Rob Nijsse6201054interviewinterviewinterviewOp zoek naar de grenzen van het vakRob Nijsse1"Ik heb altijd een hele brede belangstelling gehad: geschiede-nis, archeologie, biologie, chirurgie. Ik ben zeer gefascineerddoor het Romeinse Rijk. Ik ben opgegroeid in Castricum endaar werden destijds grote forenzenwijken aangelegd, waarbijook het nodige werd gevonden uit de Romeinse tijd. Als eensoort schatgraver liep ik dan percelen af om te kijken of ik watkon vinden. Verder speelde ik altijd in de duinen en de zee enherken inmiddels bijna alle vogels als ik ze hoor fluiten. En vanhet feit dat ik geen chirurg ben geworden, heb ik nog altijd eenbeetje spijt. Ik help mijn kinderen graag als ze bijvoorbeeld eenwondje hebben."Vanuit Castricum fietst hij elke dag naar het lyceum in Bever-wijk om daar HBS-B te doen. Als hij op zijn 16de zijn diplomahaalt, weet hij aanvankelijk niet wat hij vervolgens moet gaandoen. "Het was eind jaren zestig. We zetten ons eigenlijk overaltegen af: lang haar tot op je schouders, met je brommer doorde duinen crossen; dat vond ik veel interessanter."DelftHij twijfelt nog even over een studie medicijnen, maar de kortdaarvoor ingestelde numerus fixus schrikt hem af. Danwekken tijdens een vakantiebezoek de Deltawerken zijn inte-resse. "Vooral de schaal vond ik interessant: de mens die denatuur probeert te beheersen." Als hij dit thuis meldt, schrijftRob Nijsse is misschien wel de bekendste construc-teur van Nederland. Veel architecten noemen hemals favoriete gesprekspartner. Ook studentenhebben Nijsse inmiddels gevonden als vraagbaakvoor constructieve problemen. Het vak vanconstructief ontwerper lijkt hem dus op het lijfgeschreven. Toch kwam zijn keuze voor civiele tech-niek destijds min of meer toevallig tot stand.CVnaam prof.ir. Rob Nijsseleeftijd 57opleiding HTS, Amsterdam, TH Delftwerkgevers ABT1 Rob Nijse in het Educatorium in Utrecht, metexterne wapening duidelijk zichtbaar foto: Ivar PelRob Nijsse6201056interviewgebouw zette hij als een soort puzzeltje in elkaar." Ook moei-lijke vakken, als schaalconstructies, elasticiteitstheorie en niet-lineair elastisch rekenen blijven noodzakelijk, maar gelukkigbiedt de komst van de computer uitkomst. "In het beginmoesten we daarvoor nog speciaal naar de faculteit Wiskunde.We gebruikten ponskaarten om de algoritmes te schrijven enberekeningen uit te voeren. Dat is eigenlijk de sleutel tot onsvak geweest. Tot dan konden we slechts delen van een gebouwuitrekenen, soms met heel ingewikkelde formules, aan de handvan ingewikkelde boeken, vol met tabellen van allerlei platenin diverse belastingscombinaties. Nu konden we een heelgebouw tot een ruimtelijk model modelleren en doorrekenen."Oosterhoff was verbonden aan zowel de faculteit Civiele tech-niek als aan de faculteit Bouwkunde. "Hij bewoog zich eigen-lijk tussen beide vakgebieden in. Dat is ook een goede positievoor een constructief ontwerper. Architecten geven vormenaan en hebben bepaalde idee?n van het beeld van een gebouw,maar dat moet door constructeurs concreet worden gemaakt."zijn vader hem in voor de studie weg- en waterbouwkunde aande HTS in Amsterdam. "Ik slaagde dat eerste jaar niet eens metgeweldige cijfers, maar raakte zo wel in de techniek betrokken."Hij besluit dan direct door te gaan naar de TH in Delft. "Ik hadmet wiskunde en mechanica weliswaar een soort startgemaakt, maar dat eerste jaar in Delft was toch vooral verdertheorie opbouwen."Na twee jaar forenzen en op kamers, vertrekt hij naar eennieuwe studentenflat en kiest definitief voor Delft