? ? materialen ? bekistingening. J.P.C. Wagemaker, Ciwacon engineering bvOp veel bouwprojecten wordt de beslissing over de toe te passen bekistingsplaat overge?laten aan de vertegenwoordigervan de opdrachtgever (vaak de toezichthouder). Door deopdrachtgever worden eisen gesteld aan het uiteindelijke betonoppervlak. De aannemerkiest hiervoor een plaat, in veel gevallen op basis van kosten en de opzichter keurt het be-tonoppervlak.De criteria die daarbij gebruikt worden, zijn niet altijd duidelijk en eendui-dig. Architect, aannemer en producent stellen ieder hun eisen. Dit leidtniet alleen totBa-bylonische spraakverwarringen, maarlevertookverkeerde verwachtingen overhetuitein-delijke resultaat op. De eisen die de partijen stellen, behoren re?el te zijn, afgestemd opde eigenschappen van hetmateriaal en het beoogde doel. Bovendien dienen ze te passenin de huidige opvattingen over kwaliteitsbeheersing.De praktijk leert dat devage en soms niette realiseren eisen, juist bij de keuze en het ge-bruik van bekistingsplaten, een bron van misverstanden en conflicten vormt en daarmeevermijdbare kosten opleveren. Duidelijkheid is dus zeer gewenst. Het zal de opvattingenover een betonoppervlak 'zoals de opdrachtgever bedoeld heeft' zeker ten goede komen.Omdat de bestaande normering (NEN3278: Triplex) zich niet specifiek op plaatmateria-lenvoor bekistingsdoeleinden richt, heeft eURocommissie B55 'Plaatmaterialen voorbe-kistingsdoeleinden' getracht te komen tot normeringop hetgebied van beproeving. Hier-bij isgebruikgemaaktvan meetresultaten aan bestaand betonwerk en iaboratoriumproe-ven. Bij hetuitvoeren van de proeven isvooral gelet op het effectvan herhaaldelijke belas-tingen de invloed van vocht. In ditartikel een schetsvan de problematiekrond plaatmate-rialen voor bekistingsdoeleinden en een summier verslag van het onderzoek van CUR-commissie B55.KWALITEITSOMSCHRIjVINGVOORBEKISTINGSPLATENDRINGENDNODIG76De wens om onderzoek te doen naar de ei-genschappen van plaatmateriaalis niet vanvandaag of gisteren. AI vanaf de komst vangecoate multiplexplaten als bekistingsma"teriaal, staan de eisen die aan het betonop-pervlak gesteld worden, ter discussie. Toenin de jaren zestig de 'wafeltjesplaat' vanBruynzeel en de bekende Roggenkampschotjes als vrijwel de enige platen beschik-baarwaren, werd hetbetonoppervlak zonderveel discussie geaccepteerd.Juist de 'gladde' bekistingsplaatheeft vanafhet begin, misverstanden veroorzaakt. Want'glad' blijkt niet glad te zijn en de gladde pla-ten hebben toleranties die in de houtindus-trie wel gebruikelijk zijn, maar bij een 'glad'betonoppervlak niet geaccepteerd worden.Inmiddels is het aanbod aan plaatmateriaalzo gedifferentieerd datdekeuzevan een 'ge-schikte' plaat op basis van plaatopbouw enplaateigenschappen een moeizame aange-legenheid geworden is.Bekistingsplaten zijn kwetsbaar voor be-schadiging en vochtindringing en hebben bijbelasting bovendien lastvan vermoeiing. Totovermaat van ramp zijn de gevolgen van de-ze onvolkomenheden juist bij de gladde pla-ten uitstekend te zien.De omschrijving 'beton dient vlak en glad uitde kist te komen'is heel lang een veelvuldigtoegepast bestekartikel geweest. Desubjec-tieve interpretatievan deze tekst was aanlei-dingtot het gebruikelijke spel tussen opzich-teren aannemeraan hetbeginvan een werk.Ditspelvaltnietmeerte rijmen methet kwali-teitsstreven: 'in ??n keer goed'. Eisen moe-ten eenduidig en meetbaar zijn en geenruimte laten voor een subjectieve beoorde-ling. Aangezien de interpretatie van opper-vlakte-eisen tot aanzienlijke kostenverho-gingen kan leiden, mogen de gevolgen vandeze onduidelijkheid niet afgewenteld wor-den