IR.J.G.WIEBENGA (1886 - 1974),CONSTRUCTEUR/ARCHITECTVAN HET NIEUWE BOUWENJan Molema en Wessel de Jonge, Stichting Analyse van Gebouwen, DelftOp 19 december a.s. is het 100 jaar geleden dat irJ.G.Wiebenga inSoerakarta (Java) werd geboren. De Stichting Analyse van Gebouwen diezich ervoor beijvert meer bekendheid te geven aan de architectuur vanhet'jonge' verleden, in het bijzonder het 'Nieuwe Bouwen', bereidtmomenteel een tentoonstelling en de uitgave van een boek voor over hetwerk van architect en constructeurJan Gerko Wiebenga.Wiebenga geldt als een apostel van het Nieuwe Bouwen dieinternationale bekendheid kreeg als (mede-)ontwerper van een aantalmarkante gebouwen in Nederland.AA Boon schreefdaarvoor reeds:'Gebogen daken met kleine pijlhoogtegeveneengrootenhorizontalendrukbijde oplegging. In den regel laat men diekracht door een ijzeren trekband opne-men Fig. 108. Die trekstaaf blijft onbe-schermd; een bekleeding met betonlijke vertaling leverde onder meer ge-wapend betonnen trekstaven op, dieWiebenga in later werk vaker zou toe-passen, zij het in veel slankere vorm.studentjanGerko Wiebenga, die enigs-zins tegen zijn zin de weg- en water-bouwopleiding aan de toenmaligeTechnische Hogeschool in Delft wasgaan volgen. Enigszins tegen zijn zinomdat hij zelfhet vakvan architect am-bieerde, zoals naderhand voortdurendtot uiting kwam.Eerste periodeDirect na zijn studie in Delft begonJanGerko op 13 februari 1912 aan een langeloopbaan, waarin hij betrokken raaktebij de bekendste gebouwen uit het'Nieuwe bouwen'. Vermoedelijk starttehij zijn carri?re met de bouw van de fa-briek Soci?t? C?rarnique (later van deSphinx) in Maastricht. Deze hallen-structuur, bijzonder door de uitbreid-baarheid, vormde ??n van de eerste be~langrijke volledige betonskeletten inNederland2). f---~--~--------j1 Jan Gerko Wiebenga? (archieffamilie Wiebenga)Hoewel uit de weinige bewaard geble- l-- ~ ---Jven documenten ?W?ebenga's betrok-kenheid niet blijkt, is deze wel voor dehand liggend3). Zowel zijn verdere car-ri?re wijst in die richting als het feit dathij tegelijkertijdindienstvandeBredaseondernemer Stulemeijer een hal bouw-de voor de gemeentelijke gasfabriek inMaastricht. Dit was een curieus gevalvan vrij ondernemerschap: Het beton-bedrijf van Stulemeijer, later IGB,brachteen offerte uitvoor de uitvoeringin gewapend beton van een Duits aan-bod voor eenstaalconstructie. De letter-In 1908 schreef AA.Boon c.i. in hetvoorberichtvan zijn 'Gewapend be-ton, een handleiding':'Ten slotte moet nog ??n zaak nadruk-kelijk gememoreerdworden. De gewa-pend-betonconstructieszijnbestand te-gen de grootste stooten en trillingen.Niet alleen hebben jarenlange ervarin-gen met spoorwegbruggen, die doorzware locomotieven zijn bereden ditaangetoond, maar ook de rampzaligeaardbeving te San-Francisco in 1906,heeft in deze een voor de gewapendeconstructies reusachtige reclame ge-maakt. Immersvoornamelijkde gebou-wen in gewapend beton, waaronder dewelbekende reusachtige wolkenkrab-bers, hebben met succes weerstand ge-bodenaande heftige bevingenende ko-lossale branden, die de stad hebben ge-teisterd. Zware neervallende stukkenmochten plaatselijk, een weder spoedigte herstellen schade veroorzaken, nooitgaven zij aanleiding tot een instortingvan het geheel (zie ook 'De Ingenieur'1904, No. 2). Baksteenen gebouwen zijnals kaartenhuisjes in elkander gezakt,dood enverderfbrengend