In memoriam Eug?ne Freyssinet13 juli 1879 -- 8 juni 1962U.D.C. 92Freyssinetbiografie FreyssinetHet telegram1) dat Freyssinet aan ons, deelnemers aan het con-gres in Rome en Napels van de F.I.P. (Federation Internationale dela Pr?contrainte) deed toekomen, is gebleken zijn laatste groet tezijn geweest aan zijn volgelingen, aan diegenen, welke hij als zijn'kinderen' beschouwde.Nog pas enkele weken tevoren had hij te Parijs officieel afscheidgenomen van zijn naaste medewerkers, om zich in de nabijheidvan Nice terug te trekken met de bedoeling aldaar van zijn laatstelevensjaren te genieten. Maar hij nodigde ons uit tot hem te blij-ven komen met onze technische vragen en moeilijkheden, zoalswij dat ook in de voorafgaande jaren steeds hadden kunnen doen.Want, ondanks zijn hoge leeftijd konden wij altijd bij hem aan-kloppen. Zijn raadgevingen bleken steeds waard van alle kantenbekeken te worden, en zij vormden een bron van verdere en dik-wijls tevoren niet ontdekte mogelijkheden.Maar het is anders gelopen. Freyssinet heeft niet van zijn zo ver-diende rust in de prachtige omgeving van Nice mogen genieten.Blijkbaar waren de inspanningen van de verhuizing met alle bij-komende verwikkelingen voor de bijna 83-jarige teveel geweest.Freyssinet; onze gedachten gaan terug naar wat deze naam voorons gedurende lange jaren is geweest, en dit doet ons beseffen watFreyssinet voor ons zal blijven betekenen.Geboren in Objat in het Franse departement Corr?ze wasFreyssinet afkomstig uit de landstreek Auvergne, hetgeen voorde kenners van Frankrijk aanwijzingen geeft omtrent bepaaldekaraktertrekken van zijn persoonlijkheid. Deze harde, bergachti-ge landstreek heeft sterke karakters voortgebracht, moeilijk mis-schien voor anderen, maar vooral veeleisend voor zichzelf, meteen grote werkkracht enerzijds, een grote hulpvaardigheid voorde naasten anderzijds. Geestdriftig, maar ook soms opvliegend,doch een boosheid snel vergetend.Freyssinet was een echte 'Auvergnat'. Welk een genot, wat eenvoorrechtwas het met hem te kunnen samenwerken en te wordenmeegesleept door zijn groot enthousiasme, zijn rotsvast geloof inde techniek. En 's avonds, na afloop van technische onderhande-lingen, kon hij urenlang doorpraten over de meest verscheideneonderwerpen, waarbij een fantastische kennis bleek aangaandevelerlei cultuurgebieden.Na zijn ingenieursstudie te hebben voltooid trad Freyssinet op1 juli 1905 in dienst van de Franse Waterstaat en verkreeg de post') zieblz. 4I5/4I6van arrondissements-ing?nieur te Moulins. Behalve een grootaantal kleinere werken konden door hem in deze periode tweebelangrijke bruggen over de Allier worden gebouwd, en wel debrug bij Le Veurdre (zie foto blz. 410) en die bij Boutiron, beidemet 3 openingen van ongeveer 67,50-72,50-67,50 m, en over-spannen door platte bogen met pijlen van 4,20-5,00-4,20 m.Bij de uitvoering van deze bruggen werd door Freyssinet ge-bruik gemaakt van de techniek van ontkisting met behulp vanvijzels, een techniek die hij kort tevoren als experiment en metuiterst primitieve hulpmiddelen voor het eerst had toegepast bijde bouw van een kleine boogbrug met een overspanning van 26 mte Rair?als-sur-Besbre, en daarna verder had ontwikkeld teMoulins, in 1908, door een proefgewelf te construeren met eenoverspanning van 50 m en een pijl van slechts 2 m.De trekstang van deze platte boog werd gevormd door een