op de aannemerofde leveranciervan debekistingsplaten.CEMENT1995/11Toch is de verleiding groot om, uitcommer-ci?le overwegingen, de verb?zonderde eisendie t?dens de uitvoering gesteld worden, teaccepteren. Helaas probeert in dergel?ke sictuaties vervolgens elke part? een slachtofferte vinden. Wee degene die b? z?n produktbe-schr?ving onduidel?k is geweest.De zwakste part? lal aan het kortste eindtrekken. En hoewel de kosten van aanpas-sing van de bekisting, als gevolg van een an-dere interpretatie van de eisen, tienduizen-den guldens kunnen bedragen, gaan we vro-lijk verder met het 'niet-aanpakken' van hetprobleem en bl?kthet moeilijk ompartijen toteen structurele oplossing te laten komen.Waar zit de oorzaak van het probleem?Helaas moeten we constateren dat de bouw-industrie zelf de belangr?kste veroorzakervan het probleem is. Inde jaren zestig heb-ben we allen om hethardstgeroepen dateengladde bekistingsplaat een schoon betoncoppervlak, zonodigbehangklaar, kon opleve-ren. Een kreet die in dankbaarheid is aancvaard door architecten, projectontwikke-laars en andere opdrachtgevers. Pas de laat-ste jaren Z?n we dit aan het nuanceren. 8e-kistingsplaatmateriaal is opgebouwd uithout, een natuurlijk (gegroeid) materiaal,met specifieke toleranties en materiaalei-genschappen waar terdege rekening meemoet worden gehouden.pervlakte-oneffenheden).? Er isgeen eenvoudige test om de geschikt-heid na x maal inzet vast te stellen.De leveranciers daarentegen zeggen:? Men behandelt de platen niet goed.? Het is telkens weer een pr?zenslag.? Kwaliteit wordt nauwelijks meegenomen inde beoordeling van de aangeboden plaat-soorten.? We z?n de laatste in de r? en dus w?st ieder-een b? problemen naar ons.Samengevat bestaat er in het algemeen ge-brek aan kennis over het gedrag van plaat-materiaal dat wordt toegepast als bekisting.Tevens is er te weinig aandacht voor de pr?s-kwaliteitverhouding, voor de omschrijvingvan re?le toleranties en voor de noodzaaktot zorgvuldige behandeling van het mate-riaal.De oppervlakte-eisen die in de V8U z?n aan-gegeven, laten zich moeil?k naareen bepaal-de plaatkeuze vertalen. Helemaal onduide-lijk is de situatie b? 'schoon beton'.Activiteiten CUR-cornmissieB55In 1991 werd de CUR-commissieB55 'Plaat-materialen voor bekistingsdoeleinden' gehstalleerd. Deze commissie was samenge-steld uitvertegenwoordigers van alle betrok-ken partijen. Wat heeft deze commissie ge-daan om tot verduidel?king te komen?Allereerst heeft 855 de problematiek ge?n-ventariseerd, niet alleen vanuit het oogpuntvan de architect/ontwerper, de aannemeren de producent/leverancier, maar ook van-uit het technologisch oogpunt van de mate-rialen beton en bekisting.De opzet van 855 was om tot regelgevingvoor het gebruik van plaatmateriaal als be-kisting te komen. De commissie zou instru-menten moeten opleveren om tot gerichtekwaliteitseisen te komen voor de bekistings-platen en voor het proces van be- en ontkis-ten.Zoals voor velen wel duidelijk was, bleek daterbehoefte bestond aan informatie over ma-teriaaleigenschappen van plaatmateriaal,afgestemd op de uitvoeringen gebaseerd opbouwplaatsomstandigheden. Met name be-stond behoefte aan informatie over:? De invloed van vermoeiing op de plaatei-genschappen.? De invloed van verhoogde vochtigheid opde mechanische eigenschappen van hetplaatmateriaal.Om kwaliteitseisen meetbaarte kunnen ma-ken, was tevens behoefte aan:? Geschikte beproevingsmethoden om relecvante gegevens van plaatmateriaal te kun-nen vaststellen.? Grenswaarden om part?en plaatmateriaalop kwaliteit te kunnen beoordelen.Wat zijn de klachtenVeel gehoorde klachten van architecten enontwerpers over