Luc Taerwe is wetenschapper in hart en nieren. Zijn gehele werkzame leven is hij al verbonden aan het ? tot ver buiten Vlaanderen bekendstaande ? Laboratorium Magnel voor Betononderzoek van de Universiteit Gent. Ook persoonlijk is Taerwe goed gekend in de internationale betonwereld. Zijn vele hoogwaardige functies en lidmaatschappen zijn daarvan het bewijs. "We móéten internationaal wel aansluiting zoeken, want ons land is eenvoudigweg te klein om het alleen te redden."
Luc Taerwe4201354interviewinterviewLuc TaerweLuc Taerwe is wetenschapper in hart en nieren. Zijngehele werkzame leven is hij al verbonden aan het? tot ver buiten Vlaanderen bekendstaande ?Laboratorium Magnel voor Betononderzoek van deUniversiteit Gent. Ook persoonlijk is Taerwe goedgekend in de internationale betonwereld. Zijn velehoogwaardige functies en lidmaatschappen zijndaarvan het bewijs. "We m??ten internationaal welaansluiting zoeken, want ons land is eenvoudigwegte klein om het alleen te redden.""De wereld is onze toekomst!"42013 5555CV1Op de middelbare school hoeft hij niet lang na te denken overzijn volgende stap. "Aangezien ik sterk was in wiskunde, washet voor mij al snel duidelijk dat ik een studie voor burgerlijkingenieur wilde gaan doen en heb ik direct gekozen voorbouwkunde (in Nederland civiele techniek; red.). Dat kwamonder meer doordat in die tijd in mijn omgeving enkele, groteinfrastructuurwerken in uitvoering waren. De bekendstedaarvan was de aanleg van de E17 (Antwerpen ? Kortrijk) enhet knooppunt met de E40 (Brussel ? Oostende) bijZwijnaarde. Maar ook in Gent zelf gebeurde het een en ander.Ik vond dat allemaal zeer indrukwekkend. Dat heeft mij danook gestimuleerd om bouwkunde te gaan studeren." Dat heteen studie in Gent wordt, is niet verbazingwekkend. "Ik hebaltijd hier in De Pinte gewoond, aan de rand van Gent. Dus datwas voor mij een logische keuze."Constructief onderzoekDe bouwkundestudie past hem wonderwel en Taerwe door-loopt het curriculum probleemloos. Met zijn afstudeerwerkkomt hij bij professor Vandepitte terecht. "Vandepitte was vooronze generatie toch wel de meest begeesterende en talentvolledocent. De manier waarop hij zijn kennis aan ons ? studenten? overbracht, was heel aansprekend en inspirerend. Overigenshadden wij in die tijd weinig rechtstreeks contact met profes-soren; er bestond ontegenzeglijk een zekere afstand."Zijn afstudeerwerk draait om het bepalen van de spanningenen de wapening in een wand waarin een balk is ingeklemd. Defocus ligt daarbij vooral op de constructieve aspecten enminder op het materiaalkundige vlak. Achtereenvolgens wordthij op dit onderwerp in 1975 Burgerlijk Bouwkundig Ingenieuren in 1976 Ingenieur in de Bouwmechanica. Aansluitend maghij dan een jaar `onder de wapenen' bij de Belgische Lucht-macht.Na te zijn afgezwaaid, ori?nteert Taerwe zich op een assistent-plaats, want hij wil verder het onderzoek in. Hij kan terecht bijverschillende hoogleraren en kiest uiteindelijk voor professorRiessauw, op dat moment nog diensthoofd van het LaboMagnel. Aanvankelijk doet hij vooral constructief onderzoek:over meerdere steunpunten doorlopende, grootschalige span-betonliggers tot soms wel 30 m lang.Na enkele jaren wordt Riessauw als diensthoofd bij `Magnel'opgevolgd door professor Lambotte. "Van Lambotte had iktijdens mijn studie nog les gekregen. Hij was ook iemand diezijn kennis zeer goed op studenten kon overbrengen." Deonderzoeksonderwerpen worden gaandeweg meer en meermateriaalkundig. "Er gebeurde in die periode veel innoverendsop materiaalgebied; in zekere zin waren we pioniers. Zohebben