De budgetten voor scholenbouw zijn nooit ruimgeweest. Doordat echter aan het maximum-opper-vlak ook steeds een maximum-bouwsom was gekop-peld, ontbrak bovendien de prikkel om bijzonderearchitectuur neer te zetten. De aandacht lag hoofd-zakelijk bij de organisatie van de ruimte. Het pro-gramma van eisen omschreef het aantal leerlingenen de oppervlakte van de lokalen. Huisvesting werdzo meestal een optelsom van een eenvoudige platte-grond, veel repetitie en een sobere uitstraling.Door de jongste veranderingen kunnen architectenminder dan ooit terugvallen op technische eisen ofde stabiliteit van een gevestigd onderwijssysteem.Het overleg tussen de opdrachtgever (het school-bestuur) en de architect is intensiever en directergeworden. De houding, de ambitie en de inzet vande, feitelijk niet-professionele opdrachtgever, zijnmedebepalend voor het bereiken van een al dan nietkwalitatief hoogwaardig product.E u r o C o l l e g eHet schoolbestuur van het Euro College, een scho-lengemeenschap voor mavo, havo en vwo in Maas-tricht die zoals zoveel scholen is ontstaan na eenaantal fusies, bezat de voor een vernieuwendontwerpbenodigdeambitie.Alv??rdeinvoeringvande tweede fase functioneerde het studiehuis in debestaande gebouwen. Om zich te ori?nteren op haarnieuwbouw, bracht het schoolbestuur onder meereen bezoek aan de Haagse Hogeschool. Het conceptvan dit gebouwencomplex, `ontmoeting' in de vorm-geving, maakte hen enthousiast om te kiezen voorcement 1999 48Drie voorbeeldprojecten van moderne scholenbouwEEN HYPOTHEEK OPHET STUDIEHUISDe fysieke invoering van het studiehuis in het voortgezet onderwijs betekentin feite het einde voor de klassieke, standaard gangscholen, die in het beeldvan veel generaties onlosmakelijk met het onderwijs verbonden zijn. Daarbijkomt dat de overheid per 1 januari 1997 de huisvestingstaken heeft gedecen-traliseerd. Scholen moeten nu, meer dan voorheen, individueel over de wijzevan huisvesting gaan nadenken. Gemeenten, schoolbesturen en schooldirec-ties ontwikkelen voortaan het lokale huisvestingsbeleid in onderling overleg.De uitdaging om architectonisch interessante schoolgebouwen te realiserenis aanwezig.Aan het traditionele beeld van een gangenschool komt nu definitief een eindAtelier PRO als ontwerper. De visie van dit bureauop ontwerpen vond men belangrijker dan een uit-gebreideervaringophetgebiedvandescholenbouw.Soms kan het zelfs een voordeel zijn als je geenkennis van zaken hebt. Je kunt je dan volledig los vanbepaalde kaders op een opgave storten. Toen AtelierPRO werd benaderd om een ontwerp voor de HaagseHogeschool te maken, had het bureau zegge enschrijven ??n school gemaakt. Architect Leon Thier:"We zijn vervolgens met een aantal mensen bijelkaar gaan zitten en hebben teruggedacht aan onzeeigen schooltijd. Onze sterkste herinneringen ble-ken zich af te spelen in allerlei ontmoetingsruimten:de kantine, de gymzaal, de garderobe, de gangen, defietsenkelder, het schoolplein. Dat `open landschap'was blijkbaar veel belangrijker dan de feitelijke klas-lokalen. Vanuit die sfeer is destijds het concept voorde Haagse Hogeschool opgesteld."Programma van EisenHet schoolbestuur van het Euro College heeft samenmet ICS Adviseurs (InformatieCentrum voorScholenbouw) een eerste Programma van Eisen(PvE) opgesteld. Dit PvE gaat uit van de verschillendefuncties binnen het gebouw, waarin het Open LeerCentrum (OLC) centraal staat. In