Het transport van onverpakt cement (II)*door ing. G. J. HamerA. Transport vanaf de fabriek B. Interne transport en pneumatische uitrustingB. INTERN TRANSPORT EN PNEUMATISCHE UITRUSTING1. Pneumatisch werkende silo's opbouwterrein of in betonwarenfabriekHet vullen en ledigen van de silo ge-schiedt zeer snel en geheel stuifvrij. Doorhet afsluiten kan geen vochtige lucht ofwater in de silo binnentreden, zodat hetcement daardoor zijn volle bindings-capaciteit behoudt. Dit is een uitge-sproken economisch voordeel en hetbiedt tevens grotere veiligheid.Deze silo-installaties zijn reeds enigejaren in gebruik voor het transport vanonverpakt cement.1. Bij tek. 5 bestaat de constructie uit:het eigenlijke siloreservoir met eencapaciteit van resp. 17,20 of 25 ton,een opgebouwde stofafscheider,een vulpijp,een ledigingssluis eneen stalen buisfreem met opleg-stukken.2. De constructie van de silo-transport-wagen bestaat uit:het eigenlijke siloreservoir (tek. 6a)met een capaciteit van 25 ton, voor-zien van een vulpijp, een ledigings-sluis, een ladder en daarbij:een transportwagen (tek. 6b).In tek. 6c is het kipfreem (I) van dewagen met de silo verbonden (II enIII). Hierna wordt de silo hydraulischgekipt (IV in tek. 6d) met twee kip-stempels (V, tek. 6c). De silo komttenslotte te rusten op steunen (VI, tek.6d) op de wagen. Stempels en kip-cylinders worden door een centralepomp bediend en na gebruik opge-borgen. De silo wordt met 3 bandenop de wagen bevestigd. Hierna kanhet vervoer plaats vinden (tek. 6e).Even eenvoudig is het opstellen vande silo.2. Pneumatische transportgootHet mechanische transport van onver-pakt cement met behulp van een schroef-transporteur, een transportband of eenbakkenelevator geeft veel slijtage aan debewegende delen. Het pneumatischtransport heeft dit nadeel niet.De rechthoekige pneumatische trans-portgoot Flu?dor is horizontaal intwee delen gescheiden; tussen het onder-en bovendeel is een poreus medium in-gebouwd (tek. 7). De werking berust ophet in vloeibare toestand overgaan vanhet cement door de luchttoevoer, diedoor een ventilator wordt verkregen.*) Voor het eerste deel zie Cement 5 (1953)Nr 11-12, blz. 115/6.206Cement 6 (1954) Nr 13-1.41. per schip2. per auto(horiz.tanks)3. per spoor1. silo's2. pneumatischetransportgoot (Flu?dor)3. pneumatische trans-porteur (Cerapomp)4. pneumatische loswoel-inrichting (Pneumodor)5. pneumatischeledigingsinstallatiePneumex-systeemtek. 5. cementsilo voor 15 ttek. 7. doorsnede Flu?dorDe lucht dringt door het poreuze me-dium in fijnverdeelde toestand in hetcement en veroorzaakt een snel en gelijk-matig transport ervan in de nagenoeghorizontale goot, die op elke willekeu-rige plaats gevoed resp. geledigd kanworden (tek. 8). Afbuigingen in elke ge-wenste, ook haakse hoek is hierbij mo-gelijk (foto 9 a-c).Het krachtverbruik van de pneumati-sche transportgoot is lager dan die vaneen schroefgoot. Voor het pneumatischtransport van 20 t/h over een afstandvan 20 m is 1 pk nodig. Toezicht en on-derhoud zijn echter overbodig en er ont-staat geen stofontwikkeling. De gotenworden gemaakt van 25-150 t/h.Graf. 10 geeft de benodigde vermogensaan, afhankelijk van de soort installatieen van de transportlengte.Doordat de pneumatische transportgoothermetisch gesloten is, kan zij zonderenig bezwaar ook in de open lucht wor-den geplaatst.Wanneer ook transport in opwaartserichting nodig is, dan wordt er gebruikgemaakt van een:3. Pneumatische transporteurDeze dient om het cement in elke wille-keurige vertikale richting met behulpvan een luchtstroom door leidingen tetransporteren. De luchtstroom draagt?n vervoert het cement, en wordt opge-wekt: ?f door een zuigpomp aan heteinde van de transportleiding (tek. 11a)?f door een compressor (foto 1 lc) aanhet begin van de