ASR (alkali-silicareactie) in betonconstructies kan leiden tot zorgwekkende scheurpatronen en de constructieve veiligheid ondermijnen. Bij een (rekenkundige) constructieve beoordeling van constructies met ASR kon lange tijd gebruik worden gemaakt van CUR-Aanbeveling 102 (2005). De rekenregels in deze aanbeveling zijn echter zeer conservatief en hebben geen aansluiting met de Eurocode. Daarom is deze Aanbeveling in 2017 ingetrokken. Om de leemte die hiermee is ontstaan in te vullen, heeft een Stufib-studiecel een rapport opgesteld met handvatten bij het constructief beoordelen van constructies met ASR. Dit mede op basis van de nieuwste inzichten uit fib Model Code 2020.              
                
             
                              
                                      
                      Hoe schadelijk is ASR 
in betonconstructies? 
Kennisleemte (deels) opgevuld met nieuw Stufib-rapport
1 Typische scheurvorming door ASR in een bestaande betonconstructie
1 
46?CEMENT?2 2025
Alkali-silicareactie (ASR) is een 
expansieve chemische reactie  
in beton met mogelijk negatieve 
gevolgen voor de constructieve 
veiligheid.
 Bij alkali-silicareactie reage-
ren reactieve bestanddelen (reactief silica) 
uit het toeslagmateriaal met alkaliën (natri-
um- en kaliumverbindingen) in het beton of 
uit de omgeving (dooizouten, zeewater) tot 
een reactieproduct. Dit reactieproduct trekt 
water aan, waardoor het gaat zwellen en het 
beton kan gaan scheuren. Dit reactieproduct 
wordt vaak zichtbaar als een witte gel (of 
lichtgekleurd gelachtig product) aan het  
oppervlak van het beton. 
De chemische reacties bestaan uit drie 
onderdelen. De oxiden van (voornamelijk) 
natrium en kaliumalkaliën (Na+, K+-ionen), 
soms omgerekend naar natriumoxide-equi-
valenten (Na
2
O
e
), leveren de eerste reacties 
met water: 
 
Na?O + H
2
O ? 2NaOH (alkalihydroxide) 
(reactie 1)
 
K
2
O + H
2
O ? 2KOH (alkalihydroxide) 
(reactie 2) 
Reactieve silica uit het toeslagmateriaal SiO? 
reagereert met de alkaliën uit de eerste  
reacties tot alkali-silicaathydraat (Na
2
SiO
3
  
of K
2
SiO
3
), bekend als alkali-silicagel. De  
chemische reacties zijn:
SiO
2
 · nH
2
O + 2NaOH ? Na
2
SiO
3
 · (n+1)H
2
O 
(reactie 3a) 
of
SiO
2
 · nH
2
O + 2KOH ? K
2
SiO
3
 · (n+1)H
2
O 
(reactie 3b)
Deze productie is expansief waardoor 
scheurvorming wordt veroorzaakt in het 
toeslagmateriaal en uiteindelijk ook in de 
cementmatrix.
ASR in Nederlands beton
Betonconstructies met portlandcement en 
Nederlands toeslagmateriaal hebben altijd 
in een bepaalde mate ASR. Goed beschouwd 
zijn de omstandigheden in beton dus reeds 
aanwezig: reactieve mineralen in het toeslag-
materiaal, alkalische omstandigheden door 
het cement en vrij water. In welke mate dit 
tot een schadelijke reactie ontwikkelt, wordt 
bepaald door het beschikbaar blijven van de 
balans in voorwaarden en omstandigheden. 
In Nederland is sinds de jaren 50 naast port-
landcement ook hoogovencement toegepast 
in beton. Deze constructies zijn doorgaans 
minder gevoelig voor schadelijke ASR. 
IR. THOMAS 
HARREWIJN
Constructeur
Royal HaskoningDHV
auteur 
ASR (alkali-silicareactie) in betonconstructies kan leiden tot zorgwekkende scheurpatronen 
en de constructieve veiligheid ondermijnen. Bij een (rekenkundige) constructieve beoordeling 
van constructies met ASR kon lange tijd gebruik worden gemaakt van CUR-Aanbeveling 102 
(2005). De rekenregels in deze aanbeveling zijn echter zeer conservatief en hebben geen 
aansluiting met de Eurocode. Daarom is deze Aanbeveling in 2017 ingetrokken. Om de leemte 
die hiermee is ontstaan in te vullen, heeft een Stufib-studiecel een rapport opgesteld met 
handvatten bij het constructief beoordelen van constructies met ASR. Dit mede op basis van 
de nieuwste inzichten uit fib Model Code 2020. 
