Constructie & uitvoering
Detaillering
ir. E.L.M.G. van den Brande, BAM Advies & Engineering
ing. N.T. Loonen (co-auteur), ABT BV, Velp/ Delft/ Ant-
werpen
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt de wape-
ning berekend in een funderingsplaat, belast door zware
kolomlasten. Er wordt geen ontwerpberekening maar
eerder een controleberekening uitgevoerd van een be-
staande keldervloer met opgegeven dimensies en belas-
tingen. De berekening van de wapening is uitgevoerd met
het computerprogramma Esa Prima Win. Dit program-
ma maakt het mogelijk om de berekende inwendige
krachten om te zetten naar de benodigde wapening.
Praktijkvoorbeeld
Uit een keldervloer wordt een repeterende strook
gelicht. In deze strook wordt de wapening berekend
die doorgezet kan worden voor de gehele funde-
ringsvloer (fig. 1). Gegevens:
? funderingsplaat: 5,0 x 22,0x 0,65m
3(bx l x d)
? kolommen: 400x 590 mm 2, oplegplaat (fig. 2)
500 x 690 mm 2
? palen: Ø450 mm
? sterkteklasse keldervloer: B 35
? sterkteklasse palen: B 25
? staalsoort: FeB 500
? wapeningspercentage: # Ø12?100 leidt tot
A
s= 1130 mm 2/m
?E -modulus beton B 35 gescheurd:
E
f= 2800 + 6100 ?0 4300(zie tabel 15 NEN 6720)
E
f= 2800 + 6100 ?0,17= 3860 N/ m m 2< 4300
E
f= 4300 N/ m m 2
Randvoorwaarden
Palen
De funderingsplaat rust op de palen. Uitgangspunt is
dat de palen geen momenten kunnen overdragen. De oplegging is gemodelleerd als een scharnierende
puntvormige verende ondersteuning.
De veerconstante van de palen kan bepaald worden
uit het sonderingsrapport. Hierin wordt bij een be-
paalde belasting de zetting gegeven waarmee de veer-
stijfheid van de paal in de grond berekend kan worden.
In de ontwerpfase kan de veerstijfheid van de paal be-
rekend worden met een benaderingsformule.
De veerconstante van de paal wordt bepaald met de
formule
De factor 2
in de noemer wordt geïntroduceerd om
de zettingen onder de paalpunt in rekening te
brengen. De paal wordt op centrische druk belast,
waardoor het beton ongescheurd is.
Volgens de
NEN6743 mag de elasticiteitsmodulus van de paal ge-
lijkgesteld worden aan 20 000 N/mm
2.
Ep= 20 000N/ m m 2
lp= 10 000mm
Randen
De plaatranden in lengterichting zijn voorzien van
symmetrierandvoorwaarden. Hierbij wordt de ver-
draaiing om de lengteas van de rand verhinderd.
k 20000 159043
?
2 10000 ? 159043 N/m m
==
Ap ? 450
2
4
?
159043mm
==
2
k E pAp ?
2 l
p?
=
?0
1130 ? 100
1000 650 ? 017
%,
= =
Funderingsplaat
Berekenen en detailleren van betonconstructies (7)
1 |Funderingsplaat met
locatie van de palen en
de kolommen
C
7
D E palen 450 Ø
22,0kolom400 x 590
10x2,0
4x1,25
0,65 8,0 6,0
cement
2005 3 63
400
500
kolom
oplegplaat
2 |Oplegging funderingsplaat
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2005 3 64
Belastingen
Het eigen gewicht van de funderingsplaat wordt door
het programma gegenereerd (0,65 ?24= 15,6 kN/m 2).
De gelijkmatig verdeelde veranderlijke belasting be-
draagt: Q
rep = 40 kN/m 2. Uitgangspunt is dat de be-
lasting zich over het gehele oppervlak gelijkmatig ver-
deelt. Er zijn geen belaste en onbelaste velden.
