Dit eerste gedeelte van het verslag omvatde berichtgeving van de openingszitting ende werkzittingen Kwaliteit en Hoogbouw.Het tweede gedeelte van het verslag wordtgeplaatst in een volgend nummer vanCement.Duitse Betondag 1985(1)*Keulen, 25-27 april jl.Eenmaal per twee jaar organiseert de DuitseBetonvereniging een Betondag, die is uitge-groeid tot een meerdaags congres waaraaneen groot aantal vakmensen deelnemen. InKeulen waren ongeveer 3000 belangstellen-den bijeen, onder wie buitenlanders uit 15landen. Centraal tijdens deze bijeenkomstenstaat hetgeen er de afgelopen tijd door Duit-sebedrijven is gebouwd, maar daarnaast ko-men nieuwe ontwikkelingen op het vakge-bied aan de orde. Het programma omvatte26 lezingen, verdeeld over 6 werkzittingen:- kwaliteit;- hoogbouw;- onderzoek en ontwikkeling;- utiliteitsbouw;- waterbouw;- bruggenbouw.Tijdens de derde werkzitting was er ook ge-legenheid deel te nemen aan excursies,waarvan die naar het Walraf-Richartz enLudwig museum alsmede Philharmonie inKeulen, de meest interessante bleek te zijn.Ook een van de lezingen was geWijd aan ditspectaculaire bouwwerk, dat aan de voet vande Dom is gelegen.OpeningszittingTijdens de openingszitting ging de voorzittervan de Deutscher Beton-Verein, Dr.-Ing.Georg L?cking, uitgebreid in op de schade-gevallen van met name voorgespannen be-tonnen bruggen en viaducten waarmeeDuitsland de afgelopen tijd is geconfron-teerd. In de periode van grote bouwactiviteitis het materiaal beton op grote schaal toege-past en is er in enkele decennia meer ge-bouwd dan in eeuwen daarvoor, aldus l.?c-king. Talrijke bouwwijzen en -methodiekenzijn ontwikkeld, die soms ook schaduwzijdenbleken te hebben. Dat een aantal betonnenbruggen momenteel moet worden hersteld,achtte L?cking in geen verhouding staan totde miljarden die de Duitse samenleving heeftbespaard dank zij het ruime gebruik dat vanvoorgespannen beton is en wordt gemaakt.Er is nog geen enkele brug ingestort, zo ver-volgde hij, en dat is ook niet te verwachten,want alle bruggen worden regelmatig ge?n-specteerd.In de Duitse pers is het aantal van 8000 brug-gen genoemd waarmee problemen zoudenzijn. Van verschillende zijden is tijdens de bij-eenkomst in Keulen dit aantal sterk overdre-Cement XXXVII (1985)nr. 7ven genoemd. Dat er problemen zijn is nietontkend, maar een nauwkeurige inventarisa-tie laat thans nog op zich wachten.Waar het om gaat is de geconstateerdescheurvorming. Gesteld werd dat niet elkescheur in een betonbrug een gebrek is; dui-delijk zichtbare scheuren duiden er in het al-gemeen op dat de deugdelijkheid van deconstructie te wensen overlaat. Maar de nau-welijks met hetblote oog waarneembare fijnescheuren zijn zowel voor de stabiliteit als deduurzaamheid van het bouwwerk onschade-lijk. Over de schade-oorzaken werd nog ge-zegd dat de hoeveelheid verkeer explosief isgegroeid, zowel in aantal als aslasten. Uit tel-lingen is bovendien gebleken dat 40% vanhet vrachtverkeer met zwaarderebeladingenrijdt dan wettelijk is toegestaan, waardoorbruggen die op basis van oude belasting-voorschriften werden gebouwd, mogelijkoverbelast raken.Een aantastingsmechanisme waarmee ookterdege rekening moet worden gehouden isde dooizoutbelasting van de wegdekken. Ineen strenge winterperiode wordt per jaar on-geveer 40 ton strooizout per km weg opge-bracht. Dit veroorzaakt een laag dooizout-water van 10 tot 15 cm, wat een aanzienlijkebelasting betekent.Aandacht voor kwaliteitNaar aanleiding van deze problemen zei devoorzitter dat kwaliteit het beste antwoord isdat de betonbouw kan geven. De eerstewerkzitting was dan ook aan dit onderwerpgewijd.Met het uitspreken van zijn openingsredebe?indigde L?cking zijn voorzitterschap vande Duitse Betonvereniging, dat hij 12 jaarheeft bekleed. Zijn opvolger is Dr.