A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSchoon beton18 cement 2007 7Afgelopen zomer werd het vierde betonnen beeld in eenreeks van zeven `Waterwerken' geplaatst langs hetAmsterdam-Rijnkanaal. Wederom ging de Utrechtsekunstenaar Ruud Kuijer met zijn adviseurs JohanGrimmelikhuijzen (constructeur) en Gerard Drost (beton-technoloog) verder dan ooit tevoren. Een mooi momentvoor een tussentijdse evaluatie, met de vraag of de ver-vuiling inmiddels vat heeft gekregen op zijn eerdere pro-ducties.Het idee voor de serie Waterwerken ontstond uitKuijers behoefte de kunstwerken groter en voorbuitenexpositie geschikt te maken [1]. "Tot die tijdwerkte ik tot een meter of twee en met de materia-len gegalvaniseerd ijzer en beton, waarbij ik vooraldelen uit straatmeubilair gebruikte, zoals hekwerken paaltjes." Omdat dit steevast problemen gaf bijde aansluiting, ging hij over op het gebruik vanslechts ??n materiaal: beton. Wel hield hij vast aanhet collageprincipe: uit verschillende delen eengeheel maken. "Ik heb toen een bekisting gemaaktmet afgedankte gebruiksvoorwerpen en deze methogesterktebeton volgestort." Dat materiaal werddestijds gebruikt bij de nieuwe brug in de A2 overde Lek bij Vianen. Gerard Drost deed er proevenmee in de naast het atelier van Ruud Kuijer lig-gende betoncentrale. Kuijer: "toen ik dat materiaalzag, dacht ik direct aan mijn buitenkunstwerken,qua degelijkheid, dichtheid en sterkte. Het was welmoeilijker verwerkbaar." Het eerste manshogebeeld werd nog door Kuijer helemaal zelf gestort;bij het volgende beeld begeleidde Drost hem."Het werken met betonnen beelden vergt eenomgekeerde denkwijze. Creaties ontstaan vanuiteen negatieve vorm. Belangrijk is bovendien dat hetbeton de gehele bekisting vult en dat er nergensluchtbellen ontstaan. Het beton heeft dus eenzekere soepelheid nodig. Op plaatsen waar veelwapening zit, moet je bovendien rekening houdenmet de korrelgrootte van het grind."Beeld 1 in de serie Waterwerken is in twee keergestort. "Daarin zit nog een lelijke stortnaad,waarvan we veel hebben geleerd." Ook beeld 2 is intwee keer gestort, met al meer aandacht voor destortnaad. Beeld 3 is vervolgens in ??n keer gestort,met toch nog op 6 m hoogte een zichtbare versto-ring. Ook beeld 4 is in ??n keer gestort en hier zijnnog maar kleine naadjes van stortpauzes zichtbaar.NABEHANDELINGALS KUNSTVORM1 |Ruud Kuijer draait eenafstandhouder vastfoto's: www.fotorobver-sluys.nlA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSchoon betoncement 2007 7 19O p p e r v l a k"Een beeld is voor mij geslaagd als het een opeen-volging is van vormen, waarin elke vorm zijn iden-titeit behoudt en alle vormen bij elkaar toch ??ngeheel zijn. Bovendien moet dat op een verrassendemanier gebeuren. Vandaar dat afzonderlijke delenook scheef op elkaar aansluiten of door elkaar heensteken, zodat het oog nergens een saaie aanbliktegenkomt." Bij beeld 4 speelt tevens de huid eenrol, omdat het een liggend beeld betreft. "Als eenvorm drie zijden heeft, kun je twee zijden gladhouden, maar is ??n zijde toch wat ruwer, het heefteen structuur. Een flinter spaanplaat of een oudeschutting, alles draagt bij aan de levendigheid vanhet beeld. Wel moet ik oppassen dat het niet teveelhuid krijgt."Het oppervlak moet in elk geval zo dicht mogelijkzijn, zodat het weer er geen grip op krijgt. Luchtbel-len moeten daarom zoveel mogelijk worden verme-den, zeker als er zoveel prints worden toegepast alsin beeld 