IMATERIALEN IVOORSCHRIFTEN IEUROCODE VOORSTAAL-BETONCONSTRUCTIESLIGT TER KRITIEKprof.irJ.W.B.Stark, IBBC-TNOlTechnische Universheit Eindhoven, lid van redactiecommissie Eurocode 4Eurocodes hebben tot doel een ??nduidige beoordelingsgrondslag voorbouwconstructies tot stand te brengen, en daarmee belemmeringen in het vrijeverkeer tussen de lidstaten van de EG weg te nemen. In vervolg op de eerderverschenen concepten voor beton en staal, ligt inmiddels het concept voorstaal-betonconstructies ter kritiek. In deze bijdrage een toelichting op de gekozenwerkwijze.Het Eurocode-project van deEuropese Gemeenschap heeft?? ? totdoel te komentoteenstelselvan uniformevoorschriftenvoorhetbe-rekenen en uitvoeren van bouwcon-structies [1], [2].Het projectvoorziet in de samenstellingvan de volgende Eurocodes:- Eurocode 1: Algemene, uniformerichtlijnen voor verschillende typenconstructies en materialen;- Eurocode 2: Betonconstructies;- Eurocode 3: Staalconstructies;- Eurocode 4: Staal-betonconstructies;- Eurocode 5: Houtconstructies;- Eurocode 6: Steenconstructies;- Eurocode 7: Funderingen;- Eurocode 8: Aardbevingen.Daarnaast wordt gewerkt aan de har-monisatie van belastingvoorschriften.In 1983 werden r~eds de concepten vanvier delen, namelijk EC1, EC2, EC3 enEC8 voor commentaar aan de lidstatenaangeboden [3]. De redactiegroepenzijn begonnen met het beoordelen enverwerken van de binnengekomencommentaren.Als volgende stap is onder meer het eer-ste concept van Eurocode 4 voor com-mentaar naar de lidstaten gestuurd. DeEngelse versie vanditconceptkwam ge-reed in oktober 1984. Daarna zijn ver-talingen verzorgd in het Duits, Frans enNederlands.Eurocode 4 moest aansluiten bij de eer-der in 1983 gepubliceerde conceptenvan Eurocode 2 (beton) en Eurocode 3(staal), en kan ook alleen samen met diedelen worden gebruikt. Als basisdocu-ment voor de technische inhoud is uit-gegaan van de 'Recommendation forComposite Structures', uitgegeven in1981 [4]. Omdat de 'Recommendations'24samengesteldwerden inhetmiddenvande jaren zeventig en omdat EC4 moestaansluiten bij EC2 en EC3, zijn er aan-zienlijke verschillen tussen EC4 en de'Recommendations'. Het nu voorlig-gende concept van Eurocode 4 issamengesteld door een redactiegroepbestaande uit:prof.R.PJohnson (voorzitter), Univer-sity ofWarwickir.G1.H.Mathieu, Association Fran?aiseduB?tonprof.K.Roik, Ruhr Universit?t BochumirJWB.Stark, IBBC-TNO/TU Eind-hovenToepassingsgebiedEurocode 4 is van toepassing op staal-betonliggers, staal-betonkolommen enstaalplaat-betonvloeren, alsmede opraamwerken, waarin staal-betonele-menten voorkomen. Deze Eurocodekan dus worden gebruikt voor dezelfdeconstructies, waarvoor de Nederlandserichtlijnenserie RSBL 1983 (in druk,vervangt RSBL 1974), RSBK 1983 enRSBV 1986 geldt, maar hettoepassings-gebied is groter.De Nederlandse richtlijnen geldenslechts voor constructies met overwe-gendstatischebelastingenzijn hoofdza-kelijk gericht op gebouwen, terwijl Eu-rocode 4 in principe ook voor bruggengeldt. Verder worden in EC4, in tegen-stelling tot de Nederlandse richtlijnen,ook raamwerken en voorgespannenconstructies behandeld.Niet tot het toepassingsgebied behorenomstorte stalen liggers en funderings-palen. Andere constructies, zoals hang-en tuibruggen zijnweliswaar niet uitge-sloten, maar lang nietalleaspectendaar-van worden behandeld, zodat voor dezeconstructies aanvullende regels