Kolomlasten
locatie PB (kN) VB (kN) BC (kN) Q BC(kN/m 2)
C 7 800 545 1777 5151
D 7 1007 700 2258 6544
E 7 568 497 1427 4136
PB = permanente belasting
VB = veranderlijke belasting
BC (kolomlast) = 1,2
?PB + 1,5 ?VB
Q
BC = BC / oppervlak oplegplaat (500 x 690)
Belastingscombinaties
Fundamentele combinatie (UGT ? uiterste grens-
toestand) 1,2
?(EG vloer + PB kolommen ) + 1,5 ?(VB vloer + VB kolommen )
1,35 ?(EG vloer + PB kolommen )
Incidentele combinatie (BGT)
(EG
vloer + PB kolommen ) + (VB vloer + VB kolommen )
(EG
vloer + PB kolommen )
Wapeningsberekening met het
programma Esa Prima Win
De berekening is een lineair-elastische berekening.
Met het eindige-elementenprogramma worden de
inwendige spanningen in de plaatelementen bere-
kend. Met deze spanningen worden de inwendige
krachten en momenten bepaald.
Om de plaat te kunnen wapenen zijn wapenings-
grootheden of wapeningskrachten en -momenten
benodigd. Deze wapeningsgrootheden M
x, M y, N xen
N
yworden berekend uit de inwendige krachten en
momenten m
x, m y, m xy, nx, nyen q xy.
M
x= m x+ of - m xy My= m y + of - m xy Nx= n x+ ?q xy?
N
y= n y+ ?q xy?
Na het invoeren van de dekking en de staafdiame-
ters (om de inwendige hefboomsarm te bepalen) be-
rekent het computerprogramma met behulp van de
wapeningsgrootheden de benodigde wapening in de
opgegeven wapeningsrichting. Zowel de boven- als
de onderwapening worden opgegeven in mm
2/m.
Na het berekenen van de theoretische wapening
wordt de scheurwijdtecontrole volgens NEN6720 uit-
gevoerd.
De figuren 4 t.m. 7geven de berekende wapening in
zowel de boven- als onderlaag voor beide wapenings-
richtingen.
Wapening in de doorsnede
Met de resultaten uit de eindige-elementenbereke-
ning kan de wapening getekend worden. De mini-
mumwapening in de doorsnede voor sterkteklasse
B 35 bedraagt 0,18%.
De toe te passen wapening hoeft echter niet meer te
zijn dan 1 ,25 maal de berekende wapening. Als ba-
siswapening wordt zowel voor de boven- als de onder-
wapening een net toegepast: # Ø 12-150 (= 754 mm
2).
De kleurpatronen geven de hoeveelheid benodigde
wapening oplopend van 0 naar de maximaal beno-
digde hoeveelheid mm
2/m zoals vermeld in de
schaalverdeling.
Door de ondergrens in de schaalverdeling te wijzi-
gen verkrijgt men een beeld, waar en hoeveel bij-
A = 0,18 ? smin ;
1000 650
?
100 1170 =
mm /m 2
kolomlast
Q BC
-5151.0 GZ kolomlast
Q BC
-6544.0 GZ
kolomlast Q
BC
-4136.0 GZ
hoekverdraaiing verhinderd
3 |Eindige-elementenmodel
met belastingen en rand-
voorwaarden
4 |Benodigde onderwape-
ning in de X-richting
voor de eerste laag
5 |Benodigde onderwape-
ning in de Y-richting
voor de tweede laag
520
480
440
400
360
320
280
240
200
160
120
80
400 (mm2/m)
6 |Benodigde bovenwape-
ning in de X-richting
voor de eerste laag
7 |Benodigde bovenwape-
ning in de Y-richting
voor de tweede laag
1820
1680
1540
1400
1260
1120
980
840
700
560
420
280
140 0
(mm 2/m)
hoekverdraaiing
verhinderd
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2005 3 65
legwapening bovenop het basisnet geplaatst moet
worden (fig. 8).
De minimaal benodigde wapening bedraagt 1,25 x
de berekende wapening.
De ondergrens in de schaalverdeling wordt het toe
te passen basisnet : 1,25 = 754 : 1,25 = 603 mm
2/m.
