Het vervaardigen en plaatsen vanfreyssinet-kabels 12?5 en 12?7"In dit artikel wordt de huidige nederlandse praktijkop dit gebied besproken.A. InleidingFreyssinet-kabels worden gebruikt bij voorgespannen betoncon-structies en bestaan uit 12 draden van hoogwaardig staal met eendiameter van 5 mm of 7 mm, die gelegen zijn om een centraleschroefvormige veer (zie tek. I).Men onderscheidt, afhankelijk van de diameter van de draad, dus2 soorten kabels :/2 0 5 mm met een uiteindelijk blijvende voorspankracht vanvan ca 20 t;/2 0 7 mm met een uiteindelijk blijvende voorspankracht vanca 40 t.De kabels komen te liggen in uitgespaarde gaten, die veelal ver-kregen worden, doordat om de kabel een kabelomhulling wordtgeschoven, waardoor de kabel vrij van het beton blijft.Indien deze vrije ligging gewaarborgd is, kan het verharde betononder voorspanning worden gebracht door de kabels met vijzelsuit te rekken en daarna aan de uiteinden in verankeringen vast tewiggen. Dit geschiedt door een betonnen prop, waaromheen de12 draden zijn gelegen, in het tapse gat van de betonnen conuste drukken.B. Materialen voor voorgespannen beton1. Hoogwaardig staalNa aankomst op het werk moet het hoogwaardige staal zo snelmogelijk in een droge ruimte worden opgeslagen.Vermijd door goede opslag roestvorm/ng en beschadiging. Zorg ervoor, dat de onderste rol van de stapel ca 15 cm vrij ligt van debodem. Pas op voor een agressieve atmosfeer.Noteer van elke rol de gegevens, die vermeld zijn op de aange-hechte labels.Indien er rollen zijn, die in het oog vallende afwijkingen vertonen(zoals uitgeknikte of gebroken draden), leg deze dan apart. Moetende rollen voor het transporteren worden aangehaakt, zorg dan ervoor, dat de haak of strop steeds de gehele streng omvat. Indiende rol alleen aan een paar draden wordt opgetrokken, bestaat dekans, dat deze draden uitknikken.Het hoogwaardige staal is hard, zodat de uiteinden zeer scherpkunnen zijn en men zich er gemakkelijk aan bezeert.Het gewicht von een rol staaldraad ligt tussen de 100 kg en 150 kg;de diameter van een rol varieert tussen de 1,5 m1en 2,5 m1.2. KabelomhullingDeze omhulling is een dunwandige --overlangs gelaste-- blikkenbuis met een wanddikte van 0,20 of 0,25 mm; de inwendige dia-meter bedraagt 32 mm voor kabels 12 0 5 en 42 mm voor kabels12 0 7.De levering geschiedt in standaardlengten van 6,0 m1.De kabelomhulling is kwetsbaar en moet voorzichtig worden be-handeld.Om roestvorming te voorkomen moet de kabelomhulling droogworden opgeslagen en zodanig neergelegd, dat beschadiging uit-gesloten is.De kabelomhulling dient slechts ter bescherming van de kabeltegen het binnendringen van betonspecie ; zij bezit op zich zelfhoegenaamd geen stijfheid.3. Centrale schroefveerDeze veer is vervaardigd uit een staaldraad met een diametervan 2 mm. Zij komt in niet uitgerekte toestand op het werk inlengten van 10 m' en moet dus voor het gebruik worden uitge-trokken.De uitwendige diameter in niet-uitgerekte toestand bedraagt12 mm voor kabels 12 0 5 en 21 mm voor kabels 12 0 7.l) Naar gegevens van de N.V. I.5.I.S., den Haag4. Conussen en proppenDe uitwendige maten van de conussen bedragen voor de kabels12 0 5 hoogte en diameter 10 cm en voor de kabels 12 0 7 hoogteen diameter 12,5 cm.De conussen kunnen voorzien zijn van een kleine ingestorte buis eninvoegers. De proppen voor kabels 12 0 5 hebben een lengte van7,5 cm en voor kabels 12 0 7 een lengte van 9,5 cm.De proppen kunnen voorzien zijn van een ruwe laag bestaande uitlijm en carborundumpoeder; zij worden alleen bij die staalsoortentoegepast, waarbij het verankeren met normale proppen moeilijk-heden geeft.Een droge opslag van de conussen is gewenst, in verband