beton-nen balk, waardoorheen, vrij van het beton, 1200 staven met eendiameter van 10 mm werden gevoerd, die tot 70 kg/mm2werdenvoorgespannen, twee aan twee, steun nemend op het beton-massief, om daarna met stalen wiggen in wiggenblokken te wor-den verankerd. Deze betonnen balk bleef onder de belastingenvan de boog tijdens de beproevingen steeds onder drukspanningen vormde aldus de eerste ooit uitgevoerde voorgespannen beton-constructie!Maar aangaande de bouw van deze bruggen over de Allier zijn nogveel meer bijzonderheden te vermelden. Zo werd bij voorbeeldbij de brug te Boutiron voor de eerste maal de later zo bekendgeworden scharnier-constructie in beton toegepast ten behoevevan de opleggingen.Ten gevolge van het succes van deze kunstwerken en door degrote aandacht die zijn nieuwe constructie-methoden in de tech-nische wereld had ontvangen, verkreeg Freyssinet in de jaren1913-1914 opdrachten voor een aantal belangrijke brugontwer-pen, buiten zijn eigenlijke werkzaamheden als arrondissements-ingenieur van de Waterstaat. Dit betrof de brug te Villeneuve-sur-Lot, met een overspanning van 97 m, waarvan de werkzaam-heden, aangevangen begin 1914, door het uitbreken van de eerstewereldoorlog moesten worden onderbroken, zodat deze brugeerst in 1919 gereed kwam (zie foto op blz. 412). Verder een tram-viaduct over de Bemand, een boog met een overspanning van nietminder dan 180 m! Ook de bouw van deze brug werd door deoorlog onderbroken, maar in dit geval moest in 1918 worden be-sloten de inmiddels overbodig geworden brug niet verder af tebouwen.Cement 14 {1962) Nr. 7 409brug over de Allier bij Le Veurdre (67,50-72,50-67,50 m), bouwjaar 1910ontwerp: Eug?ne Freyssi net uitvoering: St? des Entreprises Limousininmiddels had Freyssinet in 1914, enkele weken voor het uit-breken van de oorlog, besloten zich terug te trekken als water-staats-ingenieur, om zich met zijn vrienden Mercier en Limou-sin te associ?ren tot de aannemingsfirma 'Mercier, Limousin etCie.' Later, na het uittreden van Mercier in 1916, werd de naamvan deze firma veranderd in: 'Limousin et Cie, proc?d?s Freyssi-net'.Maar het uitbreken van de oorlog en de mobilisatie onderbrakenen vertraagden de voorgenomen activiteiten: gedurende 5 jarenwas Freyssinet op de eerste plaats kapitein der genie en pasdaarna directeur van een aannemingsfirma. Toch werden onderzijn leiding in deze periode veel bouwwerken tot stand gebracht.Bruggen, maar vooral ook grote overkappingen, waarbij hij alseerste gebruik maakte van betonnen gewelven met grote over-spanningen, bovengelegen verstijvingsribben en een gladde onder-zijde, gestort op verrolbare formelen.Mede hierdoor legde Freyssinet de grondslag voor de later zobelangrijke ontwikkeling van de betonnen schaaldaken. Maar ookde constructie van de in vele opzichten zo interessante cono?dalegewelven, door hem als eerste uitgevoerd, heeft daartoe veel bij-gedragen.Toch werd stellig het mooiste voorbeeld op het gebied van derge-lijke betonnen gewelven met grote overspanningen gevormd doorde Zeppelin-hangars, op het toenmalige vliegveld Orly gebouwdin 1922, helaas vernietigd gedurende de laatste oorlog (zie fotoblz. 