Nieuwbouwappartementen zijn erg in trek, vooral als ze op de juiste locatie staan. De snelheid van bouwen is belangrijker dan ooit. De ontwikkelingen op dat gebied staan niet stil: slimme oplossingen hebben de productiviteit en de effectiviteit in de prefab cascobouw flink verhoogd. Twee nieuwe bouwblokken in het Energiekwartier in Den Haag zijn daar treffende voorbeelden van.              
                
             
                              
                                      
                      30	
thema	
Nieuwe energie 
voor oude wijk
Nieuwbouwappartementen zijn erg in trek, vooral als ze op de juiste 
locatie staan. De snelheid van bouwen is belangrijker dan ooit. De 
ontwikkelingen op dat gebied staan niet stil: slimme oplossingen 
hebben de productiviteit en de effectiviteit in de prefab cascobouw 
flink verhoogd. Twee nieuwe bouwblokken in het Energiekwartier in 
Den Haag zijn daar treffende voorbeelden van.	
1	
Diverse innovaties in twee woongebouwen Energiekwartier Den Haag	
Direct aan de historische singelgracht rond de binnenstad van 
Den Haag ligt het Energiekwartier. Deze stadsbuurt bestaat uit 
het park De Verademing, het culturele centrum de Elektriciteits-
fabriek en het gebied tussen Loosduinseweg/Noord-West 
Buitensingel, Verversingskanaal en Lijn 11. Officieel maakt het 
deel uit van het populaire Regentessekwartier. Het Energie-
kwartier wordt momenteel getransformeerd naar een aantrek-
kelijke wijk op loopafstand van de binnenstad. In het gebied in 
wording komen meerdere nieuwe bouwblokken. Twee daarvan 	
Bouwpartners
In de bouw is er duidelijk een behoefte merkbaar aan vertrouwen 
in elkaar als bouwpartner. Betrokkenheid en eigenaarschap van 
de deelnemende bedrijven wordt geëist. Steeds vaker worden 
nieuwe initiatieven opgepakt in samenwerkingsvormen met 
vaste partijen. Vanuit het verleden zijn er immers lessen geleerd. 
De gezamenlijke ervaringen worden gebruikt om nog beter te 
kunnen inspelen op elkaars belangen. Dit gold ook bij het tot 
stand komen van de blokken Volta en Edison.
Voorafgaand aan deze woontorens zijn diverse andere apparte -
mentengebouwen door de aannemer Heijmans Woningbouw en 
prefab cascoleverancier Bestcon gebouwd. Tijdens de werkvoor -
bereiding en na de montage van die casco's is er open gecom-
municeerd over de goede en slechte ervaringen. Door goed te 
luisteren naar deze ervaringen raakten de partijen steeds meer 
op elkaar ingespeeld en zijn slimme oplossingen bedacht voor 
het ontwerp.	
V O LTA	
EDISON
thema	
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
31	
E1
E2
E3
E4
E5
E6
E7
E8
E9
E10	
E1
E2
E3
E4
E5
E6
E7
E8
E9
E10	
5100
5100
6900
6900
6900
6900
6900
6900
6900	
1 1285	EB	EA	
EB	EA	
7200
7200
5100
5100
5100
5100
7200
7200
7200
7200	
1700	1 2970	
A1
A2
A3
A4
A5
A6
A7
A8
A8
A9
A10	
AC	AB	AA	
ing. Robin van Gerwen PMSE
Bartels Ingenieursbureau  
(Lievense CSO groep)
1 Ligging Edison en Volta
2  Standaardverdieping (7e) 
Volta
3  Standaardverdieping (7e)
Edison
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
32	
E3
250125	125	
130
170
10	
prefab wand
prefab wand	
Bestcon-60 vloerplaat	
2 Ø  16	
kopsleuven vullen met
Spramex C28/35 o.g.	
plaatsen in Cuglaton
krimparme stelmortel K70 o.g.
plaatsen in Cuglaton
krimparme stelmortel K70 o.g.
