? bruggenbouw ? architectonisch ontwerp.ing.J.L.Janse, Gemeente ZwolleM.Struijs, Gemeentewerken Rotterdaming.A.Monster en ir.W.H.Zwart, Grontmij Advies & Techniek, De BiltG.Wanless BEng MSc, G.Maunseli & PartnersOm de VINEX-uitbreidingswijk Stadshagen met het centrum van Zwolle te verbinden,wordt over het Zwarte Water een tuibrug gebouwd met betonnen dek en pylonen en eenstalen basculebrug (foto ~). In dit artikel wordt onder meer aandacht besteed aan devormgeving, deprekwalificatieen organisatievan deengineeringen hetgeotechnisch enconstructief ontwerp. Tevens komt de aanbestedingsprocedure aan de orde.Over de uitvoering zal volgend jaar in Cement worden bericht.MASTENBROEKERBRUGTE ZWOLLECD Mastenbroekerbrug over het ZwarteWater te Zwolle6Bij de vaststelling van de VINEX (Vierde NotaRuimtelijke Ordening -extra) is de gemeenteZwolle door de rijksoverheid als stedelijkknooppunt aangewezen. Hiermee is aan degemeente een extra groeitaak toegekend.Volgens detaakstelling van Rijk en provinciezal de stad in hetjaar2000 circa 100000enin hetjaar 2010 circa 120000 inwoners teI-len.In het ontwerp-streekplan West-Overijssel iseen indicatieve raming opgenomen voor uit-breiding van de woningvoorraad in Zwollevan 6500 woningen in de periode 1992-2000 en 5500 woningen in de periode2000-2010. Deze groeitaak betekent zowelopvangvan degroei van de stad en de regio,als aanpassing aan veranderende woon-wensenen opvangten gevolge van de Veran-derende gezinssamenstelling.LocatieNa een zorgvuldige afweging van mogelijkebouwlocaties heeft de gemeente de keuzeop Stadshagen laten vallen. Deze locatie is,maar dit geldt ook voor andere potenti?lestadsuitleggebieden, niet ingerichtvoor eendergelijke taak. De verbindingen zijn niet op-timaal en hettot stand brengen van een har-monische verwevingmet de bestaande stadwordt sterk gehinderd doorde aanwezigheidvan het bedrijventerrein en de zware infra-structuur (fig. 2).De opgave waarvoor de gemeente zich doorde keuze van Stadshagen ziet gesteld, is duscomplex en bestaat uit de volgende onder-delen:? het realiseren van een stadsdeel met eenop de toekomst gericht, wervend woonmi-lieu;? het tot stand brengen van een stedelijkesamenhang, vooral met de binnenstad,maarook met de woonwijken Holtenbroek,Aa-landen en Westenholte;? het tot stand brengen van goed functione-rende verbindingen met de stad voor deverschillende verkeerssoorten;? hetzoveel mogelijkvoorkomen van aantas-tingvan natuur- en landschapswaarden enwaardevol landbouwgebied;? het tot stand brengen van een uitbreidingwaarbij rekening is gehouden met de kwa-liteiten van de polder, het Zwarte Water enhet dijkmilieu;? het realiseren van een woonwijk waarinwordt gestreefd naar een minimaliseringvan de aantasting van het milieu, in alle fa-sen van het ontwikkelings- en bouwpro-ces.CEMENT1997/6Voor het autoverkeer wordt Stadshagen opdrie plaatsen aangesloten op het hoofdwe-gennet. Deze aansluitingen bevinden zichaan de noordwestzijde - ter hoogte van despoorwegkruising - op de nieuwe weg bui-tenom en aan de zuidwestzijde bij de be-staande kruising VoorsterwegjKlipperweg.Aan de oostzijde heeftaansluiting plaats viade Verlengde Middelwegter plaatsen van degroene zone tussen Holtenbroek en Aa-lan-den.VormgevingBij de vormgeving van de brug speelden