ir.P. de Jong, Adviesbureau ir.J.G.Hageman, RijswijkENV1992 is de in voorbereiding zijnde Eurocode met betrekking tot beton. In het artikelvan ir.Gijsbers [Cement 1994 nr.3) is ingegaan op de status van de ENV. Tot dusverre is??n deel gepubliceerd: ENV 1992-1-1, Algemene regels en regels voor gebouwen. Om ver-schillende redenen is dit document in geen enkel land zonder meer operationeel. Ditwordt opgelost door voor elk land een bijbehorend National Application Document (NAD)op te stellen. De combinatie van beide documenten is passend gemaakt in het nationalenormenstelsel, waardoor het in de praktijk kan worden gebruikt.ENV1992-1-1ENBIJBEHORENDNAD30Eind 1991 verscheen de Eurocode voor be-ton, dat wil zeggen het eerste algemenedeel, als ENV 1992-1-1. In deze Eurocodezijn sommige getallen tussen verticale stre-pen geplaatst. Dit zijn waarden die in de wan-deling 'boxed values' zijn gaan heten.In het voorwoord van de Eurocode is de be-doeling van deze boxed values aangegeven.Het zijn getallen die als indicatie zijn bedoelden die door elk land naar eigen behoefte mo-gen worden aangepast.Het is een wat vreemde gewaarwording dit telezen in een document dat bedoeld is devoorschriften voor bouwconstructies te har-moniseren en handelsbelemmeringen tus-sen landen van de Europese Gemeenschapte verminderen. De vraag rijst of de boxed va-lues moeten worden beschouwd als een ge-volg van mislukte harmonisatie.Dit is beslist niet het geval. De werkelijkheidis genuanceerder.Tijdens de ontwikkeling van de Eurocodes isgebleken dat het niet mogelijk was op alledetails van de regelgeving overeenstem-ming te bereiken. Dit is ook niet zo verwon-derlijk, als bedacht wordt hoe moeilijk het alis een nationale norm zodanig op te stellendat alle partijen erachter kunnen staan. Deverschillen in bouwcultuur en in normen tus-sen de Europese landen is zo groot, dat heteigenlijk een wonder mag heten dat het ge-lukt is een gezamenlijk voorschrift op papierte krijgen.De boxed values hebben in dit proces als hetware als smeermiddel gewerkt.Het gebruik ervan moet worden gezien alseen tijdelijke maatregel: in de toekomst zaldan ook worden gestreefd naar verdere har-monisatie en het opheffen van de boxed va-lues. In welke mate en wanneerditzal lukkenis moeilijk te voorspellen.National Application Document (NAD)In het Voorwoord van de Eurocode is aange-geven dat van de verantwoordelijke autoritei-ten in de lidstaten wordt verwacht dat de inhet desbetreffende land aan te houden bo-xed values worden weergegeven in een Na-tional Application Document, afgekort NAD.Deze NAD's, die inmiddels zijn opgesteldvoorde Eurocodes beton-, staal-en staal-be-tonconstructies, zijn in het Nederlands 'Voor-waarden voor toepassing' genoemd.Het totale Europese voorschrift bestaat danbij toepassing in Nederland uit de desbetref-fende Europese voornorm en deze Voor-waarden voor toepassing, ofwel de Neder-landse NAD.In de Inleiding van de Voorwaarden is gestelddat bij toepassing van de Eurocode in combi-natie met de Nederlandse NAD mag wordenaangenomen dat het in de TGB-Algemeenge?iste veiligheidsniveau wordt bereiktHiermee is dus de gelijkwaardigheid van deTGB-normen en de Eurocodes verwoord.Behalve de mogelijke aanpassing van de bo-xed values wordt in het Voorwoord van de Eu-rocodes ook de mogelijkheid genoemd deverwijzingen in de Eurocode naar andere Eu-ropese normen in het NAD te vervangen doorverwijzingen naar nationale normen. Dezemogelijkheid moest wel worden geboden,omdat een groot deel van de Europese nor-men op dit moment nog niet gereed is.De belangrijkste in dit verband is de Euroco-de voor de belastingen.In de Nederlandse NAD's is daarom verwe-zen naar NEN 