'Nederlandse' onderwerpenop de Betondag 1980VoorbeschouwingTijdens de Betondag 1980, donderdag 20 no-vember a.s in het Jaarbeurs-Congrescentrumte Utrecht, komen in de Congreszaal vijfonderwerpen aan de orde, die ondanksonderlinge verschillen alle 'typisch Neder-lands' kunnen worden genoemd.Drie ervan liggen zonder meer op het gebiedvan de 'natte waterbouw', want zij hebben temaken met het bouwen zowel aan als in zee:Stormvloedkering Tharnes (Homer), Sluizen-complex Philipsdam (Stevelink) en Offshore-constructies van beton (De Sitter). Het vierdeonderwerp betreft funderingstechnieken metbehulp van cementgebonden mengsels (VanWeeie), waarbij het zeker niet allereerst omfunderingen op rotsgrond zal gaan. Het vijfdeonderwerp ten slotte betreft het vernieuwenvan steden, in het bijzonder van een stad alsRotterdam (Van der Ploeg).Hoewel alle vijf lezingen mettertijd integraal inCement gepubliceerd zullen worden, kan hetgewenst zijn om nual enigevoor-informatie teverstrekken. Daarbij wordende genoemdeonderwerpen behandeld in omgekeerdevolgorde als waarin zij op 20 november a.s.aande orde komen. Dit ligt feitelijk voor dehand, daar de middagzitting van de Betondag1980 nog het meest een 'Nederlandskarakter'heeft gekregen.Stormvloedkering in de Thames.De stormvloedkering in de Thames, waaraanal enkele jaren wordt gebouwd, doet in ver-schillenden opzichten sterk denken aan deStormvloedkering Oosterschelde [1], hoeweler behalve overeenkomsten ook verschillenzijn.Deze 'Thames Banier' wordt gerealiseerd omde stad Londen en zijn omgeving te vrijwarenvan overstroming tijdens extreem hoge wa-terstanden op de rivier de Thames. De nood-zaak van een dergelijke bescherming is met-tertijd steeds groter geworden, en neemt nogsteeds toe vanwege de relatieve bodemoa-ling, destijging van dezeespiegel endeinklin-king door water-onttrekking. Bovendien heb-ben opeenvolgende dijkverhogingen de tijdi-ge berging van opkomend water volgens het'overlaat'-principe meer en meer onmogelijkgemaakt.Ook deze stormvloedkering [2] vindtin wezenzijn ontstaan in de stormramp van 1 februari1953, die toen ook bij de Thames-mondinggrote overstromingen heeft veroorzaakt.Overigens, juist dank zij deze overstromingenis het stadsgebied van Londen ontkomen aaneen ongetwijfeld catastrofale inundatie.De bedoelde ervaringen, waartoe ook nog 300slachtoffers behoren, hebben evenzeer in En-geland stimulerend gewerkt, zij het wellichtwat minder snel dan in ons Delta-gebied. Aanhetei nd van de jaren '60 heeftditgeleid toteenbeslissing betreffende de plaats en het typevan een stormvloedkering in de Thames als-mede betreffende dijkverhogingen bene-denstrooms daarvan. Die beslissing was voor-afgegaan door veel studies, modelonderzoeke.d., met als een van de belangrijkste conclu-sies dat deze oplossing ook nog goedkoper isdan het overeen veel grotere lengte verhogenvan dijken.Een en ander is vastgelegd in de Thames Bar-riet and Flood Prevention Act van 1972. Vol-gens deze wet dient de stormvloedkering teworden gerealiseerd ruim 13 km beneden-strooms van Londen Bridge, en wel tussenSilvertown op de noordoever en Charlton opde zuidoever. Deze plaatsbepaling was uiter-aard gepaard gegaan met hetin principe vast-stellen van het type stormvloedkering.Het project kri jgt vier scheepvaart-openingenvan elk 61,5 m. Aan beide zijden hiervan komtnog een smallere scheepvaartopening van31,5 m. Deze zes openingen, tussen zevenkolossalebetonpijlers, worden voorzien vanstalen segmentschuiven: kokerliggers waar-van de doorsnede een cirkelsegment is. Deze'rising sector gates', grootste gewicht 3300ton, worden elk in een betonnen drempel ver-zonken, gelijk met de rivierbodem, en vormendan geen enkele belemmering voor water enhydraulic motordrivingscrewedshafts throughdouble warmwheelprecast concrete sillwith service tunnelsr:?beamat topoftravel link withgale in/ floodproteelionpositton/ / elactr-ieallycperatad./ lockmg mechanismris ing sectorgate+15000o!