nodigzijn.In EC4zijn geen eisen met betrekkingtot corrosie en brandwerendheid opge-nomen.InhoudEC4In aansluitingopde indelingvanEC2 enEC3 werd gekozen voor de volgendehoofdstukindelingdie een globaalbeeldvan de inhoud geeft:- Voorwoord1. Inleiding2. Basis voor het ontwerpen3. Materialen4. Uiterste grenstoestanden5. Bruikbaarheids-grenstoestanden6. Schuifverbindingen in liggers7. Staalplaat-betonvloeren8.Vloerenmetgeprefabriceerde beton-platen9. Vermoeiing10. Voorspanning en buigvoorspanning11. Uitvoering en montage12. Beproeving.Hetvoorwoordendehoofdstukken 1en2vormen de zogenaamde modelhoofd-stukken, die in hoofdzaak identiek zijnvoor alleEurocodes enslechts aangepastzijn op materiaalspecifieke aspecten. Degegevens voor de materialen in hoofd-stuk 3 zijn goeddeels ontleend aan EC2en EC3. Veel gebruikte gegevens zijnovergenomen, voor de rest wordt ver-wezen naar de betreffende paragrafeninEC2 en EC3. Voor de berekening vanstaal-betonconstructies is het veelal ge-wenst vereenvoudigde waarden voor detijdsafhankelijkeeigenschappenvanbe-ton te gebruiken. Daarom zijn in EC4benaderende waarden gegeven voor deeindwaarde van de krimp van beton endrie verschillende niveaus van benade-ring van de zgn. n-waarde (EiEc),waarmee kruip kan worden verdiscon-teerd.Cement 1987 nr. 2Hoofdstuk 4 behandelt achtereenvol-gens de verificatie van de uiterste grens-toestand van raamwerken en construc-tie-elementen, zoals liggers en kolom-men. De rekenregels voor liggers enkolommen vertonen veel overeenkom-sten met die in de RSBL 1983 resp. deRSBK 1983.De controles van de bruikbaarheids-grenstoestanden, behandeld in hoofd~stuk 5, zijn zo eenvoudig mogelijk ge-houden. Het aantal constructies, waar-voor herberekening van de krachtsver-deling voor deze grenstoestanden nodigis, is tot een minimum teruggebracht.De optredende spanningen in degebruikstoestand zijn niet begrensd.Veilige benaderingsmethoden zijn ge-geven om de invloed van eventueelplaatselijk vloeien ter plaatse van tus-sensteunpunten van doorgaande liggersop doorbuiging en scheurwijdte inrekening te brengen.De regels voor de berekening van deschuifverbinding (deuvels) in liggers,waarover hoofdstuk 6 gaat, komen ?ngrote lijnen overeen met de desbetref-fende regels in de RSBL 1983. De regelsvoorde dwarswapening zijn in overeen-stemming gebracht met EC2. Het ge-volg hiervan ?s dat ineenaantal gevallenmeer dwarswapening vereist is dan vol-gens de 'Recommendations'. Resultatenvan proeven wijzen erop dat deze ver-zwaringeigenlijknietnodigis.Ditis aande redactiecommissie van EC2 door-gegeven.Bij het opstellen van de Nederlandserichtlijnen VOor staalplaat-betonvloe-ren (RSBV 1986) is er al naar gestreefdzo veel mogelijk aan te sluiten bij detoen bekende ontwerpen voor EC4.Daardoor zijn de afwijkingen tussen deRSBV 1986 en EC4 gering.~rvolg van blz. 23ten minste ook 1870 kNm moeten zijn.Bij toepassingvan FeB 500 en uitgaandevan art. E-5?3.2 van NEN 3880 mag dehoogte van de drukzone maximaal350 mmzijn.Dus wordt daarin de maximale druk-kracht: bij B 22,5:Cement 1987 nr. 2In de hoofdstukken 8 t/m 10komen on-derwerpen aande ordedie nog nietindeNederlandse richtlijnen voor staal-betonconstructies zijn opgenomen.Hoofdstuk 8 heeft betrekking op gewa-pende of voorgespannen geprefabri-ceerde betonplaten, die ofwel wordengebruikt als verloren bekisting voor inhet werk gestort beton, ofals