Demu stekeind 2020
staaf  Ø 20 lg = 1400	
80
300	vullaag afwerklaag	
E1	E3	
+3 636012e dak
+3 333011e verd
+3 030010e verd
+2 72709e verd
+2 42408e verd
+2 12107e verd
+1 81806e verd
+1 51505e verd
+121204e verd
+90903e verd
+60602e verd
+30301e verd	
+0peil	
+30301e verd	
+0peil	
E2	
+3 7430	13e liftopbouw	
W1321	
5100	5100	1 0360	35	125	
4000	1545	445
W1221
W621
W621
W621
W621
W621
W621
W521
W321
W321
W221
W121	
W131
E3
E4E5
W132	
zijn uitgevoerd met een casco dat geheel is gebouwd in prefab 
beton. Dit zijn de blokken Edison en Volta (foto 1). Het gebouw 
Volta is 11 verdiepingen hoog en is met 72 huurappartementen 
en 5300 m	
2 aardig groot. Gebouw Edison overtreft dit en heeft 
een hoofdbouwvolume van maar liefst 14 lagen, 116 apparte-
menten in diverse klassen, totaal 9600 m	
2. Beide casco's zijn op 
dit moment gereed.	
Prefab casco
Tot aan het uitvoeringsgereed ontwerp was het plan de gebouwen 
uit te voeren in tunnelgietbouw. Dit systeem leek het meest 
geschikt omdat de plattegrond van beide gebouwen uit een 
veelvoud van beuken bestaat in een variatie van drie verschil-
lende maten (fig. 2 en 3). Bij een dergelijke seriematige opzet 
en zeker als het gebouw meer dan circa vijf lagen hoog is, kan 
uitvoering in prefab cascobouw in veel gevallen concurrerend 
worden.
Vlak voor de start van de uitvoeringsfase is ook in dit project 
voor een prefab bouwsysteem gekozen. Redenen waren goede 
veiligheidsomstandigheden tijdens de bouw, zekerheid in de 
planning en het beperken van de financiële risico's. Het gemak 
waarmee de gevraagde constructieve oplossingen konden 
worden gerealiseerd, gaf de doorslag om te kiezen voor het 
bouwsysteem Bestcon 60, bestaande uit wanden en massieve 
voorgespannen vloerplaten.	
4	
5
thema	
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
33	
380	
210
120
50	
175	
4!10	
4	175	
stekkenbak Comax QL110 8/150	
vullen met Spramex C28/35 o.g.	
80
130
170	
+3030	
   	
  	
Bestcon-60 vloerplaat vullaag afwerklaag
4 Ø = 10 4 
Ø = 10
bgls  Ø = 8-150	
E1	E3
+3 6360	
12e dak
+3 333011e verd
+3 030010e verd
+2 72709e verd
+2 42408e verd
+2 12107e verd
+1 81806e verd
+1 51505e verd
+121204e verd
+90903e verd
+60602e verd
+30301e verd	
+0peil	
+30301e verd	
+0peil	
E2
+3 7430	
13e liftopbouw W1321	
5100
5100	1 0360	35	125	
4000
1545	445
W1221
W621
W621
W621
W621
W621
W621
W521
W321
W321
W221
W121	
W131
E3
E4E5
W132	
4  Detail middenoplegging 
vloerplaten
5  Doorsnede met oplossing 
stabiliteit langsrichting	
Trekbanden
De gebouwen behoren tot gevolgklasse 2b. Zowel Eurocode 2 
als Eurocode 1-1-7 geven voor deze klasse aan dat in het 
gebouw horizontale en verticale trekbanden aanwezig moeten 
zijn om voortschrijdende instorting te voorkomen. In de over -
spanningsrichting zijn in de vloerplaten zelf voorspanstrengen 
aanwezig met een voldoende afmeting om als trekband te 
fungeren. Het is belangrijk de afzonderlijke velden voldoende 
te koppelen over de steunpunten. Hiervoor kunnen de ontwerp-
regels worden gebruikt voor de bepaling van inwendige trek-
banden.
Evenwijdig aan de vloeroverspanning worden hiervoor de 
eerdergenoemde doorkoppelingen in de kopsleuven gebruikt. 
Loodrecht op de vloeroverspanning bevinden zich op elk stra-
mien trekbanden tussen de koppen van de vloerplaten, onder 
de nog te plaatsen wanden. Deze trekbanden zijn nog juist te 
zien in foto 6.
In de dragende woningscheidende binnenwanden ontstaat 
door hun afmetingen en door relatief kleine stabiliteitskrachten 
geen trek. De wanden konden ongewapend worden uitgevoerd. 
Toch is er, naast detailwapening (gepositioneerd langs de randen), 
ook wapening opgenomen ten behoeve van de verticaal beno-
digde trekbanden. Ter plaatse van de deling van de wanden op 
vloerniveau moeten stekken deze trekbandkrachten doorgeven 
naar boven- en ondergelegen elementen.	