we de ontwikkeling van hogesterktebeton van nabijmeegemaakt. Ik herinner me nog de eerste keer dat we super-naam Luc Taerweleeftijd 60opleidingen Burgerlijk BouwkundigIngenieur, Ingenieur in deBouwmechanica, Doctor in deToegepaste Wetenschappen,Universiteit Gentwerkgever Universiteit Gent1 Luc Taerwe in het LaboMagnel, Universiteit Gentfoto: Nic VermeulenLuc Taerwe4201356interview2carri?repad organisch gevormd. "Toen ik als assistent het Labobinnenstapte, had ik echt niet het idee later professor teworden."De marktIn die jaren raakt hij ook betrokken bij het onderzoek naarcomposietwapening, een mogelijkheid om op termijn hetcorrosieprobleem uit te schakelen. In het kader van een Euro-pees programma neemt hij een tijdlang onder meer de compo-sietwapening `Arapree' onder de loep. "Zo leerde ik Reinold deSitter kennen, die in Nederland hetzelfde materiaal onder-zocht. Ook diens onderzoekspartner Arie Gerritse heb ik heelgoed gekend."Marktpartijen doen evenzo van tijd tot tijd een beroep op hetLabo. Voor een nieuw kantoorgebouw in Brussel werd hijgecontacteerd door het studiebureau. "Dit studiebureau wildegraag het nieuwe materiaal hogesterktebeton uitproberen. Wijhebben toen het nodige, onderbouwende advies gegeven. Enzo durfden we voor het eerst in Belgi? kolommen in hogesterk-tebeton toe te passen, geprefabriceerd en al." Dergelijke inter-actie met de praktijk is er nog steeds. "Het gaat ons niet alleenzuiver om het uitvoeren van onderzoek, maar ook om detoepassing van de resultaten in de praktijk. De samenwerkingmet het bedrijfsleven is altijd uitstekend geweest."Een ander marktgerelateerd onderzoeksvraagstuk speelt bij dehavenuitbouw van Zeebrugge. Om de ver in zee uitstekendegolfbrekers te beschermen tegen golfaanvallen, zijn grotebetonblokken nodig. "Bij het vervaardigen daarvan moestenwe een oplossing vinden voor de grote hoeveelheid hydratatie-warmte die zou vrijkomen tijdens het verhardingsproces, metals gevolg ontoelaatbare scheurvorming." Geert De Schutterpromoveert op het vraagstuk en wordt korte tijd later zijndirecte collega. Inmiddels heeft De Schutter het vakgebiedbetontechnologie van Taerwe overgenomen en is hij nuinternationaal bekend voor zijn werk op het vlak van zelfver-dichtend beton. Andere promovendi die een analoog trajectafleggen tot hoogleraar zijn Nele De Belie (duurzaamheid enmilieuaspecten) en Stijn Matthys (externe versterking vanbestaande betonconstructies en schadediagnose).SamenwerkingInmiddels weet hij zich omringd door een heel team van zeercapabele mensen. "Ik kan vrij gemakkelijk onderwerpen aanjongere collega's overdragen; ik hoef ook niet per se alles zelf tedoen. Daardoor kunnen we als team heel divers bezig zijn."Belangrijkste opgave is het hiertoe zo veel mogelijk financie-ringsbronnen aan te boren. "Ook in Belgi? zijn de onderzoeks-gelden niet altijd florissant, maar we hebben wel steevast allemogelijke bronnen kunnen benutten en er het maximum uitplastificeerders toepasten; dat was h??l revolutionair. Weonderzochten de werking van toevoegsels zoals silica fume envliegas. De microscopen werden geavanceerder, dus wekonden steeds beter uit de voeten op microschaal. Een anderfenomeen dat in opkomst was, was de schadeproblematiek vanbeton: fenomenen als corrosie en alkali-silicareactie kregenserieuze aandacht. En ook op het gebied van cryogeen betonheb ik origineel onderzoek verricht."Taerwe promoveert in 1985 overigens niet op constructieveaspecten, maar op het onderwerp van statistische kwaliteits-controle en conformiteitscriteria. "Dat was echt fundamenteelonderzoek, met