drs. Peter Ph. Dordregter, VoorschotenWonen is niet alleen het verblijven in een woning, hetgaat om veel meer. Tevredenheid met de woning heeftalles te maken met de kwaliteit van de omgeving vandie woning. Wat heeft die omgeving te bieden, kunnenkinderen er spelen, kun je er parkeren, hoe veilig en hoeschoon is het er, kun je je in het groen ontspannen, valt erwat te beleven, allemaal vragen die ieder voor zich beant-woordt met een strikt eigen prioriteitsvolgorde. Ouderenbeleven een omgeving nu eenmaal anders dan een jongwerkend stel met kinderen. Alle bewonerscategorie?nhebben met elkaar gemeen dat ze grote waarde aan degebruikskwaliteit van de woonomgeving hechten.Mensen letten op meer dan alleen de gebruikskwa-liteit van hun omgeving, het gaat hen niet alleen omzoveel vierkante meters groen, parkeerruimte, watere.d. Het gaat ze daarbovenuit vooral om de eigen-heid, de zorgvuldigheid van aanleg en inrichting enomdebijzonderevormgevingvandewoonomgevingen om de wijze waarin deze zich van andere woon-gebieden onderscheidt. Daaraan ontlenen mensenidentiteit en het gevoel ergens thuis te horen. Hetgaat om de uitstraling of beter de culturele kwaliteitvan hun omgeving. Uiteraard spelen de mensenen hun gedragingen in de appreciatie van de ver-schillende woonomgevingen een grote rol. Mensenwonen nu eenmaal graag tussen mensen van eenmin of meer gelijke sociaal-economische en sociaal-culturele achtergrond, zodat hun gedrag een zekerevoorspelbaarheid heeft. Sommigen hanteren daar-om nogal modieus het begrip `lifestyle' om de woon-voorkeuren van bewoners te typeren en daarmee eennieuwe ingang in de woningmarkt te vinden.A p p r e c i a t i e d o o r b e w o n e r sDe kwaliteit van de omgeving heeft de laatste jareneen sterke politieke lading gekregen. De verkie-zingsrevolutie van 2002 heeft de oude politieke par-tijen op hun onachtzaamheid voor de dagelijksewoonomgeving gedrukt. Niet alleen de inrichtingvan de omgeving, maar ook het gedrag van de mede-bewoners en de zorg voor de omgeving door deA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 86GEVEN OM DE OMGEVING ALSFUNDAMENTVOOR DE STAD1 | Parkeergarage vanwinkelcentrum DeBoogaerd in Rijswijkgemeenten speelden een grote rol in de appreciatievan hun omgeving. Slecht beheer en het op zijnbeloop laten van maatschappelijke ontwikkelingenkunnen de materi?le kwaliteiten van een buurt vol-strekt te niet doen. Mensen waarderen niets zo zeerin hun omgeving als groen, maar als het groen ver-volgens niet wordt onderhouden is groen het eerstewat ze weer kwijt willen. Beheer en onderhoud zijnuiteindelijk de factoren die de tevredenheid van be-woners en gebruikers van een gebied bepalen. Bijhet ontwerp moet met de mogelijkheden van beheeren onderhoud terdege rekening worden gehouden.Onderhoudsarm ontwerpen kan dan van essentieelbelang zijn, zowel in de gebruikte materialen als inde beplantingen. Niet voor niets zijn er inmiddelsdoor genmanipulatie onderhoudsarm gemaakte ro-zen op de markt gekomen.Bewoners en gebruikers van een gebied veranderenmet de tijd. Het meest sprekende voorbeeld is deovername van hele stadswijken door allochtone be-wonersgroepen. Daarmee verandert de betekenisvan de omgeving voor die bewoners. Maar het kanook gaan om vergrijzing. De belevings- en gebruiks-waarde verandert met de veranderingen in de bevol-kingssamenstelling. Dat zal blijken in het gebruiken misbruik van die omgeving. Gemeenten en an-dere belanghebbenden moeten deze veranderings-processen goed onderkennen en tijdig maatregelennemen om de omgeving aan te passen en weerbaarte maken, zodat de nieuwe gebruikers zich er op-nieuw wel in bevinden en meehelpen deze in standte houden. Het eerste ontwerp van een omgevingmoet zo sterk