Beton is een prachtig materiaal dat lang meegaat. Veel bestaande betonnen constructies kunnen nog eeuwenlang worden gebruikt. Toch worden er veel gebouwen gesloopt. Hoe komt dit? En waarom laten we zo veel duurzame kansen liggen? Negen vragen over het nut en de noodzaak van het hergebruik van bestaande casco's.
1 Meelfabriek in Leiden. Foto: Annette Fauchey
1
6?CEMENT?3 2025
We kunnen niet door blijven gaan
met het maken van nieuwe be-
tonnen gebouwen op de manier
zoals we gewend zijn. Klimaat-
verandering door CO?-uitstoot
dwingt tot aanpassing.
De uitstoot
van CO? in de bouwfase wordt voor een groot
deel bepaald door constructiemateriaal en
daarin is beton een grootgebruiker. De be
tonbranche werkt weliswaar hard aan het
verduurzamen, maar nog steeds is beton
een grote uitstoter van CO?, met name door
het cement.
Verder geldt dat er een grote opgave
ligt om nieuwe woningen te realiseren ter
wijl er veel gebouwen leeg staan. Toch zien
we dat nog veel te veel gebouwen worden ge
sloopt. Aan de hand van negen vragen wordt
ingegaan op nut en noodzaak van het herge
bruik van gebouwcasco's.
1. Hoeveel staat er leeg?
Volgens het CBS was de leegstand begin 2024
in aantal panden 229.710 (verblijfs objecten).
Dit gaat om ruim 36,5 miljoen m² vloer
oppervlakte. Alhoewel niet al deze gebouwen
een-op-een te gebruiken zijn, zou dit in
potentie toch al snel honderd duizenden
woningen kunnen opleveren.
Het grootste deel van de leegstand
wordt veroorzaakt door leegstaande wonin
gen (fig. 3). Een nieuwe bestemming als
woning ligt voor de hand. Maar door andere
gebouwen te transformeren kunnen ook
deze worden ingezet voor woningbouw. Het
gaat dan met name om kantoren, winkels,
multifunctionele en publieke gebouwen
(bijvoorbeeld gezondheidszorg, onderwijs,
cultuur). Hiervan staat in totaal circa
9,4 miljoen m² leeg. In potentie genoeg voor
zo'n honderdduizend woningen.
IR. ROB DOOMEN RO
Partner / Adviseur
Constructies
Pieters
auteur
Hergebruik
betonskelet:
nut en noodzaak
Beton is een prachtig materiaal dat lang meegaat. Veel bestaande betonnen constructies
kunnen nog eeuwenlang worden gebruikt. Toch worden er veel gebouwen gesloopt. Hoe
komt dit? En waarom laten we zo veel duurzame kansen liggen? Negen vragen over het
nut en de noodzaak van het hergebruik van bestaande casco's.
Niet slopen zonder door te vragen
CEMENT 3 2025 ?7
2. Hoeveel wordt er gesloopt?
In 2024 werden 11.800 woningen gesloopt.
Cijfers van andere gebouwtypes zijn niet
goed terug te vinden, maar uit praktijkerva
ring weet ik dat veel niet- woongebouwen
maar moeilijk overeind blijven als transfor
matie duurder blijkt dan nieuwbouw. Veel
transformaties betreffen monumenten die
simpelweg niet gesloopt mogen worden
vanwege de monumentale waarde. Voor
niet-monumenten ligt dit anders. Als daar
onzekerheid is over de kwaliteit van het
betonskelet en hoe goed dat herbruikbaar
is, dan wordt snel de nieuwbouwkaart ge
trokken. Constructeurs zijn hier de sleutel.
Wij kunnen de klant uitleggen dat herge
bruik technisch goed mogelijk is en wij kun
nen berekenen hoeveel duurzamer dit is en
daarmee de klant overtuigen. Bijvoorbeeld
aan de hand van CO?-berekeningen.
