A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pO nd ergrond s bou wencement 2006 8 13Egbert KosterDe voorbereidingen voor de mega-verbouwing van hetRijksmuseum, die alle voorgaande verbouwingen onge-daan maakt, zijn in volle gang. Om de terug te brengen19deeeuwse ruimtelijke structuur te kunnen laten functi-oneren als een 21steeeuws museumgebouw wordt hetmonument voorzien van een omvangrijke ondergrondseinfrastructuur.Eind 2009 is Het Nieuwe Rijksmuseum een feit(fig. 1). Na zes jaar van slopen, bouwen, restaurerenen inrichten begint het uit 1885 daterende magnusopus van architect P.J.H. Cuypers dan aan een`tweede jeugd'. Uitgangspunt van het verbouwings-ontwerp van het Spaanse architectenduo Cruz yOrtiz (in 2001 geselecteerd door middel van eenmeervoudige studieopdracht aan zeven binnen- enbuitenlandse architectenbureaus) is om de oor-spronkelijke ruimtelijke structuur van het gebouwvolledig in ere te herstellen. Dit klinkt een stuklogischer en eenvoudiger dan het in werkelijkheidis. Het betekent niet alleen dat alle voorgaande ver-bouwingen van de afgelopen 120 jaar ongedaanmoeten worden gemaakt. Ook moet voor alle in deloop van de tijd in het gebouw aangebrachtepublieksvoorzieningen en technische installatieseen nieuwe plek worden gecre?erd, buiten het oor-spronkelijke museuminterieur. Bovendien betekentde terugkeer naar de oorspronkelijke ruimtelijkestructuur van het museum niet dat ook kan wordenteruggegrepen op Cuypers' oorspronkelijke neogo-tische `decoratieve uitmonstering' van het museum-interieur. Want de historische kunstwerken moetenuiteindelijk wel naar hedendaagse museale maat-staven kunnen worden ge?xposeerd. Dat wil zeg-gen zonder concurrentie te ondervinden van zwaargedecoreerde vloeren, wanden en plafonds.T u n n e l d e p o tOm de weer terug te brengen 19deeeuwse ruimte-lijke structuur te kunnen laten functioneren als een21steeeuws museumgebouw, wordt het Rijksmuse-um bij de verbouwing voorzien van een omvang-rijke ondergrondse infrastructuur. Deels zichtbaar,zoals de nieuwe verdiepte entreehal met publieks-voorzieningen onder de twee opengebroken bin-nenhoven. Deels onzichtbaar, zoals ondergrondsemuseumdepots, technische voorzieningen enondergrondse verbindingen tussen het hoofdge-bouw en nieuwe dependances met kantoor- endienstruimten ten behoeve van de `uitgeplaatste'museumstaf.Het nieuwe verdiepte entreeplein met publieks-voorzieningen onder de twee heropende binnenho-ven biedt ondergronds plaats aan alle publieksvoor-zieningen die bovengronds worden `teruggegeven'aan het oorspronkelijke museumcircuit (kaartver-koop, garderobe, museumshop, restaurant, audito-rium) (fig 2). Doordat dit nieuwe entreeplein onderHet NieuweRijksmuseumgaat (deels) oNdeRgRoNds1 |Het Nieuwe Rijksmuseum, met uiterst linkshet nieuwe Azi?paviljoen en rechts de nieuwbouw van hetStudiecentrum(fig. 1 t.m. 3: Het NieuweRijksmuseum)a. Impressie van het nieuweAzi?Paviljoen en b. hetnieuwe StudiecentrumabA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pO ndergronds bou wen14 cement 2006 8de openbare doorgang door het museumgebouwvoor fietsers en voetgangers doorloopt, maakt hetook in een klap een einde aan de altijd problema-tisch gebleven scheiding tussen de linker en derechter gebouwhelft met elk een eigen `voordeur'aan de straat. Bovendien sluit de situering van denieuwe entrees in de onderdoorgang goed aan ophet feit dat het oorspronkelijke onderscheid tussende voor- en achterzijde van het gebouw al lang doorde feiten is achterhaald. Tegenwoordig komenimmers meer bezoekers via het Museumplein naarhet Rijksmuseum dan via de grachtengordel.Grotendeels onzichtbaar voor het publiek wordt hethoofdgebouw, vanuit het nieuwe entreegebied,ondergronds verbonden met de verschillendebestaande en nieuwe bijgebouwen in de museum-tuin (voormalige Directievilla, voormalige Teeken-school en het nieuwe Azi? Paviljoen) en aan deoverzijde van de Hobbemastraat (Mannheim-villa,nieuw restauratieatelier). Het niet publieke deel vandeze nieuwe ondergrondse infrastructuur takt aanop het in de jaren tachtig gebouwde ondergrondsetunneldepot met afgeschermde laad- en losvoorzie-ningen, aan de achterzijde van het hoofdgebouw.