dr.R.F.M.BakkerVereniging Nederlandse Cementindustrie(VNC), 's-Hertogenboschir.A.A.M, van de WijdevenIntron, MaastrichtInvloed van hoge druk inzeewater op de stabiliteit vancementsteenDeze bijdrage is een uitgebreide versie vande voordracht 'Fysisch-chemische stabili-teit van cementsteen onder hoge druk' doorir.A.A.M, van de Wijdeven. Deze lezing werduitgesproken op de CUR-VB-dag 1983, dieop 19 april?I. werd gehouden in Amersfoort.-Red.1a-bVerloop van de concentratie van zouten inbeton, geplaatst in zeewatera. 'Normale'situatieb. Situatie indien adsorptie,neerslagvorming en omgekeerde osmoseoptredenInleidingIn het kader van het onderzoek 'Duurzaam-heid van betonnen offshore constructies'van het Marien Technologisch Speurwerk(MaTS) is door Intron BV in samenwerkingmet BNC een onderzoek uitgevoerd naar deinvloed van hoge druk in zeewater op destabiliteit van cementsteen [13].Beton van goede kwaliteit heeft in een ma-rien milieu, zoals dat van de Noordzee, eennagenoeg onbeperkte levensduur. De scha-degevallen die zich in de praktijk hebbenvoorgedaan, betreffen bijna uitsluitendschade aan het oppervlak, veroorzaakt dooronvoldoende oppervlaktekwaliteit [1]. Degoede ervaringen beperken zich tot nog toetot ondiep zeewater. Het is onvoldoende be-kend of dit gedrag ook op grote tot zeergrote diepte gehandhaafd blijft (1000 m enmeer onder de zeespiegel). Een wezenlijkonderscheid is de hoge druk van hetzeewa-ter. Deze hoge druk kan consequenties heb-ben voor het fysisch-chemisch gedrag vande stoffen die gezamenlijk de cementsteenvormen.De volgende vragen dienen dan ook te wor-den beantwoord:a. Vinden er onder hoge hydraulische drukin cementsteen omzettingen plaats die desamenhang en de stabiliteit van de te vor-men of reeds gevormde cementsteen tenietkunnen doen?b. Indien bovengenoemde schadelijke om-zettingen alleen in combinatie met ionen enzouten uit het zeewater plaatsvinden, is deindringing van deze schadelijke zouten dansnel genoeg om binnen de vereiste levens-duur aanleiding tot schade te geven?Omzettingen ten gevolge van hogehydraulische drukEr moet onderscheid worden gemaakt tus-sen reeds gevormde en nog te vormen ce-mentsteen (ten gevolge van voortgaandehydratatie). Het is in principe immers moge-lijk dat de reeds gevormde cementsteen nietdoor hoge druk wordt veranderd, maar datnog te vormen cementsteen ten gevolge vande heersende druk een andere samenstel-ling of structuur krijgt.Op thermodynamische gronden kan wordengeconcludeerd dat de reeds gevormde ce-mentsteen door hoge druk alleen, geen om-zettingen zal ondergaan. De hoge druk ver-andert de ligging van het evenwicht vanvaste-stofreacties niet of nauwelijks [2, 3].Ook ten aanzien van de nog te vormen ce-mentsteen kan worden geconcludeerd datde kans op een ander gedrag gering is. Nochde snelheid, noch de aard van de cement-steenvorming zullen door hoge druk wezen-lijk worden be?nvloed.De vraag die dan resteert is of ten gevolgevan indringing van zouten onder de hogezeewaterdruk de samenstelling van het be-ton sterker verandert dan onder normalezeewateromstandigheden. Daardoor zouimmers toch nog destructie van de cement-steen kunnen plaatsvinden.Indringing van schadelijke zouten doorhoge drukDe hoeveelheid zeewater die door verhoog-de druk kan worden opgenomen is afhanke-lijk van de hoeveelheid lucht in de pori?nvan beton. Naast de normale hoeveelheidlucht in beton van 10a 15 l/m3wordt door dechemische krimp die bij de hydratatie op-treedt, nog een extra hoeveelheid pori?n ge-vormd. Deze chemische krimp bedraagt on-geveer 60 ml per kg cement. Bij een ce-mentgehalte van 400 kg/m3betekent dit eenextra pori?nvolume van 24 liter. In totaal zaler dus in goed verdicht beton, waarbij geenwaterverdamping heeft plaatsgevonden,maximaal circa 40 l/m3niet met water gevul-de ruimte aanwezig zijn. In het ongustigstegeval zal het reeds in beton aanwezige water(150 ? 