, verscheen al een artikel 
over het ontwerp, de fasering en de 
bouwmethode van de gehele nieuwe 
sluis. Binnenkort verschijnen nog arti-
kelen over de kolk, over de betonnen 
sluishoofden, over de deurkassen, over 
de brugkelder van de basculebrug en 
over het ontwerp van de wapening.
4	
CEMENT  7 2022	?31
houten plaat
betonnen dak	
5
6
7	
5 Binnenkant bodemrooster na realisatie betonwerk 6 Montage van afdichtingsplaten
7 Schematisch effect van uitvoeringstolerantie op indrukking van rubber	
Om de krachts-
werking in de 
verschillende 
bouwfaseringen 
inzichtelijk te 
maken zijn vier 
aparte modellen 
gemaakt
32?	CEMENT	 7 20	 22
beddingconstanten en met (een zekere mate 
van) verhinderde vervorming.
Definitief ontwerp
Aan de hand van de controle van het drijf-
vermogen van de constructie, en de daarbij 
behorende belastingfactoren en -combina-
ties, is bepaald dat een betonmengsel met 
een dichtheid van 2100 kg/m³ moest worden 
toegepast voor de bodemroosters.Op basis van dit lichtere betonmengsel 
zijn voor de vier rekenmodellen de maat
-
g
evende situaties berekend waarop de uit-
eindelijke wapeningsconfiguratie van de 
bodem
 	