leiding (tek. 11b). Inbeide gevallen wordt de transportenergieinjde vorm van dru kenergie (lucht ondereen bepaalde druk) aan het begin vande leiding toegevoerd. Het drukverliesontstaat door het energieverbruik voorhet overwinnen van de plaatselijke weer-standen.Bij zuigtransport, waarbij theore-tisch slechts 1 atm drukverschil mogelijkis, valt natuurlijk de transportafstand en-capaciteit t.o.v. het transport met sa-mengeperste lucht kleiner uit. Het in-brengen van het cement in de lucht-stroom verlangt hierbij weinig kosten,maar aan het einde van de leiding dienthet cement zeer zuiver van de lucht-stroom te worden gescheiden, daar dezuigpomp anders vol stof zou komen.De hiervoor noodzakelijke installatie(cycloon, event. multi-cycloon en filter)brengt echter aanzienlijke kosten mee,vooral omdat de atmosferische luchteen veel groter volume inneemt danlucht in samengeperste toestand.Het druktransport geeft het tegen-gestelde resultaat: de relatief hoge con-centratie van het lucht-cementmengselgeeft een eenvoudige afscheiding vanhet cement. De geringere luchthoeveel-heid ontwijkt bij transport naar silo'smeestal door een aldaar opgesteld filter.De vrije ruimte in de silo boven het ce- foto lic (Cemij). compressor-installatieCement 6 (1954) Nr 13-14foto 9c(Cemij)207 foto 9 b (Cemij). transportgotenment dient voor de scheiding van cementen lucht. Het inbrengen van het cementvanuit de atmosferische druk in detransportleiding die onder druk staat,is het grote probleem van deze trans-portwijze. Er bestaan verschillende op-lossingen. Bij ??n ervan wordt bijvoor-beeld het cement door een worm, meteen relatief hoog toerental draaiend, inde leiding geperst. De benodigde ener-gie hiervoor is naar verhouding hoog ende worm zelf is aan sterke slijtage onder-hevig.Een moderne oplossing is de transport-installatie met intermitterende werking(foto 12). Een vat, als drukreservoir uit-gevoerd, wordt bij atmosferische drukmet cement gevuld en, zodra het vol is,automatisch gesloten. Door het toe-voeren van samengeperste lucht wordtdit cement in de transportleiding ge-perst en naar de silo gebracht.Zodra het vat leeg is, opent dit zichweer d.m.v. een contactmanometer. Ophet vat bevindt zich een vultrechter, dietijdens het transport van het cementnaar de silo wordt gevuld. Het cementuit de vultrechter vloeit snel in het vat,dat zichzelf na vulling weer afsluit, waar-na dezelfde werkwijze zich herhaalt.graf. 14. krachtverbruik bij bepaaldecapaciteit in t/h bij bepaaldetransportlengteDe regeling van cement en lucht ge-schiedt geheel automatisch langs elec-tro-pneumatische weg, zodat geen be-dienend personeel nodig is. Het opval-lende voordeel van dit apparaat is: hetontbreken van elk bewegend deel in decementstroom! Het werkt normaal zon-der enige reparatiekosten en draagt denaam van Cerapomp. De dubbele uit-voering toont foto 13. De capaciteit vande eerste bedraagt tot 36 t/h en die vande laatste tot 100 t/h.De dubbele Cera-pomp-werkt afwisse-lend. De afvoer geschiedt gemeenschap-pelijk via een spruitstuk. De hoeveel-heid benodigde lucht is hierdoor tot eenminimum beperkt. De max. uitgevoerdetransportlengte bedraagt thans 1 350 m.Graf. 14 geeft het energieverbruik aan,bij onder druk staande leidingen voortransportlengten van 1 200, 800 en 400m. De bedrijfskosten worden kleinernaarmate de capaciteit groter is voor dezelfde transportlengte. Beneden de10 t/h is de pomp oneconomisch. Daar-om voert men hierbij de installatie groteruit dan strikt nodig, als er geen constantestroom noodzakelijk is. Hierdoor wor-den de bedrijfskosten verlaagd en is erbovendien reserve aan capaciteit.(slot volgt) foto 12enkele Cerapompfoto 13 (Enci) dubbele Cerapomp tot 100 t/hover maximum 1 350 m208 Cement 6 (1954) Nr 13-14
Reacties