6702, de norm voor belastin-gen en vervormingen. Ook met betrekking totde veiligheidsfilosofie is aangesloten op deNederlandse normen.VeiligheidsfilosofieIn hoofdstuk 2 van het NAD is de aansluitingvan de veiligheidsfilosofie op de Nederland-se normen verwerkt.Achtereenvolgens is hierin het volgende ge-regeld:? de belastingen moeten worden ontleendaan NEN 6702;? de factor die de verhouding tussen demomentane en extreme belasting weer-geeft, moet eveneens worden ontleendaan NEN 6702. Dit houdt tevens een ver-eenvoudiging in, omdat de Eurocode hier-bij drie verschillende waarden hanteert,namelijk een 'combination value', een 'fre-quent value' en een 'quasi-permanent va-lue';? de factor ipx in verband met de referentie-periode mag worden toegepast; in de Euro-code is deze factor niet gegeven;? de belastingscombinaties moeten wordenontleend aan NEN 6702;? hetzelfde geldt voor de parti?le veilig-heidsfactoren voor de belastingen;? ook de veiligheidsklassen uit NEN 6702worden van toepassing verklaard.Het mag duidelijk zijn dat door het hanterenvan de Nederlandse belastingsnorm in com-binatie met de Eurocodes, geen ideale situa-tie ontstaat. Bij gebruik van de Eurocode insamenhang met het NAD zal blijken dat erniet altijd sprake is van een naadloze aan-sluiting.Omdat het slechts een tijdelijke situatie be-treft, werd dit echter acceptabel gevonden.Naast de verwijzing naarde TGB-Belastingenzijn ook verwijzingen in de Eurocode naar an-dere Europese normen vervangen doorver-wijzingen naar Nederlandse versies.Dit geldt voor de volgende normen:? NEN 5950 (VBT) in plaats van ENV 206voor betontechnologie;? NEN 6008 in plaats van EN 10080 voor be-tonstaal;? NEN 3868 in plaats van EN 10138 voorvoorspanstaal.Ook NEN 3869 voor verankeringssystemenis van toepassing verklaard; hiervoor be-staat noggeen vergelijkbare Europese norm.Uitgangspunten bij opstellen van het NADEssentieel is de vraag welke vrijheden eenland zich bij het opstellen van het NAD kanveroorloven. Er zijn twee uitersten denkbaar:? de Eurocode ongewijzigd van toepassingverklaren, dus ook geen boxed values aan-passen;? de Eurocode zodanig aanpassen dat deverschillen tussen de Eurocode en de Ne-derlandse norm - in ons geval dus de VBC -volledig worden opgeheven.In beide gevallen zou de inhoud van het NADdan uit ??n zin kunnen bestaan.Uit vergelijking van de NAD'svan de verschil-lende lidstaten blijkt een vrij grote variatie inuitgangspunten, waarbij in sommige geval-len de genoemde uitersten vrij dicht wordenbenaderd.Men is daarbij soms ook verder gegaan dande twee elementen die in het voorwoord vanEurocode 2 zijn genoemd: aanpassing vanboxed values en verwijzing naar nationalenormen. In sommige NAD's is een aantal re-kenregels aangepast.In Nederland wordt het opstellen van deNAD's begeleid door een co?rdinatiecom-missie onder verantwoordelijkheid van deTGB-commissie voor belastingen. Dezecommissie heeft als uitgangspunt gekozenslechts in beperkte mate gebruik te makenvan het wijzigen en aanvullen van de Euroco-de. Door elke kleine afwijking te corrigerenontstaat een onleesbaar en onbruikbaar ge-heel en zal de ENV-pehode niet aan zijn doelbeantwoorden. Het is immers de bedoelingdat de Eurocodes samen met de NAD'sdaadwerkelijk gebruikt zullen worden, ten-einde op basis van gebruik in de praktijk metdefinitieve aanpassingsvoorstellen te kun-nen komen.Daar waar rekenregels in de Eurocode afwij-ken van de Nederlandse rekenregels zijn inbeginsel drie mogelijkheden:? aanpassen van de boxed values;? aanpassen van getalwaarden die niet ineen 'box' staan;? aanpassen van rekenregels.Uit het voorgaande is duidelijk dat ervan bo-ven naar beneden een toenemende terug-houdendheid