Constructief ontwerp
De vloeren en wanden zijn in dit systeem doorgestapeld (fig. 4). 
De vloeren zijn zonder nokken op de wanden gelegd. Voor 
beide gebouwen geldt dat de wanden tezamen met de vloer-
platen een raamwerk vormen dat in de langsrichting wordt 
geschoord ter plaatse van liftkernen en trappenhuizen. In de 
dwarsrichting verzorgen de wanden zelf de stabiliteit in deze 
richting. Het raamwerk is gefundeerd op in de grond gevormde 
palen waarover een balkenraster is gemaakt. De beganegrond-
vloer bestaat uit kanaalplaten met een druklaag. Al met al is het 
een redelijk eenvoudig constructief ontwerp.
Overdracht stabiliteitskrachten (Volta)
De stabiliteit in langsrichting (dwars op de beuken) wordt bij 
gebouw Volta gehaald uit een betonwand tussen stramien E1 
en E3. Deze wand loopt echter niet door tot op de onderste 
bouwlaag. De wand verandert in vier penanten, waar niet 
langer stabiliteitskrachten doorheen gevoerd kunnen worden. 
Er is 'hulp' gevonden van een verder in het gebouw gelegen 
wand (tussen stramien E3 en E5, fig. 5). Deze is daarom uit-
gevoerd in beton om de stabiliteitsfunctie te kunnen overnemen. 
De relatief hoge horizontale kracht moet zowel in langs- als 
dwarsrichting worden overgedragen door de prefab elementen.
Voor de doorkoppeling in langsrichting wordt de gebruikelijke 
doorkoppeling gebruikt boven de steunpunten. Dit zijn er in 
aantal echter meer dan gebruikelijk. De doorkoppeling vindt 
plaats door in breedte toenemende 'kopsleuven' met getande 
randen. Daarmee wordt een optimale verankering van de 
betonvulling bereikt (foto 6).
De zijwaartse 'verplaatsing' van de krachten is met een speciaal 
ontworpen koppeling tot stand gebracht. Hier is plaatselijk een 
horizontale natte knoop gemaakt tussen twee naast elkaar 
gelegen elementen, gebruikmakend van de stekkenbakken met 
extra dwarskrachtcapaciteit (Comax-QL, fig. 7).	
trekbandwapening	
6  Kopsleuf t.b.v. doorkoppelanker; ook zichtbaar 
is de trekband over de middenoplegging
7  Detail dwarskrachtkoppeling tussen naast 
elkaar gelegen platen	
6
7
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
34	
Niet-dragende gevels
Voor de niet-dragende gevels zijn verschillende opties overwogen: 
gasbeton, kalkzandsteen, prefab beton en houtskeletbouw. 
Uiteindelijk bleek houtskeletbouw (HSB) het meest geschikt 
(foto 8). Vooral de gevraagde grote gevelopeningen in combi-
natie met de wens om beukbrede elementen te maken, gaf 
daarbij de doorslag. In hout kan met een laag gewicht en relatief 
kleine constructieafmetingen een element worden gemaakt met 
grote openingen. Er is gekozen de HSB-elementen gelijktijdig 	
thema	
BIM in uitvoeringsgereed ontwerp
Het prefab-betoncasco is volledig in 3D gemodelleerd (fig. 9). 
Hierbij is gebruikgemaakt van Revit om de communicatie 
met de andere ontwerpende partijen zo goed mogelijk te 
laten verlopen.
Door middel van speciaal ontwikkelde software is er een 
koppeling tot stand gebracht tussen het totale model en de 
voor de fabriek belangrijke productietekeningen. Door deze 
koppeling zijn controles op modelniveau ? in plaats van op 
productietekeningniveau ? de standaard geworden.
Alle opgegeven instortvoorzieningen konden op deze 
manier worden bepaald alsmede de relatie tot de omliggende 
elementen. Bovendien was direct de locatie van het element 
in het gebouw duidelijk. Dit zijn zeer belangrijke factoren 
waardoor er én tijdwinst wordt bereikt én de foutkans 
afneemt.