aan de nabij-zijnden, door hun omvallende muren,terwijl de andere constructiematerialenals houtenijzerdoorverbrandenenver-weken de catastrophe nog hebben ver-ergerd'I).Deze misschien wat al te nadrukkelijkelofzang op het gewapend beton moetwel indruk hebben gemaaktop dejonge18 Cement 1986 nr. 122 Fabriekshal van de Soci?t?C?ratnique, later de Sphinx teMaastrkht, 19123 Constructie gewelfd dak, uitA.A.Boon's 'Handleiding van 1908'Giethal van Siemens en Halske teBerlijnDe stoomcacaofabriek Kwatta teBreda - J.G.Wiebenga 1914staatnietergfraai, redenwaaromerdik-wijls een dun schijngewelfonder wordtaangebracht'I).Met deze laatste aanbeveling van deschrijver was Wiebenga het klaarblijke-lijk niet eens.Hoever strekte de betekenis van dezeeerste werken waarbij Wiebenga alsconstructeur-ontwerper betrokkenraakte? Daar is vooralsnog door de be-perkte kennis over deze periode in debetonbouw geen nauwkeurig oordeelover -te geven4). Internationaal gezientelt de Nederlandse betonbouw eigen-1. Uit 'Gewapend Beton. Een handleidingvoor de studie van materialen, constructieenz., door A.A.Boon', Leiden 1908, blz. 3,4en622. Werninks Betonfabrieken bouwden,bijvoorbeeld, daarvoor reeds dezeepfabriek "De Adelaar" te Wormerveer3. Het is droevig te moeten constateren hoeslordig men vaak omgaat metdocumenten die naderhand (voorrenovatie, restauratie ofonderzoektout-court) fundamentele informatiekunnen vormenCement 1986 nr. 12lijk nog niet mee, zeker niet voor zoverhet de bouwkunst betrof. In het 'Hand-buch f?r Eisenbetonbau' van de M?n-chense hoogleraar E..von Mecenseffy(Berlijn 1911) komt geen voorbeeld uitons land voor. Omgekeerd zien we inNederlandse publikaties wel veel bui-tenlandse voorbeeldenS). Het ligt danook voor de hand de inspiratie voorWiebenga en zijn collega's in die tijdbuiten onze grenzen te zoeken.Voor de Soci?t? C?rarnique kunnen weons richten naar het Oosten: perron-overkappingenzoals inLangendreer, de4. Injuni 1985 is de Groep Geschiedenis vande Bouwtechniek, verbonden aan deFaculteit der Bouwkunde van de TUDelft, begonnen aan een onderzoek naarde historische ontwikkeling vandraagconstructies van gebouwen inNederland, in opdracht van de R?jksdienstvoorde Monumentenzorg5. AA.Boon noemt 16 buitenlandsevaktijdschriften over cement en voortseen zestigtal boektitels waaronder ??nNederlandse: L.A.Sanders' "Hetcementijzer in theorie en praktijk",Amsterdam, 1907giethal van Siemens und Halkse in Ber~lijn waren in 1911 actuele constructies.Uit het zuiden waren de systemen vanMonier en van Hennebique binnenge-haald.In samenhang met de Eerste Wereld-oorlog ontwikkelde de betonbouwzichsnel in allerlei experimenten. Hieruitkwam in de loop van enkele jaren eenklein aantal interessante, bescheidenge-bouwen voort, zoals een zaadpakhuisvoor de Heidemaatschappij in Arnhemen een uitbreiding van een cacaofabriekinBreda6). Inde meesteVan deze gebou-6. Deze, en de vele andere gebouwen die indit beknopte artikel niet voldoendekunnen worden toegelicht, komenuitgebreid aan de orde in het boek'J.G.Wiebenga, apostel van het NieuweBouwen" van de Stichting Analyse vanGebouwen, dat door uitgeverij 010 inapril 1987 zal worden uitgebracht196 Praktijklokaal met betonspantenuit de Nijverheidsschool teGroningen - Wiebenga en Van derVlugt,19227 Z{)Unestraal, hoofdgebouw in 1928- Duiker en Bijvoet, 1926wenwerdenbetonblokken toegepastuitdochterondernemingen