Structural Concrete Vol. 26/4 (augustus 2025) bevat een variatie aan papers, met als speciaal thema: Ultradunne schaalconstructies van prefab voorgespannen UHSB. Van een selectie van de voor Cement-lezers meest interessante, staat in dit artikel een Nederlandstalige samenvatting.
62?CEMENT?6 2025
Paper Geometric and structural optimization of concrete shells (SC 26/4, p. 3737 ? 3747)
Door: Tatiana Sá Marques, Vítor Dias da Silva, Eduardo N. B. S. Júlio
GEOMETRISCHE EN CONSTRUCTIEVE
OPTIMALISATIE SCHAALCONSTRUCTIES
Bij het ontwerpen van betonnen
schalen is de bepaling van het
dikteprofiel cruciaal voor de
constructieve efficiëntie en
daarmee de materiaalbespa-
ring. In een Portugese studie is
het dikteprofiel van een schaal-
constructie met een rotatiesym-
metrische vorm en gedeeltelijke
randondersteuning geoptimali-
seerd. Met tweedegraads func-
ties is de dikte geoptimaliseerd
op drie punten: in het midden,
bij de ondersteuning en halver-
wege de vrije rand.
Het doel was een zo uniform
mogelijke spanningsverdeling in
de schaal te bereiken, de zoge-
noemde doelspanning. De af-
wijking ten opzichte van deze
spanning, samen met het totale
betonvolume, is gebruikt om
verschillende configuraties te
vergelijken. Daarnaast is ook de
vorm van het schaaloppervlak
zelf geoptimaliseerd via een
iteratief form-finding-proces.
Uit de resultaten blijkt dat opti-
malisatie van alleen het dikte-
profiel al tot 25% materiaalbe-
sparing leidt. Wanneer de vorm
en het dikteprofiel gelijktijdig
worden geoptimaliseerd, wordt
nog eens 5% extra bespaard.
Dit levert niet alleen slankere
constructies op (vooral in min-
der belaste zones), maar ook
een meer gelijkmatige verde-
ling van de spanningen binnen
de doorsnede.
De studie bevestigt de robuust-
heid van de membraanmethode:
zelfs bij uiteenlopende start-
waarden leiden de optimalisa-
ties steevast tot vergelijkbare,
efficiënte eindvormen.
Structural Concrete Vol. 26/4 (augustus 2025)
bevat een variatie aan papers, met als speciaal
thema: Ultradunne schaalconstructies van prefab
voorgespannen UHSB. Van een selectie van de
voor Cement-lezers meest interessante, staat in
dit artikel een Nederlandstalige samenvatting.
SELECTIE
De selectie van de papers is gemaakt in samen-werking met
Diederik Veenendaal van Summum Engineering (normaal
doet de redactie van Cement dat alleen, in het bijzonder Paul
Lagendijk en Rob Wolfs). Veenendaal heeft in zijn PhD en
dagelijkse praktijk veel kennis en ervaring opgedaan met
schaal-, trek- en membraanconstructies. Zijn beschouwing
bij de selectie: "De geselecteerde artikelen tonen hoe beton
kan bijdragen aan klimaatadaptatie, circulariteit en de
energietransitie; thema's die ook centraal staan bij Summum
Engineering. Van drijvende steden tot circulaire materiaal-
paspoorten en innovatieve windturbines: ze laten zien hoe
techniek en duurzaamheid kunnen samenkomen. Eén artikel
over verankeringsberekeningen wijkt hiervan af, maar
benadrukt het belang van solide rekenmethodes als basis
voor innovatie. Toevallig houdt het verankeren van houtbouw
in beton mij op dit moment bezig."
Gelezen in
Structural
Concrete
structural concrete
RUBRIEK STRUCTURAL CONCRETE
Één van de meest toonaangevende internationale
vakbladen over betonconstructies is Structural Concrete
(SC). SC is het officiële, peer reviewed journal van fib
(The international federation for Structural Concrete). Cement
plaatst een korte Nederlandstalige samenvatting van een
selectie van voor Cement-lezers interessante papers uit
ieder nummer van SC (verschijnt 6x per jaar). De volledige
papers zijn beschikbaar op onlinelibrary.wiley.com (gratis
voor leden van fib).