200 l/m3) worden verdund met 40 Izeewater. De samenstelling zal dan gelijkzijn aan beton dat met verdund zeewaterwerd aangemaakt.De verdeling van het zeewater in het betonzal afhangen van de mate waarin vermen-ging van zeewater met poriewater kanplaatsvinden. Als het betonoppervlak v??rhet afzinken in diep zeewater, over een be-paalde diepte is uitgedroogd, dan kan deconcentratie van zouten in de pori?n van deoppervlaktelaag gelijk zijn aan de zeewater-concentratie (fig. 1a).Bedacht moet echter worden dat de in-dringsnelheid voor water niet gelijk hoeft tezijn aan de indringsnelheid van de opgelos-te zouten. Immers:- de zouten kunnen door het poriesysteemworden geadsorbeerd;- de zouten kunnen worden uitgewisseld;- de zouten kunnen met cementsteen reac-CementXXXV(1983)nr.8 525ties aangaan waardoor het poriesysteemverder wordt afgedicht;- het poriesysteem kan zich gedragen alseen semi-permeabele wand, die wel waterdoorlaat, maar geen zouten.Zodra het drukverschil tussen het oppervlaken het inwendige van het beton zal zijn op-geheven, kan de concentratieverdeling tengevolge van deze effecten eruit zien zoals infiguur 1 b is weergegeven.In dit geval is sprake van hogere concentra-ties van zouten in de oppervlaktelaag. Zulkeconcentraties komen ook voor in het opper-vlak van beton dat niet aan hoge waterdrukis blootgesteld. In die gevallen geeft ditechter geen aanleiding tot destructie vanhet beton.Er kan derhalve worden geconcludeerd datde samenstelling van beton onder invloedvan hoge zeewaterdruk niet zodanig kanveranderen, dat andere, minder stabiele ver-bindingen worden gevormd. De sterkte- envervormingseigenschappen zullen daaromniet wezenlijk veranderen.Een tot nu toe nog niet vermeld aspect is dehygrische zwelling vanjjeton. Onderwatergeplaatst beton neemt namelijk continu wa-ter op, onder gelijktijdige uitzetting. Onderhoge druk zal deze zwelling mogelijk snellerverlopen. Dit aspect blijft verder buiten be-schouwing, omdat deze zwelling niet ge-paard gaat met verlies van stabiliteit.LaboratoriumonderzoekTer verificatie van de vermelde conclusies iseen laboratoriumonderzoek uitgevoerd.Hierbij is als hypothese gesteld dat de stabi-liteit van cementsteen niet verandert, indiende druksterkte, buigtreksterkte en splijt-sterkte niet veranderen. Als proefstukkenzijn mortelprisma's vervaardigd, met afme-tingen van 1 6 x 4 x 4 cm3, water-cementfac-tor 0,45 en zand-cementfactor 3,00.Onderzochte variabelenA. ExpositiedrukDe expositiedruk is de hoofdvariabele vanhet onderzoek. De proefstukken zijn bloot-gesteld aan een druk van 10 MPa (100 bar).De proefstukken werden daartoe in drukva-ten geplaatst, opgesteld in een klimaatka-mer met een constante temperatuur van 5 ?C(de gemiddelde temperatuur op een dieptevan 1000 m in zee) (fofo 2). Referentiepris-ma's werden bij normale druk (0,1 MPa of 1bar) en eveneens 5 ?C bewaard.B. BeproevingsmediumMet kalk verzadigd leidingwater en zeewa-ter. Deze variabelen zijn gekozen, teneindena te gaan of een eventueel effect van dedruk samenhangt met de aanwezigheid vanzouten die in het zeewater aanwezig zijn.Verhardingstijd v??r expositieDe proefstukken zijn ge?xposeerd na resp. 1dag en 56 dagen verharden onder water bij20 ?C. Gekozen is voor twee, zo ver mogelijkuit elkaar liggende, waarden. Indien de drukalleen invloed heeft op de te vormen Pro-dukten, zal dit het meest duidelijk geconsta-teerd kunnen worden, wanneer het meren-deel van de hydratatieprodukten nog ge-vormd moet worden.D. ExpositieduurOm