van de groot-industrieel Stulemeijer. Van groter be-lang uit deze periode zijn echter hetwinnende ontwerp voor een brug bijNijmegen, dat onuitgevoerd bleef, enenige koepels in gewapend beton, waar-in die van de Cenakelkerkin Groesbeekmet een diameter van 14,50 m als eenprestatie zonder precedent moest wor-den beschouwd7).Na enige tijd leraar geweest te zijn aande Academie voor Beeldende KunsteninDen Haag, inwelke periode de beton-constructie voor de Rijksacademie inAmsterdam (1917-1919) waarschijnlijkhet eerste werkverband met Duiker enBijvoet betekende, vertrok Wiebenganaar Groningen.GroningenVanaf 1 januari 1922 was Wiebengawerkzaam 'voorde reorganisatie vanhetnijverheidsonderwijs en voor den bouwder Nijverheidsscholen van de Ge-meente Groningen'B), hetgeen resul-teerde in eenvoorstel de MTS en de am-bachtschool samen te voegen in eennieuw gebouw, waarvoor nog in dat-zelfdejaar een plan ter tafel kwam.Hoewel het ontwerp op naam staat vanVan der Vlugt en Wiebenga, wintde vi-sie dat de laatste hierin toch hetoverwe-gende aandeel had, meer en meer aan-hangers9). Het zou overigens niet delaatste keer zijn dat de civiel~ingenieurWiebenga een heuse architect naastzichgeplaatst zag; vertrouwde men een 'ci-viel' niet als ontwerper?De scholen bestaan uit twee blokkenmetleslokalenaan de stratendie hetter-20rein aan de lange zijden begrenzenwaartussen uitbreidbare praktijkruirn-ten zijn gebouwd.De blokken met lokalen hebben eenskelet van gewapend beton. De balken,meteenoverspanningvan 7 m dwars opde lengterichting van het gebouw, heb-ben een overstek dat per vloer vergroot.Door de optredende momentenreduc-tie kon de dimensionering van de bal-ken bescheiden blijven.De praktijkruimten zijn voorzien vanbetonnen spanten met een overspan-ning van 8 ffi. Door de hellende gedeel-ten te beglazenontstonden ruimten meteen goede lichttoetreding, terwijl detoepassing van spanten het, door hunhoogte en sterkte, mogelijk maakte dezete benutten voor de bevestiging Van ta-kels en dergelijke.Met de bouw van de school verrees, ineen tijd van heftige theoretische discus-sies overhet'NieuweBouwen'onderar-chitecten het eerstelO) gerealiseerdewerkin deze stijl van de hand vaneenci~viel ingenieur. Met nog enkele gebou-wen van latere datum werd de MTS eenbron van inspiratie voor een nieuwe ge-neratie ontwerpers die in die jaren nogaan het begin van hun carri?re stonden.Zo citeerden Bijvoet en Duiker de ont-werper van het gebouw in 1924:'Een geheel nieuw schoonheidsbeeld iszich aan het ontwikkelen, er op geba-seerd om niet slechts de onbewegelijkegoederen onzer dagelijksche omgevingin behoorlijk verband te zien, maar ditverband nog bovendien tot de beweeg-lijke deelen dezer omgeving wil uit-strekken, zoodat een eenheid van hogerorde ontstaat het is een schoonheid, diereeds tot uiting komt in de (bovenbe-doelde) beweeglijke deelen onzer om-geving, zoalsin automobielen, kleeding,electrische ornamenten e.a. Het eige-naardige van deze schoonheid is, dat zijzuiver ontstaan uit de noodzakelijkheid,een functioneel verband vooropstelttusschen de levensbehoeften en devorrn, waarin deze tot uitdrukkingkomt...'ll)In datzelfdejaar realiseerden Duiker enBijvoet hun eerste 'moderne' ontwet-penl2l.AmerikaIn mei 1924 vertrok Wiebenga naarNew York waar hij zich onder meer be-zig hield met het ontwerpen van aard-bevingsbestendige gebouwen voorGuaternala. In