Tijdens de uitvoering is er gebruikgemaakt van een BIM-
model. Dit model is opgebouwd uit de door alle comakers 
(veelal in 3D) aangeleverde informatie. Het prefab casco is 
een onderdeel van dit BIM-model. In een goede BIM-
samenwerking moeten goede afspraken worden gemaakt 
over 'wat' en 'hoe' er wordt gemodelleerd. Dit gaat makkelijker 
wanneer het aantal deelnemers aan het BIM wordt 
verkleind. Daarom is het uitwerken van de 'schoonwerk' 
prefabbetonnen onderdelen ook ondergebracht bij de 
ingenieurs van het prefab casco. Hierdoor was het mogelijk 
een totaalmodel te vervaardigen en ontstonden er geen 
problemen op de aansluitvlakken.
8	
9
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
35	
In figuur 10 staat de relatie tussen de vloerdikte, de overspanning 
en het aantal strengen. Met geringe vloerdikten zijn grote over-
spanningen te halen. Voor de appartementsgebouwen Volta  
(l
t = 6900 mm) en Edison (l	t = 7200 mm) is te zien dat voor de 
beide hoofdoverspanningen minimaal 18 strengen noodzakelijk 
zijn. Omdat het mogelijk moet zijn een aantal strengen te laten 
vervallen in verband met sparingen, is gekozen het ontwerp te 
maken met 20 strengen voor beide overspanningen. De secun-
daire, kleinere overspanning van Edison (l	
t = 5100 mm) volstaat 
met een praktisch aantal van 14 strengen.	
Flexibele installaties
In een markt waar de klant koning is, is het wenselijk dat aanpas-
singen tot op het laatste moment kunnen worden doorgevoerd. 
Prefab casco's hebben altijd te maken gehad met lange voorberei-
dingstijden en de behoefte om uitgangspunten heel vroeg in het 
ontwerptraject vast te leggen. Door de huidige middelen en soft-
ware kan het beslismoment verder weg in de tijd worden gelegd. 
Doordat het grootste deel van de leidingen in dit project zijn inge-
stort in de niet-constructieve vullaag, wordt er in dit opzicht grote 
winst bereikt. Groot voordeel is dat er geen beperkingen voor de 
leidingposities of -afmetingen zijn.
Veel van de leidingen worden op de vloer gemonteerd (foto 11). 	
 8  Gemonteerde gevelelementen met aan-
gestorte console t.b.v. de galerijplaten
 9  Revit-model van gebouw Edison
10  Relatie tussen de vloerdikte, de over -
spanning en het aantal strengen
met het betonnen casco te monteren. De elementen zijn zo veel 
mogelijk vóórgemonteerd op het tasveld op het bouwterrein, 
bijvoorbeeld door de stelkozijnen al aan te brengen. De bouw 
kon hierdoor snel wind- en waterdicht worden gemaakt.
Innovatief
Het bouwen met prefabbetonnen elementen is niet nieuw. Wel 
vernieuwend is het als de ontwerper van de betonnen elementen 
zich openstelt om alle wensen van de andere partijen op te nemen 
in het casco. Er volgen nu enkele voorbeelden van wensen die 
omgezet zijn naar mogelijkheden.
Vloersysteem
Voor de vloeren is het zogenoemde Bestcon 60-systeem toege-
past. De voorgespannen, massieve vloerplaten kunnen zonder 
tijdelijke stempeling beukoverspannend worden neergelegd. 
Een extra vullaag zorgt voor voldoende massa die nodig is voor 
de geluidsisolatie. Er is geen constructieve samenwerking 
noodzakelijk tussen beide lagen. Deze vullaag kan in de 
toekomst worden verwijderd in bijvoorbeeld een renovatie- of 
herbestemmingssituatie.
De functies die normaal in één vloerconstructie zijn gecombi-
neerd, zijn hier uit elkaar gehaald. Het vloersysteem heeft de 
volgende opbouw (van boven naar onder, fig. 4): een afwerk-
vloer (60 mm), een zwevende tussenlaag (20 mm), een niet-
constructieve vullaag (130 mm) van laagwaardig beton en een 
constructieve voorgespannen prefab vloerplaat (van 170 resp. 
180 mm voor de twee gebouwen). Het casco is constructief 
gereed na het leggen van de vloerplaten en het vullen/verharden 
van de koppelingssleuven.
De installaties worden niet, of slechts beperkt, in de constructieve 
elementen aangebracht. Met het omstorten van de installaties 
met de vullaag heeft deze dus een tweede functie, naast die van 
massa voor geluid.	