411).Intussen was Freyssinet in 1917 begonnen met het verdichtenvan zijn betonmortel door middel van trillen, een techniek die nuzo algemeen gebruikelijk is dat wij ons moeilijk kunnen voorstellenhoe ooit zonder trillen grote Betonwerken tot stand kondenworden gebracht.Uit deze zelfde periode dateren ook de bouw van betonnen zee-schepen en van betonnen affuiten voor mortieren van 300 mm.In de jaren na de eerste wereldoorlog diende in Frankrijk eengroot aantal bruggen te worden hersteld, en het behoeft nauwe-lijks vermelding dat een belangrijk aantal daarvan door Freyssi-net werd ontworpen en onderzijn leiding gebouwd, zoals de brugte Ch?tel-de-Neuvre (1919), de brug bij Tonneins en die te Saint-Pierre-de-Vauvray. Bij de Candelier-brug over de Sambre inBelgi? vonden betonnen Freyssinet-scharnieren toepassing dieeen reactiekracht van 700 t/m' moeten overbrengen.Maar wij dienen toch wel speciaal stil te staan bij de terecht zoberoemd geworden brug van Plougastel in de omgeving van Brest,die gebouwd werd in de jaren 1926-1929 (zie de foto's op blz. 408).Elk der drie grote bogen van deze brug overspant 180 m. Hetstorten van de bogen geschiedde op een enkel formeel, dat tel-kens in de volgende opening werd ingevaren.Toch is deze brug vooral ook bekend geworden omdat bij ditbouwwerk Freyssinet zijn theorie?n omtrent de vervormingenvan het beton met verloop van tijd verder aan uitgebreide proef-nemingen heeft kunnen toetsen. Deze vervormingen waren hemreeds opgevallen bij zijn eerste constructies in de omgeving vanMoulins, en zij hadden hem toen slapeloze nachten bezorgd! Maartot 1926 had hem de tijd ontbroken deze zo belangrijke verschijn-selen goed te bestuderen om er vervolgens voor de betoncon-structeurs bruikbare en waardevolle theorie?n over op te stellen.De juiste interpretatie van deze vervormingen is een noodzaakgeweest voor de verdere ontwikkeling van het voorgespannenbeton, en als zodanig betekenden de experimenten van Plougasteleen keerpunt, niet alleen in de betontechniek van de eerste helftonzer eeuw, maar ook in de levensloop van Freyssinet zelf.Hoewel hij nog, vooral ook naar aanleiding van het succes van debrug te Plougastel, door het stadsbestuur van Stockholm wordtaangezocht een ontwerp uit te werken voor de Tranebergbrug,een boogbrug met een overspanning van 181 m, zo besluit hij tochdaarna zijn gehele activiteit te wijden aan de ontwikkeling van hetvoorgespannen beton. Maar zijn collega en vriend, Limousin,gelooft hier niet in. Zij nemen het zware besluit uiteen te gaan.Voor Freyssinet volgen uiterst moeilijke jaren. Hij zet alles op-zij om met de firma Forclum een massafabricage te ontwikkelenvan betonnen palen voor elektrische leidingen. De opzet was eenaantal fabrieken te bouwen, elk in staat om per jaar ten minste20000 palen van 12 tot 16 m lengte te vervaardigen. Te Montargiswerd allereerst een proeffabriek ingericht, alwaar in 1933, na bijna5 jaar ingespannen arbeid en na veel mislukkingen, 50 palen peretmaal konden worden gefabriceerd in zeer kostbare mallen dietot 200 t voorspankracht konden opnemen en waarin de beton-specie werd gestort na reeds tevoren te zijn voorgetrild. Eenrubberkern kon worden opgeblazen en drukte aldus het versebeton samen met 16 kg/cm2, terwijl een stoombehandeling tot100? ontvormen na slechts ruim een uur mogelijk maakte. Tweeuur na het storten had het beton een sterkte van tegen de 500kg/cm2, die na enkele dagen tot 1000 kg/cm2was opgelopen. Dedikte van het beton bedroeg op sommige plaatsen in de palenmaar 12 mm; het totale gewicht van deze palen was slechts 40%van dat van