als woon-plaats. "Ik kwam op een heel leuke verdieping, met mensen diealle in dezelfde omstandigheden verkeerden als ik. Allemaalverschillende studierichtingen weliswaar, maar heel inspire-rend, want iedereen maakte andere dingen mee. We hielpenelkaar ook: een medestudent die wiskunde studeerde legde mebijvoorbeeld de differentiaalvergelijking perfect uit. Sommigemensen zie ik nog steeds! Dat is dus echt een band voor hetleven geworden."Zo raakt hij ook in het Delftse circuit verzeild. Hij wordt heelactief in de studentenbeweging en zit zelfs namens de studen-ten bij Civiele techniek in het bestuur. "Het was middenin dedemocratiseringsgolf. Dat ging zelfs zover dat we soms onseigen cijfer mochten bepalen!" Hij neemt tevens zitting in hetbestuur van de studentenflat. "Ik ben overal ingerold, maarvond het tegelijk ook leuk, omdat ik de kans kreeg mee tepraten. De ingenieur staat toch middenin de maatschappij enmoet niet maar als een verstrooide professor in een ivorentoren allemaal orakels gaan verkondigen. Werd voor de eersteMaasvlakte op de Berenplaat nog een mooie broedkolonie vanvogels gewoon platgeveegd, nu wordt op de tweede Maasvlakteeen heel stuk gereserveerd om de natuur te cre?ren. Werden erook niet eens zo lang geleden nog plannen ontwikkeld om eenkeurige dijk langs en tussen alle Waddeneilanden aan teleggen? Meer en meer zie je doordringen dat de natuur maak-baar is: ingenieurs kunnen de omstandigheden z? manipulerenen be?nvloeden dat de natuur zich weer terugvecht."Civiele BouwkundeCiviele Bouwkunde spreekt hem van alle specialisaties hetmeest aan. Een van de hoogleraren in die richting is professorOosterhoff, tevens oprichter van ABT. "In zijn lessen wandeldehij meermalen in enkele seconden met simpele modellen dooreen waanzinnig ingewikkelde constructie en een complexfoto:IvarPel2Rob Nijsse 62010 572 In het EXPO2000paviljoen staat geenkolom boven elkaar; de constructie wisseltvan staal naar beton en zelfs naar boomstammen foto: Hans Werlemann3 Minnaertgebouw in Utrechtkanaalplaten en hoedliggers; lekker goedkoop en de aannemerbouwt er graag mee. Je verdient een goede boterham en hebteen gezond bedrijf. Wij willen echter ook met de kwaliteit endiepgang van onze constructies in de voorste linies blijven.Daarom willen we sommige projecten gewoon hebben; omdater een beroemd architect bij zit of omdat de opdrachtgever ietsbijzonders wil. Dat noemen wij de A-projecten. Vaak zijn hetpublieke projecten, waarmee we veel publiciteit kunnen gene-reren en onze naam in de markt kunnen bevestigen. Daarvoorproberen we onze uiterste best te doen, en als we daarbij opnul resultaat kunnen uitkomen is dat acceptabel. Op dieprojecten zetten we ook bewust jonge, talentvolle mensen in.Maar daarnaast doen ook wij projecten die gewoon geld ople-veren. Een bepaald percentage van die winst reserveren we omin het bedrijf te investeren, om beter te worden."Die jonge mensen moeten overigens toch wel al minimaal vijfjaar ervaring hebben. "Toen ik bij ABT binnenkwam, dachtook ik meteen: nu ga ik het Feyenoordstadion of de Martinihalontwerpen. Maar ik moest eerst gewoon balken, vloeren enpoeren uitrekenen voor het Academisch Ziekenhuis in Leiden.En dat is essentieel: als je als constructeur of constructiefontwerper niet eerst duizend keer een stalen balk hebt uitgere-kend, met verschillende lengtes en configuraties, bouw je geengevoel op. Ik kan nu naar een plattegrond kijken en zeggen:`Dat moet een HE 300B zijn'. Soms vergis ik me en moet heteen HE 320B zijn, maar zeker g??n HE 