CEMENT 2 2025 ?47
alkali-silicagel
Microstructuur
beton met 
ASR-schade
inclusief 
aanwijzingen
foto: 
Timo Nijland
luchtbel
scheur
kleine
toeslagkorrels
cementmatrix (donkere materie)
deel van een grote
toeslagkorrel
met reactief silica
Wel moet ASR bij periodieke inspecties van 
infrastructurele kunstwerken worden meege-
nomen. 
'Handvatten' voor de constructeur
De constructieve veiligheid in een bestaande 
constructie waarin (vermoedelijk) sprake is 
van ASR, kan rekenkundig worden beoor-
deeld. Hiervoor is door de Stufib-studiecel 
een stroomschema opgesteld (fig. 3). Dit 
stroomschema geeft een praktische werk-
volgorde van grof naar fijn. 
Constructieve beoordeling zonder 
ASR
In eerste instantie wordt een beoordeling van 
de constructieve veiligheid aangeraden zonder 
aanvullende rekenregels voor ASR. Zonder  
effecten van ASR kan de (dwarskracht)weer-
stand al lager zijn dan de benodigde. Hiervoor 
zijn vier mogelijke oorzaken te bedenken:  
1?Het gebruik van de constructie is gewijzigd 
ten opzichte van het ontwerp, bijvoorbeeld 
een hogere verkeersbelasting. 
2?Een wijziging in normen en/of technische 
inzichten.
2 Uitleg bestandsdelen en gelvorming door ASR. Bron: Betoniek 17/05 - ASR-bestand
2
3?Schade/degradatie aan de constructie- 
(materialen) (anders dan ASR) kan de con-
structie zodanig verzwakken dat deze niet 
meer voldoet voor het beoogde gebruik van 
uit het ontwerp. 
4?Een ontwerp- of uitvoeringsfout. 
Mocht de constructie zonder het meerekenen 
van de effecten van ASR niet voldoen, dan 
zijn er andere maatregelen nodig. Dit valt 
buiten de scope van dit onderzoek.
Kwalitatieve beoordeling
Na de constructieve beoordeling zonder ASR 
is de volgende stap het vastellen of er sprake 
is van ASR, op basis van een doelgericht  
nader onderzoek. Dit moet gebeuren door 
iemand met kennis van het (schade)mecha-
nisme en constructieve veiligheid. Als op ba-
sis van deze 'gerichte visuele inspectie' het 
vermoeden bestaat dat er sprake is van ASR, 
moet een vervolgonderzoek worden uitge-
voerd, waarbij (gematigd) destructieve in-
spectietechnieken noodzakelijk kunnen zijn. 
Uit dit onderzoek volgt de definitieve vast-
stelling van ASR-schade. Om de invloed van 
eventueel destructieve onderzoeks 
48?CEMENT?2 2025
Verzamelen informatie 
omtrent 
'vermoeden ASR'
Archiefonderzoek:
?Bestek
?Ontwerptekeningen
?Ontwerp-/herberekeningen
Bepaling volume 
expansie met de 
cumulatieve 
scheurwijdtemethode, 
zie bijvoorbeeld 
CUR rapport 102
Ja
Nee
nee
Asset manager raadpleegt 
constructeur: 'Vermoeden ASR, 
is de constructie veilig?'
ASR?
Vermoedelijk wel
ASR?
Gerichte visuele 
inspectie scheuren 
door constructeur
Ja
Herberekening 
uitvoeren (zonder 
invloed ASR)
Nee	Actuele 
herberekening 
beschikbaar?
Buiten scope van het 
onderzoek
Voldoet 
constructie 
zonder ASR?
Volume 
expansie 
< 1.5%
Constructieve 
beoordeling conform 
Model Code 2020, zie 
par. 4.3 van dit rapport
Kennisleemte
Voldoet 
constructie?