de normaal gebruikte palen in gewapend beton metzachtstalen wapening, terwijl de kosten voor het verwerkte staalslechts 1/3 van het gebruikelijke beliepen.Technisch ook nu nog een wonder, en een fabrieksinrichting omvan te watertanden! Maar... commercieel en financieel eendebacle! Ook al omdat inmiddels de wereldcrisis was ingetreden,bleek er totaal geen markt meer voor de palen te bestaan. Endaar zat men dus met de dure inrichting! Wel konden nog enkeleonbetekenende orders worden verkregen maar na enige tijdmoest de proeffabriek sluiten.Hoewel de in deze fabriek vervaardigde palen ook nu nog, na bijna30 jaar, hun functie vervullen, volkomen onbeschadigd zijn, en al-dus een prachtig voorbeeld geven van hetgeen met voorgespannenbeton kan worden bereikt, zo betekende dit 'avontuur' voorFreyssinet toch, behalve een financi?le, ook een morele klap.Maar gelukkig kwam er voor hem heel spoedig een nieuwe gele-genheid om de voorspanningsgedachte in praktijk te brengen, enwel bij het consolideren van de funderingen van het havenstationte Le Havre. Dit gebouw, met een lengte van totaal 600 m bij eenbreedte van 60 m, zakte in de slappe ondergrond weg met eensnelheid van ongeveer 25 mm per maand en het leek een 'totalloss'. Maar het gelukte Freyssinet het bouwwerk te redden metbehulp van voorspanning, en dit schonk hem hernieuwd zelf-vertrouwen.Bovendien betekende dit succes voor Freyssinet het begin vaneen nauwe en vruchtbare samenwerking met Edme Campenon,directeur van de Franse aannemingsfirma Campenon-Bernard.Vanaf 1935 werd Freyssinet adviseur van deze firma met alseerste resultaat een fabricage van voorgespannen buizen bij Oued-Foddain Algerije.410 Cement 14 (1962) Nr. 7In deze periode ligt eveneens de uitvinding van de platte vijzel,een goedkoop en handig hulpmiddel voor het uitoefenen van grotekrachten, dat een eerste toepassing verkreeg bij de verhoging vande stuwmuur te Beni-Bahdel (Algerije) en later bij de constructievan caissons voor kademuren te Brest.Inmiddels had de nieuwe door Freyssinet ontwikkelde techniekvan het voorspannen ook in het buitenland belangstelling gevon-den en van Duitse zijde kon een samenwerking tot stand wordengebracht met Prof. Morsch, Prof. Mautner, en met de aanne-mingsfirma Waysz & Freytag. In Frankfort werd door Waysz &Freytag een tweede buizenfabriek opgericht, geheel volgens de teOued-Fodda ontwikkelde idee?n. In 1940 moest de fabricage ech-ter worden stopgezet om na de oorlog niet meer te worden op-genomen. Eerst later kan van Zweedse zijde door Sentab de ont-wikkeling verder worden voortgezet en nu zijn erSentab-buizen-fabrieken, behalve in Zweden, ook in Nederland (Bonna) en inDuitsland (Dyckerhoff & Widmann).In Frankrijk zelf werkte in de jaren 1935-1940 Freyssinet nauwsamen met zijn medewerkers bij de firma Campenon-Bernard,speciaal met D?charn?, die hem nooit heeft verlaten, en metJean Et?ve, die hem helaas ontviel tijdens een verblijf in Colom-bia in 1954.Speciaal werd gezocht naar een vereenvoudiging van het voor-spannen n? het verharden van het beton en in 1939 betekende hetvinden van de Freyssinet-ankerconus voor het verankeren vanvoorspankabels een grote vooruitgang. Deze ankerconus heeftdoor zijn eenvoud de grote vlucht mogelijk gemaakt, welke hetvoorgespannen beton later kon nemen.De oorlogsjaren betekenden in vele opzichten een periode vanstilstand, maar toch ook