-Ing. HansWittfoht (61jaar oud), directeur van het aan-nemingsbedrijf Polensky & Z?llner in Ham-burg en sinds 1984 eveneens president vande FIP (F?d?ration Internationale de la Pr?-contrainte).Naar de mening van Wittfoht zijn er vier on-derwerpen die in de komende tijd met voor-rang onderzocht moeten worden, zo steldehij in zijn toespraak.1. Belangrijkste doel moet zijn de kwaliteitvan de bouwwerken. Fouten uit het verledendienen ter lering. Met betrekking tot de sterktoegenomen belasting van het milieu moeter zoveel mogelijk naar gestreefd worden delevensduur van bouwwerken te vergroten562door de betonsamenstelling en oppervlakte-bescherming te verbeteren.2. Nader onderzoek is nodig naar de vraagwat de meest doelmatige voorspangraad isen welke methodiek het beste resultaatgeeft. Hoe is het samenspel tussen voor-span- en zachtstaalwapening.3. Bij het ontwerpen van bouwwerken moe-ten eenvoudig onderhoud en het gemakkelijkinstand kunnen houden voorop staan.4. Het herstellen van opgetreden schadedient vakbekwaam te gebeuren, dat wil zeg-gen met kennis van de constructie en van detoe te passen materialen.In drie lezingen werden verschillende deel-aspecten behandeld. Als eerste sprak Dr.-Ing. Hans Blaut over de noodzaak van kwa-liteitsborgingop basis van een integrale aan-pak. Als modern voorbeeld van kwaliteits-zorg in de bouwwereld, noemde hij de bouwvan de stormvloedkering in de Oostersehel-de. Bij dit project is duidelijk aangetoond datkwaliteitszorg niet alleen betekent het bou-wen 'naar beste weten en kunnen', maar hetmoet ook gestoeld zijn op creativiteit en be-heerstheid.Reconstructie Congreshal Berlijnde Berlijnse Congreshal werd in de jaren1956/57 in korte tijd gebouwd, naar een ont-werp van de Amerikaanse architect HughStubbins. Het gebouw is een geschenk vanAmerika aan Berlijn. Op 21 mei 1980 brak dezuidelijke boog van het dak boven de opleg-ging af, wat tot grote consternatie in de be-tonbouwwereld leidde. Over de oorzaken isop vele plaatsen gepubliceerd, zo ook in Ce-ment, zie nr. 9 van 1981. In oktober van datjaar werd besloten de congreshal te restau-reren, op voorwaarde dat het uiterlijk onver-anderd ten opzichte van de aanvankelijkebouw zou blijven, terwijl het gebouw klaarmoet zijn als de stad Berlijn haar 750 jarigbestaan herdenkt in 1987.Over het reconstructieplan sprak de ook inons land bekende Dipl.-Ing. Helmut Bom-hard uit M?nchen. In 1971 was hij een vande sprekers op de Nederlandse Betondagover de bouw van een onderhoudshangar opde luchthaven van Frankfurt.Het reconstructieplan van de congreshalvoorziet in een constructief en bouwfysischtotaal ander plan dan het oorspronkelijke. Fi-guur 1toont de oude situatie met de randbo-1Oude situatie van het dak Congres halBerlijn; vormgevend dak en het dak vanhet auditorium zijn ??n geheel2Nieuw ontwerp vormgevend dak3Nieuw ontwerp van het dak van hetauditoriumgen die met trekstangen zijn verankerd aande ringbalk die steunt op de wanden van hetauditorium. Ten opzichte van deze situatiewordt eerst nu het oorspronkelijke architec-tonische ontwerp tot werkelijkheid gebracht:de draagconstructie van de schaal wordt losgehouden van het auditorium (fig. 2 en 3).Dit geeft zowel constructief als bouwfysischeen betere oplossing. Het auditorium ver-krijgt een eigen dak