een eventueel tijdsafhankelijk effect vande hoge druk vast te stellen zijn twee ver-schillende expositietijden gekozen, resp. 7en 28 dagen.E. CementsoortPortlandcement en hoogovencement. Bei-de cementsoorten worden in Nederland toe-gepast. Deze cementsoorten verschillen insamenstelling en in fysisch-chemisch ge-drag. Nagegaan is of het effect van de hogezeewaterdruk op beide cementsoorten ge-lijk is.Bepalingen en metingenDe experimenten zijn zodanig ingericht datde volgende bepalingen uitgevoerd kondenworden:- buigtreksterkte;- druksterkte;- splijtsterkte;- massaveranderingen;- chloride-indringing.Omtrent de massaverandering dient te wor-den opgemerkt dat jonge mortel kwetsbaaris. De massabepaling van jonge mortel geeftdaarom een grotere onnauwkeurigheid. Demassatoename is bepaald als het verschil inmassa voor en na expositie.De proefstukken zijn verder onderzocht opchloride-indringing. Tijdens de beproevin-gen werden de niet behandelde prisma'smet vochtige doeken afgedekt om uitdro-ging te voorkomen. De beproevingen zijnuitgevoerd bij omgevingstemperatuur, on-geveer 18 ?C.ResultatenDe resultaten van het laboratoriumonder-zoek zijn statistisch verwerkt met de metho-de van Yates [6]. Uit de analyse blijkt welkeinvloed de diverse variabelen en hun inter-acties hebben op de verschillende eigen-schappen.Sterkte-eigenschappenHet blijkt dat de expositiedruk een te ver-waarlozen invloed heeft op de sterkte-ei-genschappen. Ook is er geen significantverschil in sterkteontwikkeling vast te stel-len (tabellen 1 t/m 3).Variabelen en interacties die een duidelijkeinvloed hebben op de sterkte-eigenschap-Tabel 1Invloed van de voorverharding op dedruksterkte na expositievoorverhardingdruksterkte (N/mm2)1 bar 100 bar1 dag56 dagen32,7 30,758,4 57,3Tabel 2Invloed van de expositieduur op dedruksterkteexpositieduurdruksterkte (N/mm2)1 bar 100 bar7 dagen28 dagen40,4 39,650,7 48,3Tabel 3Invloed van de cementsoort op dedruksterktecementsoortdruksterkte1 bar(N/mm2)100 barportlandcement(1d)39,0 36,1hoogovencement(1d)26,5 25,2portlandcement(56 d)59,0 57,7hoogovencement(56 d)57,8 56,9pen zijn in volgorde van afnemende invloed:- verhardingsduur v??r expositie;- expositieduur;- cementsoort.De effecten van deze variabelen op de druk-sterkte zijn bij hoge druk gelijk aan die zoalsze bij normale druk worden gevonden. Ditgeldt eveneens voor de buigtreksterkte ensplijttreksterkte.MassatoenameDe variabelen die invloed hebben op demassatoename zijn in volgorde van belang-rijkheid:- verhardingsduur v??r expositie. Bij eenkorte voorverharding wordt een aanzienlijkgrotere massatoename gemeten dan bij eenlange voorverharding {tabel 4). Dit is begrij-pelijk; tijdens de voorverharding is ookreeds water opgenomen, omdat de proef-stukken onder water zijn bewaard. Die hoe-veelheid kan tijdens de expositieduur nietmeer worden opgenomen. Het risico van op-name van schadelijke ionen wordt dan ookminder naarmate het beton voor het plaat-sen in zee langer wordt natgehouden;2Drukvaten waarin de mortelprima's wordenge?xposeerd, in de klimaatkamerCement XXXV (1983) nr. 8 526Tabel 4Invloed van de expositieduur op demassatoenameexpositieduurmassatoename (%)1 bar 100 bar1 dag56 dagen1,59 2,860,20 0,61Tabel 5Invloed van de cementsoort op dechloride-indringingcementsoort chloride-indringing(mm)1 bar 100 barportlandcementhoogovencement15,4 20,08,6 9,73Wateropname (absorptie en permeabiliteit)van betonnen bollen op diverse diepten inde oceaan [9]- expositiedruk. Bij een hogere expositie-druk wordt meer water opgenomen. Bij eenhogere druk zal de nog in het beton aanwe-zige lucht meer worden gecomprimeerd enkan derhalve ook meer (zee)water wordenopgenomen.Opvallend