met hetvermijden van roest op de binnen-schroef van het conische gat.Een goede opslag van de proppen is noodzakelijk.5. DensobandDit band, met een breedte van 5 cm en een lengte van 10 m perrol, dient om de /ossen in de kabelomhulling af te dichten.C. Werktuigen voor het vervaardigen van de kabels1. Het kabe/ijzer wordt gebruikt voor het formeren van de kabels;2. Het kaliber voor de centrale schroefveer wordt gebruikt om deschroefveer op de juiste lengte uit te rekken;3. De cylindriscbe pen dient voor het opruimen van de kabel-omhulling op de plaats van de lassen.4. De speciale schaar dient voor het doorknippen van de zeerharde hoogwaardige staaldraden; een normale betonschaar isniet geschikt;5. De kabeltrekker dient voor het doorvoeren en verwijderen vankabels (zie tek. 2).Cement 8 (1956) Nr 19-20 469D. Werkzaamheden voor het vervaardigenvan freyssinet-kabelsHet te verwerken draad mag niet vuil zijn; evenmin mag er olie ofvet aankleven. Al deze ongerechtigheden moeten worden ver-wijderd.Een lichte roestaanslag op de draad is geen bezwaar. Afhankelijkvan de behandeling van het staal in de fabriek kan er grafiet, zeepof loodresten op het oppervlak van het staaldraad voorkomen;deze resten kunnen moeilijkheden geven tijdens het spannen enverankeren van de kabels.Indien het sta3l een weinig geroest is, verdwijnen deze moeilijk-heden in de meeste gevallen. S/echts in het uiterste geval mag mendit roesten bevorderen door de kabels met een zeer verdundezoutzuuroplossing te behandelen en alleen op die plaatsen, waarde kabel verankerd wordt en waar de draden op de vijzel vast-gewigd worden.Voor het afrollen van het staal kan men gebruik maken van eenhaspel, die draaibaar is om een vertikale as. Slechts voor groterewerken loont het de moeite meer haspels te plaatsen, zodatmen zelfs 12 draden tegelijk kan uitrollen.Het formeren van de kabels geschiedt het eenvoudigst op eenwerkbank, die een lengte moet hebben van de langste te makenkabel.De lengte van de kabels is op de constructie-tekeningen aange-geven. Zorg er voor, dat de kabels op de juiste lengte worden afge-knipt; een te korte draad kan veelal niet meer gebruikt worden.Men lette er op, dat nooit bij vergissing een draad gedeeltelijkwordt doorgeknipt; een door een kerf beschadigde draad breektonherroepelijk op de kerf;Om het knipverlies zo veel mogelijk te beperken begint men methet maken van de langst voorkomende kabels.In het geval, dat er in het draad op bepaalde plaatsen scherpeknikken en bochten voorkomen, moeten deze er tussen uitge-knipt en verwijderd worden.Men mag deze onregelmatigheden er niet uitbuigen.Indien men 12 draden op gelijke lengte heeft geknipt, kan met hetformeren van een kabel worden begonnen.Eerst wordt de centrale schroefveer op lengte gebracht door deschroefveer, zowel voor kabels 12 0 5 als voor kabels 12 0 7, tot12 maal haarlengte, regelmatig uitte rekken. Dit geschiedt het een-voudigst door de centrale schroefveer door een kaliber te trekken,zodat de juiste uitrekking op regelmatige wijze verzekerd is. Inde uitgerekte toestand moet de buitendiameter van de centraleschroefveer juist zo groot zijn, dat de 12 draden er sluitend om-heen gegroepeerd kunnen worden. Een te weinig uitgetrokkenschroef geeft speling tussen de draden, hetgeen een bezwaar is.Een te veel uitgetrokken schroef doet de draden over elkaarvallen, hetgeen vermeden dient te worden.De /engte von de schroefdraad is gelijk aan de /engte van de te makenkabel.Het /ossen van de schroef geschiedt door 2 einden een weinig inelkaar te draaien.Voor het bundelen van de 12 draden en de centrale schroefveertot een freyssinet-kabel wordt gebruik gemaakt van het kabelijzer(zie tek. 