moet worden betracht. Delaatste mogelijkheid, het aanpassen van derekenregels, is slechts zeer beperkt toege-past. Bij hetaanpassen van degetalwaardenbestaat nog de mogelijkheid deze zodanig tekiezen, dat de Eurocode altijd eisen geeft dieminimaal overeenstemmen met de Neder-landse normen. Op die manier ontstaat ech-ter een erg conservatieve code, die alleen alom die reden weinig zal worden gebruikt.Daarom is gekozen voor een strategie diekleine afwijkingen in ?et-conservatieve zintoestaat.Tenslotte zijn op een beperkt aantal plaat-sen in het NAD rekenregels uit de VBC vantoepassing verklaard omdat overeenkomsti-ge regels in de Eurocode niet voorkomen ofonvoldqende zijn uitgewerkt.Het belangrijkste voorbeeld hiervan is 7.5.3van de VBC over de krachtsverdeling in punt-vormig ondersteunde platen.Samenvattend geldt dus dat het NAD gerichtis op drie aspecten:? aanpassing boxed values;? verwijzing naar Nederlandse normen;? aanvullende rekenregels.Het belangrijkste aspect is dat van de boxedvalues.Aanpassing boxed values door numeriekevergelijkingAllereerst moest de vraag worden beant-woord waarop eventuele wijzigingen moes-ten worden gebaseerd en welk onderzoekdaarbij nodig was.Door werkgroep 2 van voorschriftencommis-sie 20 van de CUR werd besloten een en ?n-derte baseren op numerieke vergelijking vanEurocode 2 met de VBC 1990.Daarbij moest een keus worden gemaakt uitdrie principieel verschillende benaderingen:? vergelijking door middel van de berekeningvan een compleet bouwwerk (of bouwwer-ken);? vergelijking door middel van de berekeningvan een aantal bouwdelen (een plaat, eenbalk, een kolom en dergelijke);? vergelijkingdoormiddel van parameterstu-dies.Uiteraard hebben alle drie mogelijkhedenvoor- en nadelen. Uitgangspunt was dat zo-veel mogelijk aspecten uit de normen aan deorde moesten komen.31De meest geschikte methode daartoe is devergelijking door middel van parameterstu-dies, vooral ook omdat daarbij het geheletoepassingsgebied van een onderdeel of re-kenregel, inclusief de begrenzingen ervan,kan worden belicht. Vanwege het beschikba-re budget kon hiervan echter maar zeer be-perkt gebruik worden gemaakt.Ook de eerste mogelijkheid, vergelijking vande berekeningen van een compleet bouw-werk, is vanwege slechte ervaringen met de-ze methode niet gekozen. Bij deze methodezal namelijk achteraf altijd blijken dat de be-schikbare hoeveelheid vergelijkingsmate-riaal te gering is.Daarom is gekozen voor de tweede metho-de, die van de rekenvoorbeelden van bouw-delen.Omdat in het verleden al een aantal kerenvergelijkingsberekeningen waren uitge-voerd, lag het voor de hand daarvan gebruikte maken. Hierbij kon worden uitgegaan vande resultaten van de volgende twee uitge-voerde onderzoeken:? vergelijking van Eurocode 2 (versie 1984,respectievelijk 'clean draft' van december1987) met de VB 1974/1984;? vergelijking van de VBO 1990 (diverse con-cepten, respectievelijk groene versie) metde VB 1974/1984.Omdat, althans voor een deel, bij beide pro-jecten dezelfde rekenvoorbeelden waren ge-bruikt, kon door combinatie van beide verge-lijkingen ook een vergelijkingtussen Euroco-de 2 en de VBC 1990 worden uitgevoerd.Deze vergelijking was echter niet zondermeer mogelijk. Eerst moest uit de voorbeel-den een zodanige selectie worden gemaakt,dat zoveel mogelijk informatie over de in tevullen boxed values zou worden verkregen.Vervolgens moesten de geselecteerde voor-beelden opnieuw worden berekend, omdat:? zowel Eurocode 2 als de VBC 1990 inmid-dels waren gewijzigd;? de belastingen nu moesten worden geba-seerd op de definitieve versie van NEN6702 (TGB 1990-Belastingen en vervor-mingen), terwijl bij de vergelijking van Euro-code 2 - VB in de Eurocode-berekeningenwas uitgegaan van een voorlopige versie.Bij de vergelijking VBC - VB was bij deVBC-berekeningen weer van een anderevoorlopige versie van NEN 6702 gebruikgemaakt.De beide in het verleden uitgevoerde vergelij-kingsonderzoeken betroffen ongeveer 20voorbeelden. Het opnieuw uitwerken van aldeze voorbeelden vergde een te groot bud-get. De selectie van de voorbeelden moestdaarom tevens gericht zijn op verminderingvan het aantal.Dit bleek met het oog op het doel (het op ver-antwoorde wijze vaststellen van de boxed va-lues) ook zonder meer verantwoord.Categorie?n boxed valuesOm na te kunnen gaan welke rekenvoorbeel-den goede informatie met betrekking tot deboxed values zouden opleveren, is begon-nen met het opstellen van een overzicht vande in Eurocode 2 voorkomende boxed vaiues(tabel 1). Omdat in veel artikelen verschillen-de boxed values voorkomen, is het totaleaantal nog aanzienlijk groter.Een belangrijke conclusie uit tabel 1 is, datde meeste boxed values betrekking hebbenop detailleringsregels.Alle boxed values overziend zijn er vier cate-gorie?n te onderscheiden:1. Boxed values die aan de hand van reken-voorbeelden kunnen worden vastgesteld(parti?le factoren; enkele aspecten metbetrekking tot de dimensionering).2. Boxed values die op grond van een reken-kundige vergelijking van artikelen, duszonder uitgebreide rekenvoorbeelden,kunnen worden vastgesteld (bijvoorbeeldverankeringslengte, overdrachtslengte,minimum-wapening).3. Boxed values die op grond van een vak-matige beoordeling, literatuurstudie endergelijke kunnen worden vastgesteld.4. Boxed values die betrekking hebben opregels die in de VBC niet voorkomen.Verreweg het grootste aantal boxed valuesheeft betrekking op de tweede en derde ca-tegorie. Dat was mede een reden om hetaantal vergelijkingsberekeningen te beper-ken.Gekozen is voor zeven berekeningen. In eenvolgend nummer van Cement zal nader opdeze berekeningen en de resultaten ervanworden ingegaan.Gewijzigde boxed values in het NADHet aantal wijzigingen heeft betrekking op 5artikelen in hoofdstuk 2,9 in hoofdstuk4 en18 in hoofdstuk 5. Dit houdt in dat ongeveer40% van de artikelen waarin boxed valuesvoorkomen zijn aangepast. Het aantal gewij-zigde boxed values is echter minder dan10%.In hoofdstuk 2 zijn de parti?le veiligheidsfac-toren volgens de TGB gegeven.In hoofdstuk4 is een aantal boxed values zo-danig aangepast, dat het desbetreffende ar-tikel in meer of mindere mate overeenkomtmet de VBC.Dit geldt onder meer voor:? betondekklng;? tolerantie op de betondekking;? grens voor de staalrek: de grens van 10%0in de Eurocode is gewijzigd in 35%o volgensde VBC.Al verschillende malen is er in Nederlandscommentaar op de Eurocode op gewezendat het geven van een bovengrens aan destaalrek in doorsnedeberekeningen alleenmaar leidt tot een meer gecompliceerdeberekening, terwijl het resultaat van de be-32rekening niet of nauwelijks wordt be?n-vloed;? helling van dedrukdiagonaal: de waardenwaarbinnen cot ?moet liggen zijn gewijzigdvan 0,4 ? 2,5 in 0,6 ?l,7. Dit komt overeenmet een wijziging van de hoek van 22? ? 68?in 30? ? 60?. Volgens Nederlandse opvat-tingen is een hoek van 22? te flauw en duste optimistisch;? factor die de verhouding aangeeft tussende maximaal opneembare ponskracht bijtoepassing van ponswapening en die bijeen situatie zonder ponswapening: is ge-wijzigd van 1,6 in 1,7 + f'ck/40.De factor 1,6 wil zeggen dat ongeacht dehoeveelheid ponswapening de ponssterk-te niet meer kan toenemen dan met 60%.Volgens Nederlandse opvattingen is dit tepessimistisch en kan een verdere verho-ging worden toegestaan. Bij 25 is de fac-tor circa 2,3, zodat een verhoging van130% geldt. Uiteraard