4. Ruud Kuijer: "Als er luchtbellen zicht-baar zijn, dan doe je afbreuk aan het beeld. Bij hetstuk hardboard werken licht en schaduw heel goed.Als hier luchtbellen in zitten, neemt de beeldkwali-teit hiervan af."Een andere les is dat horizontale vlakken altijdluchtbellen opleveren. Hoe meer schuine en diago-nale vlakken, des te minder problemen met lucht-bellen. Verder zijn ontluchtingspijpjes toegepast enzijn sommige platen zelfs geperforeerd.B e k i s t i n g s m a t e r i a l e nEen beeld blijft doorgaans zeker een week in debekisting zitten in een binnenomgeving. Daarnastaat het nog minstens een maand uit te hardenvoordat het naar buiten mag. Aanvankelijk valt deblauwkleuring, vanwege de toegepaste hoeveelheidhoogovencement, op. Dit gebeurt vooral op plekkenwaar weinig of geen zuurstof kan komen, metname bij plastic bekisting. Bij een plastic vormheeft het beton bovendien een zodanig gladde huid,dat je het zelfs wilt aanraken. Bij houten bekistingtreedt blauwkleuring veel minder op, omdat hethout in zijn pori?n lucht bevat.Kuijer: "De naam Waterwerken verwijst naar hetwater; niet alleen staan de beelden langs het water,maar de vormen hebben dat ook in zich." Verschil-lende vormen in de beelden hebben met water temaken: een container, een badkuip, een roeiboot,een septic tank. Beeld 3 is onder meer gemaakt metbekisting van de pijlers van een brug bij Tiel.Verder wil Kuijer dat de beelden van verschillendezijden ook andere aanblikken hebben, dat ze leven-dig zijn. Als je er omheen loopt, moet het beeldtelkens mee veranderen. "De verschillende bekis-tingen die ik gebruik, met allemaal verschillendetexturen, dragen alle bij aan de expressiviteit vanhet beeld. Ze worden allemaal gekozen om hunvormkwaliteit. In beeld 4 heb ik dat nog eens bena-drukt door in sommige vormen bijvoorbeeld eenstrook hardboard aan te brengen of een lattenpro-fiel te timmeren. Het mooie is: beton is een materi-aal dat telkens een andere identiteit krijgt op al dieverschillende plekken. De enige afwerking na ont-kisten die ik heb toegepast, is het met een papjedichtsmeren van de conusgaten die ik bij beelden 3en 4 vanwege de omvang heb moeten gebruiken."K l e u rRuud Kuijer streeft naar beton zoals we het kennenen zal daarom niet zo gauw kleur gebruiken. "Vooriedereen is beton grijs, en als het nieuw is, dan ishet lichtgrijs." Aan de betontechnoloog de taaktelkens bij een volgend beeld rekening te houdenmet de kleur van de bestaande beelden. Dat kandoor bijvoorbeeld de verhoudingen portlandcementen hoogovencement aan te passen. Kuijer: "ik vondwel bij de oplevering dat beeld 4 een stuk lichterwas dan de andere beelden. Bij beeld 3 lag het initi-atief voor de kleur geheel bij de betontechnoloog,maar bij beeld 4 hebben we er niet over gesproken."Nadat echter ook hier een beschermende coating op2 |Geconditioneerd stortenin de voormalige hal vanWerkspoor3 |Waterwerk 4 wordt opzijn sokkel geplaatstA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSchoon beton20 cement 2007 7het beeld was aangebracht, was het kleurverschilnagenoeg verdwenen. "Ik heb hiervan wel geleerddat ik bij mijn volgende beelden ook de nabehande-ling in het overleg betrek, omdat ik meer duidelijk-heid wil over de eenheid in kleur. Alle zevenbeelden die ik in totaal wil neerzetten, moeten uit-eindelijk ??n geheel vormen."Het onderwerp nabehandelen is overigens pas aande orde gekomen toen er al twee beelden stondenen het derde beeld nagenoeg klaar