2).De stalen strip van het kaliberijzer is voorzien van een 12-talgaatjes, waardoor de draden worden gestoken en een centraalgelegen gat, waardoor de centrale schroefveer wordt gevoerd.Daarna worden de draden en de centrale schroefveer gezamenlijkdoor de vormring van het kabelijzer gestoken. Na het passerenvan de vormring is de kabel op de juiste wijze gebundeld en wordtvlak achter deze ring met een binddraad of plakband voorzien. In-dien het gereedgekomen kabeleind wordt vastgehouden, kan hetkabelijzer verder worden geschoven.De uit de vormring vrijkomende kabel wordt steeds op de voor-geschreven afstand --voor binddraad 70 cm, voor plak- of isolatie-band SO cm-- afgebonden.Indien men op een afstand van 1,25 m' van het beginpunt is aange-komen, wordt de centrale schroefveer doorgeknipt. Dit betekentniet, dat de schroef wordt verwijderd. Hierna gaat men verdermet het opschuiven van het kabelijzer en het afbinden van dedraad, totdat men op 1,25 m' van het einde van de kabel is ge-komen, waarna wederom de centrale schroefveer wordt doorgeknipten de kabel kan worden be?indigd.In het geval men van binddraad gebruik maakt, moet men er voorzorgen, dat het ia elkaar gedraaide eindje binddraad in de langs-richting met de vlechttang tussen de draden terug geslagen wordt.Dit terugslaan moet steeds in dezelfde richting geschieden; hetin elkaar gedraaide eindje binddraad mag dus nooit uitsteken.In sommige gevallen --bij sterk gebogen kabels-- moeten dekabels in plaats van met binddraad of plakband voorzien wordenvan een buitenschroef.In sommige gevallen is het wenselijk de kabels met een kabel-machine te maken en van een uitwendige schroefveer te voorzien.Nadat de kabel gereed gekomen is, wordt zij voorzien van eenlabel, waarop de /engte en het nummer, vermeld op de constructie-tekening, worden aangegeven. Het is gewenst eveneens hetrolnummer te vermelden.De gereed gemaakte kabels moeten dusdanig worden opgeslagen,dat zij niet beschadigd kunnen worden, doordat er bijvoorbeeldop getrapt wordt. Dit geldt vooral, indien met plakband wordtgewerkt.E. Het plaatsen van de kabelsHet doel is de kabels, voorzien van de kabelomhulling, zonderdeze te beschadigen ofte deuken, aan te brengen op de aangegevenplaats in de bekisting. Vooral omdat de dunwandige kabelom-hulling licht te beschadigen is, moet aan dit punt grote zorg wor-den besteed.De lengte van de aangevoerde stukken kabelomhulling bedraagt6 m'; daar de kabels meestal langer zijn, moeten fn deze kabel-omhulling lassen worden aangebracht. Hiertoe wordt ??n van deeinden opgeruimd met de cilindrische pen. Door deze pen in dekabelomhulling te slaan wordt de diameter groter --zonder datde elektrische las wordt geforceerd--; de normale kabelom-hulling past in dit opgeruimde eind, zodat ze er in geschoven kanworden.De lengte van de las wordt bepaald door de cilindrische pen. Hetopruimen gaat beter, indien de pen licht is ingevet.De kabelomhulling kan ook worden voorzien van een schroef-470 Cement 8 (1956) Nr 19-20draad. Het lassen geschiedt door 2 uiteinden ?n elkaar te draaien.Om zeker te zijn, dat tijdens het beton storten geen cernentspeciedoor de lassen heendringt, moeten de /ossen omwikkeld worden meteen paar slagen densoband.Zonodig wordt de kabelomhulling met een normale ijzerzaagdoorgezaagd; men dient er voor te zorgen, dat zo min mogelijkkabelomhulling verloren gaat.Om het opstropen van de kabelomhulling bij het inbrengen ofverwijderen van een kabel te vermijden, moeten deze lassenollemaal in dezelfde richting liggen. Van elke kabel moet bekend zijn,in welke richting de lassen lopen.Meestal is op de constructietekening slechts de ligging van dekabels aangegeven; de wijze