is hierbij dan ookevenredig meer ponswapening nodig.De belangrijkste aanpassingen in hoofdstuk5 zijn:? minimum-staafafstand van 20 mm is ver-hoogd tot de VBC-waarden: 25 mm bij pla-ten, respectievelijk30mm bij balken en ko-lommen en 50 mm bij wanden;? minimum-verankeringslengte van 0,3 /v isteruggebracht tot de VBC-waarde 0,2 /v;? grenswaarde van de kenmiddellijn is van32 mm gewijzigd in de VBC-waarde 25 mm;? minimum-wapeningspercentage is aange-past aan de waarden volgend uit de VBC;? maximum-staafafstand in platen is voordehoofdwapening teruggebracht van 350naar 250 mm en voor de verdeelwapeningverhoogd van 400 naar 500 mm.Materiaalfactor als boxed valueIn hoofdlijnen is er bij het wijzigen van de bo-xed values van uitgegaan dat daar waar ditmogelijk was, moest worden aangesloten opde VBC. Het zou echter een vergissing zijnhieruit te concluderen dat hierdoor de ver-schillen tussen Eurocode 2 en VBC veel min-der zijn geworden!Het effect van de gewijzigde boxed values opde totale regelgeving blijkt namelijk nogal ge-ringte zijn. Gemiddeld genomen leidt een be-rekening volgens de Eurocode tot enigszinszwaarder gewapende constructies dan eenberekening volgens de VBC.Het NAD blijkt nauwelijks effect te hebben opdit gemiddelde beeld.Dit wordt veroorzaakt doordat als uitgangs-punt is gekozen alleen boxed values te wijzi-gen en de dimensioneringsregels - op eenenkele uitzondering na - niet aan te passen.Weliswaar komen in de dimensioneringsfor-mules ook boxed values voor en door die aante passen worden de uitkomsten ook be?n-vloed, doch dit is slechts in zeer beperktemate het geval.Het belangrijkste voorbeeld in dit verband isde materiaalfactor voor de betondruksterk-te.In de Eurocode is dit een boxed value meteen waarde y0 = 1,5 (c staat voor beton).Deze materiaalfactor heeft invloed op ver-schillende aspecten met betrekking tot dedimensionering:? buiging;? druk, ai of niet in combinatie met buiging;? dwarskracht;? pons;? wringing;? verankerings- en laslengte.Om vast te kunnen stellen of, en zo ja in wel-ke mate, yc moest worden aangepast, ?seenparametervergelijking uitgevoerd.Hierbij is voor elk aspect nagegaan welkemateriaalfactor nodig is om gelijke resulta-ten te verkrijgen uit een berekening volgensde Eurocode en een berekening volgens deVBC.Omdat bij het gebruik van de Eurocode voor-lopig de Nederlandse belastingsfactorengelden, kon de invloed van deze factoren bui-ten beschouwing blijven. Verder zijn ook bui-ging en wringing buiten het onderzoek ge-houden: buiging omdat de invloed van demateriaalfactor voor beton hierop in het al-gemeen slechts zeer beperkt is, wringingomdat hierbij in de Eurocode aan het betongeen draagvermogen wordt toegekend.Wringing moet volgens de Eurocode dus vol-ledig door wringwapening worden opgeno-men.DrukIn tabel 2 is de vergelijking uitgevoerd tussenVBC en Eurocode 2. yc moet dus 1,15 bedra-gen. Dimensionering volgens de Eurocodemet yc = 1,5 leidt dus - als even wordt afge-zien van de invloed van wapening - tot 30%grotere doorsneden dan bij dimensioneringvolgens de VBC.DwarskrachtBij dwarskracht is vooral de waarde van van belang. Dit is de toelaatbare schuifspan-ning in doorsneden zonder dwarskrachtwa-pening. Wordt weer de voorwaarde gestelddat y0 een waarde moet hebben die tot gelij-ke berekeningsresultaten moet leiden, danvolgt uit gelijkstelling van beide %-waardeneen yc die uit drie factoren bestaat (tabel 3).33De eerste factor is de sterktefactor; dezeblijkt vrijwel onafhankelijkte zijn van de sterk-teklasse en bedraagt ongeveer 0,85. Detweede factor is afhankelijk van het wape-ningspercentage van de buigwapening. Inpraktische gevallen blijkt deze factor te va-ri?ren