een workshop metde betrokken partijen is door de architect vervolgenshet PvE concreet uitgewerkt. "Onze ervaring is dateen opdrachtgever vanuit het bestaande ? niet toe-vallig zijn referentiekader ? aangeeft wat hij zouwillen. Maar als je iets nieuws beoogt, is creativiteitvereist, een eigenschap die in een workshop dikwijlswordt aangesproken. Een ontwerper kan dan aan hetbouwproces een meerwaarde toevoegen", aldusLeon Thier, samen met Allard Assies architect vande nieuwbouw van het Euro College.De workshop resulteerde onder meer in de stellingdat een OLC fysiek niet centraal in het gebouw hoeftte liggen. De openbare ruimte is in een school mis-schien wel veel belangrijker. Dat is geheel in over-eenstemming met de filosofie van het studiehuis alsleeromgeving. Een gebouw is niet een optelsom vanfuncties, maar ??n van ruimten. Bij het Euro Collegeis daarom niet het OLC (= functie) het hart van hetgebouw, maar de hal (= ruimte)."Het ontwerpen van die verschillende ruimten heeftmeer inspanning gekost dan het ontwerpen van delokalen. Bovenal kwam dat doordat we de verschil-lende ruimten ook verschillende karakters wildengeven, vanuit de visie dat je niet van tevoren moetvastleggen wie zich waar gaat ophouden. Men zoektzelf de ruimte op die het beste bij hem of haar past."LeefomgevingHet Open Leer Centrum bevindt zich op de beganegrond, samen met de lokalen voor de creatievevakken, de aula ? het fysieke hart van de school ? ende garderobe, ten noorden van de aula gelegen. Opdit niveau moet zich het openbare leven gaan afspe-len. Mensen van verschillende leeftijden en interes-ses?leerlingen,lerarenenoverigpersoneel?komenelkaar tegen en spreken elkaar. De ontmoeting staatcentraal.Een schoolgebouw dat midden in het leven staat, zouookmogenlijkenopeenkantoor,eenfabriek,infeitede toekomstige werkomgeving van de scholier. Bijhet Euro College is niet nagelaten dat te accentueren:de school heeft een strakke voorkant, die nog eenswordt geaccentueerd door een schoorsteen, eenrestant van de melkfabriek die vroeger op dit terreinwas gelegen.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 4 9Het functionele Programma van Eisen van het Euro CollegeRuwe schets van hetconcept: een `collage' vanop zichzelf herkenbaregebouwenBegane grond van het EuroCollege, met rechts onderinhet open Leer CentrumAls je ietsnieuws beoogt,dan iscreativiteitvereist."Volwasseneneducatie wordt steeds belangrijker ende drempel voor volwassenen om `terug te gaan naarde schoolbanken' wordt lager als zij merken dat hetschoolgebouw veel weg heeft van hun eigen werk-situatie op kantoor", aldus Leon Thier. De tijd vaneen 24-uurs vraag naar onderwijs ligt volgens hemniet meer ver van ons. Een schoolgebouw dat zijndeuren niet meer sluit en waar continu leven is, pastdaar naadloos in.T R E - O n d e r w i j s g r o e pEen nieuw onderwijsmodel vorm mogen geven ineen nieuw bouwkundig `jasje', is een ideale situatie.Bijdeinvoeringvandeveranderingsprocessenwordtin eerste instantie gekeken of een en ander inpas-baar is in de bestaande huisvesting. Dit was ook hetgeval bij het Haagse Tinbergen Techniek, ??n van dembo-colleges van de TRE-Onderwijsgroep. Dit scho-lencluster werd vanaf het voorjaar van 1996 in degelegenheid gesteld om samen met drie andereopleidingsinstituten als koploper de studierichtingte moderniseren, zowel onderwijskundig als metbetrekking tot het versneld invoeren