was. WillemAddink, van de Haven- en Reinigingsdienst van degemeente Utrecht, bood toen aan de beelden tegengraffiti te beschermen door het aanbrengen van eencoating. Kuijer: "de hele serie van drie beelden istoen in ??n keer behandeld. Dat is me zo goedbevallen, dat ik er bij beeld 4 zelf om heb gevraagd."De beelden zijn daartoe eerst schoongespoten envervolgens nabehandeld met Eurogardean Shield,een zelfopofferende coating. Eventuele verontreini-gingen kunnen worden verwijderd met heet water.De coating zwelt bij een temperatuur boven 60 ?Cen kan gemakkelijk met de verontreiniging van deondergrond worden afgespoten. Na het reinigenmoet wel een nieuwe laag worden opgebracht [2].Op het product zit tien jaar garantie; de gemeentegeeft zeven jaar garantie op de applicatie.Vervuiling is overigens (nog) geen item, wellichtvanwege de plek waar de beelden staan. Ze staangeheel vrij en krijgen van (bijna) alle kanten wind,regen en zonneschijn. Daardoor is er nog maarweinig natuurlijke vervuiling zichtbaar.S c h a a l v e r g r o t i n gBeeld 1 was voor Kuijer een grote stap op het gebiedvan schaalvergroting. "Ik ging hier opeens van 2 mnaar 6 m en het beeld is ook heel verticaal. Boven-dien hangt er een badkuip aan, wat voor de con-structeur een hele opgave was." Spannend was hetvooral toen de badkuip volliep met beton en het devraag was of de constructie het wel zou houden."Van beeld 2 is de compositie al veel vrijer; er zittendiagonalen in, een geknikte pijp. In beeld 3 hangt4 |Het vierde beeld, metzijn kenmerkende ver-schillende oppervlakte-texturen, voegt zich inde verzamelingA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSchoon betoncement 2007 7 21zelfs een soort heipaal aan een even groot vlakje alsde badkuip bij beeld 1. Bovendien steekt deze paaldwars door het beeld heen."Ook de ondersteuning evolueert. De eerste tweebeelden maakte Kuijer samen met een kleinscha-lige timmerman. Bij beeld 3 heeft een echte infra-bouwer geassisteerd bij het verstevigen van debekisting, een samenwerking die bij beeld 4 isvoortgezet. Kuijer: "Beeld 3 is een beeld waar jedoorheen kunt. Ik zie regelmatig een groepje jonge-ren rond het beeld hangen. Dat doe je alleen als jeje er beschut voelt. Ze hebben ook niet de neiginghet te bekladden." Het is een beeld met veel schuinelijnen, waardoor de afwatering goed is. "Ik zal ookniet gauw een beeld maken met op 3 m hoogte eenvlak waar gegarandeerd water achterblijft. Maar ikben er niet echt bewust mee bezig, ik richt mij tochhoofdzakelijk op de visuele kwaliteit van het beeld-houwen en het materiaal beton is waarmee ik mijnbeelden maak. Dat alles moet in eerste instantieeen interessant beeld opleveren."G r e n s v e r l e g g e n dInmiddels zoekt Ruud Kuijer nieuwe grenzen op."Voor BosKalis maak ik momenteel een beeld voorbij de uitbreiding van het hoofdkantoor in Papen-drecht. De plek vormt daarbij mijn uitgangspunt:welke kleuren zijn hier bepalend? Beton kan allerleigrijstinten krijgen en dat is betontechnologisch tebe?nvloeden." Kuijer sluit niet uit dat zijn beeldenooit een nog grotere schaal krijgen, in een nog wijd-sere omgeving. "Dan zal zo'n beeld van veel grotereafstand manifest moeten worden. De consequentieis ook dat ik dan mijn werkwijze behoorlijk moetveranderen." nHenk WapperomL i t e r a t u u r1. Brehm, Ton, De huid van beton. Cement 2004nr. 8.2. Seegers, A.J., Preventie van schade door grafittibij Rijkswaterstaat. Cement 2004 nr. 8.
Reacties