een periode van zich voorbereiden ophet komende grote werk van de opbouw. En mede met het oogdaarop werd in 1943 door de firma Campenon-Bernard een spe-ciale onafhankelijke maatschappij gevormd met als doel de verdereontwikkelingen verbreiding van de techniek van het voorspannen,zowel in Frankrijk zelf als ook in andere landen. Dat deze maat-schappij, de Soci?t? Technique pour l'Utilisation de la Pr?con-trainte (S.T.U.P.), waarvan Freyssinet adviseur werd, niet denaam van Freyssinet zelf heeft gekregen, is alleen maar het ge-volg van het feit dat een grote Franse scheepvaartondernemingreeds een naam voerde welke veel op die van Freyssinet geleek.Mede door toedoen van deze S.T.U.P., aan welke maatschappijeminente constructeurs zoals Guyon en Lebelle als adviseurskonden worden verbonden, zijn na de bevrijding van Frankrijk devoorspanningsidee?n van Freyssinet verder verbreid, eerstvoornamelijk in Frankrijk zelf, daarna over de gehele wereld.Vooral herinneren wij ons de brug te Luzancy (zie foto blz. 412)en de daarop volgende vijf bruggen, eveneens over de Marne, inde omgeving van Esbly; constructies met overspanningen van75 m, samengesteld uit in een centrale fabriek vervaardigde ele-menten, door voorspanning aaneengeregen. Verder de drie water-reservoirs van 7 000 m3elk, nabij Orl?ans, waarvan de wanden ende bodem doorgaande plaatconstructies zijn van variabele diktedrie waterreservoirs te Orl?ans, elk 7000 m3Inhoud, bouwjaar 1947ontwerp: Eug?ne Freyssinet foto: H. Baranger(zie foto boven); de spoorwegoverkluizing te Rouen ter lengtevan 1800 m, eveneens vervaardigd uit geprefabriceerde onder-delen, met behulp van voorspanning samengevoegd tot een door-gaande constructie; het nieuwe havenstation te Le Havre, even-eens samengesteld uit elementen van uiteenlopende vormgeving,door voorspanning tot een monoliet gemaakt.De 'voorspanningsdagen' te Parijs, in de zomer van 1949 en hetnajaar van 1950, brengen een groot aantal betonconstructeurs uitFrankrijk en andere landen tezamen, die deze werken bezoeken,overtuigd geraken van de grote voordelen van het construerenin voorgespannen beton, en huiswaarts keren met de wil ook zelfdeze nieuwe techniek tot uitgebreide toepassing te brengen.Ook in andere landen dan Frankrijk, met name in Belgi? en Duits-land, worden de constructies in voorgespannen beton steeds tal-rijker. Dit geeft aanleiding tot het ontstaan van op bepaalde pun-ten afwijkende voorspanmethoden, die toch alle in principe opde grondgedachten van Freyssinet zijn terug te voeren.Nationale verenigingen worden opgericht, in Nederland deSTUVO, en deze verenigingen komen weer tezamen in de F.I.P.(F?d?ration Internationale de la Pr?contrainte), waarvan Freyssi-net de eerste voorzitter wordt, en daarna ere-voorzitter.twee Zeppelin-hangars op het vliegveld Orly, bouwjaar 1922, in tweede wereldoorlog vernietigdontwerp: Eug?ne Freyssinetfoto:S.T.U.P.Cement 14 (1962) Nr. 7 411brug over de Marne bij Luzancy, overspanning 75 m, bouwjaar 1946 ontwerp: Eug?ne Freyssinet foto: H. BarangerOp 21 mei 1954 vindt te Parijs een grootse huldiging van Freyssi-net plaats ter gelegenheid van zijn komende 75-ste verjaardag entevens ter gelegenheid van het feit dat hij 50 jaar geleden zijnstudie aan de Ecole Polytechnique en aan de Ecole Nationale desPonts et Chauss?es voltooide en zijn loopbaan als ingenieur begon.Door velen wordt