200B."Conservatieve normen?Het feit dat de normen zo streng zijn geworden, is volgensNijsse de wurggreep waarin het vak zich bevindt: "Construc-Hij studeert af op een idee van futuroloog Rudolf Das. "Eengroot piramidevormig gebouw met binnenin een sporthal enallerlei ruimtes die geen daglicht behoefden, daaromheen eenschil van woningen, met ? toen al ? zonnepanelen. Datgebouw heb ik helemaal constructief uitgewerkt tot eenwerkend model. Ook de energiehuishouding hoorde daaroverigens bij." Oosterhoff adviseert hem vervolgens bij ABTlangs te gaan, en daar wordt hij aangenomen. "Na alle positieveervaringen met hem was dat eigenlijk een wens die in vervul-ling ging."BureaufilosofieABT hanteert de bureaufilosofie te realiseren wat de architectvoor ogen staat, binnen de kaders gesteld door de opdrachtge-ver. Daar kan Nijsse zich volledig in vinden: "Een constructeurbedenkt niet hoe iets eruit ziet, maar is wel verantwoordelijkvoor hoe het eruit zal zien. Of het een lang en slank kolomme-tje wordt met een mooie kapiteel erbovenop of een forsebetonpaal van vierkant 50 cm met 4 ?16 en 2 ?32 en beugels?8 om de 650. Ik zal nooit een gebouw kunnen ontwerpen.Een vorm lukt nog wel, zoals een overkapping van een stadion,maar niet een gebouw dat door mensen en voor functiesgebruikt moet worden. Ik vind het ook helemaal niet interes-sant hoeveel toiletten er nodig zijn."Op het bureau ziet hij direct wie constructief ontwerper en wieconstructeur is. "Sommigen willen gewoon moeilijke opgaven;daar bijten ze zich in vast, zoeken alles uit, berekenen allerleialternatieven en komen dan met de beste oplossing. Anderenrekenen gewoon een balk uit en bepalen de wapening. Weeranderen willen niet alleen die moeilijke opgave oplossen, maarook in overleg gaan met de architect en vragen: `Waarom wil jehet eigenlijk zo?' Met die benadering kun je hem veel beterhelpen zijn idee?n te realiseren."Toch ziet ook ABT de noodzaak van goed ondernemerschap."In de vrije markteconomie moet je altijd aan je werk verdie-nen, anders ben je gewoon onverstandig bezig. Je kunt wel eenmooi gebouw willen maken en de betonprijs willen winnen,maar je moet ook gewoon een skelet kunnen neerzetten vankolommen in een stramien waar nog auto's tussen passen, met"Als je als constructeur niet eerst duizendkeer een stalen balk hebt uitgerekend,bouw je geen gevoel op"3Rob Nijsse6201058interview4 Een typische schets waar RobNijsse graag gebruik van maakttijdens het ontwerpproces5 Beeldenmuseum in Scheveningen"Niemand kan zichzelf controleren. Bovendien zijn het vaak dekleine dingen die fout gaan, maar wel enorme consequentieshebben. Nu pakken aannemers het besteksontwerp en gaan dathelemaal opnieuw doorrekenen. Dat doen ze om de faalkanseneruit te halen en meerwerk op te sporen. Constructieve foutenkunnen ze niet altijd in het meerwerk onderbrengen, maardoor dat falen ondervinden ze wel hinder in de uitvoering.Aannemers moeten dat echter niet naar zich toetrekken. Wijmoeten als constructeurs ervoor zorgen dat we een berekeningindienen die goed is."Kwaliteitscontroles binnen het eigen bedrijf zullen nooitvoldoen. "Het Duitse instituut van Pr?fingenieur vind ik debeste garantie voor de veiligheid. Een Pr?fingenieur moetnamelijk niet alleen de berekeningen, maar ook de uitvoeringcontroleren. Zijn enige taak is fouten opsporen. Aanvankelijkstond ik daar heel negatief tegenover, maar al snel zag ik dat hijme niet alleen dwong 100% alert te zijn, maar ook hielpbepaalde situaties in de uitvoering te vermijden. Het vergt weleen omslag in