CUR-VBStichting voor onderzoek, voorschriften enkwaliteitseisen op het gebied van betonZoetermeerHet bestuur van de Stichting CUR-VB heeftbesloten een leidraad uit te geven over dewijze waarop moet worden gehandeld,indien betonschade ten gevolge vanwapeningscorrosie bij bestaandeconstructies wordt geconstateerd en opwelke wijze preventie kan plaatsvinden.Deze problematiek bleek gezien de veletechnische, maatschappelijke enjuridische aspecten gecompliceerd.Hoewel de uitwerking van dezeproblematiek zich nog in een fase vanontwikkeling bevindt is het van belang datreeds nu aan deze materie aandacht wordtbesteed, vooral gezien de grotebelangstelling die bij betrokkenen voor ditonderwerp bestaat.De leidraad is opgesteld doordr.R.F.M.Bakker, dr.J.Bijen, ir.J.G.A. vanHulst, ir.P. de Jong en ing.G.W.Straatsma.Het resultaat is voorgelegd aanCUR-VB-onderzoekcommissies PB 32'Relatie agressiviteit milieu en duurzaam-heid betonconstructies', D 8 werkgroep 1'Schade aan betonoppervlakken in dewoningbouw' en voorschriftencommissie12 'Beton'.Het opstel/en van deze leidraad is mogelijkgemaakt door een bijdrage van hetministerie van Volkshuisvesting,Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.* CUR-VB-rapport 118 'Inventarisatie scha-deomvang van in de periode 1950-1980 aande buitenlucht blootgesteld betonoppervlakin de woningbouw', uitgave Betonvereni-ging, Zoetermeer, 1984.** CUR-VB-rapport 117 'Onderzoek naaraansprakelijkheid voor schade aan betonop-pervlakken', uitgave Betonvereniging, Zoe-termeer, 1984.*** CUR-VB-rapport 84-6 'Agressiviteit mi-lieu en duurzaamheid betonconstructies',uitgave Betonvereniging, Zoetermeer, 1984.Cement XXXVII(1985)nr. 4Inspectie van bestaandebetonconstructiesLeidraad ter preventie en beperking van schade tengevolge van wapeningscorrosie1. InleidingBij het onderzoek haar de schadeomvang van aan de buitenlucht blootgesteld beton opper-vlak in de woningbouw, omschreven in CUR-VB-rapport 118*, is naar voren gekomen datbij het overgrote deel van dit beton (ruim 97%) zich geen schade manifesteert. Tevens isvastgesteld dat bij een deel hiervan (ca. 20% ? 25%) wel schade kan optreden binnen degestelde levensduur. Naar aanleiding hiervan is de vraag ontstaan hoe eventueel te verwach-ten schade tijdig kan worden onderkend en welke acties daartoe kunnen worden onderno-men.In deze leidraad wordt gebruik gemaakt van de gunstige omstandigheid dat de constructievrijwel altijd zelf op tijd waarschuwt, dat wil zeggen dat in een stadium waarbij nog slechtszeer plaatselijk lichte schade optreedt, eventuele schade in de rest van de constructie nogkan worden voorkomen door het nemen van preventieve maatregelen. Dit houdt in dat eenuitgebreid onderzoek bij gebouwen zonder schade (behalve op grond van hierna genoemdejuridische overwegingen) niet nodig is en dat met het treffen van maatregelen kan wordengewacht tot zich de eerste schadeverschijnselen voordoen. Voorwaarde is wel dat vooralde meest kwetsbare plaatsen (schade-indicatoren) nauwgezet worden geobserveerd.Uit de beschreven gedachtengang volgt een onderverdeling in een viertal fasen:fase 1: het onderkennen van eventuele toekomstige schade door een visuele inspectie;fase 2: het onderkennen van eventuele toekomstige schade door middel van een ori?nterendonderzoek;fase 3: het vaststellen van de aard en omvang van de schade door middel van een uitgebreidonderzoek;fase 4: het treffen van maatregelen ter preventie en reparatie van schade.De verschillende fasen worden besproken in de paragrafen 2 tot en met 5. Bij iedere fasevindt op basis van de verkregen resultaten een besluitvorming plaats over de wenselijkheidom een volgende fase uit te voeren. In figuur 1 zijn de verschillende fasen in een stroomsche-ma weergegeven.Het onderkennen van in de toekomst te verwachten schade kan ook wenselijk worden geachtop een tijdstip dat er nog geen waarschuwingen in de vorm van de eerste schadeverschijn-selen zichtbaar zijn. Deze wens komt meestal voort uit juridische overwegingen, zoals bijaansprakelijkheidstelling**. Ook kan deze