completevloerplaten. In beide gevallen uiteraardwanneer de vloerenschuifvast wordenverbonden met de stalen liggers.Hoofdstuk 9over vermoeiingenhoofd-stuk 10 over voorspanning zijn voor-namelijk van belang voor bruggen.De regels met betrekking tot uitvoeringen montage resp. standaard-beproe-vingsprocedures in de laatste tweehoofdstukken, vertonen weerveel over-eenkomsten met de desbetreffenderegels in de Nederlandse richtlijnen.CommentaarDe Europese Commissie geeft aan delidstaten van de Gemeenschap gelegen-heid om commentaar in te dienen ophet concept voor Eurocode 4. Bij hetEurocode-project is tot nu toe helaasniet voorzien in het opstellen van toe-lichtingen, die niet alleen van veel nutzouden kunnen zijn in de commentaar-ronde, maar ooklater bij hergebruik. InEngeland is een niet-offici?le toelich-ting op Eurocode 4 samengesteld [4].?Hoewel hierin vanzelfsprekend nogalwat vergelijkingen met de British Stan-dards voorkomen, is veel van de achter-grondinformatie ook van meer alge-meen belang. Deze publikatie is te ver~krijgen bij het StaalbouwkundigGenootschap, Postbus 29076, 3001 GBRotterdam.Omdat voor staal-betonconstructies inNederland geen normcommissie be-staat voor het verwerken van de com-2/3 x 400 x 350 x 18 x 10-3 = 1680 kN;A. = 3360 mm2met NI" - 955 kNmbij B 30:idem, met NI" - 1274 kNm;A. = 4480 mm2Er is geen oplossing te vinden in gewa-pend beton, tenzij de toepassing vandrukwapening wordt overwogen. Debetonstaaldoorsnede wordt dan wel erggroot! Ook gaat de doorbuiging van deligger dan een grote rol spelen.Ook deze aflevering kan worden afge-sloten met een vraag. Is er voor de voor-mentaren, wordt thans voor dit doeldoor het SG en de CUR gezamenlijk enin overleg met het NNI een ad-hocwerkgroep ingesteld. Om tot een geza-menlijke Nederlandse stellingname tekomen kan commentaar worden inge-diend bij de genoemde werkgroep, peradres Staalbouwkundig Genootschap.Bij dit adres kan ook eenEngelse ofNe-derlandse versie van Eurocode 4 wor-den ingezien. Aanvragen kunnen wor-den gedaan bij de Nederlandse Project-organisatie Eurocodes, Postbus 5059,2600 GB Delft. Daar zijn eveneens ver-krijgbaar de door de Europese commis-sieopgesteldevoorwaardenwaaraanhetcommentaar dient te voldoen. Om eentijdige indiening van de Nederlandsestellingname mogelijk te maken, dienthet commentaar uiterlijk voor 1 maart1987 te worden ingediend.Literatuur1. Stark, ].W.B., Eurocode-activiteiten, voor-dracht op de Researchdag van het Staalbouw-kundig Genootschap in 1981, Bouwen met Staalnr. 56, september 1981.2. Publikaties nrs 1 t/m 3 van de NederlandseProjectorganisatie Eurocodes, resp. augusutus1982,juni 1983 en april 1985.3. Stark, J.W.B., 'Eurocode 3 gereed voor dekritiek-periode', Bouwen met Staal nr. 66, de-cember 19834. Smith,D.GE. enJohnson, R.P., Commentaryon the 1985 draft of Eurocode 4, Compositesteel and concrete srrucmres, Building Re-search Establishment BRE, Garston, Watford,1986gesteldeconstructiegeen oplossingmo-gelijken is de hier gegevenaanpakjuist?Inhetvolgende artikel zal op het onder-werp van de bezwijkbelasting wordeningegaan.Literatuur1. Bruggeling, A.S.G., Constructief beton, eennieuwe aanpak; Cement 1986 nr. 72. Bruggeling, AS.G., Constructiefbeton (II) -Degrootre van de (voorspan)kracht; Cement1987 nr. 13. Bruggeling, A.S.G., Theorie en praktijk vanhet voorgespannen beton; Professor Bakker-fonds, 198225
Reacties