Het doorwerken in de winterHet laatste jaar is ?n de vakpers en in de dagbladen bij herhalinggewezen op de verschillende grote voordelen, die men kan be-reiken, indien men er in slaagt, de activiteit van de bouwnijverheidook in de maanden met koud en onwerkbaar weer te continueren.Dat de produktiviteit niet het gehele ?aar door constant is, blijktuit onderstaande kwartaaloverzichten van de jaren 1950, 1954,1955 en 19561).broduktie bouwnijverheid in milioenen puldensjaar kwartaal weg- en water-bouwkundigekapitaalswerkenwoningen anderegebouwen1950 1 48,2 131,8 82,6II 57,5 139,3 104,2Iff 62,7 141,4 114,4IV 68,1 147,1 122,31954 1 56,6 158,4 118,2II 92,6 229,4 161,1III 116,7 203,1 176,7IV 89,2 210,1204,21955 I 47,1 125,2 144,8II 94,4 206,5 202,3III 113,8 228,9 223,9IV 113,7 252,5 232,91956 I 61,0 188,5 172,9Afgezien van de interessante conclusies, die men uit statistischegegevens zou kunnen trekken, blijkt uit het verschil in produktietussen bijv. een eerste en een derde kwartaal, dat de bouw-nijverheid geenszins tot de meer stationaire industrie kan wordengerekend, waar over het algemeen een veel constantere produktiewordt bereikt.Hoewel de kwartaalverschillen beslist niet uitsluitend kunnenworden teruggebracht tot de weersinvloeden (en door sommigenpas in de laatste plaats hiervan afhankelijk worden gesteld), kanmen niet ontkennen, dat de weersgesteldheden een niet te ver-waarlozen invloed uitoefenen. Deze invloed kan zijn direkt (bijv.door vorst, regen, sneeuwval), maar ook indirekt, bijv. door hetpsychologisch te verklaren verschijnsel, dat men gewoonte-getrouw reeds tegen het najaar een vermindering van de bouw-activiteit tegemoet ziet, waardoor o.m. het aantal aanbestedingenkleiner wordt. In het eerste geval kan men rekenen met eenproduktieverlies van ca 8%, terwijl in het tweede geval (met in-begrip van een aantal andere faktoren) het verlies wordt geschatop ca 20% van de totale jaarproduktie 2).Hoewel door de vorstverletuitkeringen van het Risicofonds voorde Bouwnijverheid, waardoor de werknemer bij vorstverlet alsregel niet wordt ontslagen, de onderstaande gegevens2) over dewerkloosheid in de bouwnijverheid niet in belangrijke mate zijnbepaald door het aantal onproduktieve dagen, is toch de tendensvan verminderde activiteit in het begin en het einde van het jaarduidelijk zichtbaar.Op I april 1955 bedroeg het aantal bouwvakarbeiders 92 600 en opI april 1956 100 I003).Ter illustratie van de grootte van de economische faktoren mogeook hier worden vermeld, dat het Risicofonds voor de Bouw-nijverheid in de winter 1954/1955 een bedrag van f 50000000,--aan vorstverletuitkeringen heeft uitbetaald; in de winter 1955/1956, die strenger was doch korter van duur dan de voorgaande,terwijl bovendien een beperkte uitkeringsduur van kracht was,moest ca f40 000 000,-- worden uitbetaald4).*) ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor Statistiek,sept. I9S6.2) volgens ir. A. O. Schuil tijdens de Maand voor de Bouwnijverheid 19563) volgens Mededelingen van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuis-vesting, Nr. 77, aug. 1956.4) volgens Stichting Sociaal Fonds BouwnijverheidDat men ook in ons land de discontinu?teit in de bouwproduktie-althans voor een gedeelte- wil opheffen, blijkt uit de groeiendebelangstelling voor dit probleem en uit de werkzaamheden, diein deze worden uitgevoerd: de oprichting en de activiteit van dedoor de Raad van Bestuur Bouwbedrijf geleide 'Commissie Kli-maatsinvloeden'6) en de werkzaamheden van de op I februari jl.door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting inge-stelde 'Commissie Weersinvloeden'6). Terwijl de beide genoemdecommissies hun belangstelling richten op alle sectoren van debouwnijverheid en op alle nadelige weersinvloeden, wordt eenbeperkter -maar beslist niet minder belangrijk of interessant-programma afgewerkt door Onderzoekingscommissie C2. Dezecommissie is ingesteld door de Betonvereniging en haar activiteitmaakt deel uit van het .veelzijdige betononderzoek, dat door deCommissie voor Uitvoering van Research (C.U.R.) wordt na-gestreefd. De commissie C2 houdt zich bezig met het bestuderenvan het probleem, op welke wijze het bouwen in beton bij lagetemperaturen kan plaats vinden. De eerste resultaten van hetonderzoek zijn januari jl. gepubliceerd als C.U.R.