denken. Niet zeggen: `Het zijn maar een paarstaafjes die ontbreken of het is vrijdag en die bekisting moetvol'. Op een gegeven moment komt er schade en dan zit ieder-een al gauw op een veel grotere onkostenpost."OpdrachtgeversDie Pr?fingenieur moet dan wel door de opdrachtgeverworden betaald. "Alle actuele problemen in de bouw, doorinstortende balkons of toneeltorens, komen toch mede doordatde opdrachtgever de constructeur te weinig betaalt? Hetverbaast me dat in al die rechtszaken, zoals in Maastricht, deopdrachtgever buitenspel blijft. Hij dwingt zijn aannemer enadviseurs de laagste prijs af, waardoor iedereen gaat bezuini-gen op allerlei taken, met alle gevolgen van dien. Terecht dusdat de opdrachtgever die Pr?fingenieur moet betalen. Hij wiltoch een goed gebouw en niet het goedkoopste gebouw?"Omdat het hen zelf aan bouwdeskundigheid ontbreekt, hurenopdrachtgevers voor de directievoering vaak projectmanage-mentbureaus in. "Dat hoeft geen probleem te zijn. Voorwaardeis wel dat ze oog hebben voor het belang van het project in hetalgemeen, en niet dat ze alleen maar proberen alles zo goed-koop mogelijk bij elkaar te shoppen. Als je vervolgens alleenties werden vijftig jaar geleden allemaal gebouwd met vloerenvan 8 cm dik en 5 m overspanning voor de balken. Dat gafoverigens wel problemen met kruip, doorbuiging en scheur-vorming. Maar toen ik begon kon je pons nog uitrekenen ineen keurig kegeltje en mocht je de helft van de treksterktetoelaten. Nu zijn er zulke ingewikkelde formules, dat ik nieteens begrijp hoe ze in elkaar zitten. We kunnen ze alleen maarmet de computer berekenen; bovendien moeten er dan altijddeuvels worden ingestort of kolomplaten worden toegepast. Enover de elasticiteitsmodulus van beton zijn dikke boekengeschreven; niemand kan er meer wat concreets van zeggen,dus rekent iedereen verplicht met de laagste waarde, E = 10000 MPa! Maar men zit niet meer te duwen aan de grenzenvan het materiaal. Als je ervoor zorgt dat het goed gewapendis, desnoods voorgespannen, dan heb je geen scheurvormingen kun je een E-modulus van 30 000 krijgen, met dus veelminder doorbuiging. De normen dwingen ons dus construc-ties zwaar en degelijk te ontwerpen, zonder kans dat er ookmaar iets gebeurt. Maar ja, dat eist de maatschappij van ons.Als er een balkon naar beneden komt, vraagt iedereen zich afhoe dat kon gebeuren. Laatst nog schreef een Cementcolum-nist: `Eigenlijk zou volgens de statistiek in Nederland elk jaar??n balk naar beneden moeten komen als we alle faalkansencombineren.' Dat klopt misschien wel, maar een balk komtalleen naar beneden als er echt grove fouten zijn gemaakt enniet omdat de statistiek dat vereist."De veiligheid zou feitelijk veel meer gebaat zijn bij verscher-ping van het toezicht op de uitvoering. Ook in een onafhanke-lijke controle van de berekeningen gelooft Nijsse sterk:"Een balk komt alleen naar beneden alser echt grove fouten zijn gemaakt en nietomdat de statistiek dat vereist"4Rob Nijsse 62010 59goed kan doen. Een prijsvraag bijvoorbeeld is niet alleen leuk;nee, je zult er als opdrachtgever ook de nodige inspanningenvoor moeten doen. Als je, bijvoorbeeld zoals in Arnhem, hetbeste station van de wereld wilt hebben en daarom een van debeste ontwerpers van de wereld uitnodigt, en die geeft eenprachtig ontwerp af, dan moet je wel zeker weten dat je dat ookkunt betalen."ArchitectenAan twee projecten bewaart Nijsse in het bijzonder goedeherinneringen: het Educatorium in Utrecht (foto 1) en hetEXPO2000-paviljoen in Hannover (foto 2). "Bij het Educato-rium