(De bouw van dit tweelaagse tunneldepot maakte,heel pragmatisch, deel uit van dezelfde bouw-stroom waarin ook de ondergrondse parkeergarageen autobusgarage onder het Museumplein werdengerealiseerd.)Bovengronds krijgt Het Nieuwe Rijksmuseum drienieuwe, door Cruz en Ortiz ontworpen bijgebouwen.Een nieuw Azi? Paviljoen (fig. 1a) in de `oksel' tussenhet hoofdgebouw en de Philipsvleugel (voorheenZuidvleugel). Een nieuw Studiecentrum (o.a. studie-bibliotheek en een ondergronds depot voor prenten,foto's en boeken) tussen de voormalige Teekenschoolen de voormalige Directievilla (fig. 1b). En een grootnieuw restauratieatelier op de plek van het voorma-lige Veiligheidsinstituut, aan de overzijde van Hob-bemastraat, dat onder de naam `Het Atelier' uit moet2 |Verdiept entreeplein metalle publieksvoorzieningen3 |Door alle sloopwerkzaamheden is het heleRijksmuseum een centimeter omhoog gekomenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pO nd ergrond s bou wencement 2006 8 15gaan groeien tot een nationaal expertisecentrum ophet gebied van kunstrestauratie.Van de bestaande bijgebouwen wordt de voormali-ge Directievilla verbouwd tot onderkomen voor deconservatoren en gaat de voormalige Teekenschooldeel uitmaken van het nieuwe Studiecentrum. DePhilipsvleugel wordt bestemd voor tijdelijke exposi-ties. De (gehuurde) Mannheim-villa naast Het Ate-lier gaat onderdak bieden aan de museumadmini-stratie en -directie.L e i d i n g s t r a t e nDe vernieuwing van de installatietechniek is eenverhaal op zichzelf. Cuypers verwarmde het muse-um door hete lucht vanuit de kelder naar de verdie-pingen te brengen via spouwen en gemetseldekanalen in de bouwmuren. Dit systeem werd in deloop van de tijd vervangen door een omvangrijkecv-installatie met natuurlijke watercirculatie (zon-der pompen) en grote expansievaten boven dekunstdepots(!) in de museumtorens. Na de oorlogwerd de installatietechniek wederom volledig gemo-derniseerd en kreeg het museum, behalve eennieuwe verwarming, ook mechanische ventilatiemet luchtbehandeling. De hiertoe benodigde ruim-te voor leidingen en ventilatiekanalen werd gevon-den in de voormalige binnenhoven. Bij hetdichtbouwen van deze binnenhoven met publieks-voorzieningen en museumzalen werden rondomde nieuwe invullingen namelijk grote spouwenvrijgehouden die als leidingstraten en -schachtengingen dienen.Het weer openbreken van de binnenhoven maakthet noodzakelijk om - althans bovengronds - alleinstallatietechniek weer in het oorspronkelijkebouwvolume onder te brengen. Hiertoe heeft eenontwerpteam met onder meer de hoofdarchitectenCruz en Ortiz, restauratiearchitect Gijsbert vanHoogevest, en de adviseurs Arcadis en Arup/VanHeugten een compleet nieuwe installatietechnischeinfrastructuur bedacht die op onderdelen een ver-rassende verwantschap heeft met het oorspronke-lijke verwarmingssysteem van Cuypers. Zo komthet nieuwe energiecentrum weer op kelderniveaute liggen en gaat de aan- en afvoer van geklimati-seerde (ventilatie-)lucht wederom plaatsvinden viasparingen in de massieve bouwmuren.Vanuit een nieuw te bouwen ondergronds energie-centrum in het oostelijke deel van de museumtuinkomt er een ondergrondse servicetunnel annex lei-dingstraat rondom het museumgebouw te lopen.Zoveel mogelijk buiten de buitengevels langs (voor-gevel en zijgevels) en waar dit wegens andereondergrondse infrastructuur niet mogelijk is (zuid-gevel) onder het museumgebouw door (achter dezuidwand