Montage-woningen ofGecombineerde Bouwsystemen?door A. M. Ladraque, arch, te DelftDe moeilijkheden op het gebied van de woning-nood zijn en blijven schijnbaar onoverkomelijk; inverband met de drukkende tekorten aan gezondewoonruimten, waar meestal de minder bemiddeldevolksgroepen de dupe van" worden, zomede meteventuele huurverhogingen, moet werkelijk eensde nadruk gelegd worden op de niet-traditionelewoningbouw.De grote vraag gedurende de komende 5 tot 10jaren is niet het ,,kunnen" doch het ,,durven". Ineen tijdperk, waarin het Nederlandse volk enigetienduizenden woningen te kort komt, bestaat ergeen enkele reden om in oer-oude bouwgewoontenterug te vallen.Steeds wordt -- wanneer er ergens sprake is vanwoningnood -- gewezen op het feit, dat het bouwennog altijd te duur is. Werd vroeger ongeveer 20% vanhet inkomen voor huur terzijde gelegd, thans moetmen dikwijls met het tweevoudige hiervan rekeninghouden!Toen dan ook enige jaren geleden het idee ,,Montage-Woningen" in Nederland opgeld deed, hoopte mendoor zgn. prefabricage de kostprijs zodanig te druk-ken, dat de vroegere bouwprijs ten minste enigszinsbenaderd werd. Echter, n?ch hier in Nederland, n?chin Amerika of Engeland werden deze verwachtingenvervuld.Tegenwoordig probeert men de montage-woningbouwte combineren met de normale bouwsystemen en hetschijnt, dat deze gecombineerde bouwwijze -- watlagere bouwkosten betreft -- langzamerhand hethoofd boven water steekt.Theoretisch en practisch is het mogelijk, met iederegewenste materiaalsoort, voor zover het de indelingbetreft, een zelfde model woning te bouwen. In ver-band met de beschikbare geldmiddelen voor de wo-ningbouw moet men wel degelijk rekening houdenmet de te gebruiken materiaalsoort. Door een juistecombinatie van bouwstoffen bestaat de mogelijkheideen besparing te bereiken tot 30%.Evenals bij montage-woningen kunnen bij gecombi-neerde bouwsystemen de gebruikelijke bouwdelen,bv. vensters, deuren, trappen, dakconstructies, kastene.d., normaal in serie worden gereedgemaakt. Ook alweer: door deze seriebouw kan een besparing bereiktworden tot 50%. Dit percentage wordt evenwel nogenigszins omlaaggedrukt, daar bv. een naar de eisendes tijds ingerichte sanitaire installatie ongeveer 10%extra vordert, zodat uiteindelijk bij de binnenbouwin het gunstigste geval slechts 40% besparing wordtverkregen. Nog steeds zijn deze getallen niet de uiter-ste grens, welke bereikt kan worden.Dikwijls lezen wij in dagbladen en tijdschriften eenmededeling, dat wederom een nieuwe bouwmethode,,ontdekt" is; veelal betreft het hier toepassingen vanschokbeton, vacuumbeton, lichtbeton e.d., en -- ookal weer door combinatie -- wordt dikwijls een zeerdeugdelijk proc?d? uit een en ander gedestilleerd.Een der laatste vindingen op dit gebied -- alhoewelin het buitenland reeds enige jaren in gebruik -- isde zgn. holle-bloksteen. Deze steen, welke men zoukunnen beschouwen als een spouwmuurtje op zich-zelf, wordt uit verschillende grondstoffen opgebouwd.De ene fabrikant vervaardigt de steen van bimsbe-ton, een ander weer van sintelbeton en zo zijn erettelijke systemen te noemen.De verantwoordelijke leider van een bouwonder-neming zal steeds actief moeten zijn op het punt,,besparing". Dit heeft niet alleen betrekking opreparatiewerkzaamheden e.d., doch zeker en vooralop nieuwbouw, dus ter opheffing van de woning-nood. Verschillende bouwsystemen hebben reedsalgemene bekendheid verkregen, doch vooral holle-bloksteenelementen verdienen alle aandacht.Deze bouwmethode bespaart veel tijd en geld; hetgrootste deel der werkzaamheden kan -- onder lei-ding van slechts ??n vakman -- in handen wordengelegd van hulparbeiders. Opvallend is hierbij hetgeringe mortelverbruik, nl. een besparing van ca 50tot 60%. Door de speciale luchtkanalen wordt tevenseen uitstekende isolering verkregen. Een wandsterktevan 25 cm (holle-bloksteendikte), zie tek. 1--3, komt-- wat isolatiewaarde betreft -- overeen met eenbaksteenwand van 38 cm.Boven de grote voordelen van tijdsbesparing -- wantde grootte dezer stenen vereist veel minder arbeids-beweging -- staat nog wel de kostprijsverlaging vanhiermede uitgevoerde bouwwerken; van eenvoudigegarage tot fabriekshal of ?tage-woningen (foto 8)bouwt men het voordeligst met holle-bloksteenele-menten.Door de afmetingen van deze elementen -- veelvoudvan koppen en lagen -- kan op normale wijze envolgens ieder ontwerp worden gebouwd. Zoals reedsnaar voren gebracht: toepassing van holle-bloksteen-elementen brengt dus besparing op mortel en loon.Om een klein voorbeeld uit de praktijk te noemen:tek. 4. vensteraansluitingtek. 