vormden we met de architecten een heel leuk team vanadviseurs. Binnen een redelijk kader hebben we de grenzenvan het mogelijke opgezocht. Er zitten hele leuke constructiesin, zoals de wapening die uit een dunne betonplaat met 20 moverspanning komt. Het was wel duur en moeilijk in de uitvoe-ring, maar mede dankzij de aannemer is het toch goed gelukt."Ook het EXPO2000-paviljoen bevat hele bijzondere construc-ties. "In dat gebouw staat werkelijk geen kolom boven elkaar,wisselt de constructie van staal naar beton en zelfs naar boom-stammen, en daar had niemand ook enige ervaring mee. DePr?fingenieur viel bijna van zijn stoel af toen we hem vertel-den dat we boomstammen wilden gaan toepassen in plaats vangezaagde balken."Als je respect hebt voor elkaar, dan accepteer je ook eerderelkaars grenzen. "Natuurlijk is het ook voor mij veel makkelij-ker alles zwaar, dik en degelijk te maken; dan slaap ik elkenacht heel erg goed, maar dan krijg je geen spectaculairgebouw. Ik kan ook proberen te bereiken wat de architect voorogen heeft. Hij moet dan wel accepteren dat niet alles lukt."E?n favoriete architect heeft hij niet. "Ik werk graag met Bjarnemaar offertes krijgt die op een minimum zijn gebaseerd, danweet je dat je risico's loopt. Het is zo makkelijk om op prijs teselecteren. In de huidige neergaande economie zijn bedrijvenhelem??l geneigd om naar de uiterste ondergrens te gaan, in dehoop weer een jaartje te kunnen overleven en dan volgend jaarmaar de betere opdrachten te krijgen. Als verantwoordprojectmanagementbureau moet je dan toch een re?le prijswillen betalen."Druppelsgewijs komen er nu aanbestedingen waar op kwaliteitwordt geselecteerd. "Het is een lovenswaardig streven omaspecten als prijs, kwaliteit, presentatie en plan van aanpakallemaal voor een bepaald percentage mee te laten tellen. Maarde kinderziektes zijn er nog niet uit, want t? vaak nog domi-neert de prijs. Laatst weer werd bij een aanbesteding braafbeloofd de prijs voor 30% mee te laten tellen; de laagste prijszou bij weging 100 punten krijgen en de hoogste 50 punten.Voor de presentatie bleek de weging echter tussen 70 en 75punten te liggen! Dan kun je nog zo'n mooie presentatiehouden, maar als er een constructeur meedoet zonder enigeervaring op dat bepaalde terrein, dan telt dat verschil op datcriterium maar minimaal mee en is de prijs toch weer hetallerbelangrijkste."Dit systeem hoeft de vrije inschrijving niet te dwarsbomen."Kleine bureaus en jong talent mogen van mij best een kanskrijgen, zolang de overheid er dan maar wel voor zorgt dat eenrelatieve kolos als ABT, met alle bijbehorende overhead, nietall??n op prijs moet concurreren met het spreekwoordelijkebureau op zolder. Dat kan alleen als de overheid ervoor zorgtdat ze goed wordt geadviseerd. We moeten niet star vasthou-den aan de eisen van de Europese aanbesteding, zoals hetnoemen van referentieprojecten, want als je dan niet eerdereen bibliotheek hebt gebouwd, z?l je het ook nooit bouwen.Zorg echter wel dat iedereen technisch en financieel zijn werk5Rob Nijsse6201060interviewstellen dat iets niet kan. Als een architect bijvoorbeeld geenkolom in een gevel wil, maar je hebt wel iets nodig om debovenliggende balk te dragen, moet je hem naar zijn argumen-tering vragen en vervolgens daarop reageren. Met een beetjecreativiteit kom je tot een voorstel waarmee iedereen tevredenis; dan los je als constructief ontwerper het probleem op dat dearchitect op jouw bord legt. Soms kun je ook in goed overlegmet de architect zeggen: `Om jouw beeld te kunnen