van bevestiging van de kabels moetworden vastgesteld.Het op de plaats houden geschiedt door de kabels met binddraadte fixeren:op betonnen afstandhouders ofop stalen afstandhouders (supports) ofaan de normaal stalen wapening en bebeugeling.Bij het ontwerpen van afstandhouders en het aanbrengen van denormaal stalen wapening heeft men te rekenen met de wijze,waarop de kabels in het werk zullen worden gebracht; dit wordtverderop behandeld.Van groot belang is het, vooral met het oog op het beton storten,dat de kabels goed op hun plaats worden gehouden.Over het algemeen is het kabelverloop dusdanig, dat de bevesti-gingspunten niet dichter dan 1,50 m1van elkaar behoeven teliggen.Voor het plaatsen van de kabels ?n de bekisting bestaan ver-schillende methoden, waarvan de toepassing afhankelijk is vande te maken constructie en de omstandigheden.Deze methoden zijn als volgt.1. Men begint met de lege kabelomhulling in het werk te brengen.Deze omhulling wordt op de vereiste plaatsen aan de afstand-houders e.d. met binddraad verbonden en tevens aangesloten opde conussen door de kabelomhulling over het ingestorte buisjete schuiven.Door de lassen een weinig uit elkaar te schuiven heeft men enigespeling in de lengte van de omhulling, zodat het verkrijgen vande aansluitingen geen moeilijkheden geeft.Indien de kabelomhulling volledig is gefixeerd, wordt de kabelaangebracht door deze door een conus heen in de omhulling teschuiven.Het voordeel van deze methode is, dat de op zich zelf lichtekabelomhulling gemakkelijk in het werk is te brengen.Doordat men de lege kabelomhulling van ??n kant af door denormaal stalen wapening in het werk kan schuiven, heeft mengeen hinder van de normaal stalen wapening en bebeugeling.Tevens geeft het transport van de naakte kabel van de verwer-kingsplaats of opslag naar het werk weinig kans op beschadiging.Voor het doorschuiven van de kabel door de conussen en de om-hulling moet het door te voeren kabeleind op een speciale manierworden voorzien, daar anders de kans bestaat, dat de kabelom-hulling wordt opengereten. Hiertoe wordt op het kabeleind eenafgeronde stalen conus gestoken of de draden worden op de puntomwikkeld met isolatieband.De kant, vanwaar men de kabel insteekt, hangt af van de richtingvan de lassen in de kabelomhulling.Men dient er op te letten, dat het omgebogen en in elkaar ge-draaide eindje van het binddraad in de goede richting ligt, d.w.z.het puntje wijst naar het achtereind van de kabel.Tijdens het doorsteken moet men vermijden, dat de binddraadjesof plakbandjes in de conus worden opgestroopt.Deze methode verdient geen aanbeveling voor zeer lange kabels(langer dan 50 m') en voor kabels, die zijn voorzien van een aan-tal bochten, omdat het doorsteken dan vrij veel kracht vereist.Dit laatste en het opstropen van binddraadjes kan worden ver-meden door de conus --het knelpunt-- eerst weg te laten en pasaan te brengen, nadat de kabel is geplaatst.2. Alvorens de conussen geplaatst worden, brengt men eerst denaakte kabel ?n de bekisting door deze van ??n kant door de nor-maal stalen wapening heen te steken. De kabel mag echter nogniet gefixeerd worden.Van beide kanten kan de opgeruimde kabelomhulling in stukkenover de kabel worden geschoven. Doordat de kabelomhullingtijdens het schuiven door de kabel geleid en regelmatig gesteundwordt, ontstaan er geen deuken; dit Is een voordeel bij sterkgebogen kabels.Nadat de kabelomhulling is aangebracht en de laseinden in elkaarzijn geschoven, wordt de kabel van conussen voorzien en vast-gezet.3. De kabel wordt direkt bij de vervaardiging in de kabelomhullinggeschoven en vervolgens tezamen met de omhulling naar het werkgetransporteerd. Dit transport