september van het vol-gendejaar keerde hij terug naar Neder-land en vestigde hij zich te 's-Graven-hagel3).Deinde USAopgedaneindrukkenvon-den hun weerslag in een aantal artike-len, metname inhetblad 'Bouwwereld'.Vooral de rationalisatievanhetbouwen,zoals die in de Verenigde Staten in depraktijk werd gebracht, onder invloedvan de idee?n van Taylor en Gilbteth,kwam herhaaldelijk aande orde in arti~kelen over organisatie van de bouw-plaats, hei-methoden, machines voorhoutbewerking enz. Opmerkelijk is bo-vendien dat hij veel aandacht besteeddeaan hoogbouw; niet zozeer de construc-tiemethode als wel de rationele bouw-wijze van wonil:].gen en het verschaffenvan vrije tijd aan de bewoners door hethoge voorzieningenniveau, werden indeze opstellen alsvoordelengenoemd14).Cement 1986 nr. 12Het ontwerp voor de Van Nelle-fabrieknam eveneens een aanvang in 1926. Vander Vlugt, die eerder met Wiebenga sa-menwerkteaanonderandere deMTSinGroningen, kreeg van directeurVan derLeeuw de opdracht om uiterste aan-dacht te besteden aan het werkklimaatin de fabriek18).Alweer speelde het toetreden van lichten lucht een belangrijke rol, ditmaalnaast de organisatie van de fabriek, dieDe tijdelijkheid van het gebouw blijkt,onder meer uit de soms wel heel een-voudige detaillering die niet uit onwe-tendheid is voortgekomen, zoals veelal8 Van Nelle fabriek te Rotterdam -Brinkman en Van der Vlugt,1926 - 1930Het gebouwencomplex heeft eendraagconstructie16)die bestaatuitliggers'Zonnestraal'werd van de drie heteersteopgeleverd, in juni 1928. Omdat hetcomplex eigenlijk ~~n tijdelijke functiehad (TBC zouimmersbinnenafzienba-re tijd worden uitgebannen) is het nogaltijd de vraag waarom hiervoor een be-tonskelet is gekozen; de meeste nieuwgebouwde sanatoria bestonden uit laag-bouwcomplexen met een houtskeletIS).Ook de voorontwerpen van Duiker enBijvoet16) hadden een dergelijke con-structie, maar begin 1926 ontstond een '----------------------~----------~nieuw ontwerp in gewapend beton. Het in de lengterichting van de gebouwen gemakshalve wordt aangenomen, maarlijkt erop dat Wiebenga pas later bij.de met een overspanning van telkens 9 m uit rationele afweging van prijs en le-plannen kon worden betrokken, zodat en meestal een verjongend overstek van vensduur. Dat de gebouwen nu noghij bij zijn terugkeer uitAmerika metde nog eens 3 m. De dunne plaatvloeren overeindstaan,magdanookalseennietneus inde boter viel: hoofdopzet, maat- (8-12 cm dik met afzonderlijke boven- geringe prestatie worden beschouwd,systeem en constructieprincipe waren en onderwapening!) overspannen dwars vooral omdat bepaalde gedeelten alja-door de architecten vermoedelijk reeds daarop telkens 3 m en hebben een ver- ren niet meer worden onderhouden17).vastgelegd. jongend overstek van 1,5 m. Het af-In verband met de toetreding van licht bouwpakket bestaat deels nog steeds uiten lucht en de gepropageerde mate- kalkzandsteen binnenwanden en eenriaaleconomie, die in dit geval behalve montagegevel van stalen INP-8 profie-een architectonisch uitgangspunt ook lenals stijlen, waartussen stalen rameneen bittere noodzaak was door de be- en borstweringspanelen van cement-perkte middelen van de opdrachtgever, mortel op steengaas en wapening.stonden de ontwerpers voor de opgavezo slank mogelijk te construeren.In 1926 raakte hij betrokken bij hetont-werpen van zowel Sanatorium 'Zonne-straal' te