HETBOUWWERKALSINDUSTRIEELPRODUKTprof ir. R, de SitterHoe lang kan de bouwnijverheid het zich nog veroorloven om elk bouwwerk als een uniekprodukt aan te bieden? De ontwikkelingen leiden naar een markt voor families van aanelkaar verwante produkten, zoals woningen, serie-kantoren, geautomatiseerde magazijnenen hallen. De betekenis van produktmatige aanpak voor de toekomst van de bouw,vormde de inhoud van de door pro?ir.W.R. de Sitter uitgesproken inaugurele rede op 29april 1988 ter gelegenheid van de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraarin het constructief ontwerpen aan de faculteit der Bouwkunde van de TU te Eindhoven.e aanlief van de rede luidde 'denieuwsgierige ontwerper'.Nieuwsgierigheid is een on-.misbare eigenschap voor ingenieurs enhen die daartoe worden opgeleid.Nieuwsgierigheid is nodig om de resul-taten van onderzoek om te zetten in detechnieken voor morgen. Voor denieuwsgierige ontwerper is de toekomsteen interessant avontuur!De ontwikkeling van een nieuwemarktDe nieuwe hoogleraar heeft reeds bijeen andere gelegenheid benadrukt datde techniek in de bouw wordt bei'nvloeddoor ontwikkelingen in andere vakge-bieden. Van belang zijn vooral: meet- enregeltechniek, informatica, elektronica,composietmaterialen, kwaliteitsmana-gement en robotica. In de bouwtech-niek hebben deze ontwikkelingen nogweinig ingang gevonden. En dat veran-dert maar weinig, zolang elk bouwwerknog als een uniek produkt wordt ont-worpen en uitgevoerd. De Sitter noemtdat flexibele produktie in de hoogstegraad. Een flexibiliteit die een werkelij-ke doorbraak van de mechanisering enautomatisering in de weg staat. Maar erzijn veranderingen te constate-ren,namelijk een geleidelijke verschui-vingvan het werk op de bouwplaats naarvoorafgaande fasen van het bouwpro-ces. Toeleveranciers en fabrikanten vancomponenten en kant en klare onder-delen voor een bouwwerk, bepalen intoenemende mate het gebouwde eind-produkt. De op de bouwplaats toege-voegde waarde vermindert merkbaar.Ofschoon de vraag naar unieke bouw-werken blijft bestaan, omdat sommigeopdrachtgevers bereid zijn daarvoor deprijs te betalen, is er een toenemende be-hoefte aan gebouwen die worden sa-mengesteld uit aan elkaar verwante pro-dukten. De Sitter vergelijkt de verschil-len tussen projectmatige en produkt-matige gebouwen met die tussen hau-te-couture en kwaliteitsconfectie. Hijlegt de nadruk op confectie van hogekwahteit, omdat produktaanpak zichgoed leent voor toepassing van kwali-teitssystemen. En toenemende kwahteitgaat gepaard met dalende kosten en af-nemende bouwtijd. In zo'n markt loonthet om te investeren in ontwikkelingvan uitvoeringstechnieken en produk-tinnovatie!Hoewel de nagestreefde verplaatsingvan werkzaamheden naar leveranciersvan componenten de uitvoering op debouwlokatie reduceert, bhjft daar nogveel te doen. Alvorens te onderzoeken inhoeverre deze werkzaamheden kunnen26 Cement 1988 nr. 7/8Dworden geautomatiseerd of zelfs gero-botiseerd, dient eerst het hand- ensjouwwerk te worden gemechaniseerd.Dat is de lering die te trekken valt uit deervaringen in andere takken van nijver-heid.En over automatisering gesproken, zoalsmen in Japan reeds heeft onderkend, iseen van de voorwaarden bij het automa-tiseren van activiteiten op de bouw-plaats dat een nauwkeurig en robuustsysteem voor plaatsbepaling in drierichtingen wordt ontwikkeld. Ook daarbeschikt men op het ogenblik nog nietover een voldoende flexibel systeem.Een tweede belangrijk aspect van auto-matisering betreft de ontwikkeling vansensoren en daaraan gekoppelde regel-systemen om het verdichtings- en ver-hardingsproces van beton te sturen. Ommeer inzicht te krijgen in het werk opde bouwplaats dat voor automatiseringin aanmerking komt, zou het helebouwproces moeten worden doorge-licht. Voor organisaties belast met col-lectief onderzoek, zoals CUR, hjkt hetvan belang te onderzoeken of het on-derwerp van voldoende belang is voorhet opzetten van een speurwerkpro-gramma.Het centraal stellen van de gebrui-kerProduktaanpak bij de realisering vanwoningen, serie-kantoren, geautomati-seerde magazijnen en hallen, vereistmarktgericht denken. Zowel de archi-tect als de constructeur dient zich te rea-liseren dat zij n aandeel in hoge mate be-palend is voor de verkoopbaarheid vanhet produkt. De eerste door de vormge-ving, de tweede door bij de constructie-ve uitwerking meer rekening te houdenmet de gebruikstoestand (lees: werkelij-ke toestand) van het gebouw. Denieuwe hoogleraar wees erop datklachten met betrekking tot luchtdicht-heid, waterdichtheid, scheurvorming,trillingen en vervormingen meer serieusmoeten worden genomen. De bereken-de bezwijktoestand