drieaspecten een belangrijke rol:? de oeversWat opvalt is de grote tegenstelling tussenbeide oevers. Aan de oostzijde sluit debrug aan op een leeg, groen gebied; aandewestzijde aan het einde Van een bebouw"de oevervan de nieuwewijkStadshagen;.? het lichtHeel belangrijk is het aspect van het licht.Het maakt groot verschil of een brug vanOost naar West loopt of van Noord naarZuid. In dit geval loopt de brug van Oostnaar West, hetgeen betekent dat de zuid-zijde van de brug altijd in de zon ligt en denoordzijde altijd in de schaduw. Het sil-houet van debrug is daardoor ook van be-lang;? het vrij doorlopende water onder de brugdoor.De brug is opgebouwd uit een viertal ele-menten, te weten (fig. 3):? de westelijke aanbrug;? een basculebrug;? een tuibrug;? deoostelijke aanbrug. ~? Situatie Stadshagen en Mastenbroe-kerbrug. De Mastenbroekerbrug is hier aan-geduid als brug voor alle verkeerssoorten? Brug in boven-.en zijaanzicht19400018000 17000,I25000 21qo2500056000I 8750 I 8750 I 8750 I 8750 I 120005600019400018000 I 17000175002150021500CEMENT1997j6 7? bruggenbouw ? algemeen ontwerp?Tabel 1Werkverdeling tussen Grontmij en haar sub-consultantsOmdat op de bebouwde oevers van Stads-hagen twee hoge woongebouwen zijn gepro-jecteerd en de pylonen een hoog elementvormen, zijn deze zo dicht mogelijk op dewestoever ontworpen, zodat de pylonendeel gaat uitmaken van de reeks hoge ele-menten langs de oever. Hierdoor is gekozenvoor een a-symmetrische tuibrug: pylonenmet alleen aan de oostzijde tuien.Deze keuze is ook gemaakt in het licht vanhettweede aspect, namelijk de brug als eeninteressant silhouet. Omdat voor hettegen-gewicht geen tuien worden gebruikt, is er ge-wicht nodig. Daartoe leunen depylonen ach-terover en zijn ze massiefuitgevoerd. Om de-ze massa te vergroten, worden ze gecombi-neerd met de basculekelder van de beweeg"bare brug.De combinatie van de basculekelder met depylonen doet dan ook gelijk recht aan hetderde aspect, namelijk het vrijhouden vande oevers van obstakels (foto 1).Verder is bij de vormgeving van de brug geko-zen voor een tui- en pyloonplaatsing tussenvoetgangers en hetoverige verkeer, zodat devoetganger een onbelemmerd uitzicht heeftop de rivier.Partnerkeuze voor prekwalificatieDoor de gemeente Zwolle was een prekwali-ficatie uitgeschreven voor de aanbestedingvan de engineering en directievoering vande brug. Alhoewel Grontmij enige ervaringhad in tuibruggen voor onder meer voetgan-gers en fietsers, ontbrak de aantoonbarekennis en ervaring op het gebied van grote8betonnen tuibruggen (deken pylonen). Der-gelijke kennis en ervaring waren overigensten tijde van de prekwalificatie voornamelijkaanwezigbij de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Om aan deze prekwalificatie-eis te kunnenvoldoen, is als sub-consultant het Engelseadvies- en ingenieursbureau G. Maunsell &Partners (GMP) aangetrokken. GMP heeftwereldwijd prestigieuze tuibrugprojectenontworpen en de engineering en directie-voering ervan verzorgd.De keus voor Maunsell was niet toevallig,omdatGrontmijin Engeland op milieugebiednauw met Maunsellsamenwerkt en veelal inNederland en overige Europese landen bijgrootschalige infrastructurele projecten.Voor het mechanisch-elektrisch deel werdeen tweede sub-consultant aangetrokken,omdat Grontmij ondanks