3. Het doel van vochtwering in de bouwtechniekOm de verschillende mogelijkheden van vochtwering in de bouw-techniek naar waarde te kunnen vergelijken, dient men vooralgoed na te gaan, wat er moet worden bereikt.Een muur dient niet alleen om regenwater en wind af te weren,maar moet ook tegelijk het door de bewoners van het huis uit-geademde vocht kunnen opnemen en verwerken. Wanneer demuur of wand dit niet doet, zoals bijvoorbeeld een plaatstalenscheepswand of een geheel betegelde keuken, dan gaat zij ,,zwe-ten", d.w.z. het vocht uit de lucht slaat op de wand in druppelsneer, zodra de wand koeler is dan de lucht.Daarom worden de wanden van binnen meestal met een pleister-laag bedekt; een dergelijke poreuze pleister kan grote hoeveel-heden vocht opslorpen zonder zichtbaar nat te worden.Bij baksteenmuren trekt dit vocht dan vervolgens in de fijnepori?n van de baksteen. Gewoonlijk is de buitenzijde van de muurkouder dan de binnenzijde en destilleert het vocht daardoor lang-zaam naar de buitenste laag toe. Gelukkig regent het zelfs in onskikkerland niet altijd, zodat er telkens weer dagen zijn, waarin debuitenste steenlaag opdroogt. Daarbij verdampt dan niet alleenhet ingeslagen regenwater maar ook een hoeveelheid van het vanbinnen komende condensvocht.Wanneer men een buitenmuur aan de buitenzijde overdekt meteen dunne verffilm, die geen vocht doorlaat, dan kan er weliswaargeen regenwater in trekken, maar er kan ook geen condensvochtuit: de muur kan niet ademen.Het condensvocht zal zich dan juist veel sterker opzamelen vlakonder de verflaag. Wanneer er vorst komt, zal de steenlaag vlakonder de verf kapotvriezen; bij zonneschijn zullen kleine lucht-belletjes onder de verf zich met geweld opblazen, omdat hetwater de fijne capillairtjes verstopt.Er zijn m.i., behalve het bedekken van de muur met een afwerklaag,maar twee manieren mogelijk om een koele buitenmuur werke-lijk droogte houden: of wel men bedekt haar aan de binnenzijdemet een ondoordringbare laag en aanvaardt de onaangenaamheidvan het neerslaan van druppeltjes op alle binnenmuren, ofwel mengebruikt een silicon- behandeling van de buitenlaag. Doordeze laatste maakt men de muur zo waterafstotend, dat er geenregendruppels in de pori?n kunnen binnendringen, terwijl dezepori?n toch open blijven voor het ademen, het verdampen vanvocht, dat in de diepere pori?n zit.De siliconbehandeling moet daartoe dus ook zo zijn, dat er slechtseen geheel onzichtbaar dun laagje silicon op en in de pori?n komt,juist genoeg om het oppervlak, ook in de pori?n, waterafstotendte maken. Bij een juiste behandeling, moet de onderste laag silicon-moleculen echt vergroeien met de steen resp. het beton. Dit ver-groeien geschiedt soms vrij langzaam.Repulsion of water by means of silicon com-poundsby Dr. R. A. J. BosschaertSilicium (Si) combines as easily with oxygen aswith carbon. Silicon molecules are built up fromsilicium and hydrocarbons. Those compoundsadhere to such solids, even silicates as glass, stoneand cement and at the same time the water repul-sive paraffin groups are turned to the outer side.Penetration of rain through the pores of a wall isexcluded; although the property of respirationis not lost.R?pulsion d'eau moyennant les compos?s desiliciumpar Dr R. A. J. BosschaertLe silicium (Si) s'associe aussi facilement avecl'oxyg?ne qu'avec du carbone. Les mol?cules enquestion consistent en silicium et en hydrocarbu-res, qui se lient ? des solides, m?me ? des siiicates,tels que le verre, la brique et le ciment en tournantvers l'ext?rieur les groupes de parafine qui re-poussent l'eau. Les gouttes d'eau ne peuvent pasp?n?trer dans les pores, tandis que la respirationdu mur n'est pas entrav?e.Verwendung von Siliconen, um Mauer-fl?chen wasserabstossend zu machenvon Dr. R. A. J. BosschaertSilicium (Si) verbindet sich mit Sauerstoff ebensoleicht wie mit Kohlenstoff. Siliconmolek?le be-stenen aus Silicium und Kohlenwasserstoffgrup-pen, die an allerlei festen Stoffen haften, auch anSilicaten wie Glas, Stein und Zement, wobei diewasserabstossenden Parafingruppen nach aussengerichtet sind. So k?nnen, wenn eine Wandf l?chemit