inbegrip van aspecten als stochastische model-lering en veiligheid. Als je de druksterkte van een hele reekscharges bepaalt, stel je vast dat die niet onderling onafhanke-lijk zijn zoals meestal wordt aangenomen, maar dat ze zijngecorreleerd. In dit onderzoek heb ik die correlatie gemodel-leerd en de invloed ervan op het effect van keuringscriteriagedefinieerd."In 1991 wordt hij benoemd tot docent en in 1995 bevorderdtot hoogleraar. Samen met de benoeming tot hoogleraar, wordthij ook directeur van het Labo Magnel. Feitelijk is zijn gehelefoto:NicVermeulenLuc Taerwe 42013 5732, 3, 4 Een blik in het Laboratorium Magnel voor Betononderzoek:14 m lange betonplaat voor de studie van membraanwerking (2),hogesterktebetonplaat na buigproef (3), 20 m lange voorgespannenligger met twee overspanningen (4)aan wijden? We hebben de kennis om bestaande constructieste beoordelen, maar hoe moeten we dat omzetten naar inter-venties voor herstel? Ik zou er best eens ??n of twee onderzoe-kers op willen zetten."Internationale contactenTaerwe is ook buiten Belgi? een geziene gast. "Ik ben al vrijvroeg in netwerken gestapt. Ik werd lid van CEB, wat later fibis geworden, en ben sinds een aantal jaren hoofdredacteur vanStructural Concrete, het tijdschrift van fib. Verder ben ik`Fellow' van het ACI (American Concrete Institute) en ben iklange tijd voorzitter geweest van de Belgische IABSE-groepe-ring. Al deze contacten leiden niet alleen tot kennisuitwisse-ling, maar leveren ook vriendschappen op met collega's indiverse landen. De kennis komt uit verschillende hoeken enregio's. Dat is niet alleen zeer verrijkend, maar levert tevensinspiratie op voor eigen nieuw onderzoek. Voor een klein landals Belgi? is het belangrijk om internationaal aanwezig te zijn.We kunnen niet in alle onderzoeksdomeinen zelf actief zijn,we m??ten wel samenwerken."kunnen halen. Verder hebben we veel buitenlandse promo-vendi, binnenkort zelfs in meerderheid. Een grote groep komtuit China en brengt een doctoraatsbeurs mee. Daarnaastkrijgen we ook de nodige gelden vanuit bedrijven, waarmee wepersoneel kunnen betalen en apparatuur kunnen aanschaffen.De noodkreten die enkele jaren geleden vanuit de faculteitCiviele Techniek in Delft klonken, hebben wij gelukkig nogniet hoeven te slaken."Taerwe spreekt uit ervaring, want van 2008 tot 2012 was hijdecaan van zijn faculteit. "In Nederland trekt men vaak exter-nen aan vanuit het bedrijfsleven. Zij beheren dan het volledigebudget, ook van personeel en vastgoed. Vlaanderen heeftgelukkig een ander financieringsmodel, dat ons in staat heeftgesteld om onder meer de grootschalige beproevingsinfra-structuur te behouden. De centraal ter beschikking gesteldeonderzoeksbudgetten zijn in Vlaanderen tot nu toe redelijk oppeil gebleven."Hij heeft wel eens gemijmerd over een baan in het bedrijfsleven? af en toe adviseert hij ook marktpartijen en doet hij arbitragevoor speciale onderwerpen ?, maar de academische vrijheid ishem toch liever. Een onderzoek begint hij niet zonder een doelvoor ogen te hebben, maar hij geniet van een zekere vrijheid inhet uitvoeren ervan. "Die vrijheid wordt hoogstens beperktdoordat ik ook de financiering in de gaten moet houden."De staat van de infrastructuur?Op het recent gehouden IABSE-congres in Rotterdam stond destaat van de infrastructuur prominent op het programma. Datis zonder meer een actueel en wereldwijd zeer onderschatonderwerp. "In Gent is Robby Caspeele met evaluatie vanbestaande constructies bezig, inclusief de meer theoretischecontext. Je moet hierbij denken aan risicoanalyse en