Hilversum als de Van Nelle-fa-briek te Rotterdam en eenjaarlater be-gon hij samen met Duiker aan de ont-Wikkeling van het ambitieuze hoog-bouw-complex Nirwana in Den Haag.MiddenperiodeMet de degelijke ondergrond uit de'IGB-periode'en de prikkelende ver-nieuwingen waarmee hij in Amerikakennismaakt~ als bagage, begon Wie-bengaaan eennieuwefase vanzijnloop-baan.7. architectJStuyt8. Informatie van de 'Staat van Dienst' diewij van de erven Wiebenga ter inzagekregen9. Ben Rebel in "Het Nieuwe Bouwen",Assen 1983, op blz. 98; D. van Woerkomin "Het Nieuwe Bouwen,Voorgeschiedenis", Delft 1982, stelt zelfsdat 'het aandeel van Van der Vlugthooguit die van "corrector" van de gevelsgeweest kan zijn' (blz. 85)10. Ben Rebel, ib. idem, blz. 98 en D. vanWoerkom, ib. idem blz. 8511. B.Bijvoet enJDuiker, De nieuwenijverheidsscholen te Groningen,Bouwkundig Weekblad 1924, p. 2312. Onder meer de wasserij te Diemen, heteerste gebouw van Duiker en Bijvoet meteen volledig betonskelet; zie het boek'JDuiker bouwkundig ingenieur",uitgave Bouw, Rotterdam 198213. Achtergronden over vertrek en terugkeerkomen aan de orde in het te verschijnenboek, zie voetnoot 614. Bouwwereld,jaargang 192615. Ook op het gebied van houtskeletbouwbezat Wiebenga ruim voldoende kennis,wat blijkt uit opstellen van zijn hand.Wiebenga's betrokkenheid is dus niet dereden geweest om voor gewapend betonte kiezen16. Zie het boek lDuiker bouwkundigingenieur' (voetnoot 12)Het feit dat een gebouw zich laat beschrijvenals aparre draag- en afbouwconstructie iseen verschijnsel dat eigen is aan debouwwerken van Het Nieuwe Bouwen,waaraan wij thans heel gewoon zijn, maarin die tijd was dat nog lang niet algemeengangbaar17. Deze informatie komt naar voren uit hetBouwtechnisch Onderzoek "JongereBouwkunst" dat door profH.AJ.Henket,ir.W deJonge, profA.HogeslagenirA.Schuur aan de TU Eindhoven en deTU Delft wordt verricht in opdracht vande Rijksdienst voor de Monumentenzorg.Het onderzoek moet - aan de hand van deervaringen met Zonnestraal - eenalgemene methodiek voor de restauratievan dergelijke gebouwen opleveren18. Zowel Van der Leeuw als Van der Vlugtwaren theosoofCement 1986 nr. 12 21Omdat het bouwen in eigen beheerzougebeuren reisde Wiebenga naar Brusselom te onderhandelenmeteenfinancier.Bij zijn terugkomst bleek Duiker al eencontract te hebben getekend met eenbouwfirma in Den Haag, die bijna fail-liet was. Het contract bevatte .slechts debouw van ??n blok.Het streven naar materiaalbesparingspeelde eenhelangrijke rol. Zo waren debuitenmuren aanvankelijk slechts vanin Amsterdam, Rotterdam en DenHaag. Uiteindelijk werd in de laatstestad een terrein gevonden voor vijfge-schakelde torens, later verminderd totdrie.iI~--Nirwana-flat in Den Haag -Duiker en Wiebenga, 1927Balkenplan van de Nirwana-flatroemd maakte was door de inbreng vanWiebenga werkelijkheid geworden.Het flatgebouw Nirwana was het voor-lopige resultaat van de pogingen dieWiebenga metDuikerondernamominNederland hoge woongebouwen te in-troduceren20). Uitgebreid beschreef hijde vele voordelen die dergelijke gebou-wen zouden hebben voor zowel de be-woners (luxe en vrije tijd bij een betaal-bare huur) als voor de eigenaar (snellebouwtijd, economische bouwwijze),terwijl ook de mindere kanten niet ver-zwegen werden: het 'liftenvraagstuk'.Duiker en Wiebenga probeerden loka-ties tevindenvoor eendergelijkgebouw10119. Paddestoelvloer