tussen 1,6 en 1,8. De laatste factor isafhankelijk van de geometrie en is vrijwelconstant, ongeveer 1,05.Vermenigvuldiging van de drie factoren leidttot een materiaalfactor die varieert tussen1,4 en 1,6.Dit betekent dat als de in de Eurocode gege-ven materiaalfactor yc = 1,5 wordt aange-houden, er nauwelijks verschillen zijn tusseneen berekening volgens Eurocode en VBC.De invloed van de gedrongenheid, ofwel dedirecte afdracht van belastingen naar de op-leggingen is hierbij echter nog buiten be-schouwing gelaten. Als dit aspect wel wordtmeegenomen, is voor gelijke resultaten eenmateriaalfactor nodig die varieert tussen0,70 en 1,85. Deze grote variatie ontstaatdoor het grote verschil tussen Eurocode enVBC met betrekking tot de directe afdracht.In het algemeen geldt dat naarmate meerspecifieke aspecten worden vergeleken, devariatie in yc steeds verder toeneemt.Een tweede betonafhankelijke grootheid bijdwarskrachtberekeningen is de waarde van2. Dit is de bovengrens voor de opneembareschuifspanning.Ook hiervoor is een vergelijking gemaakt.Voor gelijke resultaten blijkt yc = 1,5 ? 1,8 temoeten zijn.PonsOp dezelfde manier als bij dwarskracht is ookde ruwaarde bij pons onderzocht (tabel 4).34De yc-waarde is ook hierbij opgebouwd uiteen sterktefactor, een wapeningsfactor eneen geometrische factor. De sterktefactor isweer vrijwel constant en gelijk aan 0,42. Dewapeningsfactor is gelijk aan die bij dwars-kracht en varieert tussen 1,6 en 1,8. De va-riatie inde geometrische factor is veel groterdan bij dwarskracht en varieert voor demeeste praktische gevallen tussen onge-veer 1,4 en 1,9.Vermenigvuldiging leidt tot een yc-reeks van0,9 ?l,4.VerankeringslengteDe vereiste materiaalfactor is opgebouwduit twee factoren: een sterkte-afhankelijkefactor en een geometriefactor. De geome-triefactor geeft de invloed van de dekkingweer, zoals gegeven in de VBC. Omdat eendergelijke factor in de Eurocode ontbreekt,ontstaan grote verschillen.Voor dekkingen gelijk aan de kenmiddellijngeldt yc = 1,3 ? 1,5; bij dekkingen gelijk aanviermaal de kenmiddellijn wordt yc = 0,9 ?1,0 (tabel 5).In de Eurocode wordt een grotere dekkingdus niet gehonoreerd en leidt niettot kleine-re verankeringslengtes. In vergelijking tot deVBC zijn volgens de Eurocode tot 50% lange-re verankeringen nodig.Omdat dit volgens Nederlandse opvattingenoverbodig is, is bij wijze van uitzondering eenaanpassing van de rekenregel in het NAD op-genomen. Deze bepaling houdt in dat de in-vloed van de dekking op de verankerings-lengte in rekening mag worden gebrachtdoor middel van de factorl,l-(l-O,lc/0k).Hiermee wordt de variatie in yc terugge-bracht tot 1,3a 1,5.ConclusieSamenvattend geldt dat de variatie inyc-wa?rden erg groot is. Uitgaande van demeest algemene gevallen ligt de variatie tus-sen de waarden 0,90 en 1,55.De werkelijke variatie is nog veel groter; ditblijkt uit vergelijking van meer specifieke ge-vallen, bijvoorbeeld de directe afdracht bijdwarskracht. Er zijn nog meer gevallen te be-denken waarbij de rekenregels zoveel van el-kaar afwijken, dat de 'benodigde' yc buitenhet normale stramien valt. Voor de vaststel-ling van yc is echter volstaan met de meestalgemene gevallen.Ervan uitgaande dat berekening volgens deEurocode in vergelijking met de VBC nergenstot een'lichtere'dimensionering mag leiden,zou gelden:yc = 1,55.Er is dan geen reden om de in de Eurocodegegeven waarde van 1,5 aan te passen.Hierbij treedt dan in een aantal gevalleneenbehoorlijke 'overdimensionering' ten opzich-te van de VBC op. Dit geldt met name bij be-lasting op druk en bij pons. Bij verankerings-lengte is ditopgeheven door de voorgesteldefactor voor de invloed van de dekking.g
Reacties