van Informatie-en CommunicatieTechnologie (ICT).AchtergrondenIn 1995 publiceerde Tinbergen Techniek eenambitieus plan waarin een veranderende visie opaantrekkelijk technisch beroepsonderwijs naarvoren werd gebracht: het projectplan 2000. Enkeleinhoudelijke motieven voor dit vernieuwingsplanwaren:? een jaarlijks teruglopend aantal leerlingen;? een groot percentage uitvallers;? een grote diversiteit aan voorkennis, leerstijl ensociale en culturele achtergrond onder deleerlingen.Daarnaast waren ook structurele vernieuwingennoodzakelijk. De Wet Educatie Beroepsonderwijs(WEB), die per 1 januari 1996 van kracht zou gaanworden, hield onder meer in dat het onderwijspro-gramma voortaan moest worden opgedeeld in deel-kwalificaties. Per deelkwalificatie zouden de leerlin-gen tentamens moeten afleggen en certificatenbehalen.Ookwerddeinhoudvanhetleerprocesvooreen belangrijk deel dwingend opgelegd, door eenstelsel van eindtermen waaraan de leerlingenmoeten voldoen, voordat ze een bepaalde deelkwali-ficatie kunnen behalen.OnderwijsmodelTinbergen Techniek besloot het traditionele klassi-kale onderwijs voor een belangrijk deel in te ruilenvoor meer activerende werkvormen: groepswerk enindividueel zelfstandig werken. Vooral het groeps-werk zou steeds meer aandacht moeten krijgen,omdat dit de beste werkvorm werd geacht voor hetontwikkelen van sociale vaardigheden en groepsver-antwoordelijkheid voor een gemeenschappelijkproduct.Aandergelijkekwaliteitenheefthetbedrijfs-leven expliciet behoefte.Naarmate de scholier vordert in zijn opleiding ver-mindert het aantal klassikale lessen steeds verder.Het aandeel zelfstandig leren in de vorm van indi-vidueel werken en groepswerk neemt daarentegentoe.RuimtebehoefteDe hiervoor geschetste modernisering van hetonderwijsmodel maakte ook een herstructureringvan ruimten en ruimtebehoeften noodzakelijk.Hiertoe werd architect Henk Spek van het architec-tenbureau `AB Architectuur & Bouwkunde' inge-schakeld. Allereerst was een ruimte nodig voor indi-vidueellerenincombinatiemeteenhoogIT-gehalte,het Open Leer Centrum. Deze behoefte was oplei-dingsbreed en de ruimte moest naast de bestaandelokalenruimte worden gevonden.A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 410Eerste verdieping van hetEuro College, waar zich ookde kantine bevindtTinbergen Techniek:realisatie van het OpenLeer Centrum in eenvoormalige gymzaalfoto: Karel Vereecken, Den HaagDe tijd van een24-uurs vraagnaar onderwijsligt niet meerver van ons.Al snel viel de keuze op de voormalige gymnastiek-ruimte, aangezien binnen het onderwijsmodelgeen behoefte meer is aan een aparte ruimte voorlichamelijke opvoeding. Een bijkomend probleemwas dat het architectonische model gelijk op diendete lopen aan de ontwikkeling van het onderwijs-kundige model, zonder dat dit laatste de kans kreegvroegtijdig uit te kristalliseren.Om dit probleem zo goed mogelijk op te lossenwerden enkele beslissingsstadia ingelast. Allereerstwerd de benodigde capaciteit bepaald. Vervolgenskon de definitieve plaats van de ruimte worden vast-gesteld. Daarna volgde een basisplan waarin destructuur van de IT-installatie werd beschreven. Tenslotte konden de werkplekken worden ingevuld.InvullingDe afmeting van de voormalige gymnastiekruimtemaaktehettoepassenvanentresolsmogelijk.Zokoneen werkplekbezetting van 130 personen inclusiefbijkomende apparatuur op een totaal werkoppervlakvan 295 m2worden