Silicon behandelt wird, keine Regentropfenin die Poren dringen, w?hrend doch das Atmender Mauer m?glich bleibt.Eug?ne FreyssinetDit jaar is het 50 jaar geleden, dat de bekende Franse uitvinder en deskun-dige op het gebied van beton, Eug?ne Freyssinet, zijn studies aan de ?colePolytechnique en aan de Ecole Nationale des Ponts et Chauss?es voltooideen zijn loopbaan als ingenieur begon. Ter gelegenheid van dit feit en vanzijn 75e verjaardag werd hij te Parijs op 21 Mei jl. gehuldigd in een vergade-ring van de Chambre Syndicale des Constructeurs en Ciment Arm?.Voor velen is de naam Freyssinet onafscheidelijk verbonden aan de toe-passing van het voorgespannen beton; uit zijn ontwerpen en studies blijktechter, dat dit slechts ??n van de vele nieuwe mogelijkheden is, welke hijin het beton als constructiemateriaal heeft gevonden.In de eerste periode van zijn loopbaan, van 1905 tot 1914, in dienst van deFranse Rijkswaterstaat, ontwikkelde Freyssinet bij de bouw van de brugvan Villeneuve-sur-Lot de techniek van het ontkisten van boogbruggenmet behulp van vijzels. Deze methode heeft hij later ook toegepast, o.a.bij de brug van Plougastel met drie overspanningen van 180 m en bij deTraneberg-brug te Stockholm, overspanning 181 m.Zijn bekistingsmethoden bleven niet beperkt tot de bruggenbouw. In dejaren 1914 tot 1928, als technisch directeur van de aannemingsmaatschappijLimousin & Cie, legde hij zich toe op de bouw van gewelven, waarbij de be-kistingen in hun geheel werden verplaatst. Vooral de cono?dale gewelvenvan de hangars op het vliegveld Orly zijn uit deze periode bekend geworden.Ook op ander gebied heeft Freyssinet belangrijke bijdragen geleverd tot deuitvoering van betonnen kunstwerken. Toen, vooral door de toepassingvan voorgespannen beton, de prefabricage van grote elementen steeds meermogelijkheden bood, was het aan hem te danken, dat tal van montage-problemen konden worden opgelost. Zo is zijn naam o.a. onafscheidelijkverbonden aan de bouw van de bruggen over de Marne en de drie viaductenin de autoweg Caracas-La Guaria in Venezuela.Van het begin van zijn loopbaan af heeft Freyssinet door studie en researchzijn inzicht in het wezen van de krimp en de plastische en Theologischeeigenschappen van het beton verdiept. Zijn geheel nieuwe denkbeelden opdit gebied hebben tot tal van verbeteringen in de betontechniek geleid. Zokwam Freyssinet reeds in 1917 tot de mechanische verdichting van beton,waarvan hij derhalve als de uitvinder kan worden beschouwd. De mogelijk-heden, zowel van het trillen als van het stomen heeft hij in tal van publicatiesnaar voren gebracht, waarvan wel de belangrijkste zijn:,,?tude sur les modifications fondamentales des propri?t?s du b?ton arm?par l'influence de divers traitements" (Science et Industrie, jan. 1933),,,Progr?s pratiques des m?thodes de traitement m?canique des b?tons"(Science et Industrie, mei 1935), en ,,Une r?volution dans l'art de b?tir --les constructions pr?contraintes" (Travaux, nov. 1941).Deze zelfde denkbeelden leidden tot de ontwikkeling van het voorgespan-nen beton, door toepassing van hoogwaardig staal en hoogwaardig beton.In 1928 werd het eerste octrooi ingediend en de periode hierna staat geheelin het teken van het uitwerken van zijn denkbeelden op dit gebied en hetontwikkelen van verankeringssystemen en apparatuur.De eerste opzienbarende toepassing van voorgespannen beton was de con-solidatie van defunderingen van het havenstation te Le Havre. Andere doorhem ontworpen toepassingen zijn o.a. rivierkanalisatie en stuwdammen inNoord-Afrika, funderingscaissons voor de marinehaven te Brest (1937-1939)en verscheidene kademuren voor de wederopbouw van Le Havre (1946-1952). Verder startbanen op het vliegveld Orly (1946-1947) en drie water-reservoirs te Orl?ans (1947).Freyssinet is drager van vele onderscheidingen, o.a. Commandeur de laL?gion d'Honneur en doctor honoris causa van de universiteiten van Gent,Brussel en Leeds. Hij is tevens president van de F?d?ration Internationalede la Pr?contrainte, een organisatie waarbij ook de Nederlandse STUVO isaangesloten. Red.Cement 6 (1954) Nr 17-18 277
Reacties