Egbert KosterDe restauratie en herbestemming van pakhuis Mercuriusin Wormer tot Provinciaal Archeologisch Centrum isdermate voorbeeldig uitgevoerd dat het monumentalepand aan de Zaan nauwelijks nog herkenbaar is als eenvoormalig industriegebouw.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 716Bijna te mooi om waar te zijnHERBESTEMMINGfoto's: Klaas Laan, HoornPAKHUISMERCURIUSNieuwe, prefab losbalkons sieren de gevel`Pakhuis Mercurius' is niet alleen een industrieel monument voor typisch Zaanse bedrijvigheid, maar vooral voor bouwen in betonHet grenzeloze respect van de opdrachtgever en res-tauratie-architect Jan Boot voor het oorspronkelijkeontwerpheeftertoegeleiddatdehistorischegelaagd-heid, die juist de charme van dit soort voormaligeindustriegebouwen bepaalt, volledig verloren isgegaan. Alle sporen van de talloze verminkingen diehet gebouw in de loop van de tijd heeft ondergaan,zijn bij de restauratie zorgvuldig uitgewist. Hierdoorlijkt het alsof het pand volgens de oorspronkelijkebouwtekeningen volledig opnieuw is opgetrokken.Niets is echter minder waar. Hoewel het gedeeltelijkopnieuw optrekken van de gevels beslist een stukeenvoudiger (en waarschijnlijk ook goedkoper) zouzijn geweest, heeft men er uit historische besef voorgekozen om de originele constructie volledig tehandhaven.P a d d e s t o e l v l o e r c o n s t r u c t i e sPakhuis Mercurius is in 1921 gerealiseerd naarontwerp van architect Mart. J. Stam (1886 - 1957).Niet te verwarren met zijn beroemde naam- enstreekgenoot Mart Stam (1899 - 1986), die nauwbetrokken was bij de CIAM en het Bauhaus. Hetgebouw diende oorspronkelijk, behalve als opslag-ruimte, als was-, kleed- en schaftruimte voor hetpersoneel van de naastgelegen Lassie rijst- en haver-moutfabrieken. Na de oorlog bood het onder meeronderdak aan het laboratorium waar de befaamdesnelkook `toverrijst' werd ontwikkeld en aan pro-ductieruimten voor cornflakes, zoutjes en rijsttafel-producten.Behalve als industrieel monument voor typischZaanse bedrijvigheid is Mercurius vooral een monu-ment van bouwen in beton. Het betreft een van deeerste paddestoelvloerconstructies in Nederland incombinatie met een zwaar gedecoreerde gevel vanbetonnen stijl- en regelwerk. (De oudste paddestoel-vloeren in ons land dateren uit 1914.) Stam was integenstelling tot zijn beroemde naamgenoot welis-waar geen vooruitstrevend vormgever maar als eenvandegrootsteNederlandsebetonspecialistenvanzijntijd liep hij wel voorop op het gebied van de beton-technologie.Behalvemetarchitectonischontwerpenhield hij zich ook bezig met constructie-advies,productontwikkeling en materialen-onderzoek.*N o r m a - b a l kIn de betonwarenfabriek vanzijn vader ontwikkelde MartStam rond 1911 een prefabbetonnen vloerbalk, de zoge-heten Normaalprofielbalk ofNorma-balk waarvan het oc-trooi in 1925 is overgegaannaar Wernink's betonmaat-schappij. Samen met P.W.Scharroo kreeg Stam in 1913van de Maatschappij van Nij-verheid de opdracht te onder-zoeken`ofergegronderedenenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 7 17Het gedecoreerdebetonnen stijl- en regel-werk kreeg een grondigeopknapbeurtDe paddestoelconstructie geeft een extra dimensie aan dekantoorruimten* Zie voor een zeer uitvoerige documentatie van de bouw,geschiedenis en restauratie van pakhuis Mercurius: JeroenGoudeau `Mercurius hersteld. Geschiedenis, restauratie en her-gebruik van een provinciaal monument' Uitgave ProvinciaalBestuur Noord-Holland, Haarlem, 1997. ISDN 90-5769-002-0.Advertentie voorde Normabalk,1916van technische aard zijn waarom in ons land hetfabriceren van cement niet toeneemt'. Geheel in lijnmet hun positieve