fig. 1 Dikteprofiel voor en na optimalisatie
CEMENT 6 2025 ?63
structural concrete
PRODUCTIE EN MONTAGE VAN ULTRADUNNE PREFAB BETONSCHALEN
Paper Production and assembly of ultra-thin concrete shells using prefabrication (SC 26/4, p. 3905 ? 3915)
Door: Paulo Fernandes, Douaa Elbashir, Eduardo Cavaco, Nuno Almeida, Pedro Henriques
Paper Environmental benefits of marine concrete structures (SC 26/4, p. 3916 ? 3936)
Door: Arianna Minoretti, Lyubomira Vasileva, Tim Fristedt, Evert Mul, Christian John Engelsen, Aad van der Horst, Tor Ole Olsen
foto 2 Assemblage van prefab schaalelementen, in het fullscale prototype
fig. 3 Studie naar een drijvende brug over de Bjørnafjord in Noorwegen
Een Portugese studie beschrijft een ontwerpaanpak en uitvoe-
ringstechniek voor de productie en montage van een ultradunne
dubbelgekromde schaalconstructie, opgebouwd uit geprefabri-
ceerde elementen in ultra-hogesterkte vezelversterkt beton (UHP-
FRC). De schaal, gekenmerkt door een hoge slankheid, complexe
geometrie en minimale toleranties, werd modulair vervaardigd en
ter plaatse geassembleerd met behulp van droge verbindingen en
voorspanning.
Vanwege de technische uitdagingen, zoals de dubbelgekromde
vorm, de vereiste nauwkeurigheid van de verbindingen en het po-
sitioneren van de voorspanstrengen, werd gekozen voor het verti-
caal storten van het beton in een stalen bekisting. Een speciaal
ondersteuningssysteem werd ontworpen dat fungeert als anker-
plaat voor de voorspanning en tevens zorgt voor een koppeling
tussen de schaal en de fundering.
De methode werd ontwikkeld op basis van een realistisch 3D-
digitaal model en gevalideerd aan de hand van een kleinschalig
prototype, dat werd getest op aardbevingsbestendigheid op een
triltafel van het Laboratório Nacional de Engenharia Civil. Vervolgens
werd het proces opgeschaald naar een prototype
op ware grootte van 15 m.
MILIEUWINST VAN BETONNEN DRIJVENDE CONSTRUCTIES IN MARIENE OMGEVINGEN
Drijvende betonnen constructies bieden kansen voor zowel
klimaat adaptatie als duurzaam ruimtegebruik. Een studie door
werkgroep WP 1.2.3 van fib, onderzoekt hoe dergelijke constructies
milieuwinst kunnen opleveren.
Het verplaatsen van constructies van land naar water brengt
complexe ecologische interacties met zich mee. Daarom is het
essentieel om al in de conceptuele ontwerpfase rekening te hou-
den met het lokale ecosysteem, om zo dure mitigatiemaatregelen
in latere fasen te voorkomen en kansen voor ecologische verster-
king te benutten.
Het onderzoek benoemt zes milieuaspecten die aandacht vereisen:
- het biologische mariene ecosysteem;
- geluidsoverlast in zee;
- het effect van afwatering van de constructie op het mariene
ecosysteem;
- het effect van niet-duurzame materialen op het mariene eco
systeem;
- klimaatimpact van de constructie;
- langetermijneffecten van de constructie.
Vroegtijdige betrokkenheid van deskundigen uit verschillende dis-
ciplines is cruciaal. Door al in de ontwerpfase de lokale ecologie als
sturend criterium te hanteren, kunnen negatieve effecten worden
geminimaliseerd én positieve bijdragen aan de mariene biodiversi
-
teit worden gerealiseerd. Dit leidt tot veerkrachtigere, toekomst
bestendige oplossingen met meerwaarde voor mens én milieu.
64?CEMENT?6 2025
PROTOTYPE TRACEERBAARHEIDSSYSTEEM
Paper Digital threads for sustainable concrete: A prototype traceability system (SC 26/4, p. 3960 ? 3977)
Door: Callum White, Jessica Forsdyke, Mark Harrison, Pieter Desnerck, Janet M. Lees
Paper Innovative design and construction of 220?m high wind turbine tower (SC 26/4, p. 4051 ? 4066)
Door: Aibek Toktorbai, Long Doansy, Freddy Arinez, Hugo Corres, Javier Martinez, Akio Kasuga
fig. 4 Schematische weergave van het systeem
fig. 5 Hybride constructie voor windturbine met stalen top,
betonnen hoofdtoren en drie schuine betonnen poten
Traceerbaarheid van betonmaterialen is een belangrijke stap richting duurzamer
betongebruik. Door inzicht te krijgen in de herkomst, samenstelling en prestaties
van betonmengsels kunnen fouten op de bouwplaats worden voorkomen, milieu-
prestaties worden verbeterd en verbanden tussen materialen en prestaties worden
gelegd. Toch ontbreekt het momenteel aan een goed werkend systeem hiervoor.
In een Brits onderzoek is een prototype traceerbaarheidssysteem ontwikkeld in
laboratoriumomgeving. De kern is het identificeren van zogeheten Traceable
Resource Units (TRU's), concrete onderdelen of grondstoffen die moeten worden
gevolgd, en de daaraan gekoppelde Critical Tracking Events (CTE's): belangrijke
momenten in het productie- en gebruiksproces.
