In voorgespannen beton gebouwde silo'svoor los gestorte kristalsuikerdoor ir J. J. B. J. J. Bouvy en ir H. E. WestenbergTijdens een reis, welke de schrijvers in de herfstvan 1953 naar Scandinavi? maakten, kon eenbezoek worden gebracht aan Odense, alwaartwee suikersilo's in aanbouw waren. Aange -zien dit bouwwerk buitengewoon interessantis en dergelijke silo's tot nu toe in Nederlandnog niet zijn gebouwd, is het van belang hier-omtrent een en ander in 'Cement' mee te delen.De stad Odense, de derde stad van Denemarken en hoofd-plaats van het eiland Fyn (F?nen), bezit een suikerfabriek,alwaar de op dit eiland verbouwde suikerbieten wordenverwerkt. Bij deze fabriek is het probleem van de suiker-opslag opgelost door de bouw van een tweetal silo's met eentotale capaciteit van 15 000 ton.Deze silo's zijn cylindervormig met een hoogte van on-geveer 33 m en een diameter van 20 m. De wanden zijnin voorgespannen beton geconstrueerd en hebben een diktevan 0,20 m. Naast de silo's is een elevatortoren gebouwd,ter hoogte van 40 m en met als doorsnede een vierkant metribben van 4 m. Bovenop de silo's bevindt zich een over-dekking ter breedte van 4 m voor de transportband. Onderde silo's is een 3 m diepe kelder (tek. 1).De kristalsuiker wordt in deze silo's gebracht met behulpvan een transportband uit roestvrij staal, welke op eenhoogte van ongeveer 12 m boven het maaiveld in de elevator-toren uitmondt. Aldaar wordt de suiker gewogen en doorde elevator tot boven de silo's gebracht, waar een tweedetransportband de suiker verder horizontaal vervoert totboven de openingen in de afdekkingen van de silo's. Voorhet ledigen is de bodem voorzien van openingen op eenonderlinge afstand van 2 m gelegen, waardoorheen desuiker langs in trilling gebrachte trechters op een transport-band kan vallen, die in de kelder loopt. Deze voert desuiker wederom naar een elevator, leidende naar de eerstetransportband op 12 nj hoogte, die bij het lossen in tegen-gestelde richting loopt, en zo de suiker naar de expeditievervoert, alwaar de vulling van de zakken kan plaats vinden.Als de silo's gevuld zijn, ligt de suiker tot een hoogte vanca 30 m. De belasting op de ondergrond bedraagt 2,3 kg/cm 2.Hierbij komt dan nog de belasting door het bouwwerk,ter grootte van 0,8 kg/cm2; dit maakt een totaal van 3,1kg/cm2. Het werd derhalve raadzaam geacht de silo's elkafzonderlijk te funderen, omdat men zettingen, gelegentussen 5 en 10 cm, kon verwachten. Deze fundatie bestaatuit een 1 m dikke fundatieplaat, die een samenwerkendgeheel vormt met de afdekking van de kelders, waarmeezij door kolommen en wanden stijf is verbonden. Dezeconstructie werd vervaardigd uit normaal gewapend betonmet een zware normaal betonstalen wapening.De wanden van de silo's behouden hun dikte van 20 cmover de gehele hoogte van 33 m, waardoor voor de con-structie een glijdende bekisting op een gemakkelijke wijzekon worden gebruikt. Deze wanden zijn op gelijke wijzevoorgespannen, zoals dat ook is geschied bij de cement-silo's in voorgespannen beton van de CEMIJ te IJmuiden1).Aldus werd een volkomen scheurvrije constructie ver-kregen, hetgeen van zeer groot belang is bij het opslaan vansuiker in deze silo's. Daarnaast is een niet te versmadenmateriaalbesparing bereikt.De silo's te Odense hebben echter een veel grotere diameter(20 m tegenover 9 m) en een grotere hoogte (33 m tegen-over 20 m) dan die te IJmuiden. Bij de bouw heeft men ge-bruik kunnen maken van de te IJmuiden en op anderedergelijke bouwwerken in Noord -Europa opgedane er-varingen; zo is de wrijving in de voorgespannen kabelsaanzienlijk verminderd, waardoor bij dergelijke bouw -werken een niet onbelangrijke staalbesparing kan wordenverkregen.tek. 1. vertikale en horizontale doorsnedefoto 2. het centreren van de glijbekisting1) Zie ir W. van Someren, Cement 5 (1953), Nr 5-6.Cement6 (1954) Nr15-16 237foto 3. het begin van de werkzaamheden metde glijbekistingVoor de glijbekisting is gebruik gemaakt van het ZweedseInterconsultsysteem. Bij dit systeem geschiedt het heffenvan de ongeveer 1,25 m hoge bekisting met hydraulischevijzels, welke vanuit een centraal punt met behulp van eenelectrisch aangedreven oliedrukpompje worden gevoed.Door deze centrale voeding wordt een volkomen gelijk-matige opwaartse beweging van de bekisting gewaarborgd,terwijl de juiste horizontale stand met behulp van op eenringleiding aangesloten bij elke vijzel aangebrachte peil-glazen, op eenvoudige wijze valt te controleren. Voordatmet het doen klimmen van de bekisting wordt aangevangen,wordt deze volkomen waterpas afgesteld met behulp vaneen daartoe aan de vijzels aangebrachte voorziening. Hetklimmen vindt plaats, doordat de vijzels zich met behulpvan een geoctroo?eerde kogelgreep langs vertikaal geplaatstestaven omhoog bewegen, terwijl aan de vijzels bokconstruc-ties zijn bevestigd, die behalve de bekisting ook de ver-schillende platformen voor het storten en afwerken van hetbeton dragen. Een schroefverbinding zorgt er voor, dat destalen klimstaven ongelimiteerd kunnen worden verlengd,waarbij zij door een speciale voorziening los van het betonblijven en daardoor kunnen worden teruggewonnen.Het is mogelijk de vijzels tijdens het klimmen van de be-kisting uit te wisselen; de bediening van de hydraulischefoto 4. de interconsult-vijzel voor de glijbekistingapparatuur en de contr?le op het volkomen waterpas blijvenvan de bekisting kan door ??n man geschieden.Wanneer het beton onder de bekisting vrijkomt, is het nogzo vers, dat een eventueel bijwerken zeer gemakkelijk enzonder toevoeging van extra mort el kan plaatsvinden,waardoor enerzijds een goed en gelijkmatig oppervlak ont-staat en er anderzijds geen later extra aan te brengensteigerwerk voor nodig is.Als de binnenwand volkomen droog is, wordt er een laagwaterglas op aangebracht, teneinde aldus een volkomenfoto 5. de silo's tijdens de bouw foto 6. betonstorten van de silo's bij nacht238 Cement 6(1954) Nr 15-16foto 7. pas gestorte wand met uit de wandverdikking uit -tredende kabeleinden 12 ? 5dichtheid te verkrijgen, waardoor de suiker direct tegen debetonwand kan rusten.Het is ongetwijfeld interessant een vergelijking te makentussen deze silo's te Odense en de silo's van kleinere dia-meter, welke voor hetzelfde doel in de Verenigde Staten enin enkele andere landen zijn gebouwd. Deze silo's hebbeneen diameter van slechts 8 tot 10 m, een limiet welke gesteldwordt, doordat men de wanden in normaal gewapend betonconstrueert. Indien men de wanden echter in voorgespannenbeton vervaardigt, is men vrij, grotere diameters te kiezenzonder gedwongen te zijn de wanddikte te vergroten Hierkomt bij, dat een grotere silo belangrijk goedkoper in bouwis per m3nuttige inhoud. De inhoud van een der silo's inOdense is bijv. 10 000 m3, hetgeen overeenkomt met 3 kleine-re silo s met een zelfde hoogte en een diameter van elk 11 m.foto 8. de silo's gereedHet wandoppervlak van de eerste silo is 2100 m2en dat vande 3 kleinere silo's 3 500 m2, terwijl het oppervlak van devloer en van de afdekking in beide gevallen ongeveer evengroot is. Het is derhalve zonder meer duidelijk, dat eengrotere silo in bouw veel goedkoper is dan een aantalkleinere met gezamenlijk gelijke inhoud.Het project voor de Deense silo's werd verzorgd door hetIngenieursbureau Ch. Ostenfeld & W. J?nson te Kopen-hagen, welk bureau op het gebied van silo- en reservoir-bouw, speciaal in voorgespannen beton, een grote naamheeft verworven.Ongetwijfeld hebben silo's, zoals te Odense geconstrueerd,een grote toekomst en het valt te voorzien, dat hiervoor ookin ons land belangstelling zal bestaan.Jaarbeurs terrein Croeselaan, Vak XII, stand 1201-1204Cement 6 (1954) Nr 15-16239
Reacties