Koud-getordeerd staal voor gewapend betondoor P. J. van TussenbroekIn Cement 6 (I9S4) Nr 13-14, blz. 187-192 is reeds aangegeven,hoe koud-getordeerd staal kan worden toegepast in gewapendbeton. Hierbij is in hoofdzaak uitgegaan van de toelaatbarescheurbreedte met het oog op corrosiegevaar.Aangenomen was, dat de bovenste grens van het gebied, waar descheurwijdte van 0,1 mm was gemeten, maatgevend zou zijn.In de grafiek is te zien, dat deze bovenste grens overeenkomtmet een gemiddelde scheurwijdte van 0,13 mm. De gemetenscheurwijdten traden op bij een eenmalige belasting van deproefbalken.. Herhaalde (meermalige) belastingen gaven groterescheurwijdten. Bovendien kunnen in een bouwwerk nog trek-krachten in de lengte-richting van de liggers optreden tengevolgevan temperatuurschommelingen en krimp. Het is daarom be-grijpelijk, dat in werkelijkheid de scheurwijdten groter zullenzijn dan die gemeten bij een eenmalige belasting.De temperatuur- en krimpinvloeden zijn voor verschillendebouwwerken variabel en dus niet met een vaststaand cijfer aante geven. De invloed van de meermalige belasting is met proevenvast te stellen. Door T.N.O. is hiervoor 27% gevonden; doorandere onderzoekers zelfs 100%.Mede in verband met de invloed van de temperatuurwisselingenen de krimp is aangenomen dat de, met een eenmalige belastinggevonden, scheurwijdte nog met 50% moet worden vergrootom de praktisch optredende scheuren vast te stellen.Voor betonconstructies, die direct met de buitenlucht in aan-raking komen of in een vochtige omgeving verkeren, is eenscheurwijdte van maximum 0,2 mm toelaatbaar, zonder dat veelgevaar voor corrosie van de wapening zal optreden. Reken-kundig moet dan de scheurwijdte bij een eenmalige belastingop 2/3 ? 0,2 = 0,13 mm worden aangenomen, wat in de publicatiein Cement 6 ( 1954) N r 13-14 is gedaan.Voor betonconstructies binnenshuis, welke:niet direct met de buitenlucht in aanraking komen,niet in een vochtige omgeving verkeren enwaar geen agressieve dampen of stoffen aanwezig zijn,zal de maximum scheurwijdte iets groter kunnen zijn dan 0,2 mm.Gaat men uit van een maximum scheurwijdte van 0,3 mm, danmoet, rekening houdende met een scheurwijdtevergroting van50% door bovengenoemde invloeden, in de grafiek het middenvan het gebied van de 0,2 mm scheurwijdte als maatgevendworden aangenomen, daar 2/3 ? 0,3 = 0,2 mm.In de hierbijgaande grafiek is dit met een lange streeplijn aan-gegeven.Nu is reeds meerdere malen door de constructeurs gevraagd:??n toelaatbare spanning voor koud-getordeerd staal vast testellen.Voor betonconstructies, die direct met de buitenlucht in aan-raking komen, is dit niet mogelijk, of er zou de laagst aangegevenspanning van 1700 kg/cm2moeten worden aangehouden, waardoorde economie van zo'n constructie wel in het gedrang zal komen.Voor deze constructiedelen blijft dan ook hetjgestelde in Cement(1954) Nr 13-14 van kracht.Voor constructies binnenshuis, met inachtneming van de reedshiervoor gemaakte restricties, is het wel mogelijk ??n bepaaldespanning aan te houden en wel 2100 kg/cm2, waarbij dan vanzelf-sprekend de Bouwcontr?le volgens afdeling VI der G.B.V. 1950moet worden toegepast. Uit de grafiek blijkt toch, dat de lijn van2100 kg/cm2staalspanning en het midden van het 0,2 mm scheur-wijdtegebied elkaar snijden bij een wapeningspercentage vanongeveer 1,4%.Toch moeten hierbij enige nadere bepalingen worden gesteld:1. de getrokken betonz?ne moet over een hoogte, welke onge-veer gelijk is aan 0,1 maal de hoogte van de ligger, van langs-wapening zijn voorzien. Moeten daarvoor 2 lagen wapeningworden toegepast, dan moet de doorsnede van de bovenstelaag ten minste gelijk zijn aan 2/3 van de doorsnede van deonderste laag.Voor bepaling van de nuttige hoogte mag het zwaartepunt vande gezamenlijke doorsnede van de 2 lagen worden aange-houden;2. langs de opstaande zijden van balken moet langswapeningworden aangebracht, welke ten minste een diameter moethebben van 6 mm en waarvan de afstand ten hoogste 20 cmmag zijn;3. alle staven moeten eindigen met schuine of ronde haken.Het buigen van de haken moet geschieden om een kern,waarvan de diameter ten minste gelijk is aan 5 maal de staaf-diameter.Alle andere ombuigingen moeten geschieden om een kern,waarvan de diameter ten minste gelijk is aan 10 maal de staaf-diameter;4. indien voor de schuine trekspanningen wapening (schuif-wapening) noodzakelijk is, moet ten minste 75% van deschuine trekkracht worden opgenomen dooropgebogen stavenen de rest van die trekkracht door beugels.Bij kraagarmen kan het nodig zijn, dat in elke doorsnede devertikaal-afschuivende kracht door wapening wordt opge-nomen;5. drukwapening mag niet in rekening worden gebracht;6. het minimum wapeningspercentage bedraagt voor statischonbepaalde constructies 0,2% en voor statisch bepaaldeconstructies 0,3% betrokken ?p de nuttige hoogte;7. voor zover hiervoor niet anders is aangegeven, blijven debepalingen t/m afdeling VII van de G.B.V. 1950 van kracht, metuitsluiting van het gestelde in artikel 34 onder B2.In een gezamenlijke bespreking van de diensten van Bouw- enWoningtoezicht van Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdamis overeengekomen, voor betonconstructies die niet direct metde buitenlucht in aanraking komen en met inachtneming van debepalingen I t/m 7, de maximum staalspanning voor koud-getor-deerd staal op 2100 kg/cm2te stellen, mits deze constructieszich niet in vochtige ruimten (wasserijen, enz.) bevinden en deaanraking met agressieve dampen, stoffen of vloeistoffen is uit-gesloten !Met de maximum toegelaten staalspanning zal de optredendescheurwijdte ongeveer 0,3 mm z?jn.Rotterdam, januari 1956
Reacties