-rapport Nr 6'Het verwerken von betonspecie bij lage temperaturen' ').Tijdens de voorgaande winterperiode, waarin strenge koude mettemperaturen v?n -20 ?C en veel sneeuwval voorkwamen, is opverschillende plaatsen in ons land met meer of minder succes ge-tracht om te blijven doorwerken. Enige bekendheid hebben ge-kregen: de woningbouw te Rijswijk, Den Haag en Weert en deutiliteitsbouw te Eindhoven, Hogezand en Mierlo, o.m. als gevolgvan de publicaties in de dagbladen en de voordrachten tijdens deMaand voor de Bouwnijverheid 1956.Bij de verschillende studies en praktische toepassingen wordt eengroot aantal maatregelen vermeld. Gewoonlijk wordt van de driehoofdgroepen, waarin men de maatregelen kan verdelen, t.w.organisatorische, economische en technische maatregelen, hetzwaarste accent gelegd op de organisatie en werkvoorbereiding,hoewel bijv. verschillende problemen van de uitvoering (o.a.tijdelijke verwarming) nog lang niet zijn opgelost.Tot de algemene organisatorische maatregelen, die moeten wor-den getroffen, behoort de voor de hand liggende zgn. sociale ver-zorging: werkkleding, kleedgelegenheid met drooginstallatie,cantine, v?rstrekking van warme dranken en eventl. warme maal-tijden, beschutting tegen koude, neerslag en wind, extra be-loning, enz.Bij het afwegen van de economische en sociale voordelen dientte worden beseft dat:op deze wijze het tekort aan woningen sneller kan worden op-geheven ;de huurwaarde van een gebouw eerder kan ingaan;opdrachtgevers, ontwerpers en aannemers hun werkzaamhedengelijkmatiger over een geheel jaar kunnen verdelen;een continu?teit in de bouwproduktie ook merkbaar zal zijn bij deaanverwante industrie?n en bedrijven, zoals bijv. bij de fabricagevan bouwmaterialen.Tot de algemene technische maatregelen behoren o.m.: tijdigglasdicht maken, of provisorisch 'glasdicht' m.b.v. plastic; ver-warming in het gedeeltelijk voltooide bouwwerk; ommantelingm.b.v. boardplaten; overkapping m.b.v. aluminium of plastic;droog houden en droog verwerken van metselstenen, waardooreen andere mortelsamenstelling noodzakelijk wordt; afdekkenm.b.v. dekzeilen of van lichtere, doch minder sterke plasticzeilen;kunstverlichting, enz.Voor het uitvoeren van betonwerk in de winter kan in de eersteplaats worden verwezen naar het eerder genoemde C.U.R.-5) in aug. 1956 is verschenen de brochure 'Bouwen in de Winter', 9 blz.,Stichting Productiviteitscentrum voor het Bouwbedrijf, 's-Gravenhage*) in okt. 1956 is verschenen het rapport 'Voorlopige Richtlijnen voor hetdoorwerken bij minder gunstige weersomstandigheden' (V.R.D. '56),Ministerie van Wederopb. en Volkshuisv., afd. Algem. Zaken7) toezending na overschrijving van f 3,-- op girorekening Nr. 35.12.39t.n.v. de Betonvereniging, van Galenstraat 52, 's-Gravenhage, met ver-melding van 'Rapport Nr. 6'.aantal werklozen in de bouwnijverheid (volgens Centr. Bur. v. Stat.)jaar jan. febr. mrt. april mei juni juli aug. sept. okt. nov. dec.1954 7,8 5,5 4,1 3,6 4,5 4,3 3,6 4,6 8,5 14,81955 15,6 12,2 6,8 2,8 2,3 ?0 2,8 2,5 2,4 3,0 5,2 9,6 }X IO0O1956 9,7 10,6 3,4 1,4 0,9 0,9 1,4 1,4 1.1Cement 8 (1956) Nr. 21-22 531rapport Nr 6 'Het verwerken van betonspecie bij lage tempera-turen' en naar het in Cement 8 (1956) Nr 15-16, blz. 391/392 op-genomen verslag van het RILEM-Symposium 'Winter-Concreting',Kopenhagen 1956.De verschillende maatregelen kunnen als volgt worden samen-gevoegd :cement: gewoonlijk niet verwarmd; vers cement geeft bepaaldevoordelen ; vorst-, tocht- en vochtvrije opslag is een eerste voor-waarde; toepassing van snelverhardend en van zgn. wintercement;zand en grind: vorstvrije opslag; geen klei of leem bevattend,daar deze stoffen de binding vertragen; bij zeer lage tempera-turen of indien bevroren, verwarmen c.q. ontdooien met stoomof met hete lucht (i.v.m. de verhoging van het watergehalte doorcondensatie en eventuele ijsafzetting in de direkte omgevingwordt aan de laatste methode de voorkeur gegeven). Ook toe-passing van infraroodstralers, propaangasbranders en elektrischeverwarming;water: vorstvrije waterleiding; stoomverwarming m.b.v. meng-kraan of spiralen, heet-waterketels, propaangasgeysers;hulpstoffen: air-hulpstof (airentraining agent) waardoorgrotere weerstand tegen bevriezing en betere verwerkbaarheidvan droge species; chloorcalcium waardoor vriespuntsverlaging,grotere warmteontwikkeling, versnelde binding en wellichtbetere verwerkbaarheid van droge species (max. \\% van hetcementgewicht), echter verhoogde krimp (daarom extra nathouden!) en kans op onjuiste dosering; andere chemische stoffenen handelspreparaten (zie bijv. Kol. P. W. Scharroo,' Toevoegin-gen aan betonspecie bij lage temperaturen'. Cement 7(1955) Nr9-10, blz. 235/236); het chloreren m.b.v. chloorkalk (veelvuldig inRusland toegepast); zgn. anti-vriesmiddelen, die in het koelwatervan auto's worden gebruikt, zijn schadelijk voor beton!; eenbijzondere toepassing werd onlangs in Frankrijk ontwikkeld:toevoeging van ca 2% reeds gehydrateerd en daarna gemalencement, waardoor bijv. na een week de sterkte ca 25% groter isdan normaal 8) ;samenstelling mengsel: cementgehalte verhogen tot bijv.360 kg/m3; waterhoeveelheid verminderen, waardoor de kans opbevriezing vermindert en eventl. een grotere eindsterkte kanworden bereikt, terwijl tevens de specifieke warmte van hetmengsel belangrijk wordt be?nvloed; de noodzakelijke vloeibaar-heid (verwerkbaarheid) zonodig m.b.v. een plastificeermiddel ver-krijgen; geen toeslagmateriaal verwerken, waarin ijs aanwezig is;mengen van de specie: beschut opgestelde betonspeciemenger,desnoods in een verwarmde ruimte; temperatuur van de specie zomogelijk 20-25 ?C; deze temperatuur is het beste te bereikendoor verwarming van het aanmaakwater, aangezien de specifiekewarmte van water ongeveer 5 maal groter is dan die van hettoeslagmateriaal, waardoor de in het water aangevoerde warmtegewoonlijk voldoende is; indien het water warmer dan 40 ?Cis, dit eerst mengen met het toeslagmateriaal, daar anders hetcement zgn. snelbindend kan worden;transport van de specie: afdekken en isoleren van krui-wagens, japanners, stortbakken, enz.Opmerking: Een belangrijk voordeel moet kunnen worden be-reikt, indien men de specie (temperatuur bijv. 18 CC) betrektvan een centrale menginstallatie en met een goed ge?soleerdeagitator of truckmixer naar het bouwwerk vervoert;wapening: vorstvrije opslag; buigen en knippen zo veel mogelijkin een verwarmde ruimte;bekisting: indien mogelijk in een verwarmde ruimte maken;storten van de betonspecie: nooit op sneeuw of ijs, dit ver-wijderen met een stoomspuit (kans op ijsafzetting), soms toepas-sing van olievergassers, kooksmanden, e.d.; temperatuur van despecie tijdens het storten tenminste + I0?C, zo mogelijk + I5?C.verwarming: (in het bijzonder om bevriezing van de niet-verharde betonspecie te voorkomen en om het bindings- en ver-hardingsproces van de specie zo veel mogelijk normaal te doenverlopen): salamanderkachels, petroleumkachels, hete-lucht-installaties met compressor en rubberslangen (hete-luchtblazers,hete-Iuchtkanonnen), elektrische verwarmingsapparatuur, infra-roodstralers, propaangasbranders, verwarming m.b.v. elektrischeenergie, inblazen van stoom onder zeilen of in het afgeslotenbouwwerk (stoom afkomstig van locomobiel, heikar, specialestoomontwikkelaar, waarbij het vrijkomen van de opgehoopte*) Annales de l'Institut Technique du B?timent et des Travaux Publics, febr. '56blz. 139 e.V.; Travaux, jan. '56, blz. 30/31condensatiewarmte en eventl. het gevaar van ijsafzettingen).Opmerking: Indien bij de verwarmingsapparatuur de ver-brandingsgassen kunnen vrij komen, bestaat er gevaar voorvergiftiging (kolendamp, koolmonoxyde), voor schadelijkeinwerking van koolzuur (kooldioxyde) op vers-gestortebetonspecie (zie artikel in Jml. of the A.C.)