parti?leveiligheidsfactoren. Welke veiligheid zet je op restlevensduur?Hoe kun je zoiets terugvertalen in veiligheidsconcepten?"Taerwe beschikt over voldoende informatie om de politiek eenspiegel voor te houden, maar daar wacht hij nog even mee. "Deproblemen met de infrastructuur zijn ook in Belgi? evident. InNederland heeft Rijkswaterstaat door de jaren heen veelonderzoek ondersteund. De contacten met de onderzoekswe-reld zijn bij jullie ook veel duidelijker. In Vlaanderen zijn delijntjes met de overheid aanzienlijk dunner; steun voor onder-zoek hadden we nauwelijks."Met bewondering heeft hij de afgelopen jaren gekeken naar hetdoor Rijkswaterstaat ge?nitieerde, grootschalige dwarskracht-onderzoek. "Zoiets zou in Belgi? ook moeten gebeuren. Hetorganiseren daarvan is echter heel moeilijk, spijtig genoeg. Denoodzaak is er, maar we worden gehinderd door de lokalementaliteit. In Belgi? komen we doorgaans pas in beweging alsde problemen er zijn. Maar hoe pakken we dat aan? Hoemodelleren we dit? Kunnen we er een onderzoeksprogramma"De noodzaak voor grootschaligedwarskrachtonderzoek is er ookin Belgi?, maar we wordengehinderd door de lokalementaliteit"Luc Taerwe4201358interview4StimuleringSinds enkele weken is Taerwe voorzitter van de BelgischeBetongroepering (BBG). "In die rol wil ik de internationalecontacten zeker verder uitbouwen. De kunst is intenties hier-over uit te spreken, de mensen ervoor warm te maken. Maarstudenten zijn vandaag zeer moeilijk in beweging te krijgenvoor een studie in het buitenland en ook collega's aan deuniversiteit gaan niet vaak weg van huis voor een iets langereperiode. Docenten internationaal uitwisselen is moeizaam,maar kan nochtans zeer inspirerend werken." Stimuleren kan,maar opleggen kan niet. Het is de kunst daarin mee tebewegen. "Nu zijn in Belgi? maar weinig bouwbedrijven echtin het buitenland actief. Ik krijg dan te horen: `Moeten wij alle-maal naar die internationale congressen gaan? Dat is ver vanons bed.' Ik kijk altijd naar de onderzoekskant, zie dat andereuniversiteiten met dezelfde onderwerpen bezig zijn en leg dancontacten. Dat geeft op de langere termijn een indirecte meer-waarde. Maar waar Nederland nog een aantal bouwbedrijvenheeft die ver in het buitenland werkzaam zijn, kennen we in debetonsector in Belgi? op dergelijke schaal eigenlijk alleenBESIX. En verschillende grote Belgische studiebureaus zijnIn Nederland loopt de deelname aan internationale werk-groepen de laatste jaren schrikbarend terug. Taerwe herkentdat wel. "Ik ben in bepaalde werkgroepen of op congressenvaak ook de enige Belg en dat vind ik zeer spijtig. Het isbelangrijk dat de mensen in de bouwbedrijven een brederevorming krijgen dan alleen het eigen betonvak. Wat leeft erzoal in de bouw wereldwijd? In internationaal verband krijgje soms ook zomaar de gelegenheid bijzondere werken tebezoeken waar je anders niet komt. Ik denk dat veel mensennogal eens te eng bezig zijn. Deelnemen aan internationalecongressen verruimt je horizon. Zo is de focus het laatstedecennium ongemerkt verlegd van de Verenigde Staten vanAmerika naar China en India; landen met een enorm poten-tieel en een geheel andere kijk en mentaliteit dan in hetwesten. En vlak ook Brazili? niet uit."Dat de ontwikkelingen in die landen soms iets te snel gaan,is logisch volgens Taerwe. "Zeker China heeft in vijftien jaareen evolutie meegemaakt waar wij honderd jaar voor nodighadden. Maar als ik zie wat men daar allemaal doet.Sommige labo's in China hebben een grootte en budget waarwij niet aan kunnen tippen. Het enige wat we nog kunnendoen, is