"Onderwijs vormt in toenemende mate het cementvan de samenleving. In onze sterk individualise-rende maatschappij hebben we eigenlijk alleen nogmaar het onderwijs als gemeenschappelijke erva-ring." Deze woorden sprak voormalig minister vanOnderwijs Jo Ritzen ooit tijdens een debat over devraagofeninwelkematehetonderwijseenmodernesamenleving `bij elkaar kan houden'.Pedagogische en didactische idee?n veranderenvoortdurend met die samenleving mee. De jongsteontwikkelingen in het voortgezet onderwijs metbasisvorming en tweede fase hebben het Neder-landse schoolsysteem zelfs danig in beweginggebracht. Centraal staat nu de onderwijsvisie van het`leren leren'. De docent in de klas draagt niet langerzijn kennis op klassieke wijze over. Projectonderwijsis het sleutelwoord. Studenten leren door praktijk-gerichte opdrachten uit te voeren; de docentenondersteunendaarbij.Destriktescheidingtussendeverschillende vakken is vervallen.V e r n i e u w i n gRadicale onderwijsvernieuwing was in het verledenvoornamelijk voorbehouden aan scholen die zichbedienden van de denkbeelden van onder meerPetersen (Jenaplan), Montessori en Steiner (VrijeSchool). Deze scholen speelden sterk in op verande-ringen in de samenleving en de plaats van het kindin zijn omgeving. Opvoeding en onderwijs liggen inelkaars verlengde. Ieder kind heeft zijn eigen moge-lijkheden en beperkingen. Het is zaak om daarmeezoveel mogelijk rekening te houden.DeMammoetwetuit1968wasinfeitedeeersteechtevernieuwing die het gehele onderwijs raakte. Dezewet verbeterde de aansluiting tussen lager en mid-delbaar voortgezet onderwijs: de brugklas gaf toe-gang tot zowel mavo, havo als vwo. Ook kregenscholen en docenten er een taak bij: leerlingen-begeleiding, ofwel meer aandacht voor het individu.In de schoolloopbaan van elke leerling werd plaatsen aandacht ingeruimd voor eigen keuze, voor per-spectieven op de individuele loopbaan. Het strikteklassenverband werd afgebroken; er werden clustersge?ntroduceerd van leerlingen met hetzelfde vak-kenpakket.S t u d i e h u i sZelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid wor-den steeds belangrijker. Wil men in onze samenle-ving goed functioneren, dan zijn nieuwe vaardighe-den noodzakelijk: meer inzicht dan kennis, meeralgemene vaardigheden dan het toepassen van vasteregels of ezelsbruggetjes, meer zelf beslissen danorders opvolgen ? kortom meer zelfstandigheid eneigen verantwoordelijkheid. Ook moderne commu-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 46foto's: Bob de Ruiter, ENCI MediaDe `Openluchtschool voorhet gezonde kind' vanJ.Duiker uit 1930;vernieuwingsschool metimpact op de architectuurOns onderwijs wordt drastisch vernieuwd, want onze kinderen hebben heelandere vaardigheden nodig dan wij om goed te functioneren in de samen-leving. Waar de vernieuwingsdrift eindigt, is nog ongewis, maar het volgendeis niet ondenkbeeldig: een student die thuis inlogt op de virtuele wereld vanzijn eigen leerproces om zijn dagtaak vast te stellen: "mailtjes sturen naar destudiecoach, afspraken maken met de vakdocent, toetsen van plannen....."Een ding is duidelijk: de school van de 21e eeuw is een andere dan het gebouwuit onze eigen jeugd.Scholen en scholingHET EINDE VANDE KLASSENnicatie- en informatiemiddelen appelleren aan heelanderevaardighedendanmenvroegerhad.Demensmoet weten hoe hij zich kennis eigen kan maken.Het leren gaat in de huidige informatiemaatschap-pij immers het hele leven door.Om het leerproces dat hierbij hoort mogelijk temaken, is het begrip `studiehuis' ontwikkeld. Hetwoord `huis' in studiehuis is in dit verband geensynoniem voor het schoolgebouw, maar verwijstnaar een adequate, stimulerende en vertrouwde leer-omgeving voor de leerling.Als eerste stap is begin jaren negentig de `basisvor-ming' in de onderbouw van het voortgezet onderwijsingevoerd.De`tweedefase'voordebovenbouwishetvervolg hierop en is per 1 augustus 