r	
 oosters is bepaald.
Tijdelijke constructies voor afzinken
Afdichtingsplaten?	Elk van de in totaal 688 
doorstroomopeningen Ø300 mm, vijf water -	
inlaten 	
van 4,8 x 2,8 m² en één toegangsluik 
van 1,5 x 1,5 m² moest volledig waterdicht 
zijn voor afzinken. Daartoe zijn ze afgesloten 
met afdichtingsplaten (foto 6). Het principe 
bestond uit een staalplaat met daaronder 
een houten uitvulling en langs de randen 
een samendrukbaar rubberprofiel. Het rub-
ber moest voldoende samengedrukt zijn om 
waterdichtheid te garanderen direct onder 
de waterlijn, maar ook voldoende sterk voor 
19 m waterkolom die op het rubber drukt. Omdat het eigen gewicht van de platen 
onvoldoende was om waterdichtheid direct 
onder de waterlijn te garanderen, is het  
rubber voorgespannen door middel van 
draadeinden die zijn verbonden met in het 
dak ingestorte ankers. De rubberdikte is  
tevens bepaald in relatie tot de uitvoerings-  
tolerantie van het dak. Wanneer het dak  
namelijk lokaal lager is gestort, resulteert 
dit in minder indrukking en daardoor een 
lagere waterdichtheid. Het effect hiervan is 
schematisch weergegeven in figuur 7.	
Bolders?	Bovenop het bodemrooster zijn op 
acht locaties bolders bevestigd, door middel 
van in het dak ingestorte ankers. Hiervan 
zijn vier stuks gebruikt voor het horizontaal 
verplaatsen van het bodemrooster in de 
drijvende situatie. Voor het afzinken waren 
deze niet nodig.	
De andere vier stuks, de hijsbolders, 
zijn gebruikt tijdens het afzinken en voorzien  van een hijsoog bovenop de bolder. Dit is het 
bevestigingspunt voor de lieren waarmee het 
bodemrooster wordt afgezonken. Tijdens het 
afzinken worden de hijsbolders ook gebruikt 
om het bodemrooster in horizontale richting 
te positioneren. Ze zijn zodoende gedimensio
-
neerd op een combinatie van gelijktijdige ho -
rizontale en verticale belasting. Bij het onder 
w	
 ater raken krijgt de horizontale lierkracht 
ook een verticale component. Om te voorko -
men dat de lier van de hijsbolder afschoot, is 
g
 ebruikgemaakt van vast trekpunt op een 
buis-in-buissysteem (fig. 8).	
De dubbele functie van de hijsbolders 
werkte zeer goed, waardoor de bolders voor 
de horizontale verplaatsen uiteindelijk niet 
veel zijn gebruikt. 	
Meettorens?	Het dak van het bodemrooster 
is ontworpen op NAP -16,80 m. Tijdens het 
afzinken is een kolkpeil tussen NAP +0,0 m 
en +1,0 m gehanteerd. Voor het positioneren 
zijn drie meettorens gebruikt, die altijd boven 
water uitsteken. Met een prisma bovenop de 
meettorens kon zowel de absolute positie als 
de helling in dwars- en lengterichting worden 
ingemeten.	
Uitvoering bodemroosters?	Door de bodem-
roosters uit te voeren in een bemalen bouw-
kuip, zijn deze in een gecontroleerde omge-
ving gemaakt. Het lichtbeton had geen 
negatief effect op de voortgang of uitvoering; 
de verwerkbaarheid ervan was goed. Over 
de wapening en de in te storten voorzienin-
gen is regelmatig contact geweest tussen de 
constructeur van het ontwerp en die van 	
8	
De in totaal   
688 doorstroom -
openingen zijn 
tijdelijk afgesloten 
met afdichtings-
platen	
8 Hijsbolder	CEMENT  7 2022	?33
de hulpconstructies, waardoor verrassingen 
zijn voorkomen en ankers tijdig op ontwerp-
tekeningen zijn verwerkt.
Testen waterdichtheid?	Voorafgaand aan 
het opdrijven is de waterdichtheid van de 
totale constructie getest, door alle afdich-
tingsplaten te monteren en de bouwkuip  
onder water te zetten. Daaruit ontstonden 
bij de waterinlaten lekkages, omdat het be-
ton niet voldoende vlak was. Om dit te corri-
geren zijn de afdichtingsplaten verwijderd 
en is het betonoppervlak geëgaliseerd.	
Gewichtscontrole?	Om de drijfstabiliteit van 
de bodemroosters te verifiëren was een con-
trole van het gewicht per onderdeel nodig. 
Van elke stort is een dichtheidsmeting ge-
daan in combinatie met een rapportage van 
het exact gestorte volume. Vervolgens is dit 
per constructieonderdeel verwerkt in een 
rekenblad waarmee de totale stabiliteit van 
het bodemrooster is bepaald. Het gemeten 
gewicht bleek hierbij slechts 0,5% zwaarder 
te zijn dan de ontworpen 4530 ton.	
Afzinkontwerp
Stabiliteit bodemrooster en ballastplan?	Op 
basis van de gewichtscontrole en de volledig 
uitgewerkte hulpconstructies (afdichtings-
platen, bolders, meettorens) is de stabiliteit 
van het bodemrooster geverifieerd. Daaruit 
volgde voor de drijvende situatie een vrij- boord (afstand waterlijn tot bovenzijde con-
structie) van circa 200 mm met een meta-
centrische hoogte (GM) van 5,15 m. Het 
drijvende bodemrooster was daarmee zeer 
stabiel (ter vergelijk: voor een drijvende con-
structie op open water wordt vaak als voor-
waarde GM > 0,50 m gehanteerd).
Afzinken met ballastwater was vanwe-
ge de aanwezigheid van de hellingbaan niet 
mogelijk, omdat er slechts beperkt ruimte 
was en het water daardoor excentrisch zou 
zijn gepositioneerd en instabiliteit kon ver-
oorzaken. Daarom is gekozen ballast, be-
staande uit massief stalen blokken, bovenop 
het dak te plaatsen. Om te compenseren voor de excentri-
sche ligging van de hellingbaan, is trimge-
wicht toegepast bij de waterinlaten om het 
bodemrooster waterpas te krijgen. Vervol-
gens is de ballast over het volledige dak ver-
deeld op basis van de stabiliteitsberekenin-
gen en het zwaartepunt.  Omdat de stalen blokken bovenop het 
bodemrooster liggen, verliezen deze circa 