+5000Principe van de stormvloedkering; in open toestand is een onbelemmerde scheepvaartmogelijk. Onder: bedieningssysteem van de stalen segmentschuiven-10.0?127.077.5OPEN I unobstructednavigalionJ,---- - - - - -Cement XXXII (1980) nr. 11 717Een van de pijlers in ruwbouw gereedscheepvaart. Elke schuif kan echter over 90?uit zijn bedding omhooggedraaid worden envormt dan de gewenste waterkering. Ter ver-krijging van het noodzakelijke doorstroom-profiel komen er nog vier openingen van elk31,5 rn, drie aan de noordkant en een aan dezuidkant, die van neerklapbare schuiven ('fal-ling radial gates') worden voorzien.De genoemde zeven pijlers voor de hoofd-openingen worden elk in een aparte bouw-kuip gebouwd. De grootste pijlers bezitteneen grondvlak varn 78 m x 16,5 rn, groten-deels een doorsnede van 65 m x 11 m en krij-gen een hoogte van 38 m (waarvan 2/3 deelonder water komt). Door hun geprofileerdevormen, zowel in- als uitwendig, zijn dezepijlers gecompliceerde betonconstructies.De overige twee pijlers aan de noordkant vsct-den gebouwd in een gezamenlijke bouwkuip,die tevens dient als bouwdok voor de prefabri-cage van de 'drempels' die op de bodern vanelke hoofd-opening worden geplaatst. Hetzijn holle doosconstructies van voorgespan-nen en/of gewapend beton: vier met eenlengte van 60 m (27 m en 8,5 m hoog,gewicht 10000 ton) en twee met een lengtevan 30,5 m (20 m breed en 6,5 m hoog). Zijworden drijvend getransporteerd om op debestemde plaats te worden afgezonken.De tiende pijler, aan de zuidkant, is vergelijk-baar met de genoemde twee en wordt in eeneigen bouwkuip gebouwd. De 'drempels' vande vier kleine openingen worden direct terplaatse uitgevoerd.Opdrachtgever van de 'Thames Barrier' is deAfdeling Public Health Engineering van deGreater London Council. Het ontwerp staat opnaam van het ingenieursbureau Rendel, Pal-mer & Tritton, maar er is natuurlijk ook eenbehoorlijke 'inbreng' geweest van de met deuitvoering belaste bouwcombinatie 'CTH', ge-vormd door de Engelse bouwmaatschappijenCostain Engineering Ltd en TarrnacConstruction Ltd alsmede de Hollandsche Be-ton Maatschappij BV.Het civieltechnische werk, waaraan in juli1974 is begonnen, moet eind volgend jaar vol-tooid zijn. De omvang ervan blijkt ook uit deaannemingssom van rond 130 miljoen, ter-wijl de gehele stormvloedkering ongeveer240 miljoen vraagt. Hierbij komt nog rond210 miljoen voor de bijbehorende dijkverho-gingene.d., zodat het totale project 'ThamesBarrier and associated flood defence works',dat over twee jaar gereed moet zijn, bijna 2miljard gulden gaat kosten.1. Stormvloedkering Oostersehelde. CementXXXI (1979) Nr. 12 (speciaal nummer geheelgewijd aan de Stormvloedkering).2. J. van Ijken, A floodbarrier in the Thames,Oe Ingenieur 89 (1977) Nr. 48, blz. 915- 927.3. T. Riemers, De bescherming van een kan-telend eiland tegen stormvloed rampen, Spe-cie 23 (1978) Nr. 9, blz. 4 - 6.Cement XXXII (1980) nr. 11Sluizencomplex PhilipsdarnAI enige tijd bestaat er alom veel belangstel-ling voor de uitvoering van de Stormvloedke-ring Oostersehelde [1]. Daardoor is de met ditgigantische project samenhangende 'com-partimentering' ten onrechte wat op deachtergrond gekomen, hoewel de hiervoornoodzakelijke werken van aanzienlijke impor-tantie zijn. De bedoelde compartimente-ringswerken vormen namelijk evenzeer eenonderdeel van het totale Delta-plan [2].Toen eenmaal besloten was om de Ooster-seheide te voorzien van een stormvloedkeringwerd het noodzakelijk omde Oostersehelde te'compartimenteren' door de realisatie vantwee dammen: de Oesterdam tussen Tholenen Zuid-Beverland, en de Philipsdam tussenSt. Philipsland en de Grevelingendam.Daarmee