de ervaring metbeweegbare bruggen, niet aan de omzet- enervaringseis van de gemeente Zwolle betref-fende de grootte van de basculebrug konvoldoen.De tweede sub-consultant werd het Inge-nieursbureau Zuid-Holland (IBZH) te DenHaag, hetgeprivatiseerde ingenieursbureauvan de ProvincialeWaterstaatZuid-Holland.In totaal waren uiteindelijkzes ingenieursbu-reaus (waarvan de meeste in combinatie)geprekwalificeerd. Bij de aanbestedingkwam Grontmij Advies & Techniek bv metsub-consultants Maunsell en IBZH als laag-ste uit de bus en kreeg kort daarna de op-dracht. De werkverdeling is weergegeven intabel 1.OntwerpenAanpassing voorontwerpBij de stukken die door de opdrachtgeverwerden verstrekt was het door Gemeente-werken Rotterdam gemaakte 'verkorte' voor-ontwerp. Ditwasgemaaktter ondersteuningvan het architectonische voorontwerp vanMaarten Stru?s. Bij bestudering hiervanbleek dathet gewenst was het voorontwerpuit te breiden en te optimaliseren, alvorensmet het definitieve ontwerp te beginnen.Derhalve werd eerst een studie verricht(aangepast voorontwerp) naar de stabiliteitvan de basculekelder en werd detuibrug (py-lonen, dek) geoptimaliseerd. In het vervolgvan dit artikel komt een en ander nader aande orde.Behalve de optimaliseringsaspecten wer-den nog enige wijzigingen in debasculekel-der doorgevoerd en vervielen uitveiligheids-overwegingen de klimschachten (600 x1000 mm2) aan de achterzijde van de pylo-nen. Naspannen, onderhoud en inspectievan de tuien zal nu op een andere wijze ge-schieden.Bij het ontwerp diende tevens rekening teworden gehouden met de mogelijkheid omin de toekomst de brug eenzijdig te verbre"den, echter met dien verstande dat kosten-technische maatregelen tot een minimumbeperkt moesten blijven. De kans dat de ver-breding later zal worden gerealiseerd, wordtoverigens zeer klein geacht.Definitief OntwerpIn deze fase lag het accent heel sterk op deconstructieberekeningen. In de tijdspannegemoeid met de aanpassing en uitbreidingvan het voorontwerp werden 21 sonderin-gen gemaakt, waarvan elf vanaf het water,en twee boringen.Wat de rekenwerkzaamheden betreft wer-den de interfaces bepaald tussen de tui-brug, pylonen (werkzaamheden Maunsell)en de overige constructie. Tevens werden indeze fase in overleg met de opdrachtgeverhet programma van eisen en de randvoor-waarden nader aangevuld en geactuali-seerd.Met het definitieve ontwerp werd de bouw-vergunning aangevraagd.Basculekelder, pylonen, tuibrugdek enoostelijke aanbrugHet laat zich bij de gegeven vormgeving nietmoeilijk raden op welke onderdelen de aan-dacht van de constructeur zich zal toespit-sen. Het statische systeem van basculekel-der, pylonen, dek van de tuibrug en oostelij"CEMENT1997/6ke aanbrug is op zichzelf eenvoudig, maarniet vanzelfsprekend stabiel.In het ter beschikking gestelde 'verkorte'voorontwerp was geconcludeerd dat hetdrukpunt van de belastingen buiten de bas-culekelder viel. Bovendien waren enkeleaanbevelingen gedaan om het kantelmo-ment op de kelder te reduceren.Alvorens met hetdefinitiefontwerp te begin"nen, is dan ook eersteen studie verrichtnaarde stabiliteit van de basculekelder (aanpas-sing van het voorontwerp) en werd de tui-brug (pylonen en dek) geoptimaliseerd.ISO~ 1000 ~OpaoI~D[JLJUfA-_.lJJ.__.__._- -_.