re elasticiteitstheorie, waarbij de stijf-heidsverhoudingen uitsluitend wor-den bepaald door de afmetingen van deongescheurd gedachte doorsneden.Wordt aan de slankheidsvoorwaardeniet voldaan, dan mag de berekeningvan kolommen ofwanden worden uit-gevoerd met de ee-methode, die in grotelijnen overeenkomt met de ee-methodevolgens de VB 1974/1984, via het bepa-len van:Een hierbij doorgevoerde wijziging is,dat in de formule van ee' de lengte iver-vangen kan worden door de lengte ikvolgens hetschemavanfiguur 3.Deeer-:-ste-orde berekening kan weer wordenuitgevoerd met de lineaire elasticiteits-theorie.Ongeschoorde raamwerkenVoor ongeschoorde raamwerken wor-den de volgende vereenvoudigingentoegestaan.Onderdelen van ongeschoorde raam-werken behoeven niet op tweede-ordemomenten te worden berekend, indienwordt voldaan aan de voorwaarde:waarin:BId ~ het produkt van een van desterkteklasse afhankelijke waar~de van Eh en Io;Io ~ het kwadratisch oppervlaktemo-ment van de ongescheurd veron-derstelde doorsnede bij buiging;N'd ~ de rekenwaarde van de normaal-kracht.Voor het bepalen van ik wordt in deVBOB een grafiek gegeven. De kni-klengte ik kan met behulp van deze grafiek worden bepaald als functie van demate van inklemming. De controle vande kniklengte kan plaatshebben zondervoorafvoor de kolommen ofwanden dewapening te bepalen.Volstaan kanworden met een eerste-or~de bereke1}.?ng metbehulpvande lineai-re elasticiteitstheorie, waarbij de stijf~heidsverhoudingen uitsluitend wordenbepaald door de afmetingen van de on~gescheurd gedachte doorsneden.Wordt aan de bovengenoemde voor~waarde voor de kniklengte nietvoldaan,dan mag de berekening worden uitge~voerd met de omschrijving zoals deze isgegeven in de VB 1974/1984.De belangrijkste wijziging ten opzichtevan de VB 1974/1984 is het vervangenvan de in de toelichting op artikelE-304.8.4c gegeven buigstijfheid (B1)g ~0,5 Aah2Ba door de rekenwaarde van debuigstijfheid BId, als omschreven onder'theorie?n', eerder in dit artikel.Uiteraard kan de eerste-orde bereke~ningookhierworden uitgevoerd met delineaire elasticiteitstheorie.Schorende constructiesOok voor schorende constructies, zoalskernen en schijven, is een vereen-voudiging toegestaan die het mogelijkmaakt te volstaan met een eerste-ordeberekening met behulp van de lineaireelasticiteitstheorie.Schorende constructies moeten daartoevoldoen aan de voorwaarde:ik < JBld/Qvd IVoor BId geldt hetzelfde als gesteld on-der 'ongeschoorde raamwerken'.Qvd is de rekenwaarde van de totale ver-ticale belasting op dat gedeelte van hetbouwwerk, waarvoor de kern of schijfde stabiliteit verzorgt.De kniklengte kan worden bepaald metde eerder genoemde, in de VBOE op tenemen grafiek.Wordt aan de gestelde voorwaardenvoor de kniklengte niet voldaan, danmag de berekening worden uitgevoerdmetde ee-methode, ookhieringrotelijnovereenkomend met de methode om-schrevenindeVB 1974/1984,viahetbe-palen van:De bijbehorende eerste-orde bereke-ningen kunnen uiteraard met de lineai-re elasticiteitstheorie worden uitge~voerd.ConclusiesIndien wordt voldaan aan op voorhandeenvoudig te controleren voorwaardenopent de VBOE de mogelijkheid zowelgeschoorde als ongeschoorde construc-ties lineair elastisch te berekenen, meteen toelaatbare verwaarlozing vantweede-orde momenten. Indien aan devoorwaarden niet wordt voldaan zullenin de VBOB op aangepaste wijze de ee-methode of de kruisjesmethode zijntoegestaan, waarbij de tweede-orde mo-menten door middel van toeslagex~centriciteiten in de berekening wordenbetrokken.Los van deze vereenvoudigingen wordtin de VBOE de mogelijkheid geopendom met behulp van aan de quasi-lineai-re elasticiteitstheorie ontleende reken-waarden van de buigstijfheid BId' via li-neair elastische rekenprogramma's in-clusieftweede-orde, geschoorde, onge-schoorde en schorende constructies teberekenen.HOGER TECHNISCH INSTITUUT (RTl) 50 JAAROp 1 oktober a.s. bestaat het RogerTechnisch Instituut in Amsterdam 50jaar.In 1939 als MiddelbaarInstituutbe-gonnen, is het instituut sinds 1959 ge-promoveerd tot RTl.De eerste diploma's werden in 1942 uit-gereikt (beton~ en staalconstructeurs).In het begin van dejaren '60 is een RTI-opleiding Bouwkunde gestart en in1964 is begonnen met een RTl-cursusBetonconstructeur BV; opleidend voorhet examen georganiseerd en afgeno-men door de Betonvereniging.In totaal zijn er zo'n 4500 gediplomeer-de RTl-ers. Tijdens deBetondag 1988 isaan de directeur van het RTl, de heerCement 1989 nr. 9ing. M.R. Tholenaar, de erepenning vande Betonvereniging uitgereikt voor zijnverdiensten aan bouwend Nederland.Mondeling OnderwijsDe bewuste keuze bij het opzetten vandeze opleiding voor mondeling onder-wijs, geldt heden ten dage nog steeds.Docenten uit de praktijk zorgen vooreen optimale wisselwerking tussentheorie en praktijk. Primair doel van hetRTl isjonge menseninde bouwvooruitte helpen met op de praktijk gerichteonderwijs.Re?nieTergelegenheid van het 50jarigbestaanvan het RTl, houdt het instituut op 29september a.s. vanaf 19.00 uur een re?-nie voor oud-studenten in de RTS aande Wiltzanghlaan 60 in Amsterdam.Voor zover niet persoonlijk geinfor-meerd, zijn oud-studenten welkom.Inlichtingen: RTl Amsterdam,020 -845780.35
Reacties