wordtgetijbeweging buiten deSchelde-Rijn-verbinding gehouden en ont-staat er een relatief zoet bufferbekken (het'Zoommeer') tussen het zoute getijde-gebied. van de Oostersehelde en het zoete water vanhet Haringvliet. Dat bekken is vangraot be-lang voor de waterhuishouding (land- en tuin-bouw) en evenzeer voor de drinkwatervoor-ziening.. Maquette van het sluizencomplex met op deachtergrond de jachtensluizen718Er diende echter rekening te worden gehou-den met de scheepvaart tussen de Volke-raksluizen en zowel het Kanaal door Zuid-Beveland als het Kanaal door Walcheren enevenzeer die tussen deze sluizen en de havenslangs de Oostersehelde, het Veerse Meer enhet Grevelingenmeer. Daarom wordt de Phi-lipsdam voorzien van een sluizencomplex. BijKoninklijk Besluit van 20 september 1976 is ditcomplex gesitueerd op de Plaat van de Vliet,tussen de stroomgeulen het Krammer en hetSlaak.Dit sluizencomplex omvat twee duwvaartslui-zen, elk 24 rn x 280 m, voor de vierbaksduw-vaart, terwijl er ruimte is gereserveerd voornog zo'n sluis. Bovendien komen er tweejachtensluizen, elk 9 m x 75 m, waarvan ereen direct in gebruik wordt genomen, terwijlvan de andere voorlopig alleen het betonwerk.wordt uitgevoerd. De overbrugging van hetgehele complex krijgt een lengte van ca.700m.Het is alleszins gewenst om zowel de zoutbe-lasting op het Zoommeer als de zoetwaterbe-lasting op de Oosterschelde zoveel mogelijkte beperken. Daarom worden beide duwvaart-sluizen en beide jachtensluizen voorzien vaneen zout/zoetwaterscheidingssysteem vanhetzelfde type als bij de Kreekrak-sluizen [3].Het principe van een dergelijk systeem is, datbij gesloten sluisdeuren de zoute kolk-inhoudProgramma filmstudio'saanvangstijdenThe Thames Barrieronderwerp: bouw van destormvloedkering in demonding van deThames, nabijLonden.commentaar: Engels 11.15 13.45 15.45Grind en zand, je kunt nietzonderonderwerp: winning entoepassing van zand en grind.commentaar: Nederlands 11.45 14.15 16.15Bring the house downonderwerp: slopen vanbetonconstructies, metspeciale aandacht voorconstructies invoorgespannen betoncommentaar: Engels 12.15 14.45 16.45Tussen Mokum en de Zaanonderwerp: bouw van deHemspoortunnel onder hetstudio aanvangstijdenNoordzeekanaal(beeld-geluidserie)commentaar: Nederlands 12.55 15.25 17.25Bovengronds, ondergrondsonderwerp: bouw van deSchipholtunnelcommentaar: NederlandS 11.15 13.45 15.30Oostersehelde, kerend tijonderwerp: onderzoek,ontwerp en bouw van destormvloedkering in deOostersehelde(nieuwste versie)commentaar: Nederlands 11.45 14.15 16.00Die Kochertalbr?ckeonderwerp: bouw van deKochertalbr?cke op 180 mhoge pijlers bij Geislingen inDuitsland in de nieuweAutobahn E 12commentaar: Duits 12.15 14.45 16.30studio222Stand van het werk in augustus dit jaarfoto: Waterstaat, bureau Reprografiewordt uitgewisseld voor een hoeveelheid zoetwater, terwijl desgewenst de uitwisseling ookin omgekeerde richting kan plaatsvinden.Hierbij is gekozen voor een systeem metdwars-uitwisseling van het zoete water via dekolkwanden. Dat blijkt effectiever te zijn danlangs-uitwisseling via het sluishoofd aan dezoete zijde. Door deze keuze moeten de slui-zen in zgn. 'omarmend' zoet water wordengeplaatst.Het sluizencomplex wordt gerealiseerd in eenbemalen bouwput op een werkeiland. Met deaanleg van dat werkeiland (ca. 1000 x 550 m)is men in januari 1977begonnen. De bouwputmeet onqeveer 480 x 280 m. Hierin is de ei-genlijke uitvoering eind 1978 van start ge-gaan. Volgens de plannen kan de inundatiebegin 1983 plaatsvinden, zodat het gehelecomplex eind 1984 in gebruik kan wordengenomen. Het complex moet namelijk onge-veer gelijktijdig met de Stormvloedkering ge-reed zijn, daar het van directe invloed is op hetdoorstroomprofiel ervan.1. Stormvloedkering Oosterschelde, CementXXXI (1979) Nr. 12 (speciaal nummer geheelgewijd