., dec. '55, blz.447/454) en voor hinderlijke roet- en stofvorming bij stuka-door- en schilderwerk.Er dient op ruime schaal gebruik te worden gemaakt van ther-mometers voor de bepaling van de buiten-, binnen- en beton-specietemperatuur.nabehandeling: afdekken van de vers-gestorte betonspecie metdekkleden en planken, met stro-of rietmatten, zeilen, e.d. (waar-door de bindingswarmte, die voor alle cementsoorten niet gelijkis en bijv. door toepassing van chloorcalcium wordt vergroot,wordt vastgehouden, terwijl de specie tevens tegen afkoeling enbevriezing is beschermd); toepassing van chloorcalcium e.d. ver-eist extra nathouden i.v.m. grotere krimp;tijdstip waarop bevriezing kan worden doorstaan: af-hankelijk van cementsoorten en -kwaliteit, nabehandeling entemperatuur tijdens de eerste verharding, toepassing van air-hulpstof. Volgens de meeste bronnen dient eerst een min. druk-sterkte van 150 kg/cm2te zijn bereikt;ontkisten: vindt plaats volgens de daarvoor geldende voor-schriften, welke reeds aanwijzingen geven voor het ontkisten ineen koude periode.Een groot aantal van de problemen bij het uitvoeren van beton-werk in de winter kan worden voorkomen door op ruime schaalgeprefabriceerde betonelementen toe te passen en daarbij demontagebouw te perfectioneren.In het artikel 'Warum Winterbau ?' in Deutsche Bauzeitschrift '?),januari 1956, geeft Dipl.-lng. E. Schleicher een opsomming vande argumenten, die pleiten voor het doorwerken bij ongunstigeweersomstandigheden, en tevens een overzicht van de voor-schriften en maatregelen, die in Duitsland reeds zijn ontwikkelden worden toegepast. De illustraties, die bij het artikel zijn op-genomen, hebben nagenoeg alle betrekking op het uitvoeren vanbetonwerk in de winter, omdat-zoals door de auteur wordt ge-argumenteerd- het betonwerk een zeer belangrijke plaats in-neemt in de gehele bouwaktiviteit. Daar deze foto's een behoor-lijk overzicht geven van de praktische maatregelen, die kunnenworden genomen, zijn zij hierbij in Cement afgedrukt10). Tevensvolgt hier een samenvatting van de belangrijkste punten uit hetartikel.De reeds gememoreerde kwartaalverschillen in de nederlandsebouwproduktie blijken op overeenkomstige wijze aanwezig tezijn in de duitse bouwnijverheid. Zij worden aangetoond m.b.v.de grafische voorstelling van het aantal arbeiders en produktieveuren in de jaren 1950-1955 (zie grafiek). Het (land)klimaat in deaantal arbeiders enproduktieve urenin de duitse bouw-nijverheidDe jaargemiddeldenvan I9S0 zijn gelijk100 gesteld.') uitgave van C. Bertelsmann Verlag K. G., G?tersloh,0) clich?'s Deutsche Bauzeitschrift532 Cement 8 (1956) Nr. 21-22foto 3. Sneeuwruimen kost geld, vooral wanneermen de sneeuw met veel moe/te uit de be-kisting moet verwijderen.foto I. Ook na zware sneeuwval Is het mogelijk, bij tijdige voorbereiding op de bouwplaats,de werkzaamheden voort te zetten. De barakken zijn verwarmd, de toeslagstoffenzijn afgedekt.Duitse Bondsrepubliek kenmerkt zich door een afwisseling vankoudere en warmere perioden; een dergelijke opeenvolging iseveneens waar te nemen tussen de perioden met veel en die metweinig neerslag. Deze afwisseling van werkbare en onwerkbaredagen vormt vooral in de winter de oorzaak van de discontinu?