In de blauwe zone is er voldoende wapening
aanwezig aangezien hier de maximaal berekende
wapening 603mm
2/m bedraagt, terwijl er
754 mm 2/m is toegepast. Binnen de gekleurde zone
moet wapening worden toegevoegd. In figuur 8 is
enkel de bijlegwapening bepaald voor de onderwa-
pening in de X-richting. Voor de onderwapening in
de Y-richting moet het proces worden herhaald. Uit
figuur 8blijkt dat de maximale onderwapening in
de X-richting onder de kolom 1750mm
2/m moet
bedragen. De piekwaarde wordt verdeeld over een
bredere zone. In figuur 9wordt de spreiding van de
piekwaarden gegeven.
De breedte van de zone waarin bijlegwapening nood-
zakelijk is, bedraagt 3300 mm.
De spreidingsbreedte van de kolom tot de onderwa-
pening bedraagt: 500+ 2 ?598 = 1696 mm.
Met behulp van de spreiding van de piekwaarden
uit figuur 9 wordt de gemiddelde wapening bere-
kend in de zone 1696 mm. De benodigde wapening
op de rand van de 1696mm zone bedraagt
1088 mm
2/m. Het vlakje (breedte 0,30 m) met de
piekwaarde 1750mm 2/m wordt volledig in reke-
ning gebracht. Voor de zone tussen de piekwaarde
en de rand van de 1696 mm zone wordt het gemid-
delde genomen.
De benodigde wapening per meter in de zone van
1696 mm wordt:
Tussen de randen van de zones 1696 mm en 3300mm
moet ook nog wapening worden toegevoegd. Dit wordt
het gemiddelde van 603 mm
2/m en 1088mm 2/m =
(603 + 1088) : 2 = 846 mm 2/m. Deze waarde is kleiner
dan de minimumwapening. De benodigde wapening
in deze zone wordt daarom 1,25
?846= 1058 mm 2/m.
Er wordt voor gekozen om onder de kolom in de zone
1700 mm staven # Ø12-150 bij te leggen. De totale
wapening bedraagt in dit gebied (fig. 10):
Ø12-150 + Ø12-150 = 754 + 754 = 1508 mm
2/m
(> 1456 mm 2/m).
Tussen de randen van de zones 1700 mm en 3300mm
wordt Ø12- 300bijgelegd. In deze zone bedraagt de tota-
le wapening 754+ 376 = 1130 mm
2/m (> 1058 mm 2/m).
Ook de staaflengte kan worden berekend aan de hand van figuur 9. Volgens figuur 9
bedraagt de berekende
staaflengte 1580mm. Deze waarde moet worden ver-
hoogd met de verankeringslengte en met 2d om de
verschoven momentenlijn in rekening te brengen.
De verankeringslengte wordt:
l
vo = basisverankeringslengte
\b1 040 1 01 35
12
?
,?
?? \f? ?? 0
= 28
,
,=
\b1 040 1 01 c ?k
- ----
?
,?
?? \f? ?? 024 voor geribd staal
,
<
,=
lvo \b1?k
fs
fb?
??
=
2
1456 mm /m 2 =
Asgem;
300 ? 1750 + (1696 ? 300) ? 1750 1088
+
2
1696
=
8|Benodigde bijlegwape-
ning voor de onderwape-
ning in X-richting
mm /m 2
1696 3300
d = 650 - 40 - 12 = 598 mm
690 mm
1886
300
603
mm /m 2 1750
mm /m
2 1088
1580
Bijlegwapening t.p.v kolommen A = 12 Ø12-150 l = 3500 mm Bijlegwapening in X-richting
Bijlegwapening in Y-richting
B A B
B
A
B 3300
3300
4 x 1250
B = 3 Ø12-300 l = 3500 mm Ø 12-150
Ø 12-150
C D E
7
10
| Gewapende funderings-
plaat
(mm2/m)
1820
1726
1633
1539
1446
1352
1258
1165
1071
977
884
790
697
603
9 |Spreiding van de piek-
waarden
Constructie & uitvoering
Detaillering
cement 2005 3 66
De gereduceerde verankeringslengte wordt:
De totale benodigde lengte van de staaf bedraagt nu:
1580+ 2
?598 + 2 ?316 = 3408 mm.
De gekozen staaflengte wordt 3500 mm (= handels-
lengte wapeningsstaaf : 4).
In de Y-richting wordt dezelfde wapening aangehou-
den als in de X-richting. De berekening is hier buiten
beschouwing gelaten.