Neem passende 
beheersmaatregelen, 
zie hoofdstuk 5
Monitoring schade + 
actieplan bij 
uitbreiding ASR
Nee	Ja
Eventueel nader 
onderzoek oorzaak 
scheuren
Nee
Monstername voor
polarisatie- en 
fluorescentie 
microscopie
Nee
Ja
JaNee
3 Stroomschema voor de rekenkundige beoordeling van een bestaande constructie met ASR
3 
CEMENT 2 2025 ?49
methoden (kernen boren) te beperken, moet 
de vraagstelling voor een vervolgonderzoek 
worden voorbereid in overleg met: 
a?Materiaaldeskundige (betontechnoloog/
betononderhoudskundige) in verband met 
monstername voor de gewenste onderzoe-
ken. Als er kernen moeten worden geboord, 
moeten locaties, aantal en afmetingen wor-
den beschreven alsmede het doel van de 
onderzoeken waarvoor deze zijn bestemd.
b?
Materiaaldeskundige (petrografie) in ver-
band met het uit te voeren microscopie en 
polarisatie- en fluorescentieonderzoek (PFM). 
c?Constructeur in verband met de invulling 
van de gewenste parameters ten behoeve 
van de uiteindelijk vast te stellen construc-
tieve veiligheid.
 
Het vervolgonderzoek kan gefaseerd worden 
uitgevoerd. Elke fase moet in overleg met 
	genoemde teamleden worden besproken  
om het destructieve karakter van het onder-
zoek niet onnodig groot te laten worden. 
Effect van ASR op de weerstand 
van gewapend beton
Tijdens het onderzoek van de studiecel is fib 
Model Code 2020 (MC2020) [1] gepubliceerd, 
met daarin een volledig hoofdstuk gewijd aan 
constructies aangetast door ASR. Diverse 
onderzoeken en proeven liggen ten grond-
slag aan deze nieuwste inzichten. Volgens 
MC2020 is het effect van ASR op de axiale 
weerstand (trek en druk), momentweerstand, 
dwarskrachtweerstand en ponsweerstand 
op constructieniveau verwaarloosbaar 
klein, mits de volume-expansie door ASR 
kleiner is dan 1,5%. Dit geldt voor zowel  
elementen met als zonder dwarskrachtwa-
pening. Bij een volume-expansie groter dan 
1,5% geeft MC2020 geen uitsluitsel. 
De studiecel verwacht dat het meren-
deel van de constructies met ASR in Neder-
land onder de 1,5% volume-expansie valt, 
maar beveelt aan om dit altijd te controleren. 
Een methode die hiervoor kan worden  
gebruikt is de cumulatieve scheurwijdte- 
methode, die beschreven is in zowel MC2020 
als de ingetrokken CUR Aanbeveling 102.
In MC2020 worden verder twee nadelige  
effecten van ASR benoemd, ook als de  
expansie kleiner is dan 1,5% (zie ook kader 
'Interpretatie studiecel'):
1?Bij voldoende opsluiting kan de chemische 
reactie door ASR tot een 'chemische voor-
spanning' leiden, wat een verhoging van de 
drukspanningen geeft en daarmee een na-
delig effect heeft op de toetsing van de axiale 
drukweerstand. Volgens MC2020 is in de  
literatuur bij experimenten een nadelig  
effect van maximaal 18% gevonden.
2?ASR kan een significant nadelig effect 
hebben op de uittreksterkte van geribde  
wapeningsstaven. Op basis van proeven 
moet volgens MC2020 worden uitgegaan van 
40% reductie van de uittreksterkte bij een 
volume-expansie van 1,5%. Hierbij mag  
lineair geïnterpoleerd worden tussen 40% 
reductie bij een volume expansie van 1,5% 
en 0% reductie bij een volume expansie van 
0%. Op basis van onderzoek naar de veran-
kering van geribde wapeningstaven in 
bi-axiaal gewapende balken, mag volgens 
MC2020 de reductie van de uittreksterkte 
door ASR worden verwaarloosd indien er 
INTERPRETATIE STUDIECEL
? In de hoofdtekst van MC2020 is gesteld dat ASR een verwaar-
loosbaar effect heeft op de axiale drukweerstand. Daarentegen 
is in de toelichting vermeld dat er in proeven een maximale 
reductie van 18% op de axiale drukweerstand is waargenomen. 
Naar oordeel van de studiecel is deze reductie niet verwaarloos-
baar.