als combinatie vanhoge belasting en lage materiaalsterktekomt praktisch nooit voor. De construc-tief ontwerper moet zijn aandacht rich-ten op het wezenlijke probleem: de be-heersing van vervormingen en scheur-vorming. Letterlijk stelt De Sitter: 'Eenberekening van het gedrag in hetgebruiksstadium is moeihjker dan deberekening in de extreme toestand diemet rekentoestand wordt aangeduid.Dat komt doordat in de rekentoestandeen eenzijdig criterium wordt aange-legd. De spanningen moeten lager zijndan de sterkte van het materiaal. Hoe-veel lager, dat wordt aan de zuinigheidvan de ontwerper overgelaten. In de ge-bruikstoestand gaat het om de begren-zing van vervormingen en spanningentussen een boven- en een ondergrens.De ontwerper moet het werkelijke ge-drag zo goed mogelijk kunnen voor-spellen. Daarvoor is het noodzakelijk,dat de eigenschappen van de materialenbinnen nauwe grenzen bekend zijn.'Het bovenstaande leidt tot de volgendeaandachtspunten:- het gedrag in de gebruikstoestand,- kennis van de materiaaleigenschap-pen,- verwerking van die kennis in de voor-spellingen van het gedrag,- berekeningen formuleren in vervor-mingen en niet in spanningen,- toepassing van waarschijnlijkheidsbe-rekeningen inzake de verwachtings-waarde in de gebruikstoestand.Door op deze aspecten de nadruk te leg-gen, houden de ontwerpers meer reke-ning met de wensen van de gebruikerswaar het de constructie betreft. Gebrui-kers hebben meer wensen, met namewaar het de gebruikslasten betreft. Ineen aantal sectoren van het bedrijfslevenrealiseert men zich steeds meer dat eenaanzienlijk deel van haar vermogen isvastgelegd in gebouwen. Bij het zoekennaar een antwoord op de vraag of ditvermogen optimaal wordt benut, zal te-vens het besef groeien dat het gedrag vanhet gebouw op de lange duur belangrij-ker is dan de hoogte van de initiele kos-ten.De ontwikkelingen in de techniek heb-ben er toe geleid dat voor het ontwerp ende uitvoering van een bouwwerk eengroot aantal deskundigen wordt inge-schakeld. Die deskundigheid dient ge-richt te worden op het gemeenschappe-lijke doel: een project tot stand te bren-gen overeenkomstig de wensen van deopdrachtgever. Voor een betere afstem-ming van de werkzaamheden van de be-trokkenen op dat gemeenschappelijkedoel, zou aan het team van bouwspecia-listen nog een deskundige op het gebiedvan het projectmanagement moetenworden toegevoegd. Maar een goede sa-menwerking komt alleen tot stand, al-dus De Sitter, wanneer de leden van hetontwerpteam elkaar verstaan. Dat ismogelijk indien er een zekere overlapbestaat in de kennis van en begrip voorelkaars vakgebieden.M.G.P.NelissenOntwerp NEN 3874 'Voorspan-staal.Voorspanstaaf' ter kritiekEind mei is door het NNI het ontwerpgepubliceerd van NEN 3874, 'Voor-spanstaal. VoorspanstaaP, opgestelddoor werkgroep 3 'Voorspanstaal' vanvoorschriftencommissie 4 'Voorgespan-nen beton'. Het ontwerp NEN 3874 is tebeschouwen als een aanvulling op debinnenkort te verscbijnen NEN 3868'Voorspanstaal. 'Voorspandraad enVoorspanstreng', omdat er in de praktijkbehoefte bestaat aan specifieke eisenvoor voorspanstaven. Met dit normont-werp wordt getracht in deze behoefte tevoorzien.Met belangstelling wordt kritiek op hetnormontwerp tegemoet gezien. Dezekritiek kan tot 15 September a.s. wordeningediend bij het secretariaat van deCUR-voorschriftencominissie 4, peradres: Stichting CUR, postbus 420,2800 AK Gouda.De ontwerpnorm kan worden bestelddoor overmaking van /18,66 (incl.BTW en verzendkosten) onder vermel-ding van Ontwerp NEN 3874, op giro-rekening 25301 t.n.v. NNI te Delft, ofgirorekening 544328 t.n.v. CUR teGouda.Internationale conferentie overscheurvorming en duurzaamheidvan beton, 31 augustus - 2 September1988Van 31 augustus tot 2 September wordtin Saint-Remy-les-Chevreuse een in-ternationale conferentie gehouden metals onderwerp scheurvorming en duur-zaamheid van beton. De conferentiewordt georganiseerd door de AFREM(Association Francaise et d'Essais sur lesMateriaux et les Constructions).AFREM is een nationale groepering vande internationale organisatie RILEM.Tijdens de conferentie worden drie the-ma's behandeld:microscheurvorming, scheurvormingen de relatie tussen microscheuren,scheuren en de duurzaamheid van con-structies. Onder degenen die een inlei-ding houden tijdens deze conferentiezijn te vinden medewerkers van het Ste-vinlaboratorium en van de Rijksuniver-siteit Gent.Bij de redactie zijn congresprogramma'sverkrijgbaar inclusief aanmeldingsfor-mulieren, terwijl nadere inlichtingenzijn te verkrijgen bij ir.J.G. WiebengaInstituut TNO voor Bouwmaterialen enBouwconstructies, tel. 015-606267.Cement 1988 nr. 7/8 27
Reacties