5. eenvoudige bekistingvoor de betonkransfoto 6. tas holle-bloksteenelementen foto 7. hoekverbinding van holle-bloksteenelementenBerekende men vroeger voor een muurtje van 10 m2,wanddikte 25 cm:1 500 normale bouwstenen600 liter mortel13 arbeidsurendan wordt dit thans voor 10 m2:80 holle-bloksteenelementen200 liter mortel3 arbeidsurenDe besparing aan tijd en geld staan hiermede vast,terwijl als eigenschappen zijn te noemen:zeer grote warmte-isolatie,vlakke, dus glad afgewerkte muren,,,droge" oplevering van het bouwwerk, dus geenvochtige wanden.Al met al: er wordt gewerkt om tot gewenste resul-taten wat betreft de bouwkostenverlaging te komen.Een voorbeeld uit de praktijk bewijst dit wel zeerduidelijk.Een woning, gebouwd met toepassing van holle-blok-steenelementen kwam op 10 600,--; normaal uitge-voerd in baksteen kost deze woning 16 000,--. Ditbetekent, dat waar normaal twee woningen werdengebouwd, thans drie huizen kunnen worden opge-trokken.Holle-bloksteenelementen kunnen normaal voor balk-dragende wanden worden gebruikt, want van Rege-ringswege bestaat geen enkel bezwaar tegen toepas-sing van dergelijke holle-blokelementen. Vanzelfspre-kend moet aan de eisen van stabiliteit worden vol-daan. Normaal worden de elementen geleverd meteen druksterkte van 28 tot 40 kg/cm2; voor balkdra-gende muren worden de stenen afgeperst op 75 tot120 kg/cm2.Daar bovengenoemde elementen geleverd worden inde afmeting 50x25x25 cm (8 per m2), waardoor dusgelijktijdig de vereiste wanddikte is verkregen (ui.25 cm), behoeft voor een buitenwand dus geen extrawandje van baksteen te worden opgetrokken. Voortszijn geen extra werkzaamheden nodig om totfoto 8. ?tagewom'ngen van 5 verdiepingenideale venster- resp. deur aansluitingen te komen.Tek. 4 geeft een en ander, duidelijk weer.Een veel voorkomende vraag bij de verwerking vandit materiaal is de grove korreling. Speciaal dienthier naar voren gebracht te worden, dat deze enigs-zins grovere korreling van de stenen dient om:1. de nodige poreusheid te verkrijgen, hetgeen dusaan de warmte-isolatie ten goede komt (0,140),2. een zeer hechte bodem te vormen voor de aan tebrengen bepleistering.De laatste tijd gaat men er algemeen toe over, debuitenkant van betonwerken enigszins ,,ruw" af tewerken. Men zou kunnen zeggen, dat de ,,new-look"van de tegenwoordige bouwwerken de attractieve be-pleistering is.Een der meest voorkomende vragen op het gebiedvan de holle-bloksteen is het punt balkoplegging. Aan-gezien dergelijke elementen juist voor balkdragendemuren geschikt zijn, verdient dit punt evenzeer debelangstelling. Evenals de venster- en deuraansluitin-gen wordt dit vraagstuk zeer eenvoudig opgelost. Dewanden worden normaal in holle-bloksteen opgetrok-ken tot op venster- resp. deurhoogte. Nemen wijhierbij aan, dat de bovenzijden van de vensters endeuren op 2,25 m liggen, dan worden alle muren totdeze hoogte doorgetrokken. Over dit geheel komtdan een over alle muren lopende betonkrans, welkeversterkt wordt door een 4 x ?12 mm wapening.Behalve een verhoging van de druksterkte der wan-den is dan tegelijkertijd een ideale en practischevensteropsluiting verkregen en zijn dus verder geenhardstenen of betonnen vensteromramingen nodig.Het hierbij getekende schetsje geeft duidelijk aan,hoe een eenvoudige bekisting hiervoor kan wordenvervaardigd (tek. 5).Binnen afzienbare tijd zullen deze holblokstenenkunnen worden geleverd met een zgn. ,,harde" bui-tenzijde, d.w.z. dat deze elementen dan een normaalbaksteen-uiterlijk krijgen, zodat in dergelijke geval-len geen extra bepleisteringen nodig zullen zijn.foto 9. tijdens de bouw; in 6 dagen woonklaarCement 4 (1952) Nr 17-18 315
Reacties