zijn dat het nieuwe inrichtingseisenkan verdragen zonder dat de initi?le kwaliteit verlo-ren gaat. Verandering is nu eenmaal eigen aan demenselijke samenleving en een goed ontwerp kanverandering door de tijd heen verdragen en blijvenovertuigen. Ontwerp, tijdsgebonden inrichting enbeheer horen bij elkaar.B e t e k e n i s e n i d e n t i t e i tAan de inrichting van de omgeving ontleent een plekzijn betekenis en zijn identiteit. Maar ook mensenontlenen een deel van hun identiteit aan de kwaliteiten herkenbaarheid van die omgeving. Die kanbijvoorbeeld in de koopprijs tot uitdrukking komen.Een woning van een bepaalde kwaliteit kost binneneen en dezelfde markt in de ene omgeving veel meerof veel minder dan in de andere. Waar we vandaagmet elkaar spreken over de fysieke omgeving moetde kwaliteit van de sociale omgeving niet worden on-derschat. Waar randgroepjongeren de omgeving ter-roriseren en vandaliseren verliest elke fysieke kwa-liteit zijn betekenis. Dat onmaatschappelijk gedragvaak begeleid wordt door verwaarlozing, door ach-terstand in onderhoud, verergert het gevoel vanniet-welbevindenvan anderegebruikersalleenmaar.Veiligheid is daarmee een van de belangrijkste varia-belen in de waardering en het gebruik van openbareruimte van mensen geworden. De kwaliteit van deomgeving komt in de prijs van de in die omgevinggelegen panden, zowel woningen als bedrijfspan-den, tot uitdrukking. Tot op zekere hoogte kan inten-sief onderhoud de negatieve uitstraling van maat-schappelijkwangedragtemperenofmaskeren,maarhet blijven lapmiddelen als er geen maatregelen inde sociale sfeer worden genomen.B e t e k e n i s v o l l e l i j n e nOpenbaarheid van de stedelijke ruimten is de essen-tie van de stad, van de stedelijke samenleving. Aandie ruimte ontleent de stad zijn identiteit en ook haarinwoners en gebruikers refereren vaak aan dieruimte om hun identiteit te bepalen. Dat geldt nietalleen voor de stad als geheel, maar ook voor ruimtenop stadsdeel-, wijk- en buurtniveau. Al die ruimtenzijn weer met elkaar verbonden tot betekenisvollelijnen. Niet voor niets dat architecten en steden-bouwkundigen ook de verkeersruimten betekeniswillen geven. Waar de publieke functie van de omge-ving, van de openbare ruimte teloor gaat, neemt hetstedelijk leven dat immers van toevallige ontmoe-tingen, van onbevangen verplaatsen en verblijvenaan elkaar hangt, een geleidelijk einde. Waar deopenbare ruimte door maatschappelijke verwaarlo-zing zijn functie heeft verloren, houdt de stad op tebestaan. We weten dat velen de stad verlaten omdatde woonkwaliteit hen niet aanstaat en we weten datdaarbij de kwaliteit van de woonomgeving ? enmutatis mutandis geldt hetzelfde voor de omgevingvan bedrijven ? doorslaggevend is. Niet voor nietsdatwoningcorporatiesindegrotestedenzichzorgenmaken over de economische waarde van hun bezit.Niet voor niets dat corporaties herstel van bestrating,onderhoud van groen en het schoonhouden van destraat maar zelf ter hand nemen waar gemeenten hetom wat voor reden dan ook laat afweten.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 8 72 | Een speelgebied inde nieuwbouwwijkWateringse Veld(gemeente Den Haag)G r o t e S t e d e n b e l e i dHet onbestemde groen van de functionele steden-bouw van de eerste naoorlogse decennia is vanniemand en wordt dus niemandsland. Zorgvuldig inoverleg en in overeenstemming met de gebruikers-voorkeuren van de gebruikers, passanten en bewo-ners aangelegd groen krijgt een inherente weer-baarheid. Zijn kwaliteit weert schenners af. Maarbovenal zijn bewoners en gebruikers als het wareeigenaren van het gebied geworden, waarvoor zebereid zijn hun nek uit te steken. Dat is de essentievan een burgersamenleving, burgers voor burgers,of in