__._-III.50011000 ~Op~C;~~~~OD90b1113600 1!002800 20001850 656200200? Dekconstructie tuibrugdeel definitiefontwerp@ Dekconstructie tuibrugdeel 'verkort'ontwerpa. horizontale doorsnede ter plaatse van tui-verankeringb. dwarsdoorsnede dek tuibrug19100620023900349001220065914508600W.S.O.OO NAP.2800500034001300 290doorsnede Aterstaat en de opdrachtgever werd overeen-gekomen de vaargeul 10 m naar het middente verplaatsen. Tevens werd de door-vaartwijdte onder het tuibrugdeel terugge-brachtvan 66 m naar 56 m. Deze verkleiningvan de overspanning van het tuibrugdeelwas, metde eerdergenoemde maatregelen,juist voldoende om de stabiliteit van de con-structie te waarborgen. ~Naast dehierboven genoemde maatregelenis nog een randvoorwaarde gewijzigd.De plaats van de doorvaart onder de bascu-lebrugwas eerst 10 m dichternaarde weste-lijke oever geprojecteerd. Achteraf bleek datde bescherming van de dijk ten gevolge vande diepe vaargeul zo dicht langs de oever,zeer kostbaar was. In overleg met Rijkswa-Er is een aantal maatregelen getroffen diemetelkaar het beoogde effectbleken te res-sorteren: een voldoende sterke en stabieleconstructie. Deze maatregelen waren:? Aanpassing c.q. verlagingvan hetbrugdek-gewicht van het tuibruggedeelte. Dit ge-deelte van het brugdekbestaat uit een zodun mogelijke plaat, gedragen door eenrooster van hoofdliggers en dwarsdragers.De brugdekken volgens het 'verkorte' enhet definitieve ontwerp zijn aangegeven inde figuren 4 en 5.? Verzwaring van de pylonen van 1,2 naar1,4 m breed. Voordeel hiervan is dat tengevolge van het achterover hellen van depylonen het grotere eigen gewicht gunstigwerkt op het kantelmoment en daarnaastde dimensies van de pylonen ook minderkritisch worden. Het extra betongewichtter plaatse van de vervallen klimschach"ten aan de achterzijde van de pyloon werk-te ook gunstig mee aan de stabiliteit.? Hetdek van de oostelijke aanbrug is uitge-voerd als een dikke massieve voorgespan-nen betonplaat die, doordat deze mono-liet is verbonden met het dek van de tui-brug, in staat is een gedeelte van debelas-tingen van datdek naarzich toe te trekken.Dit is een zeer effectieve maatregel, aan-gezien de belastingen op ditgedeelte vanhet dek anders een relatief groot momentop de basculekelder zouden leveren.? Onder de basculekelder is de vloer uitge"breid met een teenconstructie, hetgeennoodzakelijk was om een paalfunderingmogelijk te maken.CEMENT1997/6 9? bruggenbouw ? constructief ontwerp?? Aanzicht pylonen aan westzijde (a) en aan oostzijde (b)a0 00 00 00 00 016150 171.5014750 1475011950 11950W.S 0.00 NAP.bPylonenDe pylonen zijn twee onafhankelijke elemen-ten, die qua architectuur uniek en grootsoverkomen. Ter hoogte van de rijweg bedra-gen de afmetingen in lengterichting van debrug circa 11,50 m enin dwarsrichting 1,40m.De pylonen steken, bij een gemiddeld water-niveau van NAp, 50 m boven het water en43,5 m boven het wegdek uit (fig. 6).Er zijn vijf tuikabelsper pyloon, die door depyloon heen worden gevoerd en in sparingenaan de achterzijde zijn verankerd. De tuienzijn nastelbaar. Dit is belangrijk in verbandmet de eventuele uitbreiding van de brug.Elke sparing en tuiverankering is beschermdmet een stalen deur.Er zijn voorzieningen getroffen om voor in-spectie en/ofnaspannen een klein platformaan de pyloon te kunnen bevestigen.Om de trekspanningen in de onderste helftvan de pylonen in de hand te houden, wor-den per pyloon aan de achterzijde zes verti-cale voorspankabels aangebracht. Deze ka-bels zijn in de constructievloervan de bascu-lekelder verankerd. Door de verbreding vande pylonen en het vervallen van de klim-schacht, kunnen de verticale voorspanningen detuidraden elkaarnu zonder problemenpasseren.