in de Van Nellefabriek#~" .A~Met wetenschap van het bovengesteldekan moeilijk worden voorbijgegaan aande bijdrage van de 'constructeur' in hetontwerp voor Van Nelle, die veel verderging dan het bepalen van dimensies enwapening: de ongewone luchtigheid diede fabriek tot ver buiten Nederland be-De paddestoelvloeren waren een patentvan de Amerikaan C.Turner uit 1902.Aanvankelijk berustte het nieuwe sys-teem op een ingewikkeld patroon van L.,. -L~~~_ _~-----------wapeningsnetten, maar omstreeks 1910werd een nieuw systeemmet ??northa-gonaal wapeningsnet ge?ntroduceerd,dat de berekeningsmethode vergemak-kelijkt. Omstreeks 1915, toendeStoom-meelfabriek 'De Maas' te Rotterdam alseerste paddestoelconstructie in Neder-land werd uitgevoerd, werd de bereke-ning vandejuiste belastingafdracht nogaltijd als moeilijk ervaren.Er werd al direct uitgegaan van een ske-let, omdat dit het meest beantwoorddeaan de gestelde eisen van binnenkli-maat, uitzicht, materiaaleconomie eneen vrije werkvloer. Van der Vlugt ont-wierp daarom een skelet met balken.Wiebenga stelde voor de balken in de I-~~---~~~----~----jandere richting te laten overspannen,hetgeeneen materiaalbesparingzou op-leveren, maar slechts een dag later ont-ving Van der Vlugt opnieuw een briefmet het voorstel om de zogenoemde'mushroom'-constructie toe te passen:deze bespaarde niet alleen nog meermateriaal maar bovendien zoveel con-structiehoogte dat binnen het gesteldevolume nog een extra verdieping paste.Na enig aandringen was het de op-drachtgever die voor Wiebenga's ideekoos, vooral omdat de vlakke plafondseen betere lichtspreidingzoudengaran-derenI9).Het fabrieksgebouw is langgerekt enwordt trapsgewijs telkens enkele ver-diepingen lager: het hoogste deel is detabaksafdeling, het middelhoge be-doeld voor koffie terwijl in het laagstethee verwerkt wordt. Vermoedelijkwerdende grondstoffen naar de hoogsteverdieping getransporteerd en daaldehet produkt met elke bewerking verderaf om tenslotte verpakt in de magazij-nen te worden opgeslagen. Aan het Wa-ter werden de ondersteunende functiesondergebracht, als ketelhuis, garages endergelijke en bij de terreiningang een I-~~--~----------r-~------------...,...L~kantoorgedeelte.voor een belangrijk deel werd bepaalddoor het interne transport van grond-stoffenenprodukten.Gezienzijnpubli-katies in 1926 moet dit voor Wiebengakoren op de molen zijn geweest.22 Cement 1986 nr. 12~noordHoewel het gebouw een voorbeeld wasvoor de jonge generatie moest wel ge-constateerd worden dat Wiebenga enDuiker er nietin waren geslaagd de wo~ningen ook goedkoop te houden, het-geen niet geheel strookte met hun idea-len, zoals die in het bOel~je 'Hoogbouw'uiteengezet worden20).stellendoor middelvan de huistelefoon.Deze werden dan door de kok klaarge-maakt en met de goederenlift naar bo-ven getransporteerd. De vuilstortkokersmogen wegens brandgevaar niet meerwordengebruikt.Ofdegeplande kokersvoordevuileWas ooitzijngebruiktkon-den de huidige bewoners niet zeggen.De centrale verwarming is nog wel ingebruik. Voor de watervoorziening zijnin de dakopbouw twee waterreservoirsaangebracht zodat onafhankelijk vanhet waterleidingbedrijf altijd genoegdruk op de leidingen in het gebouwstaat. Opvallend is dat er geen voorzie-ning is getroffen voor glazenwassers enonderhoudsmensen, zodat deze nuhalsbrekende toeren moeten uithalenom hun werk te doen.verklaring1 hal'2. le&!ok?"'tal3 tet"l"".:u:.