15% aan effectief gewicht wanneer ze volledig 
onder water raken. Hiermee moest in de  
bepaling van het globale zwaartepunt en de 
hoeveelheid ballast ook rekening worden  
gehouden.  Voor het bepalen van de ballast zijn 
meerdere metingen van de dichtheid van 
het water gedaan; deze bedroeg over de  
volledige waterdiepte 1003 kg/m³. Dit is iets 	
In plaats van 
afzinken met 
ballastwater is 
gekozen om de 
ballast bovenop 
het dak te 
plaatsen	
9 Visualisatie afzinkponton en bodemrooster	
9	
34?	CEMENT	 7 20	 22
hoger dan de standaard 1000 kg/m³, omdat 
er sprake is van (licht) brak water.
Afzinkponton
Doordat alle ballast bovenop het dak is ge-
plaatst, bevindt deze zich boven het zwaarte-
punt van het bodemrooster. Hierdoor kan 
bij een lichte rotatie al instabiliteit optreden, 
waardoor het bodemrooster kan kantelen. 
Daarnaast is er risico op lekkage van een 
van de 688 doorstroomopeningen. Bij een 
lekkage tijdens het afzinken, en de daardoor 
excentrische toestroom van water, zou het 
bodemrooster kunnen kantelen. Een optie 
voor het afzinken met behulp van twee kra-
nen was om die reden te risicovol, omdat  
de hijskracht op de kranen dan ongecontro-
leerd kon toenemen, met kraaninstabiliteit 
als mogelijk gevolg. Gekozen is zodoende 
voor een afzinkponton (fig. 9), waarbij het 
bodemrooster met vier individuele lieren 
wordt afgezonken aan de hijsbolders. Hier-
bij gold als voorwaarde dat elke lierkabel 
continu onder trek staat, om kantelen van 
het bodemrooster onder water te voorko-
men.	
Afzinken
Het bodemrooster is bovenop een grindbed 
geplaatst, dat dient als fundatie en daarnaast 
opbouw van waterdruk onder het bodem-
rooster moet voorkomen. De uitvoeringsto-
lerantie van het grind is aangehouden op  
?z = +/-50 mm, omdat het bodemrooster een 
gelijkmatige bedding moet hebben en het  
eigen gewicht van het bodemrooster geen 
bulten van grind zal vereffenen. Na aan-
brengen van het grindbed is dit ingemeten 
met een peilboot en nog vereffend met een 
stalen balk van 18 m lengte die over de bo-
dem is getrokken.De bodemroosters lagen in drijvende 
situatie parallel aan de kolklengte. Na het 
plaatsen van het trimgewicht en een eerste 
set ballastblokken, is het vrijboord verlaagd 
tot 50 mm, waarna het bodemrooster is ge-
roteerd tot boven de uiteindelijke eindlocatie 
(foto 10). Hiermee werd de hoeveelheid tijd 
voor het plaatsen van de ballastblokken op 
de dag van het afzinken zelf enigszins beperkt. Na het plaatsen van in totaal 395 ton 
ballast bevond het bodemrooster zich onder 
de waterlijn, met een trekkracht van 	
SAMENWERKING
Het ontwerp en de uitvoering 
van het afzinken zijn gedaan met 
een klein team, wat de samen-
werking eenvoudig maakte. Het 
team is samengesteld uit BAM 
en DEME, waarbij veel kennis 
en ervaring van eerdere afzink-
projecten aanwezig is en wat 
een belangrijke bijdrage heeft 
geleverd aan de praktische 
hulpconstructies en succesvolle 
uitvoering.	
10 Afzinken bodemrooster
10	
CEMENT  7 2022	?35
circa 10 ton in elke lier. Deze kracht is als 
minimum aangehouden, omdat tijdens het 
afzinken de lieren nooit exact gelijktijdig 
zakken en de trekkracht lokaal toe- en af kan 
nemen.	
Het afzinken is tot een meter boven het 
grindbed snel verlopen, waarna het positio -
neren is gestart. De plaatsingstolerantie van 
het bodemr	
 ooster is in verticale richting be -
grensd door de geëiste minimale kolkdiepte 
(?
 z: +/-50 mm) en in horizontale richting 
door de later erbovenop te plaatsen dam -
wand van het nivelleerkanaal (?y : +/-
 50 mm).	
Na het bereiken van de gewenste posi-
tie zijn de lieren afgelaten en is het bodem-
rooster op het grindbed geplaatst. Vervol-
gens is het bodemrooster gevuld met water 
via de watertoevoer die in het toegangsluik 
is verwerkt (foto 11). Door het vullen is het 
gewicht op het grindbed verhoogd en het  
bodemrooster nog nagezakt. Dit is 24 uur na 
het afzinken ingemeten, op basis waarvan 
besloten kon worden dat het bodemrooster 
goed gepositioneerd lag. De nazakking bleek 
het grootst aan de kant van waterinlaten, 
waar zich logischerwijs ook het meeste water 
verzamelt. Bij het noordelijke en zuidelijke 
bodemrooster bedroeg de nazakking res-
pectievelijk circa 70 en 50 mm. Hiermee is  voorafgaand aan het afzinken rekening  
gehouden, waardoor de bodemroosters  
binnen de ontwerptolerantie bleven.	
Ervaringen
Voorafgaand aan het afzinken zijn risicoses-
sies gehouden. Voor de grootste risico's zijn 
corrigerende maatregelen opgesteld. Voor 
het nauwkeurig positioneren van de bodem-
roosters zijn bijvoorbeeld vijzels voorzien 
aan de kopse kanten, die door vakkundig 
positioneren van het afzinkteam uiteindelijk 
niet nodig bleken.
Ondanks een goede voorbereiding 
ontstond bij het zuidelijke bodemrooster 
toch oponthoud. Voor de bouwkuip van de 
bodemroosters was een groutkolom gebruikt 
als waterafsluiting. Voorafgaand aan het  
afzinken is deze verwijderd om het bodem-
rooster te kunnen plaatsen. Tijdens het af-
zinken bleek hiervan echter nog een deel 
aanwezig ter hoogte van het bodemrooster-
dak. Dit is verholpen door onder water een 
ballastblok te verschuiven en daarmee 
ruimte te maken.  Het totale afzinkproces, inclusief het 
positioneren, heeft bij beide bodemroosters 
circa 7 uur geduurd en is daarmee voor-
spoedig en succesvol verlopen.
 	