? Het nadelig effect van ASR op de uittreksterkte van geribde 
wapeningsstaven kan bijvoorbeeld rekenkundig worden vertaald 
naar een toename van de verankeringslengte om eenzelfde 
kracht in de wapeningsstaaf naar het beton over te brengen. 
De reductie van de uittreksterkte van geribde wapeningsstaven 
wordt veroorzaakt door de betonscheuren ten gevolge van ASR. 
Echter, dit effect lijkt te worden beperkt als de uitgetrokken 
wapeningstaaf voldoende wordt omsloten door kruisende  
wapeningsstaven. Laatstgenoemde wordt ondersteund door de 
experimentele data van balken die bi-axiaal zijn gewapend en 
voldoen aan de minimum wapeningspercentages volgens 
MC2020. Omdat experimentele data van andere constructie- 
types ontbreekt, raadt de studiecel vanuit conservatieve over-
wegingen aan om in deze gevallen altijd een reductie van de 
uittreksterkte in rekening te brengen (bijvoorbeeld door een ver-
hoging van de benodigde verankeringslengte), tenzij ook voor 
deze constructietypes voldoende opsluiting van de betreffende 
wapening kan worden aangetoond. 
50?CEMENT?2 2025
Niet-lineaire analyse
De niet-lineaire eindige-elementenmethode 
(NL-EEM) is een behulpzame methodiek om 
inzicht te verkrijgen in het constructief ge-
drag van betonconstructies. Deze methode 
heeft ook de potentie om te worden toege-
past voor het rekenkundig beoordelen van 
betonconstructies met ASR. Het invoeren 
van materiaaleigenschappen van beton met 
ASR in NL-EEM is echter complex vanwege 
variabele effecten op mechanische eigen-
schappen. Deze eigenschappen zijn gevoelig 
voor meerdere variabelen, zoals scheur- 
oriëntatie en ASR-geluitzetting. Variabelen 
die de mechanische eigenschappen beïn-
vloeden, kunnen onderling afhankelijk zijn. 
Voor de veiligheid gedurende de restlevens-
duur moet het tijdsafhankelijke effect van 
ASR in de analyse worden meegenomen. 
Er zijn door de studiecel echter geen 
(internationale) richtlijnen gevonden voor 
het gebruik van NL-EEM bij betonconstruc-
ties met ASR. Dit suggereert dat de techniek 
nog niet voldoende ontwikkeld is. NL-EEM is 
nog niet gevalideerd voor beton met ASR, 
zoals vereist in MC2020. Er ontbreekt een 
gevalideerde methode om dit effect op con-
structieniveau te integreren.
Andere tijdsafhankelijke effecten zoals 
krimp, kruip en relaxatie zijn ook relevant. 
Het is onduidelijk of bestaande relaties voor 
onaangetast beton gelden voor beton met 
ASR. Eurocode 2 bevat vergelijkingen geba-
seerd op onaangetast beton, waarvan de  
geldigheid voor ASR-aangetast beton onze-
ker is. De studiecel heeft drie fundamenteel 
verschillende modelleringsaanpakken in de 
literatuur gevonden, hiervoor wordt verwe-
zen naar het Stufib rapport [3]. 
Maatregelen achteraf
Bij bestaande constructies met ASR zijn 
herstelmaatregelen mogelijk. Deze moeten 
zorgvuldig worden overwogen vanwege mo-
gelijke spanningsherverdeling. De RBK biedt 
voorbeelden van risico's en beheersmaatre-
gelen. Vochttoevoer beperken kan de chemi-
sche reactie beïnvloeden, vaak door water-
dichte oppervlaktebehandelingen zoals 
coatings. Deze materialen hebben echter 
een beperkte levensduur en vereisen onder-
houd. 
OPMERKINGEN STUDIECEL
? Voor de bepaling van de volumieke expansie geeft MC2020, naast de cumula-
tieve scheurwijdtemethode, een alternatieve methode die is gebaseerd op 
proefresultaten van boorkernen en trendlijnen die een relatie geven tussen de 
reductie van mechanische eigenschappen en de volumieke expansie. De stu-
diecel raadt af om met deze methode de volumieke expansie in te schatten, 
omdat die hiermee kan worden onderschat. De (niet-conservatieve) onder-
schatting met de trendlijnen komt voort uit het feit dat de trendlijnen zijn 
bedoeld om tot een conservatieve schatting van de sterktereductie te komen, 
gegeven een zekere expansie. Andersom geeft dat een (niet-conservatieve) 
onderschatting van de volumieke expansie, gegeven een zekere sterktereduc-
tie. Het is ook onduidelijk of in de trendlijnen rekening is gehouden met de 
sterkteontwikkeling ten gevolge van doorgaande hydratatie.