(j) Bovenaanzicht onderbouw (a) en langsdoorsnede in as weg (b)194000a17500 I 21500 t 21500 I 17500 I 18000 I 17000 1 56000 2500025600WS. 0.0 NAP.betonpalen 111400paalpuntniveau -22.50-9100 1~:;;~~~~~-~--~_"-:"'--SZc:"+!-~1,,"75,,,,0-,,-0~+-~2""15",,0,,,-0~-+~-",21",50",-0~-+~-,-,17"",50",0~+---.!'18",0y;00!.---+----!1.!.l70~00!L--I1f--~~~~----,5!QI60i!l.O!L0~~~~~-+I~----f2:;n50JJ100L~-++1112502000 II 9000 1 8750 1 8750 I 8750 I 8750 I I 10000 I II_6.577 -Ib10 CEMENT1997/6TuibrugdekHetbrugdek is asymmetrisch en moet voor-zieningenhebben voor een eventuele toe-komstige uitbreiding, waarbij het fietspadwordt verplaatst naar de (te maken) verbre-dingaan de zuidzijde. Opdezewijze ontstaater een derde baan voor het (auto )verkeer.Via koppelankers kan de nieuwe wapeningaan de bestaande wapening in het dek wor-den gekoppeld.1750 3000Pilers1'"1000161S0 I2100?ler 1'"1000? Doorsnede over westelijke aanbrug metdetail oplegging op tussensteunpunt1200H.G.W.S. .1.430Maunsell aangevuld met de nodige pre- enpostprocessors. Afzonderlijke modellen zijngemaakt voor elke halve brugdekbreedte.Gedurende het rekenen is het basismodelaangepast om de diverse uitvoeringsfasenvan de brugweerte geven. Ook die fasen diemet de toekomstige uitbreiding te makenhebben. Uiteindelijk zijn met behulp van eenspreadsheet de kritische belastingen be-paald.o Ie blokken as 2.4 Sxl'"SOOx69as 3 5xl'"500x54Westelijke aanbrug (fig. 8)In eerste instantie was in het ontwerp uitge-gaan van een dekconstructie bestaande uitprefab liggers. Later is als randvoorwaardegesteld dat de ruimte tussen onderkant deken de kruin van de dijkzo ruim mogelijk dien-de te zijn, in de wandeling de 'brievenbus-functie' genoemd. Het dek is toen ontwor-pen als ter plaatse gestorte voorgespannenbetonplaat.In verband met de lengte van het dek, circa80 m, zijn op het landhoofd en op de voor-op-legpijler van de basculebrug glijoplegblok-ken toegepast, hetgeen met name voor deTerre Armee-constructie van het landhoofdaantrekkelijk was.Hetdek waaraan de tuikabels zijn bevestigd,bestaat uit twee hoofdliggers, hoog 1000mm, en een relatief dun dek waarvan dehoogte varieert van 250 tot 330 mmoIn langsrichting worden momenten, dwars-en normaalkrachten opgenomen door dedoorsnede die de vorm heeft van een dub-bele T (fig. 6b). In dwarsrichting worden dekrachten tussen de tuivlakken opgenomendoor dwarsdragers. De dekconstructie ismonoliet verbonden met zowel de pylonenals met het dek van de oostelijke aanbrug.Om de grote krachten van de vaste verbin-ding tussen dek en pyloon te kunnen opne-men, worden de hoofdliggers plaatselijk ver"zwaard.Aan de onderzijde zijn de tuikabels aan debuitenzijde van de hoofdliggers verankerdaan iedere tweede dwarsbalk (fig. 6b). Dezeverankering is ge?ntegreerd met het dek. Ditverzorgt een directe overdracht van de be-lastingvan de hoofdliggernaarde tuikabel.Dit dekontwerp bleek een zeer effectievemethode