bereikt. Dat komt neer op vier ?vijf werkgroepen, wat in lokalenbezetting een even-grote besparing kan opleveren.De bijbehorende kleed- en wasruimte werd benutvoor de staf, een spreekkamer, server-ruimte, balie-en ontvangstruimte, alsmede een toiletgroep.Door dit ontwerp konden de benodigde IT-netwer-ken sterk worden gecentraliseerd.ErvaringInmiddels is ??n gebruiksjaar verstreken. Ervarin-genzijnvergelekenmetverwachtingspatronenendealgehele conclusie kan zijn dat de gevormde ruimteeen goed antwoord is op de gevraagde ruimtebe-hoefte en invulling van het nieuwe onderwijsmodel.Het bouwkundig model, waarbinnen overigens ver-schillende varianten mogelijk zijn, wordt inmiddelsmet succes toegepast in de andere opleidingsinsti-tuten die bij dit voorbeeldproject betrokken zijn.H o g e s c h o o l L i m b u r gEen van de eerste initiatieven van het College vanBestuur van de in 1987 uit fusies ontstane Hoge-school Heerlen, was het ontwikkelen van een huis-vestingsplan. Het plan om alle opleidingen van dehogeschool, tot dan verspreid over een twaalftalgebouwen in Heerlen, Hoensbroek en Sittard, bijelkaar te brengen, kreeg in 1993 de definitieve goed-keuring van het Ministerie van Onderwijs en Weten-schappen. In 1994 koos het bestuur voor de locatieop een bedrijventerrein aan de zuidkant vanHeerlen; op loopafstand van het NS-station, nabijautosnelwegen en in de directe nabijheid van deOpen Universiteit.Op 2 januari 1996 fuseerde de Hogeschool Heerlenmet de HEAO-Limburg en de Hogeschool Sittard totde nieuwe Hogeschool Limburg. Hoewel het ont-werp voor de nieuwbouw al grotendeels was afge-rond, werd bij die fusie besloten ook alle Limburgsegezondheidszorgopleidingen in de nieuwbouwonder te brengen. Dit besluit leidde op de valreep toteen ingrijpende wijziging en uitbreiding van hetnieuwbouwplan.Uiteindelijk zijn vier faculteiten in het gebouwgehuisvest: Techniek, Gezondheidszorg, Onderwijsen Toegepast Management.StudielandschapDe nieuwbouw van de Hogeschool Limburg is op 22september 1998 geopend en biedt de vierduizendstudenten en vijfhonderd medewerkers een aan-trekkelijk studielandschap.Het beeld van een stad met straten en pleinen,waarop je mensen ontmoet, vormt de basis van hetontwerp. Aan die straten en pleinen liggen ge-bouwen waar je onderwijs volgt, practicum doet ofsamen met medestudenten aan opdrachten werkt.Dit studielandschap is ontworpen door AGS Archi-tekten&Planners. Projectarchitect was Jan Decker.Zijn rondleiding begint, staande v??r het gebou-wencomplex. Via een brug over enkele waterpartijenkom je op een overkapt plein: de ingang. Binnenge-komen sta je in het hart van het gebouw: de entree-hal, een overdekt plein, een verzamelpunt van aller-lei straten. Vanuit de hal voeren enkele trapjes naarbeneden het restaurant in.cement 1999 4 11Entree van de HogeschoolLimburgfoto: Bernard de Mol, the imagehouse, HeerlenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wEen stad metstraten enpleinen, waaropje mensenontmoet.De zes meter brede straten verbinden de elementenwaaruit de nieuwbouw is opgebouwd. Rechts van deentreehal ligt ??n onderwijsvleugel, links liggen ertwee. Aan de straten liggen de collegezalen, lesloka-len, practicumruimten, studielokalen en werkruim-ten. Op de verdiepingen zijn half gebogen loop-bruggen aangebracht. Omdat deze niet de helebreedte beslaan, kijk je vanaf hier naar hoger of lagergelegen verdiepingen. Door