? Voor de betonsterkteklasse kan als uitgangspunt een sterkte worden aange-
houden zoals bij een constructieve beoordeling zonder ASR. Indien de beton-
sterkte op basis van boorkernen wordt bepaald, wordt aanbevolen boorkernen 
te nemen in representatieve delen van de constructie zonder ASR-schade. 
Indien de boorkernen toch in een constructiedeel zijn genomen waar ASR-
schade aanwezig is, dan is een constructieve beoordeling volgens de hieruit 
bepaalde betonsterkte waarschijnlijk conservatief. 
? In de conclusies van MC2020 over het effect van ASR op de dwarskrachtweer-
stand is de invloed van het schaaleffect nog niet grondig onderzocht. Dit is ook 
onderkend in onderzoek van Martinez [1], waarop de conclusies uit MC2020 
grotendeels zijn gebaseerd. Voor constructies met een hoogte groter dan 350 
mm is de ondersteuning van de conclusies door experimentele data beperkt.
Voor een  
rekenkundige 
beoordeling van 
een constructie 
met ASR wordt 
geadviseerd om 
van grof naar 
fijn te werken
wordt voldaan aan de minimum wapenings-
percentage eisen volgens MC2020.
Effect van ASR op mechanische 
eigenschappen van 'plain  
concrete'
In MC2020 is aandacht besteed aan het  
effect van ASR op de mechanische eigen-
schappen van 'plain concrete', waarmee in 
dit geval boorkernen uit een constructie 
worden bedoeld. Er wordt op gewezen dat 
een constructieve beoordeling op basis van 
de materiaaleigenschappen afgeleid uit 
boorkernen leidt tot zeer conservatieve  
resultaten als het effect van chemisch voor-
spannen niet wordt meegenomen.
Daarnaast worden in MC2020 figuren 
getoond waarin het effect van ASR op de 
druksterkte, E-modulus en treksterkte van 
'plain concrete' inzichtelijk wordt gemaakt. 
Hierbij zijn de voorgenoemde mechanische 
eigenschappen uitgezet tegen een vrije  
volume-expansie (ofwel geen verhinderde 
expansie door wapening). 
CEMENT 2 2025 ?51
Risicobeheersing hangt af van oorzaak en 
gevolg, waarbij expansie in beton de oorzaak 
is. De invloed van expansie is moeilijk vast 
te stellen en prognoses zijn onzeker. Beken-
de risicobeperkende acties zijn onder ande-
re: niets doen bij beperkt schadebeeld,  
inspectiefrequentie verhogen, of een moni-
toringssysteem installeren. Inspectietech-
nieken zoals crack-mapping zijn in ontwik	-
keling, maar kunnen destructief zijn. 
Belastingreductie kan door voertuigbeper-
kingen op gewicht, locatie of aantallen.
De constructieve veiligheid kan wor-
den verbeterd door versterkingen aan te 
brengen. Actieve of passieve ondersteu-
ningsconstructies kunnen ook helpen. 
Proefbelasting kan helpen om de construc-
tieve veiligheid vast te stellen en risicobe-
heersmaatregelen te bepalen. Dit biedt een 
momentopname voor verdere acties. In  
extreme gevallen is sloop van de constructie 
de laatste optie. Het is belangrijk om de be-
trokken deskundigen te raadplegen bij elke 
stap. De ontwikkeling van ASR is moeilijk te 
voorspellen, maar regelmatige inspecties en 
onderhoud zijn cruciaal voor het beheersen 
van ASR-gerelateerde risico's.
Preventie
Voor preventie van ASR wordt CUR-Aanbe-
veling 89 'Maatregelen ter voorkoming van 
betonschade door alkali-silicareactie (ASR)' 
gevolgd. Je kunt dus stellen dat het con-
structieve beton dat is ontworpen met de 
CUR-Aanbeveling 89 of met een minimum-
gehalte aan hoogovenslak 'vrij' is van ASR. 