3. Hoeveel CO? kun je besparen?
Bij traditionele constructieontwerpen met
bijvoorbeeld breedplaatvloeren, betonwan
den en een betonnen fundering op palen,
wordt de materiaalgebonden CO?- uitstoot
voor de bouwfase voor grofweg 60% door de
constructie bepaald. Door hergebruik van
een bestaand betonskelet kunnen dus grote
hoeveelheden CO? worden bespaard.
Een goed voorbeeld is de transforma
tie Herta Mohr voor de Universiteit Leiden
(foto 4). In figuur 5 en figuur 6 is de bereken
de CO?- uitstoot van zowel de bestaande als
de nieuwe constructies zichtbaar. Daarbij is
voor de bestaande constructies berekend
wat de CO?- uitstoot zou zijn als het beton
opnieuw zou worden gestort met C30/37
CEMIII/B (een relatief duurzaam mengsel)
met gemiddeld 100 kg wapening per m³. De
conclusie is dat door het hergebruik van
2 Het casco van de voormalige Knoopkazerne werd getransformeerd tot rijkskantoor. Foto: cepezed, Lucas van der Wee
3 Leegstand volgens CBS op 1 januari 2024
2
3
8?CEMENT?3 2025
4 Interieur Herta Mohr voor de Universiteit Leiden waarin de bestaande betonconstructie is hergebruikt
5 Uitstoot CO?-eq bij de verbouwing van Herta Mohr voor de Universiteit Leiden. Links de totale uitstoot door de verbouwing, rechts het
aandeel van 70% van de bespaarde CO? door hergebruik van het betonskelet
6 Inzicht in de onderverdeling van CO?-uitstoot per constructie element voor Herta Mohr
Constructeurs
zijn de sleutel
om de klant te
overtuigen
4
5
6
CEMENT 3 2025 ?9
7
7 Totaalmodel van het eindresultaat van Herta Mohr
8 Bestaande skelet (donkergrijs) Herta Mohr met lokaal nieuwe ingrepen (blauw en lichtgrijs)
9 Overzicht aandeel CO?-uitstoot voor project Brabant Wonen in Den Bosch. Een zeslaags woongebouw met daaronder een
kelder. Dit diagram laat voor een traditionele constructie zien welke onderdelen van de constructie het meeste CO? uitstoten
8
9
10?CEMENT?3 2025
Bestaande betonskelet,
behoud meeste CO
2
Nieuwe, lichte optopping
in plaats van enkele
gesloopte verdiepingen
Bestaand gebouw met veel CO
2
in de fundering, kelder en onderbouw
Verbouwing met optopping waarin
door hergebruik betonskelet veel
CO
2 bespaard is.
Het is belangrijk
vroegtijdig
betononderzoek
te doen waarbij
kennis van
constructeur en
betononderhouds-
deskundige wordt
samengebracht
10 Een oplossing kan zijn de bovenste verdiepingen van een bestaand pand te verwijderen en in plaats hiervan een
aantal lichte verdiepingen te maken
het betonskelet 70% CO? bespaard is ten
opzichte van volledige nieuwbouw. Met de
aanname dat 60% van de CO?- uitstoot in de
bouwfase door de constructie kwam, geeft
dit in totaal in de bouwfase een reductie van
42% voor het gebouw.
4. Welke elementen zijn het
belangrijkst?
De paalfundering, eventuele kelders, funde
ringen en de vloeren van het gebouw zijn de
grootste uitstoters (fig. 9). Hierin zit name
lijk het meeste beton. Gevolg hiervan is dat
de meeste impact gemaakt wordt als deze
onderdelen van het betonskelet worden her
gebruikt. Dat komt goed uit, want het behou
den van de dakvloer zonder fundering is
lastiger dan andersom. Het geeft aan dat het
interessant kan zijn om gebouwen van boven
af af te pellen.