aan de Stormvloedkering).2. Driemaandelijks Bericht Deltawerken.vanaf 1976.3, P. Blokland en J.C. Slagter, De Kreek-raksluizen. Cement XXII (1970)nr. 1, blz. 12-27.Cement XXXII (1980) nr. 11Duurzaamheid betonnenoffshore-constructiesOngeveer een jaar geleden is er in ons landeen omvangrijk onderzoekprogramma opgang gekomen, van een tot dusverongekendegrootte. Dat is het Marien TechnologischSpeurwerk (MaTS), dat via de Industri?leRaad voor de Oceanologie (IRO) een aanzien-lijke subsidie van het Ministerievan Economi-sche Zaken (EZ) ontvangt.Dit onderzoek wordt verricht in verband metbestaande en komende offshore-activiteiten.waarbij moet worden gedacht aan op de zee-bodem geplaatste produktieplattorms en fa-brieksinstallaties, aan driivende of zwevendeconstructies enz. In het algemeen dus aanactiviteiten 'buitengaats', waarmee men veel-719al buiten het huidige ervaringsgebied komt.omdat men te maken krijgt met nieuwe om-standigheden en met nieuwe constructies.De voor dit speurwerk ingestelde organisatiebestaat uit een Adviescommissie (ACMaTS)en een aantal Stuurgroepen (StuMaTS). waar-onderde Stuurgroep 'Beton en Kunststoffen',Van het onder deze stuurgroep ressorterendedeel 'Beton' is het projectmanagement opge-dragen aan de Stichting CUR-VB. die daarnaonder meer de Projectgroep 'Duurzaamheidvan betonnen offshore-constructies' heeft in-gesteld [1].De genoemde projectgroep, ook bekend alsCUR-VB-onderzoekcommissie B-30, telt viersub-groepen voor resp. Materiaalgedragibe-ton, Materiaalgedrag staal,inspectic en Be- .Stadsvernieuwing Rotterdam'Een stad komt er niet vanzelfmaar blijft er ook niet vanzelf'drs. J.G. van der Ploeg'Er moet worden gezorgd voor permanentestadsvernieuwing " dat geldt niet alleen voorRotterdam, maar evenzeer voor verscheideneandere steden in ons land. Volgens het on-langs gepubliceerde Volkshuisvestingsplan1980-1985 van de Rotterdamse Dienst Volks-huisvesting is het noodzakelijk om snel te be-ginnen met sloop of renovatie van 105 000Rotterdamse huizen die v??r 1930 zijn ge-bouwd. (Het genoemde aantal vormt bijna45% van de woningvoorraad in de Maasstad!).Daartoe zouden tot het jaar 2000 rond 25 000huizen gesloopt moeten worden; de overigehuizen kunnen in aanmerking komen vooreen verbetering op grote of kleine schaal.De bedoelde maatregelen zullen overigens re-sulteren ineen gemiddeld woningverlies van2200 woni ngen per jaar en dat verlies zal doornieuwbouw gecompenseerd moeten worden.Om het woningtekort te kunnen wegwerken(er zijn 30000 woningzoekenden, waarvan8000 urgente gevallen) en om in de toenemen-de woningbehoefte te kunnen voorzien, zui-len er bovendien jaarlijks nog 3300 ? 3400woningen gebouwd moeten worden.In de zqn. stadsvernieuwingsgebieden vanRotterdam liggen 75000 woningen. Daarvanzijn er zo'n 45000 sociaal bezit, d.W.Z. ge-meente-eigendom of in het bezit van woning-bouwverenigingen. De gemeente Rotterdamis al enige tijd bezig om het bezit aan huurwo-ningen te vergroten. Daartoe diende ook dezgn. woonruimteverordening, die echter oplast van de Rotterdamse rechtbank ingetrok-ken moest worden.Er kan nu nog worden gerekend op de 'ver-snelde huurharmonisatie' en het 'geleidelijkoptrekken van de norm-huurquoten'. Dat zijnechter toekomstige kabinetszaken die ooknog parlementaire steun nodig hebben.RedactieWerkgroep(techniek)Pro.Mats(techniek.co?rdinatie)Stu.Mats(co?rdinatie.techniek)A.C. Mats(beleid.co?rdinatie)- - - - - ?r--....L.