conclusie richtten Stam en Schar-roo in 1916 zelf het consortium Nationale Cement-fabriek op en ontwierp Stam een complete, geheelingewapendbetonuittevoerencementfabriek.Dezeis nooit gebouwd doordat het rijk, wegens aanhou-dende twijfel over de haalbaarheid van een Neder-landsecementindustrie, weigerdeomvoordecement-fabriek een bouwkrediet te verstrekken.In 1930 maakte Stam nog een ontwerp voor eencementfabriek, maar ook deze is nooit gebouwd.D r a a g v e r m o g e nPakhuis Mercurius is Stams belangrijkste gereali-seerde ontwerp. Behalve als architect trad hij, naarDuits voorbeeld, ook op als een soort hoofdaannemerdie onderdelen van het werk, namens de opdracht-gever, rechtstreeks aan onderaannemers gunt. Hetmerendeelvandebouwwerkzaamhedenwerdboven-dien, onder supervisie van Stam, door de Lassie-fabrieken in eigen beheer ? dat wil zeggen door heteigen personeel ? uitgevoerd. Stam hield in zijn ont-werp rekening met het feit dat arbeidskracht rond1920 relatief goedkoop was ten opzichte van bouw-materiaal.Omdevoordeconstructiebenodigdehoe-veelheid beton zoveel mogelijk te beperken, paste hijeenzeerarbeidsintensievewapeningenbekistingtoe.De paddestoelvloerconstructie van het 36 meterlange en 13,50 meter diepe gebouw bestaat uit 2 rijenvan7paddestoelkolommen(4,50meterhart-op-hart),met rondom een randbalk langs de gevels. Op dezeggen en schrijven 6 middenvelden per verdiepingkomen maar liefst 18 randvelden voor. De acht-hoekigekolommenmeteveneensachthoekigekolom-koppen zijn naarmate men hoger in het gebouwkomt `lichter' gedimensioneerd. De vloeren hebbenop alle verdiepingen dezelfde dikte van 18 centime-ter. Bij gebrek aan geautoriseerde berekenings-methoden voor paddestoelvloeren baseerde Stamzich op de berekeningsmethode van F?ppl. In depraktijk bleek het berekende draagvermogen van1200 kg/m2 echter zonder problemen met 100% tekunnen worden overschreden.N i e u w e b e s t e m m i n gToen pakhuis Mercurius in 1988 leeg kwam te staan,was al snel duidelijk dat de opzet van het monu-mentale pand geschikt was voor de meest uiteenlo-pende nieuwe functies. Er was echter wel een beper-king: de ligging pal naast het nog volop in bedrijfzijnde Lassie-complex. Eigenaar Lassie wilde slechtsmeewerken aan herbestemming op voorwaarde datde nieuwe functie geen enkele belemmering voorhaarbedrijfsvoeringzoukunnenopleveren.Ditbete-kende dat zowel nieuwe bestemmingen die milieu-hinder zouden kunnen ondervinden (appartemen-ten), als bestemmingen die zouden bijdragen aan demilieuhinder voor de woonomgeving (bedrijfsfunc-ties) bij voorbaat waren uitgesloten.Uiteindelijk besloot de provincie Noord-Holland in1995 om het inmiddels tot provinciaal monumentverklaarde maar in deplorabele staat verkerendepand zelf aan te kopen en er haar eigen ProvinciaalArcheologisch Centrum in onder te brengen.Architect Jan Boot (architectenbureau DrieDeearchitecten), die in het kader van zijn studie aan deTU Eindhoven al onderzoek had gedaan naar de her-bestemmingsmogelijkheden van Mercurius, kreegopdracht om het herbestemmingsontwerp te maken.Het projectbureau Monumenten & Archeologie vande provincie vervulde een drievoudige rol: het tradnamens de provincie op als projectco?rdinator, be-geleidde de restauratie inhoudelijk en was zelf detoekomstige gebruiker. Deze nauwe, wetenschap-pelijke betrokkenheid van zowel de architect als deopdrachtgever/gebruiker verklaart de ongekendezorgvuldigheid waarmee de restauratie van het pandis aangepakt.E i g e n z i n n i g e u i t s t r a l i n gUitgangspunt van het herbestemmingsontwerp wasom de nieuwe indeling zoveel mogelijk aan debestaande structuur aan te passen. De