Concrete oplossingen voor hergebruik
kunnen dan ook worden gevonden door de
bovenste verdiepingen van een bestaand
pand te verwijderen om draagkrachtcapaci
teit te winnen en in plaats hiervan een aan
tal lichte verdiepingen te maken (fig. 10). Op
die wijze worden de meeste CO?-besparende
bestaande constructies, zoals de fundering
en kelder, hergebruikt en kunnen er m² aan
het gebouw toegevoegd worden.
5. Is slopen en slim recyclen niet
beter?
Tegenwoordig worden constructies vaak zo
ontworpen dat losse elementen zonder kwali
teitsverlies kunnen worden gedemonteerd en
hergebruikt. Er zijn echter nog niet veel pan
den in de gebouwvoorraad waar dit bij moge
lijk is. Momenteel is dit in onderzoek voor
prefab betonelementen bij het Europese pro
ject ReCreate. Vooralsnog is hergebruik van
elementen in andere gebouwen bij de meeste
bestaande panden echter nog geen reële optie.
Er zijn veelbelovende innovaties in de
betonsector, onder andere op het gebied van
recycling. Zo kan met slimme brekers beton
worden gesloopt en compleet tot aan fijne
cementfractie worden teruggewonnen. De
praktijk leert echter dat de betonmengsels
met gerecyclede grondstoffen nog niet op
grote schaal toepasbaar zijn. Recycling van
toeslagmateriaal zoals granulaat en zand is
geen probleem en verstandig, maar de wer
kelijke verduurzaming zit in het gebruiken
van minder cement, cementvervangers of
vervanging door gerecycled cement. Momen
teel is dit laatste nog nauwelijks gecertificeerd
leverbaar. Naar verwachting wel aan het ein
de van het jaar, waarbij gedacht moet worden
aan maximaal 25% cementvervanging. Al
met al een goede ontwikkeling die we als
10
CEMENT 3 2025 ?11
maatschappij vol moeten ondersteunen,
maar het is nu nog geen radicale verbetering.
6. Is optopping een kans of
noodzaak?
Een ontwikkeling die recent aan populariteit
wint, is het optoppen van gebouwen. Met een
optopping wordt beoogd zonder grote con
structieve ingrepen extra m² te maken. De
basisgedachte hierachter is dat het bestaan
de skelet wordt gehandhaafd en dus opti
maal gebruik wordt gemaakt van de beton
constructie. Er sneuvelen echter meerdere
herontwikkelingen in het ontwerp, omdat
voor de optopping dermate veel versterkin
gen in de constructie nodig zijn dat het pro
ject onhaalbaar wordt. De grens van het be
tonskelet kan liggen in de draagkracht van
de fundering (vaak lastig te versterken), de
draagkracht van de kolommen (zeker met
verhoging brandwerendheid) en opneembare
(trek)krachten in de stabiliteitsvoorzieningen.
Aan de andere kant biedt optoppen de
opdrachtgever de kans meer m² te maken
met een efficiënte (nieuwe) plattegrond en
vaak zijn deze bovenwoningen (of kantoren)
gewild. Vaak is dit zelfs een noodzaak om
het project voor de ontwikkelaar haalbaar te
maken en daarmee dus het bestaande be
tonskelet te kunnen handhaven. Zolang er
dus geen grootschalige constructieve ingre
pen aan de onderbouw nodig zijn, is elke op
topping absoluut een kans. Voor de con
structeur een mooie puzzel om uit te zoeken
tot welke hoogte en op welke wijze de optop
ping mogelijk is zonder deze grootschalige
versterkingen.
7. Wat moet je weten over een
bestaande constructie?