realiserenm?eten we die moeilijke en dus dure constructie maken, maardan zullen we ergens anders in het gebouw iets veel goedkopermoeten doen. Ook daarmee kun je als constructief ontwerpersturen en be?nvloeden."Nijsse wil in elk project minstens ??n bijzondere constructiestoppen. "Een grote overspanning kun je bijvoorbeeld ookmaken met een onderspannen ligger in plaats van een dikkebalk. Een vloer met daaronder een activiteit waar veel kolom-men niet wenselijk zijn, kun je met een paar mooie, grotekolommen dragen; die laat je bijvoorbeeld onderaan slankbeginnen en bovenin uitwaaieren, zodat de dwarskracht ookgoed wordt ingeleid. Zo daag je je constructeurs uit en blijf jede grenzen van het vak opzoeken. In een heel conventioneelmuseum stelden we voor om het dak van glas te maken. Dearchitect was laaiend enthousiast; hij had nog een budget voorkunst en wilde dat wel hiervoor gebruiken. Als je het vertrou-wen van de architect wilt hebben, moet je kunnen laten zienwat je zoal gedaan hebt. Als je niet meer kunt laten zien daneen balk op twee steunpunten, dan maak je geen indruk."OnderwijsAlweer geruime tijd draagt Nijsse zijn filosofie ook over opstudenten. Eerst was hij enkele jaren gasthoogleraar aan deUniversiteit van Gent; sinds 2007 is hij praktijkhoogleraardraagconstructies aan de faculteit Bouwkunde van de TU inDelft. "Ik wil kennis bijbrengen en vul de gereedschapskist vande studenten. Dat is vervelend werk, maar noodzakelijk willenze betere en mooiere gebouwen maken. Ze moeten bijvoor-beeld weten dat de doorbuiging bij vrij opgelegd een factor 5 isvan aan beide zijden ingeklemd. Daar kunnen ze later alsarchitect hun voordeel mee doen. Ik vertel in het eerste jaarook altijd over grotere overspanningen: als een eenvoudigebalk niet meer voldoet, moet je een vakwerk toepassen. Danleg ik uit hoe een vakwerk zich vanaf de Romeinen ontwikkeldheeft, tot een Vierendeelligger aan toe. Zo geef ik vanuit deconstructie aan dat er meer mogelijk is."Tussen studenten in Belgi? en Nederland ziet hij grote verschil-len: "In Belgi? is het altijd doodstil in de collegezaal. Ze luiste-ren aandachtig, ge?nteresseerd, er worden geen bemoeiachtigevragen tussendoor gesteld en bijna iedereen komt. In Delftkomt in de eerste colleges nog 80%, aan het eind is het 50%.Mastenbroek, WillemJan Neutelings, Liesbeth van der Pol, Benvan Berkel en de drie mensen van MVRDV. Zij willen ookgewoon bouwen, niet alleen maar mooie artikelen schrijvenmet computerbeelden. Verder heb ik ontzag voor Rem Kool-haas. Hij heeft een heel helder beeld in zijn hoofd. Als ikvervolgens zeg: `Dat kan niet', vraagt hij: `Waarom niet?' Hijreageert en past desgewenst zijn ontwerp aan. Als je merkt dateen architect luistert en bereid is iets te accepteren, dan komtontzag vanzelf. Let wel: ik ben nog nooit een architect tegenge-komen die helemaal begrijpt hoe een constructie in elkaar zit.Dat interesseert ze ook niet. Ze willen alleen maar wetenwaarom iets niet werkt."Constructief spelConstructeurs hebben nogal eens moeite met die benadering."Constructeurs denken wiskundig en hebben de neiging dewaarheid absoluut te zien. Maar die waarheid is plooibaar: alskleine dingen veranderen, komt er ook net iets anders uit jesommetje. Kap een discussie niet te snel af door simpelweg te6Rob Nijsse 62010 616 Glaspaleis Heerlen7 Rob Nijsse heeft eenbelangrijke rol gespeeldbij het ontwerp van deglazen gevel in de Casada Musica in Porto (P)teren: "ABT krijgt een makkelijke ingang tot de studenten,wetenschappelijke medewerkers en onderzoeken. En