van het nieuwe verdiepte entreeplein).De onderste twee bouwlagen van het museum zul-len rechtstreeks vanuit deze ondergrondse leiding-straat bediend gaan worden. Voor de bovenste tweebouwlagen komt er een secundaire leidingstraatover de zolderverdiepingen te lopen. Alle verbin-dingen van deze (ring-)leidingen met de museum-zalen worden verzonken in de bouwmuren. Degrote dikte van deze muren maakt het mogelijk omer plaatselijk sparingen van maar liefst 0,50 x0,50 m in uit te hakken.S t a n d v a n z a k e nNa de sluiting van het Rijksmuseum, op 1 januari2004, is direct met de voorbereidingen voor de ver-bouwing begonnen. Inmiddels heeft het aangepastdefinitieve verbouwingsontwerp van Cruz en Ortiz(met onder meer aangepaste entree in de onder-doorgang en veel lagere nieuwbouw voor het Stu-diecentrum) de zegen van welstand maar wordtnog gewacht op de bouwvergunning. Als deze naar4, 5 | Restauratiewerkzaamheden aan deplafondgewelven, diein hun oude glorieworden hersteld(foto's 4 t.m. 6: WimRuigrok)A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pO ndergronds bou wen16 cement 2006 8verwachting komend voorjaar wordt verleend, is ernog 3 ? 3? jaar bouwtijd nodig om de verbouwinguit te voeren.Vooruitlopend op de eigenlijke verbouwing, inclu-sief alle onder- en bovengrondse nieuwbouw, zijnde afgelopen drie jaar alle voorgaande verbouwin-gen ongedaan gemaakt, is een uitgebreid bouwhis-torisch onderzoek verricht, en is alvast begonnenmet het uitgraven van het toekomstige verdiepteentreeplein onder de twee reeds opengebroken bin-nenhoven (foto 3). Ook wordt al volop gewerkt aande restauratie en renovatie van het interieur van hetmuseum (foto's 4 t.m. 6). De twee hoofdtrappen-huizen, de voorhal van de Eregalerij en de Cuypers-bibliotheek (ruimten waar geen kunstwerken wor-den ge?xposeerd) krijgen hun oorspronkelijke`decoratieve uitmonstering' terug die bij voorgaan-de verbouwingen stelselmatig werd weggewerktachter verlaagde plafonds en witte verflagen(foto 7). De museumzalen krijgen een afwerkingdie zowel recht doet aan de architectuur van Cuy-pers (plafondgewelven, bovenlichten en friezenweer in het zicht) als aan hedendaagse opvattingenover het exposeren van kunstwerken (geen kleurigeornamenten op vloeren, wanden en plafonds dieconflicteren met de schilderijen). In de Eregalerijgaan de `historische' en de `hedendaagse' uitmon-stering van de museumzalen letterlijk in elkaarover lopen. Na rijp beraad is voor deze ruimtenamelijk gekozen voor een strakke `hedendaagse'afwerking van vloer en wanden in combinatie meteen reconstructie van de oorspronkelijke `decora-tieve uitmonstering' op de plafondgewelven en destalen lateien boven de nissen.Als het vernieuwde Rijksmuseum volgens de hui-dige planning eind 2009 zijn deuren opent, moet dein 2003 verbouwde Philipsvleugel (waar gedurendede verbouwing de meesterwerken van het Rijksmu-seum hangen) nog geschikt worden gemaakt voorzijn nieuwe functie als ruimte voor tijdelijke expo-sities. Deze bouwkundige aanpassing en herinrich-ting kan immers pas beginnen als de meesterwer-ken weer in het hoofdgebouw hangen. Denieuwbouw van het Atelier, die vergunningstech-nisch losstaat van de verbouwing van het hoofdge-bouw, is al in 2005 begonnen. Deze `voorloper' vande verbouwingsoperatie zal naar verwachtingkomend voorjaar worden opgeleverd en in de loopvan de zomer in gebruik worden genomen. nProjectgegevensopdrachtgever:Programmadirectie Het Nieuwe Rijksmuseum (MinisteriesOCW en VROM / Rijksgebouwendienst; Stichting Het Rijks-museum)verbouwingsontwerp:Cruz y Ortiz Arquitectos, Sevillarestauratiearchitect:Van Hoogevest Architecten, Amersfoortinterieurarchitect:Wilmotte & Associ?s, Parijs6 |De decoraties wordenweer zichtbaar7 |Het oorspronkelijke interieur van de Eregalerij(foto: Het NieuweRijksmuseum)
Reacties