11  Leidingwerk geïnstalleerd op de constructieve 
vloerplaat, nadien afgevuld met een niet- 
constructieve vullaag van laagwaardig beton
12  Montage van vloerplaten met direct daaraan 
gestorte balkonelementen bij gebouw Volta
Edison
Volta	
10	
11	12	
12,0
11,0
10,0
9,0
8,0
7,0
6,0
5,0
4,0 160 180 220
200
plaatdikte [mm]
overspanningslengte (l
t) [m]	
24
22
20
18
14
8
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
36	
A	
12503 bgls Ø = 8 - 150
3 bgls Ø  = 8
4 
Ø  = 20
2 bgls Ø = 8
2 bgls Ø = 8
2 bgls Ø  = 8
2 bgls Ø 
= 8
2  Ø  = 12 2 
Ø  = 12
2  Ø  = 12
2  Ø  = 12
4 
Ø  = 20
4 
Ø  = 16 2 Ø  = 12
2  Ø  = 12 3hrsp 
Ø = 12
3x opgebogen Ø  = 16
3x opgebogen Ø = 16
1 bgl Ø 
= 8 5 bgls Ø 
= 8 - 100	
500	
DRSN A	
13 Detail aansluiting balkon aan vloer -
plaat; dubbele isokorven vanwege 
de belastingen in twee richtingen 
tijdens transport
14  Detail van de aangestorte console	
buitenruimten is een oplossing bedacht die binnen de prefab 
montage en de afbouw op een eenvoudige manier te verwerken is.
Bij (deels) inwendige buitenruimten wordt de vullaag niet 
aangebracht, maar wordt de gecreëerde hoogte gebruikt voor 
isolatie en een verharding.
Uitkragende balkons zijn geïntegreerd met de constructieve 
prefab vloerplaten en zijn vanuit de fabriek als één geheel op de 
bouw aangeleverd. De balkons zijn zo stempelvrij gemonteerd 
(foto 12). De aan het balkon grenzende vloerplaat is omwille 
van de inbouwmogelijkheden van de koudebrugonderbreking 
(isokorf ) en omwille van evenwicht dikker ontworpen en 
zonder vullaag. Evenwicht is bereikt door het zwaartepunt nog 
net in de vloerplaat te houden. Tijdens montage op de bouw-
plaats bleef de plaat nog net op de dragende wanden liggen. 
Wel is er tijdens montage een mechanische verbinding gemaakt 
met het naastgelegen vloerelement om een borging van de 
stabiliteit te verzekeren. Deze ontwerpwijze geeft beperkingen 
aan de lengte van de uitkraging. Om de gewenste balkonafmeting 
te halen, is het gewicht van het balkon door middel van een 
verjonging geminimaliseerd.
Het is belangrijk te realiseren dat het op deze manier samen-
voegen van elementen ervoor zorgt dat sommige verbindings-
middelen anders worden belast. Tijdens productie en transport 
gelden er immers andere belastingen voor de samengestelde 
elementen. De koudebrugonderbreking krijgt in de eindfase 
bijvoorbeeld alleen neerwaartse belasting te verduren. Door het 
transport kan er ook een opwaartse kracht op de verbinding 
komen. Om ook hier weerstand aan te bieden, is er een extra 
omgedraaide koudebrugonderbreking aangebracht (fig. 13).
Dit gaat op een traditionele wijze: de leidingen worden op de 
vloer gemonteerd en niet erin. Hierdoor bestaat er geen hinder 
van voegen tussen bijvoorbeeld vloervelden. Door de scheiding 
van functies kunnen de verschillende disciplines onafhankelijk 
van elkaar doorwerken. Over het algemeen kan de installatie 
worden aangebracht ongeveer twee à drie lagen onder de 
bovenste gemonteerde laag. Bijkomend voordeel is dat de 
installaties in een wind- en waterdichte omgeving worden 
aangebracht. Dit verhoogt het werkcomfort en voorkomt 
onwerkbare dagen.	
Buitenruimte/balkon
Buitenruimte is belangrijk voor een kwalitatief goed appartement. 
In deze twee bouwdelen komen ze in meerdere verschijningen 
voor, soms als inwendige balkons (loggia), soms als deels 
inwendige balkons en soms als uitkragende balkons. Voor alle 	
15 
Verdikte rand aan het einde van vloervel-
den, die zorgt voor de juiste aanzethoogte 
en extra draagcapaciteit
16  Verhoogde delen van de vloer, opslag van 
materialen in de montagefase	
13
14
thema	
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017
37	
Opslag tijdens montage (verhoogde blokken)
Bij een goede afstemming tussen het montagebedrijf en de 
aannemer ontstaan oplossingen voor problemen vaak als 
vanzelf. Een voorbeeld is de oplossing die is gevonden voor het 
schoon, droog en op de juiste plek opslaan van (grote en/of 
zware) bouwmaterialen. Doordat er pas later een vullaag is 
aangebracht, leek het niet mogelijk deze materialen al binnen 
het gebouw te plaatsen. Gezamenlijk is besloten deze materialen 
te plaatsen in een gebied waar geen leidingen komen. Op die 
locatie is een verhoogd plateau gestort (ter hoogte van de dikte 
van de vullaag) (foto 16).