en wordt daarmee eenzelfstandige constructie. Deze scheiding vanfuncties: afsluitend dak en vormgevend dakwas van meet af aan de grondgedachte voorde reconstructie. Hiermee worden proble-men vermeden waar het geluid-,;warmte- enbrandisolatie betreft. Inwendige schuifspan-ningen door temperatuursverschillen tussenbuiten en binnen bij een enkel dakvlaktredenniet op en het grote dak behoeft niet te wor-den voorzien van een warmte-isolatie enevenmin van een binnenbekleding.Het oude dak van het auditorium dient alleennog als bekisting voor het volledig nieuwedak dat als schaalconstructie daarop gestortCement XXXVII (1985)nr. 7zal worden. De oude ringbalk wordt tot rand-element van deze schaal verzwaard. Doorconstructief lichtbeton toe te passen alsme-de door het feit dat wind- en sneeuwbelas-ting alleen op het buitendak werken, blijvende oorspronkelijke gewichtsverhoudingengelijk.Het grote dak wordt geheel nieuw gebouwd,nu volgens een systeem zonder trekband.Het dakvlak tussen de randbogen is opge-bouwd uit geprefabriceerde platen die mo-nolitisch met elkaar worden verbonden doorter plaatse te storten ribben die eveneensworden vastgestort aan de randboog meteen randlijst. De reconstructie is thans in uit-voering.Nieuwbouw Wallraf-Richartz museumen Ludwigmuseum, alsmedeConcertzaal en parkeergarageOp een van de uit historisch oogpunt bezienmeest waardevolle plaatsen in de stad Keu-len, namelijk tussen Domplein en Rijnoever,is een zeer complexe bebouwing momenteelvolop in uitvoering (foto 4). In opdracht vande stad Keulen worden gebouwd: 2 musea,een concertzaal die plaats zal bieden aan2000 bezoekers en een ondergrondse par-keergarage voor 420 auto's. Architect van ditcomplex is het bureau Busmann & Haberer.Van de aannemer Strabag Bau AG hield Dr.-Ing.R. Tredopp een voordracht.In de periode 1979-1981 is begonnen met debouw van een steunconstructie voor despoorbaan die vlak langs het complex loopt(fig. 5). Verder is toen de parkeergarage inuitvoering genomen waartoe een apartebouwput was aangelegd. De bodem van degarage ligt 1 m onder gemiddeld Rijnniveau.Vlak daarop is de bouwput voor concertzaalen de beide musea gegraven.De parkeergarage telt 7 Split-level lagen. Debouwput was geformeerd met achterwaartsverankerde diepwanden en een onder watergestorte betonpla?t van 1,5 m dikte diendeals bodemafsluiting van de bouwput. Defun-dering bestaat uit stalen trekpalen die na hetheien met beton zijn gevuld. De palen zijnverankerd in de vloerplaat van de parkeerga-rage en lopen praktisch zonder wrijving doorde bodemplaat van de bouwput. Tussen bei-de betonplaten bevindt zich een 0,4 m dikkedrainagelaag.Museum en concertzaal zijn in een soortge-lijke bouwput gerealiseerd, waarbij geziende verschillende aanlegniveaus, alleen bij deconcertzaal stalen met beton gevulde palen5Dwarsdoorsnede nieuwe bebouwing5634Ingeklemd tussen de Dom, het R?mischGermanisches museum, de spoorbaan ende rivier worden twee musea gebouwdalsmede een concertzaal enparkeergaragezijn toegepast om opdrijven tegen te gaan.De aansluiting van depalen aan de vloerplaatvan de concertzaal die voor de waterdicht-heid is voorzien van een bitumineuze afdich-ting, vindt plaats met speciale stalen mutsen.Deze worden verankerd aan de palen en 10-pen met een kraagconstructie door de af-dichtende betonplaat van de bouwput.De gezamenlijke vloeroppervlakte van debeide musea bedraagt 25000 m2, bij een in-houd van 256 000 m3? De concertzaal heefteen amfitheater-achtige opbouwen reikt totdiep in de grond. De geluidseisen maakteneen scheiding met de omringende bebou-wing noodzakelijk, waardoor een gebouwbinnen een gebouw ontstond. Het dak vande zaal is een zgn. 