ONRI reageert opWAPENING, RUGGEGRAAT IN BETONDe publikatie van de voordracht van pro?dr.ing. D. Jungwirth over knelpunten inde kwaliteitborging in het wapeningsproces, in Cement 1989 nr. 9, heeft diversereacties losgemaakt.Na de commentaren van ir. K. Boorsma en ing. L. Toepoel reageert nuing. A.J. Engelenberg, voorzitter van de ONRI-afdeling voor Constructie enBouwkunde. In zijn commentaar geeft hij het standpunt van de ONRI weer.adat ir. K. Boorsma zijn reactiein Cement 1990 nummer 1 hadgegeven op het artikel vanProf.Dr.-Ing.D.Jungwirth heeft de re-dactie van Cement in een naschrift haarbredere visie op de problematiek aange-geven. Resultaat van dit alles is dat zowelde Betonvereniging als de ONRI (deOrde van Nederlandse Raadgevend In-genieurs) en het KIVI (het KoninklijkInstituut van Ingenieurs) zich gesteldzien voor de noodzaak van verdere reac-ties op het aangesneden probleem.Na een eerste overleg van de ONRI metde Betonvereniging is voorgesteld dateen brede vertegenwoordiging uit de le-den van de Betonvereniging, vertegen-woordigend de diverse disciplines diebij het bouwen een rol spelen, zich daar-over zullen beraden. Hierbij zal de ON-RI zeker een van de deelnemers zijn. Ditoverleg zal binnenkort gestalte krijgen.Hieraan voorafgaand echter menen deONRI en het KIVI reeds nu een globaalcommentaar te moeten publiceren aan-gaande de gewekte suggesties over kwa-liteitssystemen ca. Dit artikel is opgezetdoor de ONRI in nauwe samenspraakmet het KIVI. Inmiddels is in Cement1990 nummer 3, een reactie van ing.L.Toepoel opgenomen, die een van deaspecten over de noodzaak van kwali-teitscontroles belicht.Wat is kwaliteit?In de publikatie 'Branche- en beroeps-verenigingen en de zorg voor kwaliteit',uitgegeven door het Economisch Insti-tuut voor het Midden- en Kleinbedrijf,wordt kwaliteit als volgt gedefinieerd:'Kwaliteit is de mate waarin en de tijds-duur gedurende welke een produkt,dienstverleningsproces of dienst, vol-doet aan de eraan gestelde eisen'. Directdaarachteraan wordt terecht gemelddat: 'de kwaliteit van een produkt ofdienst afhankelijk is van de eisen die er-aan worden gesteld en dus afhankelijkvan de eisensteller. De norm voor kwali-teit ligt dus buiten de dienstverlenendeorganisatie, namelijk bij de afnemer'.Daarbij wordt hier opgemerkt dat dediensten voldoende gehonoreerd die-nen te worden door de eisenstellende af-nemer c.q. opdrachtgever. En dat is dekern van het probleem als ir. Boorsma,over het tekenwerk en het toezichtschrijvend, het heeft over prijsbederf bijdeze werkzaamheden. Bederf betekenthierbij niet alleen marginale honore-ring, het 'bederf' slaat in belangrijkemate op het te vervaardigen en te leve-ren produkt. Hier geldt in hoge mate datde som van alle kosten, inclusief de kos-tenvan reparatie en onderhoud, bepaalthoe duur kwaliteit is.Huidige gang van zakenDe ONRI, zowel in haar rol van be-roeps- als branche-organisatie, ziet hetprobleem niet bestreden door extracontrole in enige vorm op het functio-neren van de constructeurs. De ONRI-leden zijn niet alleen door hun toelatingtot de ONRI, maar evenzeer door hunvoortdurende samenwerking binnen deBetonvereniging, ingenieursvereni-gingen, enz. ruimschoots gemotiveerdom gewapend beton te gebruiken op dewijze die het aankan, indien het is sa-mengesteld en aangebracht zoals dat be-hoort.De checklist bij bijlage van de RVOI1987, geeft een ruim overzicht van allemogelijke taken, die bij de construc-teursopdracht overwogen en opgedra-gen dienen te worden. Echter vaak doetzich voor, dat via het bestek voorberei-dingstaken bij de aannemers en hun on-deraannemers en leveranciers wordenneergelegd, waarin de constructeurgeen of slechts een bescheiden rol kanspelen. Hoofdreden is, dat dit bespaartop de constructeurskosten. Hoe dezewerkzaamheden aan het verdere ont-werp van de constructie in de bouwprijsworden verwerkt, onttrekt zich aan dewaarneming van de opdrachtgever. Fei-telij is hier sprake van een niet-correctekostenplaatsing, waaruit onvolkomen-heden in de constructie een gevolg kun-nen zijn. In dit geval kan tevens een on-duidelijkheid ontstaan over de verant-woordelijkheid en dus de aansprake-lijkheid.Als we dan stellen dat de constructeur insamenspraak met de opdrachtgevermoet komen tot een juiste omvang vanhet takenpakket is dat geheel juist. Demogelijkheden daartoe worden helaasmaar al te vaak niet gebruikt, door dewijze van 'aanbesteden' van het con-structeurswerk.Bij de RVOI 1987 voorgestelde honore-ring en uurtarieven worden terzijde ge-schoven en de 'laagste' prijs bepaalt dekeus. Het gesprek komt vaak pas op gangna verworven opdracht op basis vanprijs, waarna herziening van het taken-pakket een zeer moeizame weg is endaardoor vaak niet meer bewandeldwordt. En dat, terwijl bij de dienstverle-ning een van de drie poten van kwaliteit(technisch, functioneel en relationeel)juist steunt op