-teit in de bouwproduktie, omdat men meestal de werkzaam-heden niet snel genoeg kan hervatten, zonder daarbij reeds ineen volgende koude periode te geraken. Het op gang brengenvan een bouwwerk, dat is stopgezet, gaat gepaard met veel kostenen moeiten, die voor de meestal korte perioden dikwijls nietlonend zijn. Men spreekt hierbij van de zgn. aanloopsnelheid.Ook de regering in de Duitse Bondsrepubliek heeft ingezien, datmen, door het (grotendeels) opheffen van de discontinu?teit in debouwproduktie, de capaciteit van de bouwnijverheid aanzienlijkkan vergroten. De minister voorde Woningbouw, Dr. Preusker,heeft daarom in de eerste maanden van 1955 de Hoofdcommissie'Winterbau' ingesteld, waarvan de werkzaamheden over eendrietal secties zijn verdeeld. In de herfst van 1955 werd een voor-lopig resultaat bereikt. De technische sectie van de Hoofdcom-missie 'Winterbau' heeft richtlijnen voor de uitvoering gepubli-ceerd, 'Hinweise f?r die Vorbereitung und Durchfuhrung vonWinterarbeiten im Hochbau'11), terwijl de economische sectierichtlijnen voor de aanbesteding heeft opgesteld, 'Hinweise f?rdie Vergabe von Winterarbeiten im Hochbau'. De publikatie vandeze richtlijnen houdt echter niet in, dat men zich in Duitslandvorig jaar voor de eerste maal met dit probleem is gaan bezig-houden. Reeds in 1910 en latere jaren vonden grondige onder-zoekingen plaats, o.m. over het verwerken van betonspecie bijlage temperaturen. In dit verband moge worden genoemd denamen van Graf, K?hl, K?hn, Kleinlogel e.a. Ookin dejaren1925-1930 zijn, als gevolg vaneen samenloop van omstandighedenin de bouwwereld, verschillende studies gemaakt, waarbij in hetbijzonder door het toenmalige Ministerie van Financi?n activi-teiten werden ontplooid.In de laatste decennia zijn verscheidene voortreffelijke voor-beelden van het bouwen in de winter bekend geworden.Niettemin hebben alle vroegere pogingen, ook die op organisa-torisch gebied, nooit zoveel invloed gehad, dat het doorwerkenin de winter een algemene toepassing heeft kunnen vinden. Deoorzaken hiervoor dient men te zoeken in de omstandigheid,dat de noodzakelijke economische voorwaarden niet volledig") zie Deutsche Bauzeitschrift, jan. '56, blz. 65/69foto 4. Afdekking met stro en zeilen van pas ge-storte betonspecie doet de processen onge-stoord verlopen.foto 5. Indien men een bouwput tijdig met stro e.d.afdekt en de materialen met zeilen tegensneeuwval beschermt, kan men de extrakosten tot een minimum beperken.foto 2. Indien men zand en grind tijdig met zeilen afdekt, zullen ze niet nat worden endaardoor niet kunnen bevriezen. De dekzeilen verhinderen ook, dot de toegevoerdestoom kan ontwijken.Cement 8 (1956) Nr. 21-22533foto 6. De kooksmand is weinig effectief, omdat destralingswarmte niet kan worden gerichtnaar de plaats waar deze nodig is.foto 7. Met veel kooksmanden is ook bij lage tempe-ratuur te verwarmen, zodat de afgedekteverse betonspecie de vereiste sterkte kan be-reiken. Deze manier is echter kostbaar.foto 8. Een moderne met olie gestook-te stoomontwikkeiaar is licht,gemakkelijk te bedienen en be-drijfszeker (s/steem K?rcher).waren bereikt ofwel dat deze door daarop volgende gebeurtenis-sen werden opgeheven.Thans kan worden aangenomen, dat de huidige hoogkonjunktuurin de bouwnijverheid nog jaren lang zal aanhouden; zij vormt debelangrijkste voorwaarde om een continu?teit in de bouwproduk-tie te kunnen ontwikkelen. Daarom is het moment gunstiggekozen om van regeringswege het doorwerken in de winter tepropageren en daardoor tot een doeltreffende toepassing tegeraken.In veel andere landen is thans een dergelijk grote aktiviteit waarte nemen. Dezelfde verschijnselen als in de Duitse Bondsrepubliekzijn ook daar aanwezig : a. grote achterstand inde bouw, waardoorvoor de bouwnijverheid zeer gunstige faktoren werden ge-schapen; b. gebrek aan geschoolde werkkrachten, waardoor debehoefte aan algehele rationalisatie ontstond.In Oostenrijk verstrekte