1998 in werkinggetreden.B e r o e p s o n d e r w i j sIn het kielzog van het voortgezet onderwijs is ook hetberoepsonderwijs flink in beweging. Aanleiding isvooral de noodzaak de aansluiting op dat voortgezetonderwijs te verbeteren. De invoering van de zoge-noemde doorstroomprofielen in de tweede fasedwingenHBOenWOtoelatingseisenteformuleren.En om de aansluiting op de beroepspraktijk te kun-nen verbeteren zullen minimaal kernkwalificatiesvoor de verschillende opleidingen moeten wordenopgesteld.De Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), die in1996 in werking is getreden, beoogt meer structuurte brengen in onder meer de MBO-opleidingen.Belangrijk instrument hiervoor zijn de landelijkeeindtermen, die mede zijn opgesteld door deberoepspraktijk. Ook het lesprogramma dat uit dezeeindtermen voortvloeit, richt zich op het stimulerenvan een brede ontwikkeling bij de leerlingen.I C T e n O L CEen van de belangrijkste inhoudelijke uitdagingenvan de nieuwe onderwijsvisie is de leerlingen daad-werkelijk actiever te krijgen. Prikkelende en rele-vante opdrachten moeten de leerling stimuleren,evenals het aanspreken op de eigen verantwoorde-lijkheid en het goed inspelen op de inspanningenvan die leerling. Daarbij is een belangrijke rol weg-gelegd voor de informatie- en communicatie-technologie (ICT).In de school van de toekomst vormt het Open LeerCentrum (OLC) het onderwijskundige hart. In feitebetreft dit een moderne vorm van de bibliotheek, numediatheek genoemd. Na een klassikale inleidingdoor de docent werken de leerlingen in een OLC zelf-standig aan opdrachten en is de docent begeleidervan het studieproces. Een OLC vraagt om andereleermiddelen dan voorheen. Het vraagt om interac-tief studiemateriaal, waarmee elke willekeurigeopdracht kan worden uitgevoerd. Boeken zullen uit-eindelijk overbodig zijn.S c h o o l g e b o u w e nHet voorgaande maakt duidelijk dat het inrichtenvan een studiehuis de school dwingt na te denkenwat ze nu precies met haar onderwijs wil realiserenen hoe dat het beste zou kunnen. In veel gevallen zaldat gevolgen hebben voor het onderwijsgebouw.Vaak zijn die gebouwen immers gebaseerd op over-wegend klassikale instructie.Het leerproces en de organisatie daarvan stellen an-dere eisen aan gebouw en inventaris. Denk bijvoor-beeld aan het cre?ren van werkplekken in gang ofhal voor individueel en groepswerk, aan de algenoemde mediatheekruimten of aan multimedialeplekken. Ook kan gedacht worden aan een zaal voorgroepen groter dan een klas en aan plekken voorinstructie aan groepen kleiner dan een klas.In dit nummer van Cement worden de gevolgen vanal deze ontwikkelingen voor de huisvesting uit-gewerkt aan de hand van drie schoolvoorbeelden.HetEuroCollegeinMaastricht,TinbergenTechniekin Den Haag en de Hogeschool Limburg in Heerlenlaten stuk voor stuk zien dat een schoolgebouwmeer kan zijn dan een functionele organisatie vanruimten.T o e k o m s t b e e l dDe school bereidt leerlingen voor op de maatschappij.In die maatschappij wordt het belang van `een levenlang leren' steeds belangrijker. In de School voor deToekomst in `s-Hertogenbosch is een eerste pogingondernomen dit leerproces fysiek vorm te geven.Om zich het proces van een leven lang leren eigente maken, moeten leerlingen gedurende de hele dagop school terecht kunnen. Zij moeten zelf kunnenbeslissen wanneer en hoe vaak zij willen studeren.Kennisoverdracht wordt meer en meer vervangendoor moderne technologie. Een school die voorbe-reidt op het leven vraagt om een schoolgebouw datlijkt op de leefomgeving. sHenk Wapperomcement 1999 4 7Het `Schip aan deWibautstraat'; recentcompleet gerestaureerdonderkomen van hetAmsterdamse EuropaCollege, van J.B.Ingwersenuit 1954. In de voormaligegymzaal op de bovensteverdieping bevindt zich hethypermoderne Open LeerCentrumNieuwevaardighedenzijn nodig:meer inzichtdan kennis,meer zelfbeslissendan ordersopvolgen.
Reacties