interactie tussen op-drachtgever en dienstverlener.Over het specifieke toezicht op de uit-voering ten aanzien van betonconstruc-ties en ook andere zaken, geldt eensoortgelijke problematiek. Waar het al-lemaal om draait is de juiste bestedingvan de gelden bij voorbereiding respec-tievelijk realisering van betonconstruc-ties.Hoe nu toch goed te kunnen wer-ken?1. Het ligt op de weg van iedere con-structeur, en voor hen tevens bij de ON-RI, om opdrachtgevers duidelijk te ma-ken dat, willen zij hun kwaliteitseisen,of beter gezegd hun -verwachtingenwaar zien te maken, zij ook de j uiste par-tij en de juiste opdrachten verstrekken.De RVOI 1987 is daarbij de aangewezenbasis. Om opdrachtgevers van het nut teovertuigen, is kennelijk meer nodig.Daartoe zal de ONRI in een van haarpublikaties voor opdrachtgevers goedeuitgangspunten aangeven om hun keu-ze van raadgevers op goede gronden tedoen.Cement 1990 nr. 5 53N2. Het overleg met de Betonverenigingzal naast technische en organisatorischeaspecten ook de menta-liteitsbe?nvloeding van alle partijen, in-clusief en vooral, de opdrachtgeversmoeten bezien en acties voorstellen omdat doel te realiseren.3. Zoals ing. Toepoel reeds meldt, extrakwaliteitscontroles nemen geen oorza-ken weg, ze zullen veranderings-processen eerder vertragen. De ONRI isdan ook vooralsnog niet uit op certifice-ring, noch onder eigen vlag, noch gerea-liseerd door andere onafhankelijke in-stituten.Wel kan men rekenen op de hoge ver-antwoordelijkheid die de ONRI-ledenvoelen en waarborgen om hun taken teverrichten, daarin door de ONRI gesti-muleerd en mogelijk gemaakt om ditonder andere herkenbaar te krijgen viahet lidmaatschap. Het permanente toe-zicht dat de ONRI uitoefent op haar le-den en dat reeds vele j aren een waarborgis voor vakbekwaamheid en produktie-en leveringsonafhankelijkheid van deleden, zal voortdurend aangepast wor-den aan de eisen van de markt en denieuwe inzichten omtrent verant-woordelijkheid in functioneren. Dewaarde van het ONRI-lidmaatschapmoet door opdrachtgevers herkend enerkend worden. Via vele vormen vanpubliciteit tracht de ONRI dit te be-werkstelligen.4. En tenslotte:- bij eventuele tekortkomingen van eenadviseur, lid van de ONRI, kan een be-roep gedaan worden op de Senioren-raad van de ONRI;- in geval van een geschil kan men zichwenden tot de Geschillencommissievan het KIVI voor een arbitrale uit-spraak;- mochten andere voorwaarden dan deRVOI zijn gesteld in de opdracht aande adviseur, dan staat de weg naar an-dere arbitrage-instituten en de civiel-rechterlijke macht open om bij te-. kortkomingen van de adviseur zijnverantwoordelijkheid en de daaruitvolgende aansprakelijkheid te waar-borgen.ConclusieDe opdrachtgevers mogen terecht kwa-liteit verlangen, maar dan zal men ookde partijen van wie men dat verlangt,adequaat dienen te honoreren.ing.A.J.Engelenbergbestuurslid ONRICUGLA ontvangt eerste produktieprocescertificaat 'droge mortels'Tijdens een feestelijke bijeenkomst inhet Turfschip te Breda is aan CUGLABV uit Breda het eerste produktie-procescertificaat 'droge mortels' uitge-reikt. Het certificaat met het KOMO-Betonvereniging keurmerk, is afge-geven door de Stichting BMC.BMC heeft daarmee een nieuwe stapgezet op de weg naar certificatie vanprocessen, produkten en grondstoffenin de bouwindustrie. Met het nieuwetype certificaat waarvan BMC nu heteerste heeft uitgereikt, wordt denadruk gelegd op een beheerstproduktieproces. Dit betekent voorCUGLA in een keer certificatie vanalle door haar geproduceerde mortels,het name reparatiemortels, krimparmemortels en gietmortels.Fabrikanten van droge mortels makengewoonlijk een veelvoud aanprodukten, gericht op specifieketoepassingen. In het vooroverleg datBMC met de producenten en afne-mers van droge mortels heeft gevoerd,is afgesproken dat het accent van decertificatie ligt bij de procesbeheersingen de interne kwaliteitsbewaking.Vandaar dat in dit geval is gekozenvoor produktieproces- in plaats vanproduktcertificatie.Bij produkcertificatie wordt perprodukt nagegaan of aan de eisenwordt voldaan. In principe kan eenproducent kiezen voor certificatie vanbepaalde produkten en andere daarbijbuiten beschouwing laten. Bij produk-tieprocescertificatie wordt de voor-waarde gesteld dat alle produkten 'onder de certificatie vallen.In de toelichting gegeven dooring.C.Souwerbren, directeur BMC, iser de nadruk op gelegd dat iedereendie daar belang in stelt, inzage kankrijgen in de elementen waaruit decertificatie-regeling is opgebouwd.Het gaat immers om het cre?ren vaneen vertrouwensbasis, en daarmee isopenheid onlosmakelijk verbonden.Ook de heer Sotuer, directeurCUGLA, besteedde in zijn toespraakaandacht aan het punt vertrouwen: 'Alsvoor het publiek niet duidelijk is hoeeen certificaat er inhoudelijk uitziet, ishet niet interessant en wordt het nietgebruikt'.Redactie54 Cement 1990 nr. 5
Reacties