Bondskanselier Raab, in samenwerkingmet de bouwsyndicaten, een memorandum voor het bouwen inde winter, 'Merkblatt f?r das Bauen im Winter'.De regering in Zweden legt zieh er reeds jaren op toe om -insamenwerking met de bouwsyndicaten en de vakbondsverenigin-gen- in ieder geval de openbare aanbestedingen en gunningen overhet gehele jaar te verdelen, dus ook over de winterperiode.In Amerika zijn technische voorschriften voor het bouwen in dewinter in zgn. Standards vastgelegd.In de landen, waar het bouwen met normale hulpmiddelen tijdensde daar voorkomende bijzonder strenge en langdurige wintersvrijwel tot de onmogelijkheden behoort, heeft men zich uiter-aard ook bezig gehouden met de vraag, op welke wijze men in hetkoude jaargetijde toch zou kunnen doorwerken.In de Sovjet-Unie zijn in 1950 desbetreffende richtlijnen uit-gevaardigd.Het Ministerie voor de Bouwnijverheid in Warschau heeft in dejaren 1950-1952 zeer nauwkeurige instructies verstrekt.In Denemarken, Hongarije, Tsjecho-Slowakije en Oost-Duitslandheeft men zeer goede resultaten bereikt m?t de werkmethoden,die vooral door de overheid worden gepropageerd ?n geadviseerd.Indien men alle maatregelen, die tot nu toe in Duitsland en in deandere landen zijn genomen, nauwkeurig nagaat, kan men vast-stellen, dat het doorwerken in de winter in belangrijke mate eenfoto 9. Met geperforeerde buizen, waar de stoom wordt doorgeleid (stoom/onsen), verwarmt men zand en grind.? Toepassing stoomontwikkeiaar systeem K?rcher.foto II, Ijsvrij maken en verwarmen van bekistingen wapening met stoomspuit, zodat weinigwarmte aan de specie wordt onttrokken.foto 12. Toepassing van een moderne stoomketel(links) en een warmwaterinstallatie voorhet aanmaakwater. Het gebruikte bekis-tings- en steigerhout is echter duurlfoto 10. Stoom is goedkoop te produ-ceren in een ronde kachel metverwarmingsspiraal. De ver-warming geschiedt met eenzgn. Schwingfiammger?t.534 Cement 8 (195a) Nr. 21-22foto 13. kooksmanden onder silo'smet toeslagmaterialenfoto 16a en 16b. Het'Schwingflammger?t' Is ook zonder meer te gebruiken voorontdooien, drogen en verwarmen, zonder dat er condens optreedt.organisatorisch probleem vormt. De noodzakelijke planning enwerkverdeling dient reeds te geschieden door de principaal, omvervolgens door de architekt en de constructeur en tenslottedoor de aannemer te worden voortgezet. Alle betrokkenenmoeten daarbij nagaan, wat mogelijk, gewenst of noodzakelijk is.Zo kan bijvoorbeeld een architekt de moeilijkheden bij hetbouwen in de winter in belangrijke mate verlichten, door hetvoorschrijven van veel geprefabriceerde betonelementen, zoalsvensterbanken, traptreden, balkonplaten e.d. De aannemer kandoor nauwkeurige organisatie op de bouwplaats en door zorg-vuldig voorbereide werkmethoden de uitvoering van het bouw-werk aanzienlijk versnellen.Bij het uitvoeren van betonwerk in de winter dient men eeninzicht te hebben in de invloed van lage temperaturen op hetbindings- en verhardingsproces van betonspecie. Hierbij kan menaannemen, dat bij een temperatuursdaling van 10 ?C de bindings-en verhardingstijd wordt verdubbeld. Daarom moet men de in devoorschriften vermelde periode, waarna kan worden ontkist, zonodig verlengen. De sterkte van het beton kan worden nagegaandoor het beproeven van kuben, waarvan de binding en de ver-harding onder gelijke omstandigheden hebben plaats gevonden.Volgens de uitvoeringsrichtlijnen van de Hoofdcommissie 'Winter-bau' moet er tenminste een druksterkte van 150 kg/cm2zijnbereikt, opdat het beton een bevriezing kan doorstaan. De beton-specie moet daarom tijdens het mengen een temperatuur vanca + 20 ?C en bij het storten van tenminste + 10 ?C bezitten,terwijl de vers gestorte betonspecie moet worden beschermd,totdat de vereiste sterkte aanwezig is. Om dit te kunnen be-reiken kan men o.m. : het aanmaakwateren de