? ? ? voorschriftening.J. de Jong, voorzitter CUR VC 13dr.W.M.M.Heijnen, TNO Bouw, rapporteur CUR VC 13Afgelopen juni verscheen de nieuwe NEN 5905 'Toeslagmaterialen voor beton. Materia-len met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m3,. Deze nieuwe norm vervangtniet alleen de uit 1988 daterende NEN 5905, die slechts van toepassing was op zandengrind, maarmaakt, door de verbreding van het onderwerp, tevenS een aantal CUR-Aanbe-velingen overtoeslagmaterialen voor beton overbodig. Ten slotte biedt deze nieuwe normook de mogelijkheid om de geschiktheid van geheel nieuwe toeslagmaterialen voor be-ton te toetsen.EENNIEUWENORM'TOE5LAGMATERIALENVOORBETON'14Aanleiding tot de nieuwe normIn Nederland wordt bij het vervaardigen vanbeton van oudsher gebruikgemaaktvan eencombinatie van riviergrind als grof en beton-zand als fun toeslagmateriaal. De regelge-ving over toeslagmaterialen voor betonheeft in ons land dan ook sindsjaar en dagbetrekkinggehad op zand en grind, in het bij-zonderop zand en grind uitde rivieren. Striktgenomen was de oude NEN 5905 zelfs nietvan toepassing ophetgrootste deel van hetop zee gewonnen grind. Ditbestaat namelijkniethoofdzakelijk uit kwarts, terwijl in para-graaf 1 'Onderwerp' van de oude NEN 5905staat dat dezenorm aanduidingen, eisen enregels geeftvoor de keuring van ongebrokenen gedeeltelijk gebroken zand en grind vannatuurlijke herkomst, hoofdzakelijk be-staande uit kwarts.Door allerlei - vooral maatschappelijke - ont-wikkelingen is de situatie rond toeslagmate-rialen de afgelopen jaren ingrijpend veran-derd. Aandacht voor milieuvraagstukken,energiebesparing en duurzaam bouwen ge-ven aanleiding tot een kritischer selectie engebruik. De beschikbaarheid van Neder-lands riviergrind neemt snel af. In plaatsdaarvan wordtin toenemende mate gebruikgernaakt van ge?mporteerd riviergrind,zeegrind en diverse soorten gebroken na-tuursteen. Om de toepassing van gebrokennatuursteen als toeslagmateriaal voor be-ton te regelen, zijn de afgelopen jaren vijfCUR-Aanbevelingen opgesteld. Daarnaastwordt de inzet van secundaire toeslagmate-rialen, zowel industri?le reststoffen als gra-nulaten uit BSA (Bouw- en SloopAfval) sterkgestimuleerd.Voor het toepassen van granulaten uit BSAwaren al eerder CUR-Aanbevelingen opge-steld.CUR-Aanbevelingen zijn bedoeld als pr?-normatieve regelgeving en moeten dus (in-dien ze breed worden gedragen en toege-past) na enige tijd worden vervangen doornormen.Daarom werd besloten tot integratie vanNEN 5905:1988 en deze CUR-Aanbevelin-gen in een herziene NEN 5905, die tevensvan toepassing zou moeten zijn op andere(dan in devijfCUR-Aanbevelingen behandel-de) soorten gebroken natuursteen,zeegrind, industri?le reststoffen en kunst-matig vervaardigde toeslagmaterialen, allemet een volumieke massa van ten minste2000 kg/m3.Aan soortgelijke regelgeving wordt ook in Eu-ropees verband (CENjTC 154/SC 2) ge-werkt, maar de afronding zal nog zeker toteind 1999 duren.In CEN verband is afgesproken dat geennieuwe nationale normen mogen wordenuitgebracht over onderwerpen waarop ge-werkt wordt aan CEN normen. Nederlandheeftvoor de herzieningvan NEN5905 hier-van ontheffing gekregen op voorwaarde datde herziene norm goed afgestemd zou wor-den met de ontwikkelingen binnen CENjTC154/SC 2. Veel van de veranderingen tenopzichte van de oude NEN 5905 zijn dan ookdirect verklaarbaar uit deze afstemming.De belangrijkste veranderingenDitartikel gaat nietin detail in op de verande-ringen, enerzijds omdat dat te veel ruimtezou kosten en anderzijds omdat dat recental uitstekend gedaan is in Betoniek [1]. WelCEMENT1997/9worden de achtergronden van de belangrijk"ste veranderingen kort toegelicht.Korre/groepenDe in CEN verband overeengekomen manierom eisen te stellen aan de korrelverdelingvankorrelgroepen voor grof toeslagmate"riaal, is overgenomen. Ter verduidelijking zijnde resultaten van deze berekeningswijze op"genomen in een tabel met eisen aan de kor"relverdeling van een aantal courante korrel"groepen. Om aan te sluiten bij de VBT 1995en denieuwe steenslagnorm (Ontwerp NEN6240), is het CEN voorstel om korrelverde"Iingen aan te duiden door middel van per"centages doorval door zeven niet overgeno"men en is gekozen voor de vertrouwde aan"duiding in cumulatieve zeefresten. De om"schakeling naar doorval zal eind 1999plaatsvinden bij de invoering van CEN nor"men voortoeslagmaterialen en beton. Inhetalgemeen zijn de eisen ruimer geworden,waardoor de mogelijke variaties binnen eenkorrelgroepin principe groter zijn geworden.Dit wordt echter grotendeels gecompen"seerd door producenten te verplichten voorelke korrelgroep het graderingsgebied aante geven waarbinnen 90% van zijn productievalt.Korre/vormOmdat de nieuwe NEN 5905 van toepassingis op alle mogelijke toeslagmaterialen voorbeton, worden, als