Ir.H. van Dusschoten treedt af als hoofdredacteur vanCementIn mei 1980 ging ir.H. van Dusschoten met pensioen, na ruim40 jaar werkzaam te zijn geweest bij de Rijksgebouwendienst;de laatste 19jaarals directeurvan deAfdeling Constructie. Hijis een markante figuur, waardoor hij zich onderscheidt vananderen. Zo hebben velen hem meegemaakt in commissies enverenigingen binnen de betonwereld,maarookdaarbuiten. Inzijn vakgebied, dat van de utiliteitsbouw, gold hij als eenerkend deskundige. Zijn kennis en inzicht stelde hij in dienstvan het algemeen belang om zodoende de ontwikkelingen opzijn werkterrein te helpen bevorderen. Dat zijn medewerkingveelvuldig werd gevraagd, is evenwel niet uitsluitend terug tevoeren tot zijn deskundigheid, aangezien hij een brede be-langstelling heeft en zijn vakgebied niet van de rest isoleert.Ziehiereenweliswaarbeknopte, maar lovendeschets van zijnpersoon. Het is niet verwonderlijk dat ook de uitgever van hettijdschrift Cement om zijn medewerking verzocht, toen vierjaar geleden de toenmalige hoofd redacteur aftrad. Van Dus-schoten toondezich bereid om vooreen periode van vier jaardie taak op zich te nemen. Eind vorige maand liep dat tijdvakten einde en hebben wij in de redactieraad officieel afscheidvan hem genomen.Hij was de derde hoofdredacteur van ons tijdschrift. Cementverschijnt thans in de 33e jaargang, waaruit duidelijk wordtdat Van Dusschoten relatief gezien slechts korte tijd hoofdre-dacteur is geweest, maar daarom was hij niet minder waarde-vol.Het zijn zulke momenten van afscheid die ons, de redactie,doen beseffen wat de betekenis is van een hoofdredacteur. Integenstelling tot veel andere tijdschriften, berust de leidingvan de professionele redactie bij iemand die in de betonwereldeen bijzondere plaats inneemt. Hij kan daarmee worden gede-finieerd als de belangrijkste schakel tussen redactie en dewereld van het bouwen waarin hij zelfwerkzaam is. De lezersvan ons tijdschrift zullen beseffen hoe belangrijk die schakelis, daar onze artikelen vooreen groot deel afkomstig zijn vanvakmensen.Desamen werking van hoofdredacteur en redactie krijgt voor-namelijkgestalte in demaandelijkse vergaderingen, dooreengedachtenwisseling over de inhoud van toekomstige afleve-ringen, het voorbereiden van plannen en de toetsing daarvanaan de beleidslijnen. In moeilijke gevallen weet de redactiezich gesteund door het gewicht van een zakelijk of wijs oor-deel.Ir. Van Dusschoten heeft in het begin ongetwijfeld wat moeitegehad met deze, voor hem nieuwe taak. Hoe ver strekte zijnverantwoordelijkheid? Het was immers een nevenfunctie,waarvoor hij maareen beperkte tijd kon vrijmaken. Hoe be-langrijk is het dan wanneer iemand, zoals hij, al snel dekwintessens van ter discussie staande zaken doorziet, of-schoonzijnkenniseninzichtsom.sookalsballastkon werken,daar hij bij de beoordeling van sommige artikelen zich metmoeite kon weerhouden uitgebreid commentaar daarop televeren. Wie hem heeft meegemaakt, zal hem ook hierherken-nen van discussies in studieverenigingen. Van Dusschotenwas kritisch in het gebruik van de Nederlandse taal, toetstesoms elk geschreven woord aan functionaliteit. Toegegevenmoet worden dat menig artikel, ook van de professioneleredactie, die toets niet kon doorstaan. Het meest kritischstond hij echter tegenover zichzelf. Hij had er geen moeitemee te erkennen dat hetsch rijven van een artikel hem veel tijden moeite kostte, reden waarom wij in ditopzicht niet veel vanhem konden verwachten.De redactie bewaart goede herinneringen aan het regelmati-ge contact met hem. Hij heeft onsde waarde van zijn instel lingten aanzien van veel zaken doen beseffen, hij werkte inspire-rend en was bovendien iemand die de kunst verstond om deonder zijn leiding staande vergaderingen op een plezierigemanier te laten verlopen. De vraag rijst of de periode 'VanDusschoten' ook uit de redactionele kolommen valt af telezen. Een moeilijke vraag, die hij misschien ook aan zichzelfstelt. Een redactie komt pas op de laatste plaats om openlijkeen oordeel te geven overde kwaliteitvan het eigen tijdschrift.Wij zijn er wel van overtuigd dat die kwaliteit wordt bevorderddoor een goede samenwerking, zowel binnen de redactie alsmet de vele auteurs buiten de deur. Dat ir. Van Dusschotenhierbij een belangrijke rol heeft gespeeld staat voor ons vast.Wij zijn hem hiervoor veel dank verschuldigd.Hij wordt als hoofdredacteuropgevolgd door prof.ir.B.W. vander Vlugt. Wij vertrouwen op een even goede samenwerkingals wij met de scheidende hoofdredacteur hebben gehad.M.G.P.NelissenCementXXXIII(1981)nr.2 103
Reacties