~verklartn91koleretort 6 lee...mK:l~len. ~~ F,~y?.el? 'k ~jliilckaal. ...4 le~lokadl_ 9 Cllr:e'l:leur. ~5 natUf..lt'k.lokaa1. K:I tollet~_llbalC.Ct1.. - - noord.IUIUIUU'~-~-;:::::;:::::?;::;::::\::1:;:::;:~....?. 0 ~7~III!III ~'M_a,d;~===t'r;,l.~-",!!r1"it,,;'"'::"~_J=L__ 111111 ~ ? _~ rrc-~ _plan begane grondplan verdiepingPlattegrond van de beganegrond ULO-school te Aalsmeer19. Een en ander blijkt uit de briefwisselingtussen Van der Vlugten Wiebenga,archiefWiebenga no. 59 NDB; zie BenRebel 'Het Nieuwe Bouwen', blz. 2420. Duiker schreefin samenwerking metWiebenga het boekje 'Hoogbouw',Rotterdam 1930, waarin op de voordelenvan hoogbouw wordt ingegaan. Hetboel~je is in 1981 door Van Gennepheruitgegeven. Wiebenga maaktebovendien deel uit van een commissie diemoest onderzoeken ofhoogbouw eenoplossing kon betekenen voor Amsterdam5 cm dik beton gedacht. Uiteindelijkzijn ze van 15 cm gemaakt, toch nog tedun, zodat er lekkage en condensatieoptrad,hetwapeningsstaal ging roesten,scheurenontstondenenhetisolatiekurkging rotten.Ook de afmetingen van de .kolommenen balken werden zo klein mogelijk ge~houden, zodat er zeer veel maten metsoms kleine verschillen zijn. De nood~zaak om op het materiaal van de draag~constructie te bezuinigen vloeide voortuit het feit dat de aanneemsom geba-seerd was op het aantal kubieke meterste storten beton. Dit aantal schijnt nogniet precies bekend te zijn gewe?st tij-dens het afsluiten van het contract, om-dat het aantal verdiepingen toen nogniet vaststond.Uit gegevens vanbouw- en woningtoe-zicht blijkt dat reeds een week na degoedkeuring van het plan begonnenwerd met de bouw. Deze vorderde nietzo snel, de tijdsduur fussen het stortenen ontkisten van een verdieping was1 tot 12 maanden.Al voor de oplevering werden de platte-gronden veranderd en aangepast aan dewensen van de afzonderlijke bewoners,die tevens aandeelhouders van de ex-ploitatiemaatschappij waren. Hetschijnt aanvankelijk moeilijkgeweest tezijnbewoners tevinden,watveranderdetoen de Rolls Royce dealer zichinde ga-rage op de begane grond vestigde.In augustus 1928 vinden nog ingrijpen-de wijzigingen plaats, waarbij de ko-lommenstructuur werd veranderd ter-______- - - - .-,-..., wijl fundering, kelders en beganegrondvloer reeds waren gestort. In 1930werd het gebouw opgeleverd; het wasdaarmee de eerste woon'torenflat' vanNederland.Een aantal voorzieningenis niet meer ingebruik of nooit gerealiseerd. Op deeerste tekeningen was er beneden eenkeuken waar men maaltijden kon be-Cement 1986 nr. 12 23De kop van het gebouw, zoalsuiteindelijk uitgevoerd1514 R.econstrtlctie'van het doorWiebenga ontworpenSophia-ziekenhuis te Zwolle, 1935 (foto:TU Delft, faculteit der Bouwkunde)GemeentewerkenMet de realisatie van deze drie bouw~werken, die metenkele andere hetbeeldvan het 'Nieuwe Bouwen' in de tweedehelft van de jaren twintig zo sterk be-paalden, vestigde Wiebenga definitiefzij~naam alskundig.constructeurenar-chitect.Het was daarom niet verwonderlijk dathij in 1923 doorde Gemeente Aalsmeerwerd benoemd tot Directeur Gemeen-tewerken. In dezegemeente bouwde hij~~ne;~~~~s~~h:o~aai- enKnipschool _ ??.....