Uit de figuren 6 en 7volgt dat de berekende boven-
wapening onder de 520 mm 2/m blijft. De benodig-
de minimumwapening bedraagt 1,25 ?520 =
650 mm 2/m. De aanwezige wapening van het basis-
net 754 mm 2/m is voldoende, zodat hier geen bij-
legwapening nodig is.
Met de gekozen wapening moet de stijfheid van de
plaat opnieuw worden berekend. Hiermee wordt
opnieuw de wapening bepaald. Deze herberekening
wordt hier buiten beschouwing gelaten.
Pons
Zowel bij de kolommen als bij de palen wordt de fun-
deringsplaat gecontroleerd op pons. Uit de bereke-
ning volgt de maximale reactiekracht van de palen
in de UGT: 835 kN.
Vaak wordt in de praktijk de ponsberekening uitge-
voerd voor een paalbelasting die gelijk is aan de ca-
paciteit van de paal. De capaciteit van de paal is de
kleinste waarde van de geotechnische en de beton-
technische capaciteit. In dit praktijkvoorbeeld be-
draagt de maximale paalcapaciteit 1500kN.
De funderingsplaat wordt gecontroleerd op de op-
tredende kolombelasting. De maximale kolomlast in
de UGT bedraagt: 2258 kN. De ponscontrole kan nu
worden uitgevoerd voor palen en kolommen.
Toetsingscriterium:
?d??u
Berekening van de uiterst opneembare schuifspan-
ning zonder ponswapening
f
b= 1,4 N/ m m 2(beton B 35)
d = 650 - 40- 12= 598 mm
k
d= 1,5 - 0,6d= 1,5 - 0,6 ?0,598 = 1,14
Toegepaste wapening boven de paal: Ø12-150.
?0= 754 ?100/ (1000 ?650) = 0,12 %
Toegepaste wapening onder de kolom: Ø12-75.
?0= 1508 ?100 / (1000 ?650) = 0,23%
Voor zowel de kolom als de palen geldt:
?1= 1,12 N/ m m 2
f ?b= 21 N/ m m 2(beton B 35)
?2= 0,15 ?21= 3,15 N/ m m 2
?s= 0N/ m m 2(geen ponswapening)
?u= 1,12 + 0= 1,12 N/ m m 2
Rekenwaarde voor de schuifspanning:
perimeter p = ?
?(d+ a)
Paal: F
d= 1500 kN
a = 450 mm
p = ?
?(598 + 450) = 3292 mm
?d ? ?uGeen ponswapening noodzakelijk
Kolom: F
d= 2258 kN
a = 2 / ? ?(al+ a b)
a = 2 / ? ?(690 + 500) = 758 mm
p = ? ?(598 + 758) = 4258 mm
?d ? ?uGeen ponswapening noodzakelijk
Voor de tweede periferie is geen ponscontrole nood-
zakelijk.
Conclusie
Het berekenen van de wapening met behulp van een
computerprogramma kan veel tijd besparen. In het
bijzonder wanneer de plaat een willekeurige vorm
heeft of wanneer de belastingen en opleggingen wil-
lekeurig op de plaat aangrijpen. Wel moet de con-
structeur erop letten dat hij de resultaten kritisch on-
derzoekt. Het is altijd aan te raden om eveneens een
globale handberekening te maken. De resultaten
mogen niet te veel afwijken van de berekende resul-
taten uit het computerprogramma. ?
?d
2258 10 3 ?
4258 598 ? 0
N/mm 1 N/mm,12
<
,89
== 22
?d
1500 10 3 ?
3292 598 ? 0
N/mm 2 112 N/mm,
<
,76
== 2
?d p ? d
=
Fd
?2 015
, f? b 5 N/mm 2
?
=
?1 0,8 ? 1,4 ? 1,14 ? 3
= 0,23 = 0,78
1,12
N/mm 2
?1 0,8 ? 1,4 ? 1,14 ? 3
= 0,12 = 0,62
1,12
N/mm 2
?1 08, f bkd ?0
3 08
, f b?
?? ?
=
?u ?1 ?s + ?2
=
lvr lvo
As;benodigd
As;aanwezig
? 3231476
1508
?
316 mm
===
lvo 028 , 12435
21
??
323 mm
==
Reacties