om het gewicht te reduceren, het-geen de stabiliteit van de pylonen/bascule-kelder ten goede kwam. Tevens bleek heteen zeer economische oplossing te zijn, ter"wijl de ontwerpaspecten volledig in tact bIe-ven.Het oostelijk deel van het tuibrugdek wordt,zoals eerdervermeld, uitgevoerd als een dik-ke massieve voorgespannen betonplaatdie,doordatdeze monolietis verbonden methetdekgedelte waaraan de kabels zijn beves-tigd, een gedeelte van de belastingen vandatdek naarzich toe trekt. Deze plaatbegintop 10 m ten westen van de pijler van de oos-telijke aanbrug en zet zich dus door tot ophet landhoofd (fig. 7). In het zijaanzicht ishier hetpatroon van de dwarsbalken doorge"zet, zodat het totale dek aan de oostzijde vi-sueel een geheel is (fig. 3).Het modelleren van het tuibrugdeelis uitge-voerd met het computerprogramma IN-STRESS, gebaseerd op het standaard li-neair-elastische programma STRESS, doorCEMENT1997/6 11? bruggenbouw ? constructief ontwerp?-25.0?RHm?l?fimHn?bedraagt circa 1500 mm bij een overspan-ning van 20 m. De doorvaartwijdte is 16,5 m(fig. 11). Ter plaatse van de hoofddraaipun-ten is de hoogte circa 2050 mmo De dek-plaat dikte is 12 mm bij een dWarsdrageraf-stand van 3400 mmo Aangezien de hoofdlig-gers in het te berijden gedeelte van het weg-dek liggen, buigen deze na het draaipunt zosnel mogelijk naar beneden af, om het ge-deelte van de staart dat bereden kan wor-den tot een minimum te beperken. Als voor-oplegdruk is aangehouden 2 x 35 kNoOok bij de basculebrug diende tijdens hetontwerp rekening te worden gehouden meteen toekomstige uitbreiding. Dit hield in dat(naast de nodige extra berekeningen) eenvoorziening in de ballastkist moest wordengetroffen om later de regelballast aan tekunnen passen, opdat de juiste vooropIeg-druk kan worden gehandhaafd.De basculebrug wordt door twee vijzels aan-gedreven,diev??rde hoofddraaipunten aande hoofdliggers zijn bevestigd. De maximalevijzelkracht die kan optreden bedraagt 1200kN per vijzel.2515~ conusweerstand IMPalo 5 10-25.0tl?::t::??t?t?:ttjjtttttlnjjt?::-20.0 t-++++-i-+-t-+++++--Hr-+-t++++-i~~-15.0 t-++++-i=,=f-1"'F1-++--Hr-+-t+++++--Hr-i--'i-10'0_ _252015~ conusweerstandfMPaJo 5 10_1~0_-10'0_ _? Sondering ter plaatse van westelijklandhoofd@ Sondering ter plaatse van basculekel-derFunderingenHet grondonderzoek gaf aan dat op deloca-tie van de brug goede draagkrachtige zand-lagen voorkomen (fig. 9). Alleen ter plaatsevan de riviergeul van het Zwarte Water ko-men over de bovenste meters slappe slib-houdende lagenvoor(fig.l0). Waarmogelijkis gekozen voor een fundering op staal. Debeide landhoofden zijn gefundeerd op TerreArmee-constructies, terwijl steunpunt 2 en 3beiden op staal zijn gefundeerd (fig. 7).Ook voor de basculekelder is onderzocht ofeen fundering op staal mogelijk was. Echtergezien de invloed van vervormingen in defundering, metnamehoekverdraaii"ngen, ophet gehele krachtenspel van de tuibrug, isgekozen voor een paalfundering, die zichveel stijver gedraagt.De palen worden in de bouwfase optrek be-last; dezefase bleek maatgevendte zijn voorde lengte van de palen. Het paalpuntniveauvoor de palen onder trek bedraagt NAP -22,5 m, terwijl voor de definitieve situatieeen paalpuntniveau van NAP - 19,50 m vol-doende zou zijn geweest.BasculebrugDe klap van de