de glazen overkappingvalt daglicht tot op de begane grond.Vanuit de laatste vleugel loop je door naar een half-rond gebouw, omgeven door een glazen wand.Hierin zijn de practicumruimten en laboratoriaondergebracht.Eigen identiteitOndanks dat er duizenden gebruikers zijn, komt hetgebouwnietonpersoonlijkengrootschaligover.Elkefaculteit heeft zijn eigen identiteit. Naast de grote,gemeenschappelijke ontmoetingsruimten, hebbendefaculteitenhuneigenzitjesenkoffiehoekjes,waarstudenten en docenten elkaar ontmoeten, overleg-gen en contacten onderhouden.InspraakUniek was de inspraak die personeel en studentengedurende het project op het ontwerp hadden.Daartoe waren klankbordgroepen gevormd, waarinmedewerkers en studenten van de school vertegen-woordigd waren. Deze klankbordgroepen ontwik-kelden allerlei plannen voor het nieuwe gebouw.In totaal waren er 75 van zulke `interne' projecten.Onder meer werden plannen ontwikkeld voor hetrestaurant, koffiepleinen, collegezaalmeubilair eneen mediatheek.Flexibel ruimtegebruikEen schoolgebouw moet misschien wel een halveeeuw meekunnen. Het gebruik verandert echtergedurende deze tijd. Het gebouw moet mee kunnengroeien en dat betekent dat lokalen, aansluitingen enbedieningvanapparatuurdeelbaarmoetenzijn.Ookuitbreiding in tijden van groei moet echter mogelijkzijn. Om de flexibiliteit in de indeling te vergroten,is het aantal kolommen zoveel mogelijk beperkt. Ditheeftgeresulteerdinoverspanningenvanmaarliefstveertien meter.cement 1999 412Artist impression, staandevoor de hoofdentreeDe halfgebogen gangenvoeren daglicht tot op debegane grondfoto: Bernard de Mol, the imagehouse, HeerlenHet gebouw zal niet gauw groeien door aan tebouwen. Groei wordt opgelost door langere dagen,lestijden die bijvoorbeeld `s avonds doorlopen. Erzijn tachtig lokalen, dus een uur extra betekenttachtig extra lessen.H y p o t h e e kHet ontwerpen van schoolgebouwen bevindt zich,zoals de hier gepubliceerde voorbeelden laten zien,nog duidelijk in een experimentele fase. De sterkeversobering die de scholenbouw in de jaren tachtigkenmerkte, is evenwel verlaten. Alhoewel de budget-ten voorlopig beperkt zullen blijven, is er weer aan-dacht voor architectonische vormgeving. Schoolbe-sturen zullen dit gegeven ten volle moeten benutten.Ondanks de uiteenlopende ontwerpopdrachten diein dit artikel aan de orde zijn gekomen, zijn toch ookenkeleparallelleontwikkelingenzichtbaar:deschoolwordt in de eerste plaats een ontmoetingsruimte,waarinleerlingenwordenvoorbereidopeensnelver-anderende samenleving. De grenzen tussen `leren'en `leven' vervagen; het schoolgebouw van de toe-komst biedt mensen de gelegenheid een leven langte leren.Werd in de jaren zeventig de oplossing nog gezochtin een grote mate van flexibiliteit van het onderwijs-gebouw, nu wordt het zwaartepunt neergelegd bij deflexibiliteit van het individuele leerproces. Hetmoderne toverwoord is `studiehuis'. Deskundigenvoorspellen dat we ons, vooraleer het bij het studie-huis behorende veranderingsproces is voltooid, alver in de volgende eeuw zullen bevinden. De hypo-A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i tei t sb o u wcement 1999 4 13theek op onze toekomst heeft ditkeer een lange looptijd. sHenk WapperomOveral in het gebouw zijn er ontmoetingsruimtenfoto: Bernard de Mol, the image house, HeerlenDe mediatheek van de Hogeschool Limburgfoto: Philip Driessen, Maastricht
Reacties