hij toegesproken en ook hij zelf spreekt eenrede uit, getiteld Ontstaan van het voorgespannen beton en toe-komstverwachtingen'.Het lezen van deze voordracht2), waaruit een aantal gegevens voor2) 'Naissance du b?ton pr?contraint et vues d'avenir'. E. FreyssinefTravaux, juni I954brug te Villeneuve-sur-Lot, overspanning 97 m, pijl 13 m, bouwjaar1914-1919 ontwerp: Eug?ne Freyssinethet voorgaande kon worden geput, is nog steeds een bijzondergenoegen, evenals trouwens het bestuderen van praktisch allepublikaties van Freyssinet. Uit deze geschriften leert men zijnpersoonlijkheid eerst goed kennen, en vol bewondering en somsverbazing moet men constateren dat veel wat thans nog als gloed-nieuw wordt aanvaard, reeds tientallen jaren geleden doorFreyssinet werd toegepast, voorgesteld of om bepaalde toenbestaande redenen werd afgewezen. Ook voor zijn octrooiengeldt ditzelfde. Als waterstaatsingenieur eerst, daarna als tech-nisch directeur van een aannemingsfirma, heeft Freyssinet geenenkele belangstelling voor het aanmelden van octrooien. Hier-over zegt hij zelf: "Al in 1913 had ik de gewelven met bovenliggen-de ribben uitgevonden, en in 1916 de glijdende formelen. Als ik zegeoctrooieerd had, zou ik millionair nebben kunnen worden'.En nu komt het: 'Het is trouwens een bekend feit, dat alleendwaze octrooien de uitvinders verrijken'.En zo zien wij dat Freyssinet eerst in zijn periode als industrieel,en dan nog door invloeden van buitenaf, tot het aanvragen vanoctrooien komt. Zijn eerste octrooiaanvrage dateert van 2 okto-ber 1928 en draagt, behalve zijn eigen naam, die van zijn toenmali-ge 'financier', Jean Seailles. Dit octrooi beschrijft het geheleprincipe van de voorspanning en is nu nog steeds een uiterst inte-ressant en belangrijk document (zie foto blz. 413).Op 4 september 1929 volgt een oorspronkelijk Duitse octrooi-aanvrage aangaande mogelijkheden tot een versnelde verhardingvan betonnen lichamen door een samengaan van trillen en onderdruk zetten, aangevuld op 9 februari 1933 met een octrooi be-treffende stoomverharding. Zo is dit het begin van een hele reeksoctrooiaanvragen, waarin letterlijk alles valt terug te vinden datveelal jaren later van andere zijden als ?ets volkomen nieuws enbaanbrekends werd voorgesteld en waarvoor men dan de uit-vindersrechten opeiste. Dit maakt het volkomen begrijpelijk datFreyssinet zich verre verheven gevoelde boven de zich som-tijds openbarende concurrentiestrijd tussen 'systeem'-promotors.Voor hem was er maar ??n enkele 'pr?contraint', ??n enkele voor-spanning, en deze voorspanning kon op een verantwoorde of opeen onjuiste wijze worden toegepast. Hoe de voorspankrachten inde constructie worden binnengeleid is op zichzelf onbelangrijk. Ofdit nu geschiedt met draden of strengen die tevoren op de mal ofop een lange bank worden gespannen of met behulp van bundelsof staven in kanalen die later worden ge?njecteerd, en welke ver-ankeringswijzen daarbij worden toegepast, hoofdzaak is dat eentechnisch verantwoorde en zo goedkoop mogelijke oplossingwordt verkregen. Zo eenvoudig en goedkoop mogelijk om opdeze wijze het toepassingsgebied van het voorgespannen betonsteeds meer te vergroten.De laatste jaren bemerkten wij weinig meer van Freyssinet,hoewel hij ondanks zijn hoge leeftijd bleef doorwerken. Maar hijschuwde de openbaarheid en wij mochten ons dan ook gelukkigprijzen dat hij onze