samenwerken; ertegen ingaan, concurreren, is geenoptie. Dergelijk inzicht krijg je echter alleen als je ook regel-matig daarheen bent geweest. Ik heb inmiddels diversecontacten in China uitgebouwd. In de jaren vijftig trokkenvelen naar de Verenigde Staten om te promoveren, nukomen Chinezen naar hier en worden in China in eenonvoorstelbaar tempo spectaculaire bouwwerken gereali-seerd. E?n regio die echt overheersend is, zullen we overi-gens in de toekomst niet meer zien. Straks bepalen verschil-lende regio's de wereldeconomie. Ik vind dat we in hetwesten daar nog niet goed op zijn voorbereid. Nu heb ik hetvoorrecht daarop in te mogen spelen, maar meer mensenmoeten die internationale ervaring opdoen om te weten watdaar allemaal beweegt. Als ik Nederland en Vlaanderen bijelkaar optel, kom ik op 23 miljoen inwoners. Er zijn stedenin China met 10 miljoen inwoners waarvan wij de naam nogniet eens kennen. Terwijl aan de andere kant China ook eenbeschaving op hoog niveau heeft, die bovendien al duizen-den jaren oud is. Het komt niet zomaar uit het niets te voor-schijn!""China heeft in vijftien jaar eenevolutie meegemaakt waar wijhonderd jaar voor nodighadden"Luc Taerwe 42013 595, 6 Deelname aan internationale werkgroepen en congressen brachtTaerwe op verschillende bijzondere plekken, zoals Dubai (5: BurjKhalifa) en China (6: Shanghai Tower)dat ik de toehoorders voldoende ken en op de hoogte ben vande actuele onderwerpen die er spelen. Van de deelnemers aandat diner na de Betondag, ken ik er ruim de helft. Er speeltaltijd wel wat, en daar ga ik dan op in. Dat is de inspiratie vanhet moment. Ik vang de hele dag indrukken op in De Doelenen dan is het de kunst de juiste topics eruit te pikken. Ik hebvervolgens weinig moeite om te switchen van serieus naarlichtvoetig."Ook de Nederlandse bouwsector vindt hij interessant. "Ik vindjullie bouwwerken en infrastructuur qua opvatting en stijlorigineler dan bij ons. En dan heb ik het niet alleen over degrote steden, maar ook de categorie daaronder. Dat vind ikopmerkelijk, want ik kan me toch niet voorstellen dat men inNederland zoveel meer geld hieraan spendeert, dus waar ligtovergenomen door Nederlandse bureaus (ABT, Arcadis,Grontmij). Let wel: India en China bepalen straks niet alleende economie, maar ook de afzetmarkt. Nu zie ik niet directbouwbedrijven van hier naar China gaan, maar voor studiebu-reaus zou dat toch niet zo moeilijk moeten zijn?" Het is duide-lijk dat deze mondiale, economische evolutie hem bezighoudt."Ik ben benieuwd hoe de betonsector zich naar de toekomstzal ontwikkelen. Wij als onderzoekers doen het internationaalnog altijd uitstekend, maar dat is geen absolute garantie."NederlandZoeken op de naam `Taerwe' in het digitaal archief vanwww.cementonline.nl levert 37 hits op. Daarmee is hij onbe-twist koploper onder de Belgen. "Ik kom zeer graag naarNederland en heb al heel lang contacten met collega's aan deTU's, al van de tijd toen professor Bruggeling nog in Delft wasaangesteld." Taerwe heeft in tal van promotiecommissiesgezeten, was lid van verschillende CUR-commissies, jurylidsinds twintig jaar voor de ENCI-Studieprijs en tevens alweervijftien jaar lid van de redactieraad van het vakblad Cement."Ik herinner me nog het promotieonderzoek van Dick Hordijknaar vermoeiing, waarvoor ik samen met onder andere Hans-Wolf Reinhardt in de begeleidingscommissie zat. Ook JoostWalraven ken ik al heel lang, en evenzo Johan Blaauwendraad,Klaas van Breugel, Joop den Uijl, Cor van der Veen, CeesKleinman en nog vele anderen. In Cement heb ik ongeveer vijf-tien artikelen