Het gebouw van deNederlandsche Diepdruk Inrichting te Deventerdoor ?. G. Postma en J. D. Postma, arch. B.N.A.foto 1WestgevelN.D.I. te DeventerDe opgave was: Een gebouw of complex van gebouwen teontwerpen, waarin het gehele productie-apparaat met inbe-grip van kantoren moest worden ondergebracht, rekeninghoudend met een niet onbelangrijke uitbreiding van de pro-ductie in de naaste toekomst.Onder productie wordt in dit geval verstaan:het verrichten van alle bewerkingen, welke wekelijks nodigzijn om enkele ge?llustreerde weekbladen, met een zeer groteoplage, kant en klaar gedrukt op rotatiediepdrukmachines afte leveren aan dep?ts in het gehele land.Deze bewerkingen bestaan in hoofdzaak uit:de opmaak, het maken van het zetsel, het drukken van detekst, het fotograferen van deze tekst met de bijbehorendeillustraties, het monteren van de negatieven van deze foto's,het maken van lichtgevoelig papier, het afdrukken van defotomontage op dit lichtgevoelige papier, het etsen van dedrukrollen door middel van het belichte lichtgevoelige papier,het verkoperen en verchromen van de drukrollen, het druk-ken op de rotatiediepdrukmachines en het gereed makenvoor de verzending.Er werd een terrein ter beschikking gesteld, dat gelegenwas ten Noorden van het bestaande bedrijf, waarop, reke-ning houdend met een uitbreidingsmogelijkheid van 100%,het complex moest worden ondergebracht.De voornaamste factoren, die er toe hebben geleid, dat hetgebouw in zijn huidige vorm tot stand is gekomen, zijn:a. de gesteldheid van de bodem;b. de noodzakelijkheid dat de afdelingen fotografie, montage,copie, papiermakerij en etserij geheel of gedeeltelijk inhet donker moeten werken;c. een bepaalde temperatuur en vochtigheid van de lucht,die moet worden gehandhaafd in de afdelingen fotografie,copie, papiermakerij en etserij;d. een zeer goede, gelijkmatige verlichting in de zetter-boekdrukkerij, de expeditie/binderij en de rotatiedrukkerij.De gesteldheid van de grond bleek van dien aard te zijn,dat -- mede in verband met het grote gewicht en de tril-lingen van de grote rotatiepersen -- het noodzakelijk bleekop palen te funderen.Mede door de onder b. en . genoemde eisen bleek hetdaarom logisch, de genoemde ruimten onder te brengen ineen kelder (het temperatuurverschil is onder de grond win-ter en zomer slechts beperkt). Bovendien werd het hierdoormogelijk, een compact gebouw te maken met een betrekkelijkgering bebouwd oppervlak. Een bezwaar was evenwel, dat,zodra de sluiswerken in Deventer gereed zouden komen, hetgrondwater plm. 1,50 m boven de keldervloer zou komen testaan, zodat de gehele kelder volkomen waterdicht moestfoto 2Oost- en NoordgevelN.D.I. te Deventerfoto's W. J. v. Borselen304Cement 4 (1952) Nr 17-18306 Cement 4 (1952) Nr 17-18zijn. Dit bezwaar bleek ruimschoots op te wegen tegen degenoemde voordelen, zodat het gehele gebouw werd onder-kelderd.De paalfundering werd gemaakt van Franki-palen, welke voordit geval het beste leken in verband met hun grote draag-vermogen en de practische zekerheid, dat ze tot op devereiste diepte konden worden ingeheid.De gehele kelder werd zonder ??n enkele dilatatievoeg uit-gevoerd, de fundaties van de op de begane grond opgestelderotatiemachines werden tot op de keldervloer doorgevoerden extra onderheid.Behalve in de keldervloer werden deze fundaties geheel vrijgehouden van de overige betonconslructies, om te voor-komen, dat trillingen van de rotatiepersen zich zouden voort-planten naar de fotografische afdelingen. Deze oplossingblijkt zeer goed te voldoen; het is in de kelders nauwelijksmerkbaar, dat de rotatiemachines draaien en van trillingen isgeen sprake.Een ander probleem was de riolering.In de gehele kelderverdieping worden grote hoeveelhedenwater gebruikt, dat vaak wordt vermengd met zeer agres-sieve chemische stoffen. De riolering moest dus zo wordenuitgevoerd, dat zij te allen tijde bereikt kan worden, terwijlde kelder vanzelfsprekend waterdicht moet blijven. Zo-doende werden in de gewapend betonnen kelderbodemsleuven gespaard (30 cm breed en diep), waaronder de vloerin haar volle dikte doorliep. In deze sleuven werden gebak-ken zuurbestendige goot-elementen aangebracht, die onder-ling werden verbonden met zuurbestendige kit.Deze goten monden uit in een grote, met zuurbestendigmateriaal beklede, verzamelput, vanwaar met een automa-tische pompen-installatie het afvalwater in het gemeenterioolwordt gepompt.De ventilatie van de in de kelder ondergebrachte vertrekkenwordt gedeeltelijk mechanisch en gedeeltelijk ,,natuurlijk"bewerkstelligd. Het laatste was mogelijk, doordat -- medevanwege de door Arbeidsinspectie gestelde eisen -- beslotenwas, de bovenkant van de begane grondvloer 1,50 m bovenmaaiveld te leggen. Zodoende konden alle in de kelderondergebrachte vertrekken nog een strook glas van ca 70 cmhoog krijgen.Op de begane grond moesten in hoofdzaak worden onder-gebracht de zetterij/boekdrukkerij, de expeditie/binderij ende rotatiedrukkerij en bovendien nog kantoren, chefskantoren,toiletten, enz.Wij meenden aan de onder d. gestelde eis van goede, gelijk-matige verlichting het best te kunnen voldoen, door schaal-sheddaken toe te passen. Deze schaaldaken werden uitge-voerd met een vrije overspanning van 22 m, terwijl elke schaaleen breedte had van 6 m en een Yrije hoogte werd gekozenfoto 6. aanbrengen van het derde formeelvan het sheddakfoto 7. wapening van goot en sheddakfoto 8. bekisting van 3 daken wachtend op beter weer foto 9. storten van stijve betonspecieCement 4 (1952) Nr 17-18307van 4,50 m, Hoewel deze afmetingen nu niet bepaald eco-nomisch bleken te zijn wat betreft de bouwkosten, werdhiertoe toch besloten wegens de zozeer noodzakelijke gelijk-matige verlichting en het voor het bedrijf grote voordeel vanhet ontbreken van elk tussensteunpunt.In de sheds werden schokbetonramen toegepast, waarvan destijlen tevens dienst doen om de schaal te ondersteunen.Doordat deze ramen verticaal staan, kon normaal blank glasworden gebruikt. De gehele bedrijfsruimte op de beganegrond wordt mechanisch geventileerd.De aansluitende gebouwen, waarin kantoren, toiletten, enz.zijn ondergebracht, werden met een normaal betonskeletuitgevoerd, waarbij het gewapend-betondak op de bedrijfs-gang los werd opgelegd, aan de ene zijde op een koppelbalkvan de sheds en aan de andere zijde op een koppelbalk vanhet betonskelet van de aansluitende gebouwen. Aldus werdin de vereiste dilatatiemogelijkheid tussen de gebouwen voor-zien.foto 10. verwijdering van de formelenvan een sheddakfoto 11een der rotatiepersen van de zeer gunstigen gelijkmatig verlichte rotatiedrukkerijfoto 12luchtopname van en door deNederlandsche Diepdruk Inrichting308
Reacties