cement 200580 5Hoofdconstructeur:Einde discussie?!opinieTegelijk met de lancering van onze website www.vakbladcement.nl,november vorig jaar, publiceerden we enkele opini?rende artikelen overde hoofdconstructeur. De polemiek in deze artikelen bracht ons ertoe oponze website een discussieplatform te starten rondom dit onderwerp.Daarbij deden wij u de belofte na enige tijd op deze discussie terug tezullen komen. Belofte maakt schuld.De constructeur zit al een aantaljaren enigszins onrustig op zijnstoel, daarbij gesteund door deverenigde Bouw- en Woningtoe-zichten. In 1997 maakten ReintSagel (BWT Rotterdam) en JanVambersky (Corsmit) in Cementvoor het eerst melding van wan-toestanden in de bouw [1]. Hethopeloos versnipperde bouwpro-ces ontbeerde een alom toeziendoog, en het aanwijzen van eenhoofdconstructeur leek de enigeoplossing voor dit probleem.Acht jaar later lijkt die hoofdcon-structeur verder weg dan ooit.H o n o r a r i u mZet een willekeurig aantalconstructeurs bij elkaar enbinnen de kortste tijd is hetonderwerp honorarium aan deorde geweest. Al in 1998 sprakReint Sagel over "70 guldenper woning bij een project vandertig woningen" als construc-teurshonorarium [2]. Aan diesituatie is in de afgelopen jarenniet veel veranderd. Het is zelfseen teken aan de wand dat in deperiode van relatieve schaarstein de bouwhausse (1999-2002),de constructeurs er met zijnallen niet in zijn geslaagd hunwaarde te verzilveren, terwijl dittoch een economische wet vande eerste orde is.Volgens bouwmanager Ren?Stevens (Stevens & Van Dijck)is er doorgaans ruim voldoendebudget beschikbaar voor het con-structieadvies, maar zijn het deconstructeurs zelf die de prijzen-slag in stand houden [3]: "Laatsthad ik een honorarium berekend- vierenhalve ton - en dan krijgik de offertes binnen en is delaagste twee ton. En dan moetik mijn opdrachtgever uitleggendat ik voor meer geld naar eenander wil. Dat krijg ik niet voorelkaar."Een factor twee tussen laagsteen hoogste aanbieding is meerregel dan uitzondering, waarbijhet `prijsduiken' vaak wordt in-gegeven door de noodzaak tochvooral genoeg projecten binnente halen om alle medewerkersaan het werk te houden. De uit-spraak in [4] van Jan Font-Freide(Corsmit): "Liever failliet gaandoor niets te doen, dan door me-zelf kapot te werken", is er ??nom in dat kader te onthouden.T a k e n p a k k e tSinds de entree van de bouw-manager worden bouwprojectenveeleer gestuurd op prijs danop kwaliteit. Het `opknippen'van het bouwproces lijkt d? uit-gelezen manier om de laagsteprijs op onderdelen te bedingen.Inkopers zijn de belangrijksteschakels geworden. Dat hierdoorde co?rdinatie van het geheeleen stuk ingewikkelder is gewor-den, heeft de bouwmanager opde koop toe genomen, want datis toch zijn specialisme?De constructeur ondertussenwordt geconfronteerd met steedsbeperktere opdrachten, waarinnog net over de stabiliteit magworden nagedacht, maar waarbijhet toezicht op de naleving vanalle oorspronkelijke construc-tieve principes is wegbezuinigd.Voorbeelden van calamiteitenals gevolg van deze ontwikkelingzijn er inmiddels veel te veel.Het in 2001 opgerichte Con-structeursPlatform heeft veelenergie gestoken in het opstellenvan constructieve takenpakket-ten. Deze inmiddels als bijlage Bbij de RVOI bekendstaande do-cumenten beschrijven op