toeslagmaterialenverwarmen, de warme betonspecie snel en met zo min mogelijkwarmteverlies transporteren en storten, de vers gestorte beton-specie tegen afkoeling beschermen, zonodig door toevoer vanextra warmte.Voor het toevoeren van warmte kunnen worden gebruikt:water, stoom of lucht. De apparaten en machines, die de warmteopwekken, moeten voldoen aan de volgende eisen: eenvoudigvan constructie, licht gewicht, transportabel, eenvoudige be-diening, regelbaar, snel op volle capaciteit, lage aanschaffings- enverbruikskosten, enz.De tot nu toe veel gebruikte kookskorven (foto's 6, 7 en 13) zijnniet erg rendabel ; bovendien bestaat het gevaar van kolendamp.Warmwaterinstallaties zijn vooral in Zweden ontwikkeld (foto 12);voor een middelgrote menger leveren zij voldoende water meteen temperatuur van 60-80 ?C. Bij een dergelijke watertempera-tuur is het noodzakelijk, eerst de toeslagmaterialen met hetwater te mengen en daarna het cement toe te voegen.De zgn. stoomontwikkelaars (foto's 8 en 9) zijn geschikt voormiddelgrote en kleinere bouwwerken. Zij produceren ca 270 kgstoom per uur (180000 kcal/h bij een verbruik van ca 25 literstookolie; Voor een middelgroot bouwwerk, waar gewoonlijk8-10 m3betonspecie per uur wordt verwerkt, is deze capaciteitvoldoende.Het is ook mogelijk om stoom in het waterreservoir van demenger te leiden, waardoor het water wordt verwarmd (foto 10).Ook voor de verwarming en het ontdooien van toeslagmaterialenfoto 14. Een eenvoudige en gemakkelijk te verplaatsen hete-luchtinstallatte,waarbij een zgn. Schwingflammger?t wordt gebruikt. P-foto 17. zweedse petroleumbrander 'Lun-Tork'Cement 8 (1956) Nr. 21-22 535foto 15. verrijdbare hete-luchtinstallatiefoto 18. ? de silowanden aangebrachte stoom-verwarmingsbuizen verwarmen de toes?agzonder dat er condens optreedt.foto 19. Grindsllo's verwarmd door stoom; de'in-stallatie hiervan is in een houten barakondergebracht.foto 20. De betoninstailave is geheelommanteld, hetgeen veelwarmteverlies voorkomt.foto 21. Door gehele of gedeeltelijke ommantelingvan de bouwplaats kunnen de processenbij betonwerk 'normaal' plaats vinden.foto 23. Speciale kleding, schoeisel en hoofdbedek-king beschermen de bouwvakarbeider tegenregen, sneeuw en koude.foto 25. Steigers mogen 's winters nietglad zijn, waartoe specialeplankiers worden gebruikt.foto 22. Door het afdichten van het bouwwerk tegenwind voorkomt men grote warmte- enarbeidsverliezen.foto 24. Met elektrische infraroodstralers kunnen kleinere hoeveelheden zand en grind wordenverwarmd.536 Cement 8 (1956) Nr. 21-22kan men stoom gebruiken (foto's 2 en 9). Het grote voordeel vanstoom is het feit, dat een betrekkelijk kleine hoeveelheid watereen grote hoeveelheid warmte kan opnemen, transporteren enweer afgeven (verdampingswarmte van water: 536 kcal/kg). Eennadeel is soms echter het optreden van condenswater; daaromheeft men ook naar andere warmtebronnen gezocht.Als een soort vlammenwerper werkt het zgn. Schwingfeuer-ger?t (foto's 16a, b), waarin een mengsel van stook- of dieselolieen lucht wordt verbrand, zonder roetvorming en zonder con-denswater. De (regelbare) warmteafgifte bedraagt 30000-150000kcal/h bij een gemiddeld olieverbruik van 13 kg.In combinatie met een daartoe geschikt waterreservoir kan menhiermee ook stoom ontwikkelen (foto 10).Het apparaat kan ook gemakkelijk worden omgebouwd tot eeneenvoudige luchtverhitter (foto 14), waarmee men ca 5000 m3lucht tot een temperatuur van 50-60 ?C kan verwarmen.In andere landen ziet men verschillende eenvoudige en ook in-genieus geconstrueerde luchtverhitters (foto 15), waarvan degemiddelde capaciteit varieert van 3000-50000 m3bij een warmteafgifte van 30000-75000 kcal/h.Indien men tijdens de verharding hete, droge lucht toevoert,moet men door toevoeging van water de uitdroging voorkomen.Voor de verwarming van het gedeeltelijk voltooide