moet zeer voorzichtig en metbetrekkelijk veel mensen geschieden, daar een kleine buiging inde kabel reeds een deuk in de omhulling te weeg kan brengen.Van de normaal stalen wapening en bebeugeling mag slechts dat-gene reeds zijn aangebracht, wat het plaatsen of laten zakken vande kabel in de bekisting niet hindert. De aangebrachte kabelsworden daarna van conussen voorzien en vastgezet.In het geval van lange kabels en een grote hoeveelheid normaalstalen wapening verdient deze methode geen aanbeveling, daarhet plaatsen of laten zakken moeilijkheden kan veroorzaken.Indien de normaal stalen wapening het toelaat, Is het altijd hetgunstigst de kabels of kabelomhulling van opzij in de bekistingte plaatsen. Na het aanbrengen van de kabels kan dan het zijschotvan de bekisting worden aangebracht, In het geval het opzij In-brengen bezwaren geeft, gaat men over tot het plaatsen vanaf dekopeinden (volgens methode I en 2) of het laten zakken van dekabels (volgens methode 3).Nadat de kabels op de vereiste plaatsen zijn bevestigd, moet dekabe/omhu/ling opnieuw worden gecontro/eerd. De lassen wordenvoorzien van densoband; dit geldt eveneens voor de verbindingkabelomhulling-conus.Wanneer de kabelomhulling op bepaalde plaatsen is beschadigd ofsterk gedeukt, wordt aldaar densoband aangebracht.Indien men om een deuk of knik densoband wikkelt, vermijdt men,dat de deuk zich met betonspecie vult, hetgeen een vernauwingvan het kabelgat zou betekenen.Het komt herhaaldelijk voor, dat er in de voorgespannen beton-constructies gaten moeten worden gespaard, waarin naderhand kabelsworden aangebracht.Zijn deze sparingen recht en kort (max. 2 m1), dan kunnen zijworden gemaakt door het instorten van ingeoliede buizen, diena het verharden worden verwijderd. Het is gewenst, deze buistijdens het storten en opstijven van de betonspecie zo nu en daneens een slag te draaien. Ook kan gebruik worden gemaakt vaneen rubberslang, die wordt opgevuld met rondstaai of met eenhouten stok. Nadat deze opvulling is verwijderd, kan de rubber-slang betrekkelijk gemakkelijk uit het beton worden getrokken.Men dient niet te lang te wachten met het verwijderen van buisof slang.Indien de te sparen gaten langer zijn dan 2 m1en (of) voorzienzijn van bochten, is het beter om kabelomhulling te gebruiken,die, om voldoende stevig te zijn, opgevuld dient te worden metrondstaai (een zgn. 'dummy kabel') of een houten stok. De op-vulling wordt na het verharden van de betonspecie verwijderd.Nooit mog een lege --dus niet opgevulde-- kabelomhulling wordeningestort.Om gaten te sparen kan men ook gebruik maken van' ductubes';dit zijn speciale rubberslangen, die worden opgepompt, waardoorzij uitzetten.Na het verharden van de betonspecie laat men de lucht ontwijken,waarna deze ductubes zich vanzelf lostrekken van het beton enzonder moeite kunnen worden verwijderd. Men dient er op teletten, dat de ductube tijdens het storten een neiging kan hebbenop te drijven, zodat het gevaar bestaat, dat men in het te makenkanaal een slingering krijgt. Om dit te voorkomen moet men deductubes voldoende vastzetten.F. Het instorten van de conussen (tek. 3)Er dient op gelet te worden, dat de conus in de juiste stand in debetonspecie wordt gestort. Hiervoor moet de conus onwrikbaaraan de bekisting worden bevestigd. Men onderscheidt verschil-lende methoden:1. het gebruik van eindblokkenDeze blokken zijn geprefabriceerde betonelementen, waarin deconussen en de benodigde verdeelwapening reeds zijn verwerkt.Indien het eindblok goed wordt geplaatst, behoeft men zich ver-der over de stand van de conussen niet te bekommeren. Bij hetmaken van de eindblokken kan men de conussen vastzetten op debekisting door