nog in hetA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 718In de expositieruimte opde derde verdieping is deinteractie tussen oude ennieuwe elementen hetsterkstpand aanwezige diagonale transportband over alle-vier de bouwlagen werd door Jan Boot als leidraadvoor de nieuwe indeling genomen. Op de beganegrond situeerde hij de ruimten waar de archeologi-sche vondsten hun eerste bewerkingen ondergaan,op de eerste verdieping het depot, op de tweede ver-dieping de kantoren en werkruimten en op de (dub-belhoge)derdeverdiepingeenexpositieruimte,audi-torium en klimaatkamers. Het idee van Boot was datde archeologische voorwerpen via de transportbanddeverschillendebewerkingen(schoonmaken,bestu-deren, exposeren en bewaren) zouden doorlopen.In de praktijk blijken de archeologen het echter tochniet aan te durven om de kwetsbare voorwerpen aande volledig gerestaureerde transportband toe te ver-trouwen.BovendienheefthetArcheologischCentrumsinds een recente reorganisatie geen educatievefunctie meer en komen de voorwerpen in de prak-tijk zelden hoger dan het depot op de eerste ver-dieping.De enige echt drastische ingreep in het gebouw dieBoot zich ? noodgedwongen ? permitteerde was hetaanbrengen van een nieuwe entree met lift en trap-penhuis aan de van het Lassie-complex afgekeerdezuidgevel van het pand. Verder beperkte hij zich tothet voorbeeldig restaureren en opnieuw bruikbaarmaken van het casco. Op de begane grond en eersteverdieping heeft deze respectvolle aanpak geresul-teerdinneutrale,betrekkelijke karakterlozewerk-endepotruimten. Veel aardiger is de tot kantoor ver-bouwde tweede verdieping. De noodzaak tot hetmaken van - verwijderbare - nieuwe toevoegingenals binnenwanden en een verhoogde computervloerheeft hier geleid tot luxe kantoorkamers met eenonmiskenbaar eigenzinnige uitstraling. (De ver-hoogde computervloer dient behalve voor bekabe-lingookomuitdehogeramennaarbuitentekunnenkijken.) Hetzelfde geldt voor de derde verdieping diemet zijn vernieuwde insteekverdieping, plaatselijkverhoogde vloeren en karakteristieke, oorspronke-lijke puntramen getuigt van een interactie tussenoude en nieuwe elementen.S p u i t b e t o nBij de restauratie is de aan de binnenkant van hetgebouw oorspronkelijk geheel in ruw `schoon' betonuitgevoerde draagconstructie, wegens de vele be-schadigingen, afgewerkt met een stuclaag. Aan debuitenkant was het gedecoreerde (zeer poreuze)betonnenstijl-enregelwerkindegevelsaltijdalvoor-zien van een pleisterlaag. Door een in de jarenzeventig aangebrachte dampdichte coating was hetoppervlak echter sterk aangetast door betonrot.Na verwijdering van de buitenste 3 centimeter enalle loszittende delen is een nieuwe laag spuitbetonaangebracht. Dit ruwe spuitbeton is vervolgens af-gewerkt met een cementgebonden afwerklaag(waarbij werknemers die normaliter herstelwerk uit-voeren aan bruggen, met spatels de Art Deco-achtigedecoraties stonden te modelleren). Daarna is hetoppervlak geschilderd.De halfopen losbalkons aan de Zaangevel, waarvaner in 1996 welgeteld nog ??n over was, zijn in prefabnagemaakt en met chemische ankers aan de gevelbevestigd. De stalen kozijnen zijn gereconstrueerdmet staalprofiel uit Zwitserland, raambeslag uitItali? en helder warmte- en UV-werend glas uit deVerenigde Staten.Projectgegevensproject:restauratie en herbestemming pakhuis Mercurius,Wormerontwerp:Jan Boot, architectenbureau DrieDee architecten,Alphen a/d Rijnadviseur constructies:Pieters Bouwtechniek Haarlem bv,Haarlembetononderzoek:Koning & Bienfait bv,AmsterdamA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 7 19De vernieuwdeinsteekverdieping opde derde etage
Reacties