is dat de expositieduur niet alsbelangrijke variabele naar voren komt. Blijk-baar wordt de even wichtstoestand bij dekleine proefstukken snel benaderd.Chloride-indringingNa expositie en splijten werden de proef-stukken behandeld met een chloride-reagens, bestaande uit een oplossing vanzilvernitraat en kaliumchromaat. De chlori-depenetratie bleek bij portlandcementmor-tel duidelijk hoger te liggen dan bij mortel-proefstukken op basis van hoogovence-ment (tabel 5).Conclusies uit het laboratoriumonderzoekEnige invloed van de hoge (zee)waterdrukop de stabiliteit van de cementsteen kon nietworden vastgesteld. Wel heeft de hoge wa-terdruk afhankelijk van de voorverhar-dingsomstandigheden, invloed op de mas-satoename en de chloride-indringing.Waarnemingen in situBeton onder hoge waterdruk is in de praktijkgeen zeldzaamheid. In feite staat een deelvan het beton van stuwdammen, afhankelijkvan het niveauverschil, onder meer of min-der grote hydraulische druk. Voor zover be-kend heeft het gedrag van het beton onderdeze omstandigheden nimmer aanleidinggegeven tot twijfel aan de stabiliteit van decementsteen onder diezelfde omstandighe-den. Wel is de invloed van de hydraulischedruk via de pori?ndruk in het beton op de'uplift' van stuwdammen punt van discussie[7]. Dit is echter een zuiver physisch c.q.grondmechanisch probleem dat buiten deprobleemstelling van dit onderzoek valt.Het aantal gevallen, waarin onderzoek is ge-pleegd naar het gedrag van cementsteenc.q. mortel of beton dat gedurende langeretijd aan hoge zeewaterdruk heeft blootge-staan is beperkt [8, 9, 10]. In deze gevallenwordt hoofdzakelijk gekeken naar permea-biliteit, wateropname en druksterkte.Haynes [9] vermeldt onderzoek aan zowelgecoate als ongecoate bollen die geduren-de vijf jaar op een diepte van 803, 850 en 957meter onder zeespiegel zijn verbleven. Ge-vonden werd dat zowel de niet gecoate alsde gecoate bollen binnen een jaar nagenoegimpermeabel worden voor zeewater (fig. 3).Verder is nagegaan in hoeverre de wet vanDarcy opgaat voor beton dat onder hogezeewaterdruk staat. Uit het onderzoek blijktdat de permeabiliteits-co?ffici?nt voor wa-ter niet constant is, maar afneemt met de tijden dat in enkele gevallen het beton volledigimpermeabel wordt. Door Haynes [8] wordtgeconcludeerd dat: 'Some undefined me-chanism made the concrete watertight'.Door Stachiw en Gray [11] is gevonden datde samenstelling van het door beton gedif-fundeerde zeewater circa 20% minder ge-concentreerd was. Dit wijst op een van demechanismen die reeds eerder naar voren4Chloride-indringing in proefstukken die na??n week voorverharding 22 maanden in100 m diep zeewater zijn ge?xposeerd [12](het chloridepercentage is berekend t.o.v.het CaO-gehalte)5Chloride-indringing in proefstukken die na??n week voorverharding 26 maanden inondiep zeewater zijn ge?xposeerd [12](het chloridepercentage is berekend t.o.v.het CaO-gehalte)zijn gebracht: absorptie van ionen, neerslagvan ionen en semi-permeabele systemen.Ten aanzien van de invloed van de hogedruk op de indringingssnelheid van de in hetzeewater aanwezige ionen is in de literatuurnagenoeg niets te vinden. Alleen in hetonderzoek door TNO [12] worden gegevensgevonden, waaraan de eerder vermeldetheoretische beschouwingen kunnen wor-den getoetst. In het TNO-onderzoek is demate van chloride-indringing bepaald aanuit prisma's gezaagde schijven beton. Enigeresultaten zijn weergegeven in de figuren 4en 5 voor prisma's die op 100 m en 5 m onderde zeespiegel zijn bewaard. Uit de resulta-ten blijkt, dat het chloridegehalte van hetbetonoppervlak voor beton vlak onder dezeespiegel of 100 m daaronder, nagenoeggelijk is. Een invloed van de druk op hetdiffusiegedrag