Op 18 februari 1994 nam prof.ir.A.GIerum, hoofdredacteur van Cement, afscheid alshoogleraar Constructieve Waterbouwkunde aan de Faculteit der Civiele Techniek van deTechnische Universiteit Delft, een functie die hij de afgelopen 13 jaar heeft bekleed. Tenoverstaan van een gehoor, onder anderen bestaande uit collegae hoogleraren, vakgeno-ten en studenten, sprak hij zijn afscheidsrede uit met als onderwerp Droge Waterbouw. Indeze rede stond hij stil bij veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds hij zo'n 35 jaargeleden begon te werken.EENLEVENINDEDROGEWATCRBOUWDat Glerum in de droge waterbouw terechtkwam, was volgens hemzelf puur toeval. Hijsolliciteerde bij de Afdeling Gebouwen vande Staatsmijnen en bij de Directie Sluizen enStuwen van Rijkswaterstaat, beide ontwer-pende diensten. Bij Sluizen en Stuwen hadhij succes. Er was een plaats vrij bij de spui-siuizen in het Haringvliet en wel bij een be-gaafd ontwerper en inspirerende persoon-lijkheid, ir.P.BIokland.Binnen Rijkswaterstaat was hij opgeklom-men tot Hoofdingenieur in Algemene Dienst,toen hij in 1980 de overstap maakte naardeTU-Delft. Zijn afscheidsrede is samengevattot zijn kijk op het vak.Besluitvorming en bouwprocesToen hij in 1958 begon, kenden grote projec-ten een lange, nauwelijks veranderende tra-ditie. De planvormingen het ontwerp werdenverzorgd door de overheid en de aannemervoerde dat ongewijzigd uit. De rol van de poli-tiek was meestal bescheiden. Afkeuringkwam hoogstens uit budgettaire overwegin-gen tot stand.Het volgende decennium bracht veranderingmet aanzetten tot meer begrip voor het mi-lieu en tot een mondiger burger. En in hetvoetspoor van en gedwongen door de burgernam ook de politiek een leidende rol. Geengoedkeurders meer van ambtelijke plannen,maar vaststellers van de randvoorwaardenen daarmee opdrachtgevers voor nieuwetechnieken. Een partij die dwingt nieuwe, be-teraan de omgeving aangepaste techniekente ontwikkelen.Ook een andere partij, de aannemer, onder-ging een gedaanteverwisseling. Bij de bouwvan de stormvloedkering in Krimpen aan den?ssel was de aannemer nog simpelweg deuitvoerder van het ontwerp van Rijkswater-staat. Bij de stormvloedkering in de NieuweWaterweg werd aan vijf aannemerscombina-ties gevraagd een ontwerp en een gegaran-deerde prijs in te dienen, aan de hand vanrandvoorwaarden en prestatie-eisen, gefor-muleerd door Rijkswaterstaat.Geen concurrentie op basis van prijzen vooreen door de overheid gemaakt ontwerp,maar concurrentie op basis van de combina-tie van ontwerp en prijs. Opdeze manier werdde ontwerp-creativiteit van de aannemer vol-ledig aangesproken.Weer een andere partij, het ingenieursbu-reau, was van oudsher betrokken bij vele pro-jecten in de droge waterbouw. Daarbij ginghet echter vooral om kleinere kunstwerken inopdracht van waterschappen, gemeentenen provincies. De grote kunstwerken warenhet domein van Rijkswaterstaat en de grotegemeenten.Pas de terugtredende overheid aan het eindvan dejaren tachtig brengt daar veranderingin. Zeker op het gebied van de tunnelbouwmag van een doorbraak worden gesproken.De inmiddels in Nederland opgebouwdekennis maakt dat onze ingenieursbureausook op de buitenlandse markt gewilde part-ners zijn voor een wel zeer Nederlands spe-cialisme, namelijk dat van de afgezonken encut-and-cover tunnels.Ontwerp en uitvoeringTot zo'n 5 ? lOjaargeleden werden de mees-te