basculebrug bestaat uit eenorthotrope staalconstructie (fig. 6a). Deconstructiehoogte van de twee hoofdliggersBestekHet bestek is een RAW-bestek, productge-richt met geaccordeerde hoeveelheden.Productgerichtwil zeggen dat de zogenoem-de 'O-posten' op een hogerabstractieniveauliggen.Een O-post is bijvoorbeeld een pijler, waar-toe behoren:? grondwerk;? hulpdamwand met bemaling;? betonnen funderingssloof (het funderenop staal of op palen waren andere O-pos~ten);? kolommen (vijf stuks 01000 mm per pij-ler).Er waren vier van deze pijlers en de kostenervan kwamen redelijk met elkaar overeen.Bij geaccordeerde hoeveelheden krijgt deaannemer na aanbesteden nog een aantalweken om de bestekshoeveelheden na terekenen en eventueel om correcties te ver-zoeken indien hij afwijkingen vindt. In hetge-val van afwijkingen kan de aanneemsomdan worden aangepast. Dit bleek hier nietnodig.De gehele brug (dus inclusief de bascule-brug) werd als ??n bestek aanbesteed.In het RAW-bestek werd voor het W&E-deelverwezen naar bijlagen, doch hetW- en hetE-deel hadden beide, ten behoeve van de be-taling in termijnen, een O-postin het RAW-be-stek.12 CEMENT1997/617000-9.20:sz:16000.50.00SZIDoorvaart 16500~ HJiWS. +1.l.3 N,A.P.I w.s. 0.0 NAP.Aanzicht basculebrug~T-k~ L.G,&S -1.02 NAP. ~ : ~Jb?"j :-:':'~-7\I!;-I_ _"7>l===;,,;;-3~.5?m==,"_-?: :I,m\\ ~ ~ I II1 11 I r-r-- _If I' I IW W I L.... -,I I: _8.10 :r- I SZ I _ ,L ~ ~~De gunning van het werk had vrij snel na deaanbesteding plaats, namelijk in oktober1996. Het werk dient conform het bestekeindjuli 1998 te worden opgeleverd, derhal-ve een totale uitvoeringsduur van 21 kalen-dermaanden.Onder de aannemers waren bij het civieledeel een Duitse aannemer en bij het W&E"deel een Belgische en Franse.Na aanbesteding bleek de combinatie 'Mas-tenbroekerbrug VOF', bestaande uit Dub"bers-Malden uit Malden voorhettotale civie-le deel van de brug met Staalbouw 8ergum(8S8) voor het basculedeel de laagste in-schrijver. Het inschrijfbedrag was circa 14,2miljoen gulden, excl. 8TW.De aannemers (civiel en W&E) waren ver-plicht (bestekseis) na de aanbesteding eenVOF volgens Nederlands recht aan te gaan.Dubbers"Malden treedt op als penvoerdervan de combinatie.De verhouding in geld van totaal civiel deeltotbasculedeel is circa 5:1.Aanbesteding van het werkHet bestek werk is aanbesteed volgens hetUAR EG 1991. Het was een aanbestedingmet voorafgaande selectie. De inschrijversvoor de prekwalificatie moesten (voor hetci-viele deel) aantoonbaar voldoen (accoun-tantsverklaring) aan een omzeteis op hetgebied van bruggen en viaducten in voorge-spannen beton en tevens moest een aantalervan een bepaalde aanneemsom te bovengaan.Voor de basculebrug golden soortgelijke ei-sen.In totaal voldeden vijftien aannemerscombi-naties aan de gestelde criteria.Stand van zakenDe uitvoering van het werk is momenteel involle gang. Van de meeste pijlers zijn de ko-lommen gestort. Van de basculekelder - diein een bouwkuip van stalen damwand wordtuitgevoerd - zijn het onderwaterbeton, deconstructievloer en een gedeelte van dewanden gestort.Na dezomervakantie zal met hettuibrugdeken de pylonen worden begonnen.Over de uitvoering zal in de zomer van 1998door Cement worden bericht.Tekeningen: H. van Denderen,Grontmij Advies & Techniek?CEMENT1997/6 13
Reacties