gepubliceerd. Verder heb ik in Nederland diversevoordrachten gegeven en ben ik lid geweest van de visitatie-commissie van de opleiding Civiele Techniek aan de TU's. Ennatuurlijk kom ik samen met mijn echtgenote ook graag naarNederland om te fietsen."Wat misschien minder mensen weten, is dat Taerwe zich ophet afsluitende diner na de Nederlandse Betondag de laatstejaren heeft ontpopt als een zeer talentvolle cabaretier. Op eenmanier die doet denken aan de eindejaarsconferences vanwijlen Wim Kan, sluit hij dit jaarlijkse betonfeest af met eenterugblik vol rake typeringen. "Ik geniet van het combinerenvan de technische aspecten met het sociale element, iets wat ikoverigens niet alleen in Nederland doe. Enige voorwaarde is"Wij als onderzoekers doen hetinternationaal nog altijduitstekend, maar dat is geenabsolute garantie"5Luc Taerwe4201360interviewhet dan aan? Wellicht een gevolg van de genoten opleiding ofdoordat in Nederland meer in ter plaatse gestort beton wordtuitgevoerd dan in Belgi?? Ter plaatse gestort beton biedt tochmeer mogelijkheden tot architecturale expressie. Dat kun je inelk geval terugvinden in Cement. Als ik een publicatie over eenproject in Cement lees en later zie ik dat in het echt, dan boeitme dat wel."Verdere harmonisatieOndanks het feit dat we dezelfde taal spreken en elkaar goedverstaan, zal het nog wel even duren voordat we aan beidezijden van de landsgrens ook compleet dezelfde voorschriftenhanteren. "De Eurocode is een grote stap voorwaarts gebleken,maar vooralsnog hanteert elk land hierbij zijn eigen parame-ters. Verder heeft elk land nog altijd zijn eigen bouwcultuur envoorliefdes voor bepaalde technieken. Maar als beide normali-satiecommissies wat vaker bijeen gaan zitten, zouden wezomaar enkele stappen tot verdere harmonisatie kunnenzetten. De software die we gebruiken, is al internationaal overi-gens. Alleen verschillen van land tot land nog sommige co?f-fici?nten in basisformules. Ik zou best werk willen maken vaneen verdere eenwording, dat zorgt er bovendien voor dat ikmijn contacten verder kan uitbouwen. In Delft en Eindhovenzijn Dick Hordijk en Theo Salet nu nieuwe collega's; hoog tijdom vanuit de Vlaamse universiteiten wat meer met jullie teoverleggen."Wat Taerwe wel jammer vindt, is dat Nederland zoveel deel-tijdhoogleraren kent. "Het wordt dan moeilijker om funda-mentele onderzoeken te doen en promovendi te begeleiden.Bovendien moet je dan altijd kiezen uit twee passies en kun jejezelf niet volledig aan die ene broodheer overgeven. Dit vanafde zijlijn observerend, vind ik dat wel spijtig. Toen ik decaanwas, kwam ik ook minder toe aan wat werken aan een univer-siteit zo boeiend maakt: onderzoek, onderwijs en internatio-nale contacten. Sindsdien heb ik dat alles weer snel opgepakt."Als BBG-voorzitter wil hij ook de banden met Nederlandverder aanhalen. Zo wordt eraan gedacht om samen met deNederlandse Betonvereniging in 2017 in Maastricht een fib-symposium te organiseren. "Samenwerken heeft voor onzetwee kleine landen onmiskenbaar een meerwaarde. Wekunnen alleen maar overleven door samen te werken en krach-ten te bundelen. Met behoud van ieders identiteit uiteraard. Ikheb nog vijf academiejaren voor de boeg en er is nog veel inno-verends te doen. Ik moet dus keuzes maken en het wordenongetwijfeld nog vijf boeiende jaren. En daarna zal ik hopelijkniet meteen verdwijnen; hoogstens zit ik niet meer in hetcentrum van de betonwereld." Henk Wapperom"De noodkreten die enkele jarengeleden vanuit de faculteit CivieleTechniek in Delft klonken,hebben wij gelukkig nog niethoeven te slaken"6
Reacties