helde-re wijze wat een opdrachtgeverzoal van een constructeur magverwachten. Daarbij mag hetingenieursbureau zelf bepalenwelke beloning daartegenoverzou moeten staan. De keuze isvervolgens aan de opdrachtgever.Zodra deze gaat onderhandelenover de prijs, doet het ingeni-eursbureau er goed aan NEEte verkopen. Een lager honora-rium betekent onherroepelijkeen mindere prestatie, wantevenwicht tussen prestatie enbeloning is een economischewetmatigheid.M a r k t w e r k i n gIn 1998 signaleerde RobHoogenboom (Aronsohn) datde ingenieursbureaus de slag opde `vrije markt' dreigden te gaanverliezen als zij zouden blijvenvasthouden aan oude patronen[5]. Mogelijkheden het tij te ke-ren waren er nog wel, maar danzouden de bureaus ?f moetenkiezen voor ??n of meer specia-lismen ?f zelf het heft in handenmoeten nemen en zich niet al-leen als vakmensen, maar ookals kooplui aan opdrachtgeversmoeten presenteren.De overheid kiest steeds vakervoor de markt als zij bepaaldeprocessen gereguleerd wil heb-ben. Daarom waarschijnlijk zijnde pogingen van het Construc-teursPlatform om de positie vande Hoofdconstructeur bij wetvastgelegd te krijgen, op nietsuitgelopen. Meer heil wordt ver-wacht van het aanstellen van een`Co?rdinator Constructie'. Enof die nu bij het onafhankelijkeingenieursbureau zit of bij dehoofdaannemer, die juridischvolgens de UAV eindverantwoor-delijk is, is niet echt belangrijk;als `het' maar geregeld is. In hetlaatste geval zal de aannemerzelf wellicht een hooggekwalifi-ceerd ingenieursbureau opzet-ten of alsnog een onafhankelijkingenieursbureau voor dat co?r-dinerende takenpakket inhuren.De toename van het aantal De-sign & Construct-projecten zaldeze gang van zaken alleen nogmaar versnellen.Dit constaterende lijkt de discus-sie die werd aangezwengeld dooraannemer Chris Bos en construc-teur Frans van Herwijnen in [6]en een vervolg kreeg opwww.vakbladcement.nl, eenstap terug in de tijd. Het bouw-proces verloopt lang niet altijdvlekkeloos en aannemers ?nconstructeurs zijn daaraanmedeschuldig; hooguit is erverschil van mening over deoplossingsrichting. Het lost danniets op indien betrokken par-tijen zich door de kritiek op hunfunctioneren enkel in hun wiekgeschoten voelen. In elke vormvan kritiek schuilt een kernvan waarheid, hoe moeilijk diesoms ook onder ogen is te zien.En de kritiek zal pas verstom-men indien er zichtbaar ietsverandert.Ingenieursbureau en aannemerhoren dus niet tegenover elkaarte staan en alleen maar de eigenbelangen te verdedigen, maarhun uiterste best te doen eengezamenlijk belang na te streven[7]. Dat begint met wederzijdsrespect, noodzakelijk om eenvertrouwensbasis te cre?ren.Constructeurs zijn in de regelzeer betrokken vakmensen, ofze nu in dienst zijn van de aan-nemer of van het ingenieurs-bureau. Het spreekt bovendienvanzelf dat iedere constructeurde opdracht heeft zodanig tecement 2005 815opinieontwerpen dat een en ander ooknog binnen redelijke grenzenuitvoerbaar is. Kennis van bouw-plaatszaken is dan een eerstevereiste.I m a g oBlijft over de vergrijzing in onsvakgebied. Universiteiten en ho-gescholen hebben al menigmaalde alarmbel geluid over de terug-lopende instroom in de richtin-gen bouwkunde en civiele tech-niek. Binnen die opleidingenkiest ook nog eens een steedskleiner wordend percentagestudenten voor de