wenselijkheid voorkomen bij aan- en verkoop,bestemmingsveranderingeneningrijpende bouwkundige wijzigingen. De procedure hiervooris in paragraaf 6 en figuur 2 beschreven.Nadrukkelijk wordt hier opgemerkt dat bij goed ontworpen en uitgevoerde betonconstructiesonder normale omstandigheden binnen de gestelde levensduur van gebouwen geen schadebehoeft voor te komen***.2. Fase 1 - Onderkenning van toekomstige schade; visuele inspectieDe aard van het schademechanisme 'wapeningscorrosie' is zodanig dat deze zich slechtslangzaam manifesteert. Bovendien zijn er bij aan de buitenlucht blootgesteld beton altijdvariaties aanwezig in onder meer de betondekking, de carbonatatiediepte en het chloridege-halte, waardoor de schade zich nooit op hetzelfde tijdstip over het gehele oppervlak zalopenbaren. De eerste incidentele tekenen van schade kunnen dan ook worden gebruikt omdreiging van toekomstige schade te onderkennen, ruim voordat een escalatie van de schadevalt te vrezen.De hier beschreven procedure is bedoeld om deze incidentele tekenen zo vroeg mogelijk tesignaleren. Hiertoe dient een regelmatige inspectie te worden uitgevoerd. Aanbevolen wordtde eerste vijf jaar na oplevering jaarlijks een visuele inspectie te houden. Daarna kan meteen inspectie om de twee jaar worden volstaan. Een dergelijke visuele inspectie kan tegelij-kertijd plaatsvinden met de in het kader vanhet bouwkundig onderlroud gebruikelijke inspec-ties.248verhogeninspectiefrequentie_preventieve maatregelen- reparaties- kostenanalysegeen verdereschadeverwachtingIIIIIII1FASEIIIIIIIIFASE 21IIFASE 31I1FASE1Stroomschema werkwijze preventie vanschadeschade-preventieve maatregelen- reparaties-kostenanalysegeen schadeof incidentele ......schadeIIFASE 11II1IIFASE 21IIIFASE 3/II __FASE 4/I2Stroomschema werkwijze technischonderzoek naar toekomstige schade tenbehoeve van juridische en economischedoeleindenCorrosie van wapening is een ingewikkeld elektrochemisch proces waarbij vele Invloedsfac-toren betrokken zijn. Veelal wordt wapeningscorrosie in eerste instantie veroorzaakt doorde aanwezigheid van te weinig en/of onvoldoende dichte betondekking, gekoppeld aan car-bonatatle van het beton tot op de wapening. De bescherming van de wapening door hetbeton wordt dan na enige tijd opgeheven.Ook kan corrosie optreden door constructieve gebreken, bijvoorbeeld ernstige scheurvor-ming door onvoldoende of onjuist aangebrachte wapening. Eenandere oorzaak is de aanwe-zigheid van chloride in het beton. Deze stof kan afkomstig zijn van het gebruik van chloride-Cement XXXVII (1985)nr. 4 2493Scheuren in het betonoppervlak die derichting van de wapening volgen4Afgesprongen schollen beton, waardoorde wapening bloot is komen te liggenhoudende versnellers bij de betonvervaardiging, het gebruik van chloridehoudende dooizou-ten of indringing van chloride uit de atmosfeer (kustgebied).HerkenningWapeningscorrosie kan worden herkend aan:-scheurtjes in het betonoppervlak; deze volgen veelal de richting van de wapening (foto 3);-afgesprongen schollen beton (foto 4);-blootliggende wapening (foto 4);-bruine vlekken nabij scheuren, wat kan duiden op corrosie ten gevolge van de aanwezigheidvan chloriden",Kwetsbare plaatsenDe voor wapeningscorrosie meest kwetsbare plaatsen zijn onder meer:-de rand en het waterhol van balkon- of galerijplaten (fig. 5);-het oplegvlak van platen op concoles (foto 6);-de bevestiging van balustraden e.d. (foto 7);-de gevelbanden (foto 8);-dunne elementen.Een voor wapeningscorrosie kwetsbare plaats, met name als chloriden aan het beton zijntoegevoegd, zijn ook vloeren boven vochtige kruipruimten.Visuele inspectieDe visuele inspectie dientzich vooral op deze kwetsbare plaatsen te concentreren. De resul-taten van visuele inspectie dienen te worden vastgelegd door het maken van foto's en hetoptekenen van bijzonderheden (zoals lengte en wijdte van scheuren). Na elke inspectiebeurtdienen de resultaten steeds met die van de vorige periode te worden vergeleken. Indienincidenteel schade aanwezig is die door wapeningscorrosie veroorzaa'
Reacties