lijkt dan ook niet aanwezig.ConclusiesUit zowel de theoretische beschouwing, hetlaboratoriumonderzoek, als een beperktaantal experimenten in situ kan worden ge-concludeerd dat het zeer onwaarschijnlijk isdat de stabiliteit van cementsteen en dedaarmee samenhangende sterkte en vervor-mingseigenschappen van mortel en betononder hoge zeewaterdruk verloren gaat.Cementsteen zal zich onder hoge zeewater-druk niet wezenlijk anders gedragen danonder atmosferische druk.Literatuur1. CUR-VB rapport 100, Duurzaamheid ma-ritieme constructies, Zoetermeer 19812. Haase, R., Schonert, H., Solid-liquid e-quilibrium, The international encyclopediaof physical chemistry and chemical physics;Pergamo Press Ltd, (1969) p. 6(vervolg op biz. 529)Cement XXXV (1983) nr. 8 527men. Aangezien inmiddels voor alle beton-staalsoorten en ook voor gepuntlaste wape-ningsnetten KOMO/Betonvereniging-certi-ficaten zijn afgegeven is met ingang van1 april jl. deze keuringswijze ingetrokken.Als keuringsmethode wordt in de nieuweNEN 6008 alleen nog erkend de produktie-keuring (= doorlopende keuring met certifi-caat) en de normale partijkeuring. Hierbijmoet worden opgemerkt dat, afgezien vande extra keuringskosten, de partijkeuringvoor de leverancier een riskante aangele-genheid is. Als de partij namelijk precies aande norm voldoet (= 5% onderschrijding vande vereiste waarden), dan is de goedkeur-kans slechts 5%.TerugbuigproefOok voor staafdiameters kleiner dan 0 12mm wordt de terugbuigproef ingevoerd, ter-wijl de enkelvoudige buigproef vervalt. Dithoudt verband met de verwerking op debouwplaats. Bij buiging kunnen doorkerfwerking kleine scheurtjes in het staalontstaan, die bij terugbuigen tot verderescheurvorming of breuk kunnen leiden. Ivletname de profilering is vawr invloed op hetoptreden van kerfwerking.SymbolenIn de huidige NEN 6008 worden symbolengebruikt die afwijken van de VB 1974, omdatze zijn ontleend aan de staalvoorschriften.Uit het oogpunt van gebruikersvriendelijkevoorschriften is het wenselijk hierin veran-dering te brengen.Het is op dit moment nog niet geheel duide-lijk wat de afloop zal zijn van de discussieshieromtrent.VoorspanstaalDe herziening van de norm NEN 3868 'Voor-spanstaal' (uitgave 1975) werd tijdens destudiedag toegelicht in een lezing van ing.S.J.Eijgenraam (secretaris CUR-VB-werk-groep 'Voorspanstaal'). De wijzigingen wor-den zoveel mogelijk in overeenstemminggebracht met de in 1980 verschenen Euro-norm 138 'Voorspanstaal'.ToepassingsgebiedIn de huidige norm worden 4 typen voor-spanstaal onderscheiden:- koudgetrokken voorspandraad;- warmgewalst voorspandraad;- voorspanstaven;- voorspanstrengen.Bij de herziening zal het warmgewalstevoorspandraad niet worden opgenomen,omdat dit nauwelijks nog wordt geprodu-ceerd en toegepast. Ook de voorspanstavenzullen uit de norm worden gelaten en in eenaparte norm worden ondergebracht. Stavenworden namelijk niet zozeer toegepast voorvoorgespannen betonconstructies, maarmeer voor bijzondere constructies zoalsverankeringen e.d. De norm zal zich dus be-perken tot voorspandraad en -strengen,door koudtrekken vervaardigd.De volgende typen worden onderscheiden:- glad en geprofileerd voorspandraad;- 3-draads, 7-draads en compacte 7-draadsvoorspanstrengen.De 3-draads en compacte 7-draads voor-spanstrengen waren in de huidige norm nietopgenomen, maar werden met een certifi-caat op basis van de Euronorm wel toege-past. De compacte 7-draads streng heeftnog weinig bekendheid; deze wordt ver-vaardigd uit een normale 7-draads streng,die door een mechanische nabehandelingeen meer compacte dwarsdoorsnede krijgt.Bij een kenmiddellijn van bijvoorbeeld 15,2mm is voor een normale 7-draadsstreng