bouwwerkkomen in aanmerking: de kookskorven (waaraan de bovenge-noemde bezwaren zijn verbonden), de uit Zweden afkomstigepetroleumbranders 'Lun-tork' (foto 17, 7000-25000 kcal/h,2-J-3 I petroleum per uur); de amerikaanse Hy-Lo oliekachels(35 000 kcal/h, 1-4-5 I stookolie) en andere.De laatste ?aren maakt men ook gebruik van elektrische infra-roodstralers (foto 24) voor de verwarming van grind e.d.; eenuitgebreidere toepassing kan worden verwacht bij de verwar-ming van de bouwplaats.In Zweden, Zwitserland, Amerika en de Sovjet-Unie heeft mengoede resultaten bereikt met de verwarming van verse beton-specie m.b.v. elektrische energie. Daarbij onderscheidt men inprincipe drie methoden: 1. waarbij verwarmingsspiralen in uit-sparingen worden geplaatst; 2. waarbij men, in het bijzonder bij.foto 26. Een roerinstallatie blaast lucht in de stijvespecie, waardoor de verwerkbaarheid,ondanks de lage temperatuur, voldoende is.grote oppervlakken, een net van elektroden uitlegt, nadat eersteen 5-6 cm dikke laag vochtig zaagsel is aangebracht; 3. waarbijmen gebruik maakt van het geleidingsvermogen van verse beton-specie (deze methode werd in 1930 in Zweden ontwikkeld doorBrund en h lin). De normale werkspanning bedraagt 50 V.Men gebruikt daarbij: . 1-2 mm dikke plaatstalen elektroden, diein de bekisting worden gelegd ; b. speciale elektroden van rondstaal,die in de specie worden gestoken en later worden afgezaagd;de wapening als elektrode, waarbij gebleken is, dat deverwar-ming van het staal de aanhechting beton/staal niet be?nvloedt.Indien men gebruik kan maken van een goedkoop elektriciteits-tarief is de methode m.b.v. elektrische energie reeds verantwoordop een bouwwerk, waar per dag ca 20 m3betonspecie wordtverwerkt. Men rekent gewoonlijk dat 0,8-1 kWh nodig is omI m3betonspecie I ?C te verwarmen. Indien men op deze wijze despecie tot 60-70 ?C verwarmt, bereikt men na 3 dagen reeds 70 %van de eindsterkte.v.d.V.Continuous building activities throughoutthe winter-monthsIf building activities are successfully carried onduring the months of cold weather when workcannot normally be continued, the resultingadvantages are numerous. The measures that haveto be taken to that effect are divided into organi-sational, economic and technical ones. Sinceconcrete constructions occupy a very importantplace in the sphere of building activities, thetechnical measures refer particularly to the pre-paration of concrete mortar and to the executionof concrete constructions. A great many instancesof practical applications are described and areaccompanied by different illustrations taken fromthe 'Deutsche Bauzeitschrift'.Continuation du travail en hiverSi l'on r?ussit ? poursuivre les activit?s dans ledomaine du b?timent pendant les mois froids o?le temps rend le travail difficile, on obtiendra desavantages tr?s grands. Les mesures qu'il fautprendre pour cela se divisent en: mesures d'orga-nisation, d'?conomie et de technique. Etant donn?que le travail en b?ton joue un r?le importantdans toute l'activit? du b?timent, ces mesures serapportent surtout ? la pr?paration de mortierde b?ton et ? l'ex?cution de travaux en b?ton.On signale un grand nombre d'applicationspratiques extraites du Journal Allemand duB?timent (Deutsche Bauzeitschrift).Durcharbeiten in WinterWenn es gelingt, die Baut?tigkeit auch w?hrendder kalten Monate und bei ung?nstiger Witterungzu best?ndigen, k?nnen Vorteile erzielt werden.Die zu treffenden Massregeln sind zu unterschei-den in: organisatorische, ?konomische und tech-nische. Da die Betonarbeiten im Bauwesen einegrosse Rolle spielen, beziehen sich die Massregelntechnischer Art haupts?chlich auf die Beton-bereitung und die Ausf?hrung der Betonarbeiten.Es folgt eine lange Reihe von praktischen Anwend-ungen mit erl?uternden Abbildungen, die der'Deutschen Bauzeitschrift' entnommen sind.
Reacties