waterbouwkundige kunstwerken gemaaktin bouwputten. Alleen waar ruimte ontbrakwerden bouwkuipen toegepast. Een uitvoe-ring in bemalen bouwputten was voor de op-drachtgeverfinancieel aantrekkelijk en heefthet vakgebied zijn naam droge waterbouwgegeven.18 CEMENT1994/7/8De afscheidnemende prof.ir.A.GIerum metrechtszijn vrouwen linksprof.dr.ir.E.W.BijkerVoor de ontwerper betekende dat geschei-den grootheden: enerzijds de bouwput enlos daarvan het kunstwerk zelf. Dat vereen-voudigde het werk. De omgeving werd losge-laten en alleen functionele eisen bepaaldende constructie.35 Jaar geleden was arbeid goedkoop enwaren materialen duur. Dit vertaalde zich invaak gecompliceerde vormen met veelvlecht- en bekistingswerk. Als antwoord opde stijgende lonen nam de mechaniseringtoe, en daarmee het streven naar repetitieen prefabricage. De vormgeving van water-bouwkundige constructies werd strakkermet minder hoeken en sprongen, maar ookmet duidelijk meer materiaalgebruik doorminder aanpassing aan het momenten- endwarskrachtenverloop.De invloed van de omgevingDe maatschappij verandert. Uitvoering in ge-graven bouwputten leidt tot een onnodiggroot, tijdelijk ruimtebeslag door de taluds.Daarnaast zijn er de eventuele negatieve ef-fecten van de bemaling, van de tijdelijkegrondwaterstandverlaging, die zich tot ver inde omgeving kan uitstrekken.Meeren meerwerden en worden bouwwijzentoegepast zonder taluds en zonder bema-ling. Voor de ontwerper betekent dit, dat hijvoor het kunstwerk zelf naast de functioneleeisen ook te maken krijgt met de omgevings-eisen. Dat maakt zijn werk moeilijker, maarzeker ook interessanter. Het aantal varian-ten is aanzienlijk groter, nieuwe materialenen technieken doen hun intree.Als reactie op de tweedeling van een tijdelij-ke-definitieve constructie, eerst de bouw-kuip en dan het betonnen kunstwerk, is er nueen ontwikkeling deze fasen te integreren.Daar ligt de toekomst, omdat de tijdelijkeconstructie nagenoeg dezelfde belastingenmoet opnemen als de definitieve.Langzaam groeien we toe naar ??n van demeest omgevingsvriendelijke, zij het nietgoedkope, bouwmethoden: het boren vantunnels. De methode, die verschillende va-rianten kent, is vooral in Duitsland en Japanontwikkeld en wordt in vele landen toege-past. Met de proefprojecten bij Heinenoorden in de Botlek zal eindelijk ook in ons landde doorbraak beginnen.De ontwikkelingen staan ook daar overigensniet stil. Te denken valt aan de robotiseringvan het plaatsen van de geprefabriceerdeelementen van de wandbekleding, aan denog niet zeer succesvolle in het werk ge-maakte ge?xtrudeerde betonnen wandbe-kleding, alsmede aan de toepassing van an-dere toeslagstoffen dan bentoniet.Ten slotteVoor het gehele vakgebied van de droge wa-terbouw geldt: niet ingeslapen, niet saai,maar voortdurend in beweging. Bovendiennoopt het tot analyse van problemen, tot in-tegratie van uiteenlopende disciplines als-ook tot het genereren en evalueren van alter-natieven. Kortom een vak, datzich leent voorde vorming van ontwerpers aan de Techni-sche Universiteit en voor onderzoek.Het Ere-ere-lidmaatschap van het Water-bouwdispuut (een studievereniging aan deFaculteit der Civiele Techniek), dat de af-scheidnemende hoogleraar op studentikozewijze werd verleend aan het eind van de mid-dag, deed hem zichtbaar goed.Prof. Glerum blijft overigens hoofdredacteurvan CementH.H.WapperomCEMENT 1994/7/8 19
Reacties