Bij hergebruik is het van belang om de (rest)
draagkracht van de bestaande constructie
te kennen en om de kwaliteit van de con
structie te controleren. Voor de bepaling van
de draagkracht is een visuele inspectie en
archiefonderzoek het startpunt. Als alles
bekend is kan elke betonconstructie op
nieuw worden doorgerekend. NEN 8700
geeft duidelijke eisen voor de beoordeling
van bestaande constructies. Moeilijker
wordt het als archiefgegevens (deels) ontbre
ken. In dat geval moet worden begonnen
met analyse van het voormalig gebruik; hoe
veel belasting stond er vroeger op?
Als het nodig is, kan de betonsterkte
worden gemeten door kernen te boren en te
drukken, kan de wapening worden gescand,
en kunnen diktes en dekkingen worden ge
meten. Voor het scannen van wapening is
goede aansturing van constructeurs nodig
om de juiste resultaten te bereiken. Uitein
delijk kan het verstandig of zelfs nodig zijn
om proefbelastingen op vloeren of onderde
len uit te voeren.
Het mooie van beton is dat het relatief
lang goed en sterk blijft. Toch kan ook beton
op diverse manieren zijn aangetast. Het meest
voorkomend zijn carbonatatie en chloride-
indringing. Dit leidt lang niet altijd tot het
onbruikbaar worden van de constructie. In
de meeste gevallen is aantasting van buitenaf
goed visueel waar te nemen en kan op basis
van een inspectie worden vastgesteld of na
der onderzoek naar het beton nodig is. Het is
belangrijk vroegtijdig een betononderzoek te
doen, waarbij de kennis van constructeur en
betononderhoudsdeskundige wordt samen
gebracht. Trek hierin samen op om tot een
passend onderzoeksplan te komen.
8. Is er een goede business case
te maken van het gebruik van
bestaande casco's?
Veel bestaande betonconstructies zijn ont
worpen als kantoren, winkels, scholen of
andere niet- woonfuncties. Deze functies
kennen een andere ideale indeling dan wo
ningen, met vaak ruime, centrale kernen,
gangen en hallen. Bovendien is de diepte
van de plattegrond niet altijd ideaal en kun
nen dragende wanden beperkend zijn voor
de nieuwe indeling. Bij de transformatie tot
woningen is het dan lastig om er efficiënt
woningen in te plaatsen die voldoen aan de
bouwbesluiteisen voor daglicht en vlucht-
veiligheid. Het resultaat is dat er minder wo
ningen in het gebouw passen, dan wanneer
een nieuw gebouw met optimale plattegron
den wordt gemaakt. Dit wordt vaak uitge
drukt in BVO/VVO- verhoudingen (bruto
vloeroppervlak versus verhuurbaar vloerop
pervlak). In nieuwbouw is dit circa 1,3 tot
1,4. Door de minder efficiënte indeling bij
transformatie ligt dit vaak veel hoger, in een
We kunnen
vrijwel elk
betonskelet
behoeden voor
de sloop
12?CEMENT?3 2025
ongunstig geval tot wel 1,6 of 1,8. Het resul
taat hiervan is dat er voor elke m² gebouw
die gemaakt wordt (BVO), 20% minder m²
woning verkocht of verhuurd kan worden
(VVO) dan bij nieuwbouw. Oftewel het ge
bouw wordt in dit ongunstige geval 25%
duurder bij hetzelfde aantal m² VVO.
Daarnaast moeten er nog extra kosten
worden gemaakt om aanpassingen in de
constructie door te voeren. Denk aan nieuwe
doorgangen, deuropeningen, installatiespa
ringen etc.
Rekenvoorbeeld?Bovenstaande wordt toege
licht met een rekenvoorbeeld. Een nieuw
woongebouw kost momenteel grofweg
? 2.300,- per m² aan bouwkosten. Een effi-
ciënt betonskelet inclusief fundering heeft
hierin een aandeel van ? 400,- tot ? 500,-. Dat
wil zeggen dat het hergebruik van het betons
kelet slechts 20% van bouwkosten bespaart
voor de ontwikkelaar, terwijl het gebouw 25%
duurder wordt door een minder efficiënte
BVO/VVO- verhouding. Dit is een van de be
langrijkste redenen waarom veel transforma
tie business cases niet of lastig haalbaar zijn.