functie van het gehalteaan gebroken oppervlak vier klassen (rond,ongebroken, gebroken, volledig gebroken)onderscheiden, waar de oude NEN 5905slechts twee klassen (ongebroken, gedeel"telijk gebroken) kende. Daarnaast is, even-als in de CUR-Aanbevelingen over gebrokennatuursteen als toeslagmateriaal voor be"ton het geval was, een eis (maximaal 40 %(m/m)) gesteld aan het gehalte aan plattestukken in grof toeslagmateriaal.Zeer fijn materiaalConform de afspraken in CEN verband is hetmaximaal toelaatbare gehalte aan zeer funmateriaal in de nieuwe norm afhankelijk ge"maakt van de korrelvorm. Voor rond ofonge"broken materiaal (het traditionele zand engrind) gelden dezelfde eisen als in de oudenorm. Voor gebroken en volledig gebrokenmateriaal ligt dit aanzienlijk hoger. Dit ver-schil is direct terug te voeren op het verschilin samenstelling van het zeer fune materi"aal. In rond en ongebroken materiaal be"staat dit grotendeels uit klei; in gebroken envolledig gebroken materiaal uit breekstof.CEMENT1997/9Zeer fijn materiaal leidt (ongeacht de Sa"menstelling) tot een grotere waterbehoeftevan betonspecie. Breekstof heeft geen ver"dere negatieve uitwerking op beton. Klei kanechter de hechting van cementsteen aantoeslagmateriaal negatief be?nvloeden.Ch/oridegeha/teIn lijn met de ontwikkelingen in CEN verbandzijn in de nieuwe norm geen eisen meer Op"genomen aan het maximaal toelaatbare ge"halte aan chloriden in toeslagmaterialen.Wel is aangegeven hoe hetgehalte aan chlo"riden moet worden bepaald. Tevens moet bijlevering van toeslagmaterialen het maxima"Iegehalte aan chloriden worden opgegeven.Het schrappen van eisen aan het maximaaltoelaatbare chloridegehalte in toeslagmate"rialen moet zeker niet worden ge?nterpre"teerd als een vermindering van het belangvan het stellen van eisen aan het maximaaltoelaatbare gehalte aan chloriden in beton!Opnemen van dergelijke eisen in NEN 5905is echter principieel overbodig, omdat de inde VBT 1995 opgenomen eisen met betrek"king tot het maximaal toelaatbare gehalteaan chloriden in beton doorslaggevend zijn.Bij de berekening van het gehalte aan chlori"den in beton moeten de gehalten aan chlori"den in alle samenstellende grondstoffenworden opgeteld.In een informatieve bijlage bij de nieuwenorm worden richtwaarden voor het maxi-maal toelaatbare gehalte aan chloriden inhet totale toeslagmaterialenmengsel voorbeton gegeven. Als deze waarden niet wor"den oversc.hreden, wordt meestal voldaanaan de in de VBT 1995 gestelde eisen metbetrekking tot het maximaal toelaatbarechloridegehalte in beton.A/kali-silicareactieOmdat er geen algemeen toepasbare me-thode bestaat om de gevoeligheid van toe-slagmaterialen voorde alkali-silicareactie tebepalen, is ook inde nieuwe NEN 5905 geeneis opgenomen met betrekking tot ditaspect. Wel wordt de leverancier van toe-slagmaterialen verplicht informatie hieroverte verstrekken. Verder wordt verwezen naarCUR-Aanbeveling 38 [2]. Deze geeft duide-lijke aanwijzingen om bij het ontwerpen envervaardigen van betonmengsels met toe-slagmaterialen, die mogelijk gevoelig zijnvoor de alkali-toeslagreactie, zodanige keu-zes te maken metbetrekkingtotdebetonsa-menstelling en/of de cementsoort, dat dekans op schade als gevolg van de alkali-toe-slagreactie verwaarloosbaar is.De in de oude norm opgenomen verwijzingnaar NEN 5925 als methode ter bepalingvan de gevoeligheid voor de alkali-toeslagre-actie ontbreekt in de nieuwe norm, omdatdeze bepalingsmethode niet voldoende be"trouwbaar is.ReikwijdteToeslagmaterialen die voldoen aan deinNEN 5905 gestelde eisen zijn in principe ge-schikt voor toepassing in beton. Dit vormtechter slechts de eerste stap in de beoorde-ling van de consequenties voor het toepas-sen van een nieuw toeslagmateriaal voorbeton [3]. Volgende stappen hebben be-trekking op de betontechnologische (VBT1995), constructieve (VBC 1995) en uitvoe-ringstechnische (VBU 1988) aspecten. CURonderzoekcommissie C79 heeft een beoor-delingsprocedure 14] opgesteld om de con-structieve consequenties van toepassingvan nieuwe toeslagmaterialen te onderzoe-ken.Indien nodig, zal op grond van de resul"taten van zo'n procedure besloten wordende rekenwaarden voor beton met een nieuwtoeslagmateriaal, aan te passen ten opzich"te van de voor beton met zand en grind be-kende en in de VBC 1995 opgenomen waar-den.Literatuur1. Betoniek 10/27: Een nieuwe norm 'Toe-slagmaterialen voor beton'; juli 1997.2. CUR-Aanbeveling 38: Maatregelen om deschade aan beton door de alkali-silicareac-tie (ASR) te voorkomen; CUR, Gouda, 1994.3. O.A. Hordijk & A.J. Wubs (1995): Andersrekenen bij grindvervangende toeslagmate-rialen? Cement 1995 nr. 1, p. 24-27.4. CUR-Happort 94-12: Beoordeling van deconstructieve consequenties van het toe-passen van grindvervangendetoeslagmate-rialen.?15
Reacties