Daarmee neemt de kans dat schadelijke 
ASR zich in de toekomst voordoet steeds 
verder af. Daarnaast zouden ontwerpen 
snelle en inspecteerbare hemelwaterafvoer 
moeten faciliteren zodat dooizout houdende 
hemelwater op de juiste manier wordt  
afgevoerd.?
 
LEDEN STUFIB-STUDIECEL
In Stufib-studiecel 29 'Rekenkundige 
beoordeling bestaande constructies met 
ASR' hadden zitting:
- Albert Rodenhuis (voorzitter)
- Henco Burggraaf (mentor)
- Branko ?avija (rapporteur)
- Ricky Tai (rapporteur)
- Thomas Harrewijn (rapporteur)
- Wouter Boot (rapporteur)
Bij de totstandkoming van het rapport is 
gebruikgemaakt van de deskundige 
inbreng van Wim Segers van Rijkswater-
staat en Patrick Holthuizen van TU Delft, 
aan wie wij dank zijn verschuldigd. Tevens 
bedanken we Hans Kooijman (voorzitter  
tot 27-06-2022), Mohamed Grida (tot 17-03-
2023) en Niels Kostense (tot 15-03-2022), 
die deels zitting hebben gehad in de studie-
cel. Tot slot onze dank aan de leden van de 
vaste commissie 'In-situ beton' van de 	Stufib 
voor het reviewen.
De verwachting 
is dat de meeste 
constructies 
met ASR onder 
de voorwaarde 
van maximaal 
1,5% volume- 
expansie vallen
LITERATUUR
1?fib Model Code for Concrete 
Structures 2020 (MC2020).
2?Arrieta Martinez, G., Effects of alkali-
silica reaction on the shear behavior of 
reinforced concrete beams without 
transverse reinforcement (Doctoral 
dissertation), 2016.
EINDRAPPORT
Stufib-rapport 32: 'Rekenkundige beoordeling 
bestaande constructies met ASR' is verkrijgbaar op 
www.stufib.nl/downloads/rapportenstufib. 
52?CEMENT?2 2025                  
                 
              
    
    Alkali-silicareactie (ASR) is een expansieve chemische reactie in beton met mogelijk negatieve gevolgen voor de constructieve veiligheid. Bij alkali-silicareactie reageren reactieve bestanddelen (reactief silica) uit het toeslagmateriaal met alkaliën (natrium- en kaliumverbindingen) in het beton of uit de omgeving (dooizouten, zeewater) tot een reactieproduct. Dit reactieproduct trekt water aan, waardoor het gaat zwellen en het beton kan gaan scheuren. Dit reactieproduct wordt vaak zichtbaar als een witte gel (of lichtgekleurd gelachtig product) aan het oppervlak van het beton.
De chemische reacties bestaan uit drie onderdelen. De oxiden van (voornamelijk) natrium en kaliumalkaliën (Na+, K+-ionen), soms omgerekend naar natriumoxide-equivalenten (Na2Oe), leveren de eerste reacties met water:
Na2O + H2O → 2NaOH (alkalihydroxide)                      (reactie 1)
K2O + H2O → 2KOH (alkalihydroxide)                           (reactie 2)
Reactieve silica uit het toeslagmateriaal SiO2 reagereert met de alkaliën uit de eerste reacties tot alkali-silicaathydraat (Na2SiO3 of K2SiO3), bekend als alkali-silica-gel. De chemische reacties zijn:
SiO2 · nH2O + 2NaOH   → Na2SiO3 · (n+1)H2O              (reactie 3a) of
SiO2 · nH2O + 2KOH     → K2SiO3 · (n+1)H2O                (reactie 3b)
Deze productie is expansief waardoor scheurvorming wordt veroorzaakt in het toeslagmateriaal en uiteindelijk ook in de cementmatrix.
Reacties
Pieter Lanser 10 april 2025 17:45
Conservatieve rekenegels zijn de dood in de pot voor elke innovatie. Waar we in dit land een schreeuwende behoefte aan hebben zijn progressieve regels -:) Ondertussen blijft ASR een spook dat in betonland rondwaart. Voor een andere manier van rekenen is de chemische reactie zelf ongevoelig. Nul risico bestaat niet. Aanvaardbare en beheersbare risico's bestaan wel. Dat heet voortschrijdend inzicht.