gebruik te maken van het tapse gat. De conussenbehoeven dan niet voorzien te zijn van een buisje en invoegers.De verbinding kabelomhulling-eindblok wordt verkregen door dekabelomhulling in het gat van het eindblok te schuiven en vandensoband te voorzien.2. het gebruik van invoegersIndien de conussen op de bekisting van de te maken constructieworden bevestigd, kan men van invoegers gebruik maken. Inde invoegers passen houtschroeven Nr 16, waarmee de conus tegende bekisting wordt gedrukt. Om van een goede afdichting ver-zekerd te zijn, wordt tussen conus en bekisting een kartonnenplaatje aangebracht.Voor conussen In een scheve stand heeft men verschillende lengtenvan houtschroeven nodig. Men moet er op letten, dat de schroevenCement 8 (1956) Nr 19-20 471niet te vast worden aangedraaid, want dat kan beschadiging van deinvoegers tengevolge hebben.Men verget? echter niet de houtschroeven te verwijderen, alvorensmen tot ontkisten overgaat.Over het algemeen worden de conussen in het beton verzonken.Deze verdiepingen worden verkregen door houten klossen, diezeer nauwkeurig gemaakt moeten worden, daar ze de juisteconusstand waarborgen.De verbinding kabelomhulling-conus wordt verkregen door dekabelomhulling te schuiven over het ingestorte buisje. De ver-binding wordt voorzien van een binddraad en densoband.3. het gebruik van buisstukkenDe conussen kunnen ook aan de bekisting worden bevestigdmet een buisstuk. Dit wordt in de binnenschroef van de conusvastgedraaid ; het kan op eenvoudige wijze op de bekisting wordenvastgezet.In de buis ligt de kabel.Men dient er op te letten, dat de conus in het verlengde van dekabel ligt; er mag dus geen knik zijn bij de overgang kabel-conus.Een verderop gebogen kabel moet ten minste over een lengte van 40 cmachter de conus recht zijn (zie tek. 3).G. Belangrijke punten bij hetstorten van voorgespannen betonconstructies1. Indien trilnaalden worden gebruikt, moet men er voor op-passen, dat men de kabelomhulling niet beschadigt. Wordt dekabelomhulling kapot gestoten, dan zal cementspecie in de kabel-gaten dringen, zodat het kabelgat verstopt raakt en de kabel vastkomt te zitten.2. Men moet er op letten, dat de conussen goed bevestigd blijvenaan de bekisting. Bij het gebruik van kisttrillers kan het voor-komen, dat de bevestigingsschroeven lostrillen; men moet ditcontroleren.Stoten op de conussen, bijv. met een trilnaald, kunnen de in-voegers beschadigen.De grootste betonsponn/ngen treden op vlak achter de conussen, zodathet beton daar ter plaatse de grootst mogelijke zorg vereist.Om te beletten dat gemorste betonspecie langs de uitstekendekabels in de conus zal binnendringen, is het wenselijk het gat vande conus met papier af te dichten.3. Na het storten en tijdens het begin van de verharding van debetonspecie moet men contro/eren, of de kabels los in de omhullingliggen; dit kan veelal geschieden door de kabels met de handheen en weer te bewegen. Bij langere en gebogen kabels zal mengebruik moeten maken van een hamer, waarmee men op het eindevan de kabel tikt. Mochten de kabels op deze manier niet in be-weging gebracht kunnen worden, dan moet men de kabel met eenspanvijzel lostrekken. De kabel wordt vervolgens in zijn geheeler uitgetrokken, waardoor de verstopping wordt meegenomen.Daarna wordt de kabel weer aangebracht.4. Indien men de kopeinden heeft onckist, inspekteert men debinnenschroef van de conussen; de schroef moet schoon zijn. Even-tueel cementwater dient te worden verwijderd.Doorgaans duurt het enige tijd, voordat de kabels gespannenzullen worden. Om vervuiling tijdens deze periode te vermijden,is het wenselijk de gaten in de conussen af te dichten.H. Algemene opmerkingen1. Men