uitnodiging aanvaardde om in augustus/sep-tember 1955 het congres van de F.I.P. in Amsterdam bij te wonen.Ook daarom zal dit congres door ons niet spoedig worden ver-geten!Cement 14 (1962) Nr. 7Freyssi net, een genie: misschien, maar misschien ook niet. Eenmathematicus en theoreticus: beslist niet! Een ingenieur en con-structeur: stellig! Maar voor alles een 'vakman', een 'artisan', zo-als hij zichzelf zo graag noemde. Een 'vakman', die zijn nieuwetechnische oplossingen, zijn nieuwe denkbeelden, niet ontwik-kelde van achter een bureau, maar door eerst zelf op de bouw-werken eigenhandig mee te werken, door zelf speciale bekistings-constructies ineen te zetten, door zelf de eerste primitieve tril-apparaten te bedienen. En later, door met enkele lijnen construc-ties te ontwerpen, afmetingen en hoeveelheden aan te geven, diena verdere uitwerking praktisch altijd tot op enkele procentenbleken te kloppen!Hier komt mij een gesprek in herinnering dat ik met Freyssinethad ten tijde van zijn jubileum, toen hij dus zijn 50-jarig ingeni-eursschap vierde. Felicitaties hierover wimpelde hij af met dewoorden: 'Dat ik ingenieur ben is geen wonder, omdat ik door af-komst en geboorteplaats, in een watermolen, als ingenieur geborenben. Maar dat ik na mijn studietijd nog ingenieur was, dat is eenwonder!' Misschien wat 'rauw' gezegd, en niet helemaal gemeend,maar toch was dit Freyssinet ten voeten uit!Bij ditzelfde jubileum, in 1954, werd ook een film vervaardigdover de werken van Freyssinet, onder gebruikmaking van oudefilmstukken en foto's.3) Deze film, die tot een waar monument isuitgegroeid, zal ons blijven herinneren aan de grote betekenis dieFreyssinet heeft gehad voor de ontwikkeling van de betontech-niek gedurende de eerste helft van deze eeuw. Misschien eerstlater zullen wij beseffen hoe groot zijn invloed in feite is geweest.'Old soldiers never die, they just fade away', is dit niet juist ookop Freyssinet van toepassing? Freyssinet zelf is niet meer,maar zijn werk leeft voort. Al in 1944 kon hij schrijven: 'La t?cheest loin d'?tre achev?e, mais, d?s ? pr?sent, j'ai la certitude quel'oeuvre est vivante et me survivra'.4)Het is aan ons, betonconstructeurs, deze taak voort te zetten.ir. J. J. B. J. J. Bouvy3) Van deze film is een uitgave met ?n het Nederlands gesproken tekst (16mm met geluidsband) door de Betonvereniging beschikbaar gesteld aanhet Technisch Filmcentrum te 's-Gravenhage, terwijl een ander exemplaarin het bezit is van de Verkoopassociatie Enci-Cemij te Amsterdam.4) 'Hetgeen ik ,als mijn levenstaak heb opgevat is nog verre van volbracht,maar nu reeds heb ik de zekerheid dat mijn werk leeft en zal blijven leven'.E. Freyssinet: 'Vue d'ensemble sur l'utilisation des Pr?contraintes'. Cir-culaire S?rie 5, no. 6 van het 'Institut Technique du B?timent et des Tra-vaux Publics'.'Geloof me, als gij het verlangen bezit boven u zelf en anderen uit te groeien, dan is het beste middel om dat te bereiken,uw werk boven alles lief te hebben, u er geheel aan te geven. Die liefde zal de kracht schenken geen vermoeidheid enverveling te kennen, zal de neigingen tot ijdelheid en hebzucht tegen doen gaan en zal zelfs uw vrees overwinnen.'E. Freyssinet, 'Naissance du b?ton pr?contraint et vues d'avenir', Travaux, juni 1954het eerste octrooi, nog steeds een uiterst interessant en belangrijk documentCement 14 (1962) Nr. 7 413
Reacties