hetstaaloppervlak 139 mm2, vooreen compacte7-draadsstreng echter 165 mm2.RelaxatieIn de huidige NEN 3868 worden twee re-laxatieniveaus gehanteerd. Voor de herzie-ning wordt slechts ??n niveau voorgesteld,namelijk:aanvangs-spanning fin % van dewerkelijke treksterkterelaxatiena 1000 uurin % van f50 1,060 1,570 2,080 4,0PutcorrosieIn de praktijk worden herhaaldelijk discus-sies gevoerd over de werkelijke breukbaar-heid van voorspanstaal waarbij enige matevan putcorrosie is geconstateerd. Zoals hetnu in de norm is geregeld, moet iedere vormvan putcorrosie tot afkeuring leiden.Wat dit aspect betreft wacht de werkgroepdie belast is met de herziening nog op hetadvies van CUR-VB-onderzoekcommissieB31, die hiernaar onderzoek verricht.Keuringseisen en symbolenEvenals is opgemerkt bij de norm Beton-staal zal ook in de norm Voorspanstaal hethoofdstuk Keuring worden aangepast aande nieuwe inzichten, met de nadruk op certi-ficering. Ook voor het gebruik van symbolenwordt gezorgd voor een afstemming vanbeide normen.Stand van zakenHet concept van de herziening NEN 6008'Betonstaal' ligt thans ter behandeling bijhet NNI; de ter inzage legging (3 maanden)zal spoedig kunnen plaatsvinden. Als debinnengekomen kritiek is verwerkt, zal naarverwachting de herziening eind 1983 vankracht worden.De herziening van NEN 3868 'Voorspan-staal' wordt wat later verwacht. Het ligt in debedoeling deze parallel te laten lopen metde ook in voorbereiding zijnde herzieningvan NEN 3860 'Verankeringssystemen voorvoorgespannen betonconstructies'. Degroene versie van beide normen kan eind '83worden verwacht.Tot slot kan nog worden vermeld dat bin-nenkort een CUR-VB-Aanbeveling zal ver-schijnen over het vervoer, de opslag en ver-werking van voorspanstaal. Deze aanbeve-ling zal later als bijlage bij de norm wordenopgenomen. ing.J.H.K?nneVervolg van blz. 527(Invloed van hoge druk in zeewater op destabiliteit van cementsteen)3. Babuschkin, N.I., Mtschedlow-Petros-sian, O.P., Zur Thermodynamik der Reaktio-nen inden Systemen Ca(OH)2-SiO2-H20,-C2S - H2O und C3S - H2O unter normalenund hydrothermalen Bedingungen; Silikat-technik 10 (1959), nr. 12, pp. 605-6084. Czernin, W., Ueber die Schrumpfung deserh?rteten Zements; Zement-Kalk-Gips 9(1956), pp. 523-5395. Piters, M., Wijdeven, A. van de, Ontwerp,bouw en beproeving van een experimenteleopstelling t.b.v. de beproeving van cement-mortel beton in zeewater van hogedruk(100bar) en lage temperatuur (0-10?C); intron-rapport 82171,19826. Davies, O.L., e.a., The design and analy-sis of industrial experiments; Oliver andBoyd, London, Edinburgh, 19677. Butler, J.E., The influence of pore pres-sure upon concrete Mag. of Concrete Re-searches, nr. 114, maart 19518. Haynes, H.H., Highberg, R.S., Concreteproperties at ocean depths; Journal of thewaterway harbors and coastal engineeringdivision (1976), pp. 455-4709. Haynes, H.H., Permeability of concrete insea water, Performance of concrete in mari-ne environment; ACI-SP 65 (1980)10. Browne, R.D., Domone, P.L., Permeabi-lity and fatigue properties of structural mari-ne concrete at continental shelf depths; In-ternational Conference on 'Under waterconstruction technology', University of Car-diff, april 197511. Stachiw, J.D., Gray, K.O., Behaviour ofspherical concrete hulls under hydrostaticloading; Techn. Report R 517, Port Huene-me, Californie 196712. Vergelijkend onderzoek naar zeewater-indringdlepte en wapeningscorrosie na 2jaar expositie in de Noordzee; TNO-IBBCrapport B-79-476, sept. 197913. Gantvoort, G.J., Wind, G. de, Reinhardt,H.W., Lopend onderzoek naardeduurzaam-heid van beton in offshore constructies; Ce-ment 35 (1983), nr. 4, pp. 259-260.Cement XXXV (1983) nr. 8 529
Reacties