---,I I__..L_--,I I.......1. A.F. van Weeie, Wie bouwt op een hechtefundering, zal de tijd trotseren (oratie 22 ja-nuari 1975), Cement XXVII (1975) mA, blz.162-167.2. Stichting CUR-VB, Jaarverslagen 1978 en1979.wikkelingen voorgedaan. Dat heeft er medetoe geleid dat het onderscheid tussen beidetypes niet altijd even duidelijk meer is. Zo zijner zgn. schroefboorpalen die zowel grondver-wijderend als grondverdringend genoemdkunnen worden.De echte 'boorpalen', met een diameter totmeer dan 2 m, worden gekenmerkt door hetverwijderen ('uitboren') van grond, waarnahet ontstane gat moet worden gesteund, bij-voorbeeld met behulp van een dikspoeling.Bij de 'geheide, in de grond gevormde palen'daarentegen wordt de grond verdrongen doorhet inheien of intrillen van een heibuis met eendiameter tot ca. 0,50 m. Vooral dit type kangeheel of gedeeltelijk van een wapening wor-den voorzien. Mogelijk is ook een voorspan-ning, die centrisch moet worden aangebracht.Voor beide types in-de-grond-gevormde-betonpalen zullen richtlijnen worden opge-steld. Dat is het werk van CUR"VB-voorschrif-tencommissielX [2]. Deze comrnissie Ver-wacht nog dit jaar concept-richtlijnen voor de'geheide types' te kunnen publiceren; daarnazullen de 'geboorde types' aan de orde ko-men.Bij het in de grond maken van betonpalen en-wanden wordt nogal eens gebruikgemaaktvan zgn. dik- of boorspoeling. Een dergelijkesteunvloeistof (bijv. bentoniet) dient daarbijom het gat of de sleuf tijdelijk te stabiliserenom daarna door betonspecie te worden ver-vangen. Tot de funderingstechnieken die ge-bruikmaken van cementgebonden mengselsbehoren zeker ook de grond- en injectie-ankers ('grout-ankers'), waarmee wanden,vloeren e.d. in de grond verankerd kunnenworden.Funderingstechnieken met grout. mortel enbetonVeel meer dan in verscheidene andere landenwordt het bouwen in Nederland gekenmerktdoor omvangrijke en dikwijls diepe funderin-gen [1]. Dat komt uiteraard door de grondge-steldheid in grote delen van ons land.De funderingsproblemen zijn al vanouds op-gelost door het toepassen van paalfunderin-gen, die ook nu nog het belangrijkste funde-ringstype vormen. Aanvankelijk werden uit-sluitend houten palen toegepast. Sinds dejongste eeuwwisseling zijn ook anderefunde-ringspalen in toenemende mate tot toepas-sing gekomen. Eerst de geprefabriceerde be-tonpalen, daarna de in-de-grond-gevormdebetonpalen en tenslotte ook de stalen palenen damwanden. Een en ander ging gepaardmet een aanzienlijke verbetering van de hei-techniek. terwijl tevens het 'intrillen' van depalen zijn intrede deed.Bij de in-de-grond-gevormde betonpalen kanonderscheid worden gemaakt tussen de 'ge-boorde types', die veelal zgn. grondverwijde-rend zijn, en de 'geheide types', die altijd zgn.grondverdringend zijn. Bij beide types heb-ben zich in de loop der jaren belangrijkeont-1. M.G.P. Nelissen, Duurzaamheid van be-tonnen offshore-constructies, Cement (1980)NrA, blz. 219-221 en 228.2. Stichting CUR-VB, Jaarverslagen 1978 en1979.waking, Reparatie en Bescherming. Op elkvan deze vier gebieden wordt onderzoekge?ntameerd. Daarvoor zijn of worden de vol-gen de onderzoekingsinstituten ingescha-keld: vier TNO-instituten (IBBC. Centraal La-boratorium, Kunststoffen- en Rubber-Insti-tuut, Metaal-Instituut), de Technisch-Physi-sche Dienst TH/TNO, het Stevln-laboratoriurnvan de TH-Delft, de KMA, de Stichting aNC enIntron BV.Overeenkomstig de desbetreffende Subsidie-aanvraag van 1 november 1979 zijn er voorlo-pig 29 researchvoorstellen. Die resulteerdenna een priortteiten-ste?inq waarbij gelet is optechnische haalbaarheid, urgentie, eigen fi-nanci?le inbreng en de rol van de industriedaarbij, beschikbaarheid van onderzoeksca-paciteit, en consistentie van het geheel.Hoewel dit ca. 6 miljoen gulden kostendeonderzoek nog maar in een beginfase ver-keert, kan nu al worden gesteld dat dit onder-deel van het MaTS-programma interessanteresultaten zal opleveren. Vandaar dat met veelbelangstelling wordt uitgezien naar verdererapportages, waarvan de eerste al op de Be-tondag 1980 komt.Marien technologisch speurwerk,weergegeven in schema-vorm, onderDuurzaamheid is sprake vanCUR-VB-commissie B 30Cement XXXII (1980) nr. 11 720
Reacties