IWATERBOUW IMATERIALEN IDI~VERSTERKING~TCOLLOIDAALBETONINZEELANDJJ. van der Ploeg, Rijkswaterstaat directie Zeeland, MiddelburgH.H.M. Soen, Mebin BV, afdeling Technologische Adviezen, AmsterdamDe stormvloedkering in de Oosterschelde maakt deel uit van een integraal systeemvan waterkeringen, waarin de dijken in het Oosterschelde-bekken nog steeds eenbelangrijke rol vervullen. Door het sluiten van de stormvloedkering bij zware storm,wordt in de Oosterschelde een laag stagnant peil gecre?erd. De stormwindveroorzaakt dan een zware golfbelasting op een lager gedeelte van de dijktaluds danvoorheen. Daarom is een programma voor dijkversterking uitgevoerd, waarbij ookcollo?daal beton is toegepast. Deze toepassing toont een van de vele potenti?lemogelijkheden voor collo?daal beton.Op 4 oktober 1986 werd de de stabiliteitvan de dijken blijftgewaar- ren krijgen dan voorheen. De geslotenstormvloedkering in de Oos- borgd. stormvloedkering houdt namelijk welterschelde in gebruik gesteld, De uit te voeren dijkversterkingen be- het water maar niet de wind tegen. Deals bekroning van een langdurig en ge- treffen glooiingen die bij sluitingvan de stormwind veroorzaakt bij een laagcompliceerd bouwproces. Het credo bij stormvloedkering op een laag waterpeil stagnant peil in het Oosterschelde-bek-de ingebruikstelling luidde: Zeeland een veel sterkere golfbelasting te verdu- ken een geconcentreerde golfaanval opveilig. Niet vergeten moet worden dat ,--_____________--, glooiingen die daar niet op berekendnaast de stormvloedkering ook de dij- Schel11atische doorsnede zijn (fig. 1). Het betreft voornamelijkken van het Oosterscheldebekken en de Oosterseheldedijk glooiingen die zijn opgebouwd uit Vil-compartimenteringsdammen deel uit- 1;:============================:;-1maken van een integraal systeem vanwaterkeringen.Na de beslissing tot het bouwen van destormvloedkering kwam alsneldevraagaan de orde op welke wijze de storm-vloedkering zou worden beheerd: opgrond van welke strategie zou de keringworden geopend en gesloten? Het ant-woord op deze vraag is niet zo eenvou-dig als men misschien zou denken. Eenverantwoorde beslissing vereiste eendiepgaande studie naar de effecten vansluiting van de stormvloedkering op dewaterhuishouding achter de kering,met aspecten als veiligheid, milieu envisserij. Deze studie is uitgevoerd doorde projectgroep BARCON (BARier-CONtrol)van Rijkswaterstaat, in de pe-riode 1978 -1985 (lit. 1).Bij het analyseren van de veiligheid vanhet totale systeem van stormvloedke-ring, dijken en dammen zijn verschil-lende bezwijkmechanismen be-schouwd in relatie tot diverse water-standenin het Oosterscheldebekken, bijeengesloten stormvloedkering. De ana-lyse heeft o.a. geleid tot de conclusie dateen programma van dijkverbeteringenmoest worden uitgevoerd om te waar-borgen dat bij diverse beslissingscriteriavoor sluiting van de stormvloedkering50= partieel versterkte o.s._dijkenc::::::J niet versterkte o.s._dijkenlIII!IIIIIlIlII dammen__ overige waterkeringen_ versterkt metcollo?daalbetonkruinCement 1988 nr. 12voordse steen. Dit is een gladde, enigs-zins afgeplatte steen, afkomstig uit deomgeving van Vilvoorde, in het westenvan Belgi?. De stenen zijn in het verle-den op de glooiing met de hand gezet.De onderlinge samenhang van de ste-nen is niet groot; de samenhang wordtvoornamelijk ontleend aan vast ingesla-gen kleine steenstukken (zgn. stoppen)en uit begroei?ng van zeewieren enschelpdieren.Voor verbetering van de samenhang be-staan twee alternatieven:- ter plaatse de samenhang verbeteren;- uitbreken en vervangen door een an-der glooiingtype.Versterking van bestaande dijkenOmdatde tweede oplossing, hetvervan-gen van de Vilvoordse steen door eenzwaardere constructie, bijvoorbeeld be-tonnen bekledingselementen, kostbareaanpassingen vergt van het bestaandedwarsprofiel van de glooiing, is waarmogelijk gekozen voor het versterkenvan de bestaande bekleding. Op dezwaarst aangevallen plaatsen is eenzwaardere bekleding aangebracht. Eeneconomische afweging dus.Het programma van de dijkversterkingis voorbereid door Rijkswaterstaat di-rectie Zeeland in samenwerking met debetrokken Waterschappen en is in 1986uitgevoerd. De drie Waterschappen, na-melijk die van Schouwen-Duiveland,Noord- en Zuid-Beveland en Tholen,hebben het werk in hun beheersgebiedafzonderlijk aanbesteed. In totaal betrofhet een te behandelen oppervlak vancirca 80.000 m2?Het uiteindelijke programma bestaatuit drie onderdelen:- ingieten van de Vilvoordse steen metgietasfalt;- ingieten met collo?daal beton;- aanbrengen van een zwaardere bekle-ding op de zwaarst aangevallen plaat-sen.Gietasfalt wordt door de Zeeuwse wa-terschappen al langer voor dit doel toe-gepast. Voor- en nadelenvan ditmateri-aal zijn dus bekend. Collo?daalbeton isin Nederland pas rond 1980 op demarktge?ntroduceerd. Ten opzichte van asfaltwas de milieuvriendelijkheid een be-langrijk argument.Collo?daalbeton wordt overigens al be-duidend langer in Duitsland en Belgi?toegepast.Belangrijkste kenmerk ten opzichte vanhet normale beton is de zeer grote sa-menhang van de betonspecie, waardoorbij een vrije val in water nauwlijks uit-spoeling optreedt. De specie zou daar-door zonder bezwaar in open waterkunnenworden gestort. In eenvolgendeCement 1988 nr. 12paragraafwordt nader op de betontech-nologische aspecten ingegaan.Omdat de versterking van dijkbekle-dingen een nieuwe toepassing van col-lo?daal beton was, is in samenwerkingmet de