Het systeem maakt gebruik van een QR-codes, waarmee eisen, materiaaleigen-
schappen, informatie over het productieproces en testresultaten van een betonnen
element kunnen worden vastgelegd. Het prototype is meerdere keren aangepast
op basis van feedback van verschillende proefgebruikers, om de functionaliteit
en gebruiksvriendelijkheid te verbeteren.
Daarnaast is een webbased database ontwikkeld waarin alle gegevens, van
grondstof tot eindproduct, worden vastgelegd. Het systeem is laagdrempelig,
werkt goed samen met bestaande systemen en vermindert de noodzaak van
handmatige gegevensinvoer.
INNOVATIEF ONTWERP EN UITVOERING VAN EEN 220 M HOGE WINDTURBINETOREN
In een Japans-Spaanse studie is een innovatief concept voor een
220 m hoge windturbinetoren ontwikkeld. De toren heeft een hy-
bride opzet: een betonnen fundering, drie schuine voorgespannen
betonnen poten, daarop een betonnen hoofdtoren, opgebouwd uit
segmenten, en tot slot een stalen top.
De betonnen hoofdtoren heeft een hoogte van 200 m, wat het
mogelijk maakt grotere rotorbladen toe te passen en daarmee
de energieopbrengst te verhogen. De constructieve efficiëntie
wordt versterkt door het gebruik van voorgespannen beton en
een geoptimaliseerde vormgeving met minder materiaalverbruik.
Duurzaamheid staat centraal: het ontwerp maakt gebruik van
hogesterktebeton, met een lager aandeel portlandcement, en
gerecycled staal. Dit resulteert in een aanzienlijk lagere CO?-uit-
stoot. De bouwmethode is modulair, en maakt gebruik van een
geavanceerd hijssysteem dat minder afhankelijk is van grote
bouwkranen. Voor offshore-toepassingen is een drijvend monta-
gesysteem voorgesteld, waarmee installatie ook in moeilijke om-
gevingen mogelijk wordt.
structural concrete CEMENT 6 2025 ?65
DRAAGVERMOGEN VAN GEWAPEND BETONNEN CONSOLES IN BESTAANDE BRUGGEN:
BETROUWBAARHEID VAN EINDIGE-ELEMENTMODELLEN
Paper Reinforced concrete dapped-end beams for existing bridges: Reliability of finite element models (SC 26/4, p. 4496 ? 4531)
Door: Katherina Flores Ferreira, Marco Carlo Rampini, Beatrice Belletti, Biagio Calcavecchia, Guido Camata, Danilo D'Angela, Chiara Di Salvatore,
Nico Di Stefano, Enrico Faccin, Daniele Ferretti, Michele Fabio Granata, Fabiola Iavarone, Lidia La Mendola, Gennaro Magliulo, Paolo Martinelli,
??? Giovanni Menichini, Davide Messina, Fausto Minelli, Maurizio Orlando, Giovanni Plizzari, Simone Ravasini, Antonino Recupero, Enrico Spacone,
??? Nino Spinella, Federico Tuozzo, Giulio Zani, Marco di Prisco
Paper A combined concrete cone breakout-pull-out model for cast-in-place fasteners (SC 26/4, p. 4682 ? 4696)
Door: G. Di Nunzio, G. Muciaccia
fig. 6 Geometrie en wapening van onderzochte ligger
fig. 7 Ankers in beton met mogelijke faalmechanismen
In een Italiaanse studie is onderzocht hoe betrouwbaar numerieke
modellen op basis van de eindige-elementenmethode (FEM) zijn
voor het voorspellen van het gedrag van gewapend betonnen
consoles (tand-nokconstructies) in bestaande bruggen. Deze con-
structies worden als kritisch beschouwd vanwege hun gevoeligheid
voor schade en hun invloed op de algehele constructieve veilig-
heid. Binnen het Italiaanse ReLUIS-project is een benchmarkstudie
opgezet waarbij meerdere onderzoeksinstellingen de prestaties
van FEM-modellen hebben getest aan de hand van experimentele
gegevens van een testbalk.
In drie opeenvolgende fasen, van gedeeltelijk 'blinde' tot volledig
geïnformeerde simulaties, werd de voorspellende waarde van de
modellen geanalyseerd. De vergelijking met experimentele resulta-
ten toont aan dat FEM geschikt is voor het analyseren van span-
ningsverdelingen en scheurvorming in de gebruiksfase, terwijl
vereenvoudigde vakwerkmodellen (STM) beter presteren bij het
bepalen van het uiterste grenstoestand.