moet zeer voorzichtig zijn met elektrische lassen in de buurtvan hoogwaardig staal. De kabels mogen nooit als aarde gebruiktworden. Indien lassen in de omgeving van de kabels onvermijdelijkis, moet men er voor zorgen, dat de vonk onder geen enkele om-standigheid kan overslaan naar het hoogwaardig staal; door dezevonkoverslag zal de kwaliteit van het staal belangrijk teruglopen,hetgeen draadbreuk zal veroorzaken.2. Het inlopen van water in de kabels, vooral bij opgebogenkabels, is meestal niet te vermijden. Regenwater zakt langs deuitstekende draden in de kabelgaten. Deze met water gevuldegaten zijn zeer gevaarlijk bij vorst. Indien dit water bevriest, ont-staan er scheuren. Men dient hiervoor de benodigde maatregelente nemen1).3. Bij het ontwerpen van de onderslag van de bekisting heeft mener rekening mee te houden, dat de constructie tijdens het voor-spannen in de meeste gevallen vrij komt van de onderslag en opde uiteinden gaat dragen.De uiteinden van de onderslag moeten dus in staat zijn de oplegreak-ties op te vangen; door een verzakking van de uiteinden kan deconstructie in het midden gaan dragen, hetgeen vermeden dientte worden.4. Bij het transporteren van voorgespannen constructies dientmen er op te letten, dat er bij de voorgeschreven steunpuntenvoorzieningen moeten zijn aangebracht.Voorgespannen beton vergt --evenals trouwens traditioneel ge-wapend beton-- de nodige aandacht en zorg.Men dient te bedenken, dat bij voorgespannen beton 'slecht werk'zich onmiddellijk wreekt!1) Indien mogelijk zal hierover in 'Cement' worden gepubliceerd.Summary of p. 489Foam concreteby lng. J. J. SmedeApart from giving a report on the researchdescribed in "Deutscher Ausschuss f?r Stahl-beton" which mainly refers to aerocrete treatedin autoclaves (Siporex and Ytong), the authorstates that different types of foam concrete driedin the open air also offer great opportunitiesby dint of certain properties particularly as faras its low water absorption capacity is concernedas well as regards the simple equipment neededfor its manufacture. He quotes some results oftests, and examples of application of foam concrete(e.g. Isolex) and recommends a further study inorder to determine the most favourable possibil-472Sommaire de p. 489B?ton cellulairepor I'Ing. J.J. Smce/eOutre le rapport concernant les essais d?critsdans le ..Deutscher Ausschuss f?r Stahlbeton".essais qui se rapportent surtout au traitement? l'autoclave du b?ton poreux (Siporex et Ytong).l'auteur mentionne que les sortes de b?toncellulaire s?ch?es ? l'air pr?sentent ?galement degrandes possibilit?s ? cause de certaines propri?-t?s, telles que la faible absorption d'eau, ainsique la simplicit? des installations requises pourla fabrication. Il donne quelques r?sultats d'exp?riences et do travaux ex?cut?s en b?toncellulaire (p.ex. Isolex) et recommande une ?tudeplus d?taill?e des possibilit?s d'emploi les plusfavorables.Zusammenfassung von S. 489Schaumbetonvon Ing. J. J. SmeeleNach einer Berichterstattung ?ber die Unter-suchungen. beschrieben in der Zeitschrift "Deut-scher Ausschuss f?r Stahlbeton", die sich haupt-s?chlich ?ber die in Autoklaven behandeltenGasbetonsorten (Siporex und Ytong) erstrecken.bemerkt der Verfasser, dass auch in der Luftgetrocknete Schaunibetonsorten zufolge be-stimmter Eigenschaften, im Besonderen ihrorgeringen Wasseraufnahme einerseits, und derEinfachkeit der f?r die Erzeugung ben?tigtenInstallationen anderseits, weitgehende M?glich-keiten bieten. Er gibt einige Ergebnisse vonProben ?ber und Ausf?hrungen in Schaumbeton(z.B. Isolex) und empfiehlt, die g?nstigstenAn wen dungs m?glich kei te fernerhin zu studieren.Cement 8 (1956) Nr 19-20
Reacties