constructieverichting. Recente cijfers latenzien dat dit onheil reeds in dekiem aanwezig is [8]. Middelbarescholieren kiezen blijkens ditonderzoek liever voor commer-ci?le economie, management enondernemerschap; de bouw alssector staat op plaats 15 van 22keuzemogelijkheden.Het bouwvirus wordt van ouderop kind overgedragen. Zit hetbouwgen niet in de familie, danzal de keuze voor deze sectorniet gauw worden gemaakt. Enals men al voor de bouw kiest,dan wil men het liefst architectworden; dit beroep staat in heteerder genoemde onderzoek opplaats 6 van 35 keuzemogelijk-heden. Het constructeursvakdaarentegen is bij het grote pu-bliek nauwelijks bekend. Toende balkons in Maastricht naarbeneden kwamen vallen en hetdak van de vertrekhal op het Pa-rijse vliegveld Charles de Gaulleinstortte, duurde het een tijdjevoordat de journalisten van dediverse media doorhadden datniet de architect, maar de con-structeur hen kon vertellen water aan de hand zou kunnen zijngeweest.Om als beroepsgroep op denduur te kunnen overleven, zaler dus iets aan de bekendheidmet het vak moeten worden ge-daan. Dat betekent dat we veelmeer duidelijk moeten makenwat de rol van de constructeurin het bouwproces is en veelmeer melding moeten makenvan onze grote ?n kleine succes-sen. Marketing-communicatiezou onderdeel moeten uitma-ken van de organisatie van elkzichzelf respecterend ingeni-eursbureau.W a t t e d o e n ?De hiervoor beschreven ontwik-kelingen maken duidelijk dat deconstructeurs in actie moetenkomen. Daarmee wordt nietbedoeld dat wij op Malieveldof Museumplein moeten gaandemonstreren, maar we moetenvoor onszelf een strategie opstel-len hoe wij op de genoemdepunten gepaste antwoorden kun-nen geven.In het kort gezegd:? moeten we ophouden met kla-gen over het lage honorarium;? moeten we niet akkoord gaanmet opdrachten waarin weonvoldoende garanties kun-nen afgeven op de drie S'sen:sterkte, stijfheid en stabiliteit;? moeten we keuzes makentussen verschillende speciali-saties en onze mensen interngaan opleiden in modern za-kendoen;? moeten we laten zien wat wezoal hebben klaargespeeld enwaarop we trots zijn.In elk geval moeten we nietmeer meedoen met het `afschui-ven' van verantwoordelijkheden.We moeten aanbieden wat wenoodzakelijk vinden en vervol-gens doen waarvoor we betaaldworden. En als minimaal ??nvan deze twee aspecten in deknel komt, moeten we simpel-weg NEE verkopen. prof.ir. C.S Kleinmanhoofdredacteur CementL i t e r a t u u r1. Sagel, R., J.N.J.A. Vamber-sky, De tikkende tijdbom inde bouw. Cement 1997 nrs. 3,6 en 9.2. Redactie Cement, Is er nogtoekomst voor de construc-teur? Cement 1998 nr. 7/8.3. Wapperom, Henk, De marktschreeuwt om een hoofdcon-structeur. BOUW 2001 nr.10.4. Redactie Cement, We moetende hoofdrol opeisen! Cement2004 nr. 1.5. Hoogenboom, R.E., De in-vloed van marktwerking inde ingenieursbranche. Ce-ment 1998 nr. 12.6. Opinieverhalen Hoofdcon-structeur. Cement 2004 nr. 7en www.vakbladcement.nl.7. Wapperom, Henk, Van mijhoeft het begrip `Hoofdcon-structeur' niet. Cement 2005nr. 2.8. Keuzegedrag profiel- en stu-diekiezers. Qompas-rappor-tage mei 2005, www.qompas.nl.Toptower, Almere; constructief ontwerp van Jan Versteegen (Pieters BouwtechniekDelft), uitvoering door Te Pas, Enschede, prefab beton van Geelen Beton, Wanssumfoto: Marcel van Kerckhoven
Reacties