mijnhoogleraarschap straalt af op het bureau. Omgekeerd gaatiemand van ABT nu bij Civiel studenten begeleiden. Dat geeftweer een stuk motivatie, want praten met studenten die dewildste idee?n hebben, is wat anders dan een balk of kolomuitrekenen. Het dwingt je bovendien weer om heel inhoudelijkover je vak na te denken. Als ik bij ABT alleen maar bestuur-der zou zijn, dan zou ik weggroeien uit mijn vak, en dat wil ikniet, want ik vind mijn vak t? leuk."Nijsse verwacht dat er in Delft een soort interfaculteit tussenBouwkunde en Civiele techniek zal komen: "Ik denk dat dateen goede ontwikkeling is; draagconstructieonderwijs hoortnamelijk bij beide faculteiten. Het zijn wel twee werelden, deontwerpende en de exacte kant. Maar willen wij goedeconstructeurs opleiden, dan is het van essentieel belang dat destudenten van Civiel ? die later constructeur worden - ookopenstaan voor beide aspecten van het vormgeven enconstructief ontwerpen." Henk WapperomSoms zijn ze stil en heb je hun aandacht te pakken, maar alsiets niet superinteressant is, dan hoor je dat al aan het geroeze-moes. Nu is het met 600 eerstejaars momenteel ook heel moei-lijk, want onze zalen zijn niet groot genoeg en daarom werkenwe bijvoorbeeld met beeldopnames voor een tweede zaal metstudenten. Contact maken is dan helem??l onmogelijk."Wat Nijsse betreft is de democratiseringsgolf uit de jaren zestigin het Nederlandse onderwijs te ver doorgeslagen: "Lesgeven iseen eenzijdig proces: de docent praat en de leerlingen luiste-ren. Dat is gebaat bij orde en discipline. Als ik zou moetenkiezen, koos ik sterk voor het Belgische model. Studentenmogen best een vraag stellen, maar dan wel over het onder-werp en ter zake doend. Bovendien leer je niet alleen door teluisteren, maar ook door op te schrijven. Wij maakten vroegerallemaal zelf dictaten. Nu is alles wat de hoogleraar vertelt,gebundeld en uitgegeven; studenten maken geen eigen dictatenmeer." Het huidige projectonderwijs is volgens hem geenverbetering: "Wij leerden door een boek erbij te pakken als deleraar iets uitlegde en door proefexamens te maken. In eenprojectgroep kun je je verschuilen: als je slim en sociaal eenbeetje handig bent, laat je de wiskundenerds de sommetjesdoen en hoef jij het alleen maar over te schrijven! Ik zie projec-ten als een zwakke vorm van leren. Eerstejaars bouwkundestu-denten moeten meteen het eerste semester een huis ontwer-pen, maar ze weten nog helemaal niks. Je ziet vervolgens deraarste dingen voorbijkomen, niet gehinderd door enigekennis of ongegeneerd van internet geplukt. De pendule moetweer een beetje in het midden komen te staan. Zeker voor deb?tavakken zul je gewoon een hoop kennis in je hoofd moetenstoppen. Dat is vervelend, maar als je geen gereedschap hebt,kun je ook niets maken."ToekomstagendaVoorlopig blijft Nijsse zijn tijd verdelen tussen de TU en ABT:"Binnen ABT heb ik bestuurlijke taken afgestoten. Ik ben nogwel grootaandeelhouder en een paar keer per jaar gespreks-partner over het beleid, maar de projecten zijn mijn hoofdbe-zigheid. Anderen doen het echte rekenwerk en projectleiders-werk daarvoor, maar heel af en toe doe ik nog een klusje hele-maal zelf." Beide partijen kunnen nu optimaal van elkaar profi-"Ik ben nog nooit een architecttegengekomen die helemaal begrijpthoe een constructie in elkaar zit"7
Reacties
shore - Eindhoven University of Technology/ TUe 18 september 2020 10:46
Dear Cement Contact Could you please give me the email address of Prof. Nijsse? I appreciate your kind rection Best regards Shore