Amerikaanse termen een `civil society'.Het gaat erom dat mensen, gebruikers en passan-ten, iets met die ruimte hebben. Kortom het gaat omdraagvlak, om betrokkenheid, misschien wel gepas-sioneerdheid. Als openbare ruimte iets met zelf-respectenidentiteittemakenheeft,kanenmagmenniet aan de bewoners, gebruikers en andere belang-hebbenden voorbij gaan. Zij kunnen duidelijk ma-ken welk gebruik en welke inrichting aanspreken enhet meeste kans op zelfhandhaving hebben. Dat ver-trouwen is basis en vertrekpunt van het Grote Ste-denbeleid. Mensen maken het verschil, maar danwel voorafgegaan door een vertrouwenwekkende en-gevende opstelling van de gemeente. Het gaat erombeelden te laten zien, ervaringen op tafel te leggendie mensen de ogen openen voor extra kwaliteit diehet leven in die wijk bijzonder kan maken. Dat kandoor bestrating, door kunstwerken, door het sluitenvan kringlopen, het inbrengen van biodiversiteitwaardoor het wisselen van de seizoenen weer zicht-baar wordt aan de omgeving. Milieuvriendelijkeoevers, kleine ecologische verbindingszones, kleinehoutbestanden en bijvoorbeeld wadi's, zijn even-goed ontwerpmateriaal als geschoren gras, formeleperken, rozentuinen, bestratingen enz. Het in har-monie met elkaar brengen van specifieke functieszoals trapveldjes, trimbanen, spartelvijvers in eenzinvolle context, is een culturele opgave van allure,waarbij het functionele als extra dimensie krijgt deidentiteit van de plek te versterken en een belevingvan door mensen geschapen schoonheid over tebrengen.De massale nieuwe woonwijken die nu ontstaanrond de steden laten zien dat er onvoldoende vanuitstedelijke beelden wordt gedacht, waarin menseneen groot deel van hun activiteiten in de publiekebuitenruimte willen verrichten. Er ontstaat een optel-som van incidenten in een zee van ongedefinieerdegroene openbare ruimten. Het gevaar is groot datmen te veel vanuit modellen redeneert en te weinigruimte laat aan een vanuit de lokale gegevenhedenvoortkomende vormgeving. Een duidelijke basis-structuur kan het verdragen dat men verder eenzekere natuurlijke ontwikkeling toelaat, waarna nogaltijd waar nodig geordend kan worden.N e t w e r k s t a dHet is eens te meer nodig omdat nieuwe vormen vanstedelijkheid zich aandienen, zoals de netwerkstad,een conglomeraat van verstedelijkte plekken zonderduidelijkmiddelpunt,stedenzwermen,`urbansheets'.Een dergelijke samenleving dreigt uiteen te vallenondanks de in de term netwerkstad gesuggereerdesamenhang in naar binnen gerichte eenheden metuitsluitend functioneel gerichte ori?ntaties naarbuiten: waar kan ik winkelen, waar kan ik de kinde-ren laten zwemmen, waar kan ik goed uit eten gaan.Een optelsom van goed bereikbare doelen, zondersamenhang gesitueerd in het stedelijk veld. In zo'nveld is niet veel ruimte, althans die ontstaat nietvanzelf, voor de extra dimensie die stedelijk leven,die een stedelijke openbare ruimte kan opleveren. Inzo'n amorf veld is dringend behoefte aan plekkenwaaraanidentiteitkanwordenontleend,waarschoon-heid van de plek, schoonheid in combinatie met deomliggende of de daarin liggende bebouwing, waarde parkaanleg, de aanwezigheid van cultuurele-menten, de mensen boven het alledaagse uittillen.Kwaliteit dient het Leitmotiv te zijn voor elk bestuur-lijk handelen. Kwaliteit in bestuurlijke zin en kwali-teit als doelstelling voor het te leveren product. Debewoners van dit land worden steeds gevoeliger voorhet verlies aan kwaliteit. De Omgevingsarchitectuur-prijs brengt bestuurders en ontwerpers onder ogendat deze opdracht nog steeds geldig is en tot goederesultaten kan leiden. A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pSt e d e n b o u wcement 2003 883 | Muzenplein in hetcentrum van Den Haag
Reacties