Buiten gebaande paden
Bouwen met een prefabbetonnen casco vraagt om nieuwe, 
innovatieve constructieve oplossingen. Soms moeten daarvoor 
bij een ontwerp grenzen worden opgezocht en net even buiten 
gebaande paden worden getreden. Het beste resultaat wordt 
bereikt als ontwerpende en bouwende partners samen optrekken. 
Dit verhoogt het plezier tijdens het werk en geeft de doorslag 
voor het succes van het project! 	
?
?	
 PROJECTGEGEVENS
project  Edison en Volta Staedion
opdrachtgever  Staedion / Gemeente  
Den Haag / Heijmans Vastgoed
architect  Klunder architecten
hoofdconstructeur  ABT
aannemer  Heijmans Woningbouw
leverancier prefab-betoncasco  Bestcon
engineering prefab-betoncasco  Bartels 
Ingenieurs voor Bouw & Infra	
Console aan wand
De gebouwen hebben aan de zijde van de woningtoegangen 
(binnentuin) een galerij. Deze galerij is vervaardigd met 
prefab-betonelementen. Deze liggen op consoles aan de wand 
(foto 8). Deze consoles zijn gelijk met de prefab-betonwanden 
meegestort. Waar voorheen veel problemen ontstonden op dit 
soort punten zoals koudebruggen en nazakking van koudebrug-
onderbrekingen, kan daar nu anders mee worden omgegaan. 
De console geeft weliswaar een isolatielek naar buiten toe, maar 
vanwege de isolatie van de relatief dikke HSB-elementen (circa 
200 mm) is het warmtelek al voor een deel ingepakt. Verdere 
reductie van het warmtelek wordt bereikt door de betondoor -
snede ter plaatse van de gevel zo klein mogelijk te houden. 
Hiertoe zijn EPS-elementen ingestort waardoor er alleen beton 
aanwezig is rondom de benodigde wapening (boven-, onder- 
en ophangwapening) te storten. Hierdoor ontstaat er een 
H-vormige doorsnede (fig. 14). Dit detail is in bouwfysische 
programmatuur doorgerekend. Daaruit bleek dat er binnen 
geen problemen te verwachten zijn als gevolg van een te hoge 
temperatuurdaling in de wanden. Het op deze manier uitwerken 
van de consoles heeft zowel voor de productie als voor de 
montage een eenvoudig detail tot gevolg, wat kostentechnisch 
ook positief uitpakt.
Opstortingen langs de randen
De niet-dragende HSB-wanden zijn zoals gezegd meegenomen 
in de montage van het casco. Op dat moment waren de instal-
laties nog niet aangebracht en was er nog geen vullaag aange-
bracht. Om toch de juiste aanzethoogte te hebben voor de 
gevels, zijn langs de vloerranden opstortingen van circa 250 mm 
breed meegenomen in de productie van de vloerplaten (foto 15). 
Deze rand heeft ook een constructieve functie. Door de plaat-
selijk hogere vloerdikte ontstaat een toename in momentcapa-
citeit. Deze extra capaciteit wordt vooral gebruikt om het extra 
gewicht van de HSB-gevels te dragen, maar ook voor het 
gewicht van de bouwkundige buitenschil (gevelmetselwerk 
over bijv. 2 lagen). Vanwege de toegenomen stijfheid geeft de 
verhoogde rand nagenoeg geen vervorming. Door deze eigen-
schap kan er worden bespaard op de HSB-elementen, omdat er 
bijvoorbeeld lichtere onderregels kunnen worden toegepast.	
Timelapse
Van de bouw van Volta is een time -
lapse video gemaakt. Deze video, 
beschikbaar op Cementonline, geeft in circa twee 
minuten een snelle indruk van hoe de gebouwen 
zijn gemonteerd.	
15	16
Nieuwe energie voor oude wijk	1 2017                  
                 
                  
Reacties
E Meulensteen - Raaijmakers 04 juni 2018 14:53
Goed artikel!