Het toepassen van geharmoniseerde materiaaleigenschappen en
het meenemen van lokale randvoorwaarden leidden tot aanzienlijke
foutreductie tussen model en praktijk. Hoewel er voor verplaatsingen
nog aanmerkelijke afwijkingen bleven bestaan (tot ±50%), werden
kritieke belastingniveaus voor scheurvorming in de consoles veel
nauwkeuriger voorspeld.
GECOMBINEERD MODEL VOOR BETONKEGELBREUK EN UITTREKKEN BIJ INGESTORTE ANKERS
In een Italiaanse studie is een mechanisch model ontwikkeld voor
het voorspellen van het trekgedrag van ingestorte ankers in beton.
Bestaande rekenmodellen, zoals het gangbare Concrete Capacity
Design (CCD)-model, bieden weliswaar goede voorspellingen voor
veel toepassingen, maar houden onvoldoende rekening met de
invloed van drukkrachten onder de ankerkop (head-bearing pressure),
wat kan leiden tot te conservatieve of juist onveilige schattingen.
Het nieuwe model combineert twee faalmechanismen: betonkegel-
breuk (cone breakout) en uittrekken van het anker (pull-out). Met
behulp van een iteratieve benadering worden zowel de verplaat-
singen van het anker, als de invloed van druk onder de kop bepaald.
Lagere drukkrachten leiden in dit model tot een verminderd schaal-
of grootte-effect, wat de nauwkeurigheid verhoogt.
Het gecombineerde model biedt ontwerpers de mogelijkheid om
zowel de draagkracht als de verplaatsing van het anker nauwkeu-
riger in te schatten en het ontwerp van de ankerkop en veranke-
ringsdiepte te optimaliseren. De aanpak is breed toepasbaar voor
verschillende typen ingestorte ankers en biedt een
alternatief binnen bestaande normatieve modellen.
Selectie
De selectie van de papers is gemaakt in samenwerking met Diederik Veenendaal van Summum Engineering (normaal doet de redactie van Cement dat alleen, in het bijzonder Paul Lagendijk en Rob Wolfs).
Veenendaal heeft in zijn PhD en dagelijkse praktijk veel kennis en ervaring opgedaan met schaal-, trek- en membraanconstructies. Zijn beschouwing bij de selectie: “De geselecteerde artikelen tonen hoe beton kan bijdragen aan klimaatadaptatie, circulariteit en de energietransitie; thema’s die ook centraal staan bij Summum Engineering. Van drijvende steden tot circulaire materiaalpaspoorten en innovatieve windturbines: ze laten zien hoe techniek en duurzaamheid kunnen samenkomen. Eén artikel over verankeringsberekeningen wijkt hiervan af, maar benadrukt het belang van solide rekenmethodes als basis voor innovatie. Toevallig houdt het verankeren van houtbouw in beton mij op dit moment bezig.”
Rubriek Structural Concrete
Één van de meest toonaangevende internationale vakbladen over betonconstructies is Structural Concrete (SC). SC is het officiële, peer reviewed journal van fib (The international federation for Structural Concrete). Cement plaatst een korte Nederlandstalige samenvatting van een selectie van voor Cement-lezers interessante papers uit ieder nummer van SC (verschijnt 6x per jaar).
De volledige papers zijn beschikbaar op onlinelibrary.wiley.com (gratis voor leden van fib).
Bij het ontwerpen van betonnen schalen is de bepaling van het dikteprofiel cruciaal voor de constructieve efficiëntie en daarmee de materiaalbesparing. In een Portugese studie is het dikteprofiel van een schaalconstructie met een rotatiesymmetrische vorm en gedeeltelijke randondersteuning geoptimaliseerd. Met tweedegraads functies is de dikte geoptimaliseerd op drie punten: in het midden, bij de ondersteuning en halverwege de vrije rand.
Het doel was een zo uniform mogelijke spanningsverdeling in de schaal te bereiken, de zogenoemde doelspanning. De afwijking ten opzichte van deze spanning, samen met het totale betonvolume, is gebruikt om verschillende configuraties te vergelijken. Daarnaast is ook de vorm van het schaaloppervlak zelf geoptimaliseerd via een iteratief form-finding-proces.
Uit de resultaten blijkt dat optimalisatie van alleen het dikteprofiel al tot 25% materiaalbesparing leidt. Wanneer de vorm en het dikteprofiel gelijktijdig worden geoptimaliseerd, wordt nog eens 5% extra bespaard. Dit levert niet alleen slankere constructies op (vooral in minder belaste zones), maar ook een meer gelijkmatige verdeling van de spanningen binnen de doorsnede.
De studie bevestigt de robuustheid van de membraanmethode: zelfs bij uiteenlopende startwaarden leiden de optimalisaties steevast tot vergelijkbare, efficiënte eindvormen.
Reacties