'holle' gewapend-beton-vloer, die door 10 stalen vakwerkliggerswordt gedragen. Deze liggers bezitten eenexcentrisch geplaatst middenknooppuntboven de orkestbak. De staalconstructieblijft zichtbaar.Boven de concertzaal komt in de toekomsthet museumplein, als verbinding tussenDomplein en Rheingarten. Het project zal inde zomer van 1986 in gebruik worden geno-men.van de open ruimte en aan de einden bevin-den zich traptorens die de beide gebouwde-len verbinden (fig. 8). Beneden het halniveauligt een parkeergarage, gedeeltelijk ??n entwee verdiepingen hoog.In verband met een variabele kamerindelingin de kantoorvleugels, is gekozen voor eenpatroon met 1,20 m brede raamelementen.Een standaard kamer bezit daardoor eenbreedte van 3 x 1,20 = 3,60 m.De gevels van de kantoorvleugels zijn gepre-fabriceerd. Ze bestaan uit kolommen, waar-bij de standaardkolom drie verdiepingenhoog is, en borstweringselementen die daar-aan worden bevestigd. Zeer veel aandachtis besteed aan de bouwfysische eigen-schappen van deze gevelconstructie.Ook de traptorens zijn opgetrokken met ge-prefabriceerdebetonelementen.De kantoorvleugels hebben een traditioneleindeling: kamers aan weerszijden van de ver-bindingsgang. De constructie omvat eendubbele kolommenrij in het midden waarop440 mm hoge doorgaande balken zijn opge-legd. Van gevel tot gevel over de kolommendoorgaand zijn vloerplaten gelegd die vaneen ter plaatse gestorte druklaag zijn voor-zien.De bouw van het Z?blin-huis gaf deze bouw-maatschappij de gelegenheid te laten zienwelke mogelijkheden het materiaal betonbiedt in haar eigen behuizing. De nauwe .sa-menwerking die tussen architect en con-structeurs is gegroeid, leidde niet alleen totde realisatie van het gewenste bouwwerk,maar ook tot detailoplossingen van con-structieve en bouwfysische problemen diezonder meer ideaal zijn te noemen.In juni 1982 verkreeg B?hm de opdracht, indecember van dat jaar viel de beslissing totbouwen, waarmee in maart '83 is begonnen,terwijl het gebouw in december 1984 in ge-bruik is genomen.Vloeroppervlakte 25652 m2, gebouwinhoud79309 m3, inhoud van de grote binnenhal40908 rnrn",Dit gebouw is de moeite waard naderhand ineen apart artikel uitgebreid te bespreken.P.L. Spits... .7Plattegrond8DwarsdoorsnedeB?ros,0111,"umeI1 515 801 515 5151 \;170i17d!! !e>?-581Het Z?blin-huis in StuttgartDe ook in ons land bekende Duitse architectGottfried B?hrn, heeft zijn bureau in Keulen,maar is daarnaast verbonden aan de Techni-sche Hochschule in Aken. Een van zijnzeer bekend geworden bouwwerken is deBedevaartkerk in Neviges, gebouwd aan heteind van de jaren '60. In Cement nr. 10 van1969 is hieraan een uitgebreid artikel gewijd.Tijdens de Betondag hield de thans??-jarlqeB?hmeen lezing over een door hem ontwor-pen bouwwerk dat inmiddels in gebruik is ge-nomen, te weten het Z?blin-huis in Stuttgart(foto 6).Op een terrein van 1,6 ha aan de zuidkantvan Stuttgart isbet hoofdkantoor van de A.G.Ed Z?blin gebouwd, dat plaats biedtaan 600tot 700 employ?s. Het ontwerp van B?hmomvat twee evenwijdiggels, bijna 100 m lang en 7 verdiepingenhoog. Deze twee vleugels staan 24 m uit el-kaar (fig. 7). Een zadelvormig glazen dakoverspant de open ruimte tussen de tweekantoorvleugels. De kopse zijden van het ge-bouw zijn eveneens van glas. In het midden6HefZ?blin-huis in Stuttgart (bekroond metde Afchitekturpreis Beton 1985)Cement XXXVII (1985)nr. 7 564
Reacties