9. Wat is de oplossing?
Mijn stelling is dat geen gebouw mag worden
gesloopt zonder eerst door te vragen of de
bestaande constructie kan worden herge
bruikt. Maar hoe laten we ons door boven
staand rekenvoorbeeld dan niet ontmoedi
gen? Door kennis van hergebruik te
benutten en de genoemde aandachtspunten
met betrekking tot efficiëntie en haalbaar
heid tijdig mee te nemen in het ontwerp, is
hergebruik wel degelijk haalbaar.
Mijn oproep aan iedereen is om hier
een actieve rol in te nemen, zeker vanuit een
constructeursrol. Vrees niet voor gebrekkige
betonkwaliteit. In de meeste gevallen is
eventuele schade slechts beperkt en goed
oplosbaar. Maak gebruik van de juiste spe-
cialisten en breng constructeurs en beton-
onderhoudsdeskundigen tijdig in het ontwerp
bij elkaar. Maak op basis van een visuele
inspectie een onderzoeksplan.
Besteed daarnaast tijdig in het ontwerp
aandacht aan de efficiëntie van indeling van
het plan. Indien de indeling niet efficiënt
kan worden gemaakt, probeer dan alsnog
kelders en funderingen te handhaven, om
dat daar het meeste beton in zit. Vaak kan op
de onderbouw een efficiëntere nieuwbouw
worden gemaakt. En maak waar mogelijk een
optopping op het gebouw, waarmee nieuwe
en optimale vloeren worden toegevoegd.
Behoeden voor sloop
We hoeven ons niet als activisten aan de
betonskeletten vast te ketenen om de sloop
van panden te voorkomen. Door in een
vroeg stadium proactief aan opdrachtgever
en architect te laten zien hoeveel CO? er be
spaard kan worden bij hergebruik, hoe effi
ciënt het pand opnieuw ingedeeld kan wor
den, dat betonherstel geen reden tot zorg is,
dat een optopping mogelijk is én hoe het
mooie beton juist een plek kan krijgen in het
ontwerp, kunnen we vrijwel elk betonskelet
behoeden voor de sloop.?
11, 12 Voorbeelden van schade aan beton
11
12
CEMENT 3 2025 ?13
In het kort
Negen vragen over nut en noodzaak van het hergebruik van bestaande casco’s
- Hoeveel staat er leeg?
- Hoeveel wordt er gesloopt?
- Hoeveel CO2 kun je besparen?
- Welke elementen zijn het belangrijkst?
- Is slopen en slim recyclen niet beter?
- Is optopping een kans of noodzaak?
- Wat moet je weten over een bestaande constructie?
- Is er een goede business case te maken van het gebruik van bestaande casco’s?
- Wat is de oplossing?
Thema Transformatie
Dit artikel is onderdeel van een themanummer van Cement over transformatie. Bekijk voor alle andere artikelen dit dossier.
We kunnen niet door blijven gaan met het maken van nieuwe betonnen gebouwen op de manier zoals we gewend zijn. Klimaatverandering door CO2-uitstoot dwingt tot aanpassing.
De uitstoot van CO2 in de bouwfase wordt voor een groot deel bepaald door constructiemateriaal en daarin is beton een grootgebruiker. De betonbranche werkt weliswaar hard aan het verduurzamen, maar nog steeds is beton een grote uitstoter van CO2, met name door het cement.
Verder geldt dat er een grote opgave ligt om nieuwe woningen te realiseren, terwijl veel gebouwen leeg staan. Toch zien we dat nog veel te veel gebouwen worden gesloopt. Aan de hand van negen vragen wordt ingegaan op nut en noodzaak van het hergebruik van gebouwcasco’s.
Reacties