~..2.r-~-~~-----~~~~----------------;Dit laatste gebouw is een schoolvoor-beeld van eenvoud en economisch ma-teriaalgebruik. Een twee verdiepingenhoog deel met leslokalen is middels eenverkeerszone met gang, trappen en en-tree,gekoppeld aaneen lagevleugel metpraktijklokalen. De draagconstructie iseenvoudig: op elke hoek van een lokaaleen kolom, met daarop een balkenvier-kantvan8 x 8 m. Dedunne plaatvloerenhebben een verjongend overstek dat 'szomers alszonweringdientmaar's win-ters de zonjuist binnenlaat. Bij de lagevleugel kraagt aan de zuidkant het dakvan de gang uit op tweederde van de 10-kaalhoogte. Een dergelijke verspringingvan dakhoogte, die ook in het overblijf-lokaal gerealiseerd is, maakt het moge- 1-----------------------------,.........,---1lijk meer naar binnen gelegen ruimtenvan daglicht te voorzien.Het skelet werd afgebouwd met vul-wanden van baksteen en stalen ramen.Het gebouw leek zo sterk bepaald doorde eisen Van gebruik en doelmatigheiddatJ.B. van Loghem in zijn boek 'Bou-wen' (1932) opmerktedat het 'geheel totgebruiksvoorwerp geworden was'.Op 1 februari 1931 trad Wiebenga indienst van de Gemeente Zwolle als In-genieur Directeur van de TechnischeDienst. Naast enige projecten die niettot uitvoering zijn gekomen, realiseerdehij hier eenopenluchtbad en de uitbrei-ding van het Sophia-ziekenhuis (1935).Een maquette van dit laatste ontwerp(dat het werkverband Analyse van Ge-bouwen van de TU Delft aan de handvan enkele oude foto's heeftweten te re-construeren)21) toonteen buitengewoonzakelijk gebouw, dat uit niet veel meerzou hebbenbestaandan eenmetglas ge-sloten betonskelet. Hoewel personeelenstaf enthousiast geweest schijnen tezijn22), werd Wiebenga kennelijk op-nieuw geconfronteerd met een gebrekaan vertrouwen: gedwongen samen-werking met een architect leidde tothettoepassen van baksteen in de gevels,waardoor het gebouw veel van zijnluchtigheid verloor.Het Sophia-ziekenhu.is zou, indienWiebenga zijn visie had kunnenverWe-zenlijken, stellig meer erkenning heb-ben gevonden als een belangrijke bij-drage aan het 'Nieuwe Bouwen' en ze-ker als hoogtepunt in zijn carri?re alsontwerper.Laatste periodeIn 1938 trad Wiebenga in tijdelijkedienst bij de Genie in het Eerst Aanwe-zendschap te Haarlem, in 1939 gevolgddoor een vaste aanstelling.Hij vestigde zich in Den Haag waar hijtot zijn overlijdenin 1974 als zelfstandigarchitect werkzaam was en een enormehoeveelheid werken realiseerde6).Hoewel veel van deze kleinere gebou-wen bij analyse boeiende ontwerpenblijken, die voortgaan op de voor 1940ingeslagen weg, lijkt het of 'den warengeest', het enthousiasme voor het nieu-we, enigszins bekoelde. Ofdat nu ver-oorzaakt werd door gebrek aan erken-ning ofandere achtergrondenis nog on-derwerp van studie.Vast staat wel dat Wiebenga als con-structeuren architect een onmisbareschakel is geweest tussen de vroege be-tonbouwvanMonierenHennebiqueende huidige bouwpraktijk. Zijn grotekennis van het gewapend beton en devoorschriften voor toepassing ervan,leidde tot uiterste economie in mate-riaalgebruik en precieze dimensione-ringvanbouwwerken, zonderwelkehet'Nieuwe Bouwen' .als architectonischevisie wellicht nooit realiteithad kunnenworden.21. Enkele teruggevonden foto's van demaquette zoals die vermoedelijk doorWiebenga ofzijn medewerkers isgemaakt in de ontwerpfase, hebben alsbasis voor een reconstructie van hetmodel gediend. De reconstructie isverricht door het werkverband Analysevan Gebouwen van de TU Delft, demaquette is gebouwd door P.Poell enA.Staalenhoef.22. Van Loghem in de '8 en Opbouw', nr. 20,1935, p. 210 en 21424 Cement 1986 ur. 12
Reacties