11	
11 Voorzieningen via tijdelijk toegangsluik	36?	CEMENT	 7 20	22                  
                 
              
    
    
        Projectgegevens
        
Project: Nieuwe Sluis Terneuzen
Opdrachtgever: Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC, een samenwerkingsverband tussen het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Vlaamse Departement van Mobiliteit en Openbare Werken)
Opdrachtnemer (incl. constructief ontwerp): Consortium Sassevaart (een samenwerking van BAM, DEME, Stadsbader Constractors, van Laere en Equans)
Contractvorm: Design & Construct (UAV-GC)
 
             
    
    
    
    
        Nieuwe Sluis Terneuzen in Cement
        
             
    
    Het sluizencomplex bij Terneuzen is dé toegangspoort naar Terneuzen en Gent in de haven van North Sea Port en zorgt voor een scheepvaartverbinding tussen Nederland, België en Frankrijk. Sinds eind 2017 wordt hier volop gebouwd aan de Nieuwe Sluis Terneuzen. Deze gaat voor een betere toegang en vlottere doorstroming van het toenemende scheepvaartverkeer zorgen, voor zowel binnenvaart- als zeeschepen. Ook neemt de capaciteit van de sluizen toe, waardoor de wachttijd voor binnenvaartschepen afneemt. In 2023 vaart het eerste schip door de Nieuwe Sluis.
         
Reacties