bekistingsplaten z?n:? De oppervlakte-toleranties die met hetplaatmateriaal in acht genomen moetenworden, z?n te groot.? De platen worden niet goed behandeld.? Er zit teveel kwaliteitsverschil tussen deeerste en de laatste inzet van dezelfdeplaat.Aannemers hebben de volgende klachten:? De kwaliteitvan de plaatvarieertte veel. Eris dus geen constante kwaliteit, waardoorze nietaf kunnen gaan op een factor pr?s/kwaliteit.? Er moet erg zorgvuldig met de platen wor-den omgegaan, daarmee moet alt?d reke-ning worden gehouden.? Afnamecontrole is nauwelijks mogel?k.Het gedrag van de plaat manifesteert zichpas veel later (zwelling, vermoeidheid, op- Er is dringend behoefte aan kwaliteitsomschrijving voor bekistingsplatenCEMENT1995/ 11 77? ? materialen ? bekistingenTabel 1Beproevingsdoe/stellingen(l t.m. 14) en beschikbare normen voor triplex(inventarisatie 1992)Tabel 2Beproevingsdoelstellingen (1 t.m. 14) en beschikbare normen voor spaanplaat(inventarisatie 1992)De commissie 855 had daarom de volgendeopdracht:? Het verzamelen van gegevens om te ko-men tot een nieuwe beproevingsnorm voorplaatmateriaal.? Het bepalen van relevante plaateigen-schappen voor verschillende plaattypen.? Onderzoek naar de effecten van vermoei-ing en vochtigheid.? Het opstellen van aanbevelingen voor pro-. duktie, gebruik en onderhoud.? Het afstemmen van de aanbevelingen meteEN normen 'Wood based panels'.De commissie heeft voorzover het beschik-bare budget dit toeliet, van 1991 tot 1993het volgende gedaan:? Ge?nventariseerd wat er in Nederland enEuropa aan regelgeving beschikbaar is.? 80uwplaatsmetingenaan bestaand be-tonwerk uitgevoerd.? Ge?nventariseerd wat er internationaal ge-daan wordt aan onderzoek op dit gebied.? Ori?nterend onderzoek uitgevoerd om totstandaard beproevingsmethoden te ko-men.? Opstellen van gebruiksrichtlijnen voor toe-passing van bekistingsmateriaal op basisvan het gewenstebetonoppervlak.Uit inventarisatie van de bestaande regelge-ving bleek datgeen van de omschreven proe~ven tegemoetkomt aan de vaststelling vande invloed van vocht en vermoeiing op demechanische plaateigenschappen. Zie? ta-bel1 en 2.Uit het ori?nterende onderzoek heeft 855geconstateerd dat repetitie en verhoogdvochtgehalte aanzienlijke invloed hebben ophet doorbuigingsgedrag van de plaat. Lang-durige belasting heeft progressief vervor-mingsgedrag tot gevolg (kruip en blijvendevervorming), waardoor de plaat 'schijnbaar'minder buigstijf is (vermindering van deE-waarde met ca. 20%).Verklaring cijfers tabellen 21. Determinatie houtsoorten/deklagen,c.q. classificatie2. Bepaling E-modules3. Bepaling treksterkte4. Bepaling schuifsterkte5. Bepaling druksterkte6. Bepaling hardheid7. Bepaling vochtgehalte788. Bepaling zwelling9. Bepaling dichtheid10. Bepaling duurzaamheid lijmverbinding11. Bepaling weerstand tegen schimmels12. Bepaling afmetingen13. Bepaling homogeniteit14. Bepaling oppervlakte-kwaliteitTabel 3 geeft de meetresultaten van de uit-gevoerde 4-punts buigproeven onder ver-hoogde vochtigheidsomstandigheden entemperatuurverhoging.De meetresultaten van fase 1 tot en met 5zijn in een tijdspanne van 6 uurgemeten. Fa-se 6 is gemeten nadat de platen 24 uuron-CEMENT1995/11_---~-+-----+--------------"fproefstuk2_~_ _----+-----+----~~--------"proelstuk5Tabel 3Verloop van de E-modulus bij hoge vochtigheid enlof temperatuurI'~i \ --....~---+-~~--~---_-< proefstuk 1!3 ....."???.?.?, ??????.???.???.??????.?????????.?.??,??.?_.,.?.?.???.?"??-+....._..,..._....__.-+...__~.._. ._.......?.. ..?.__..__., proefstuk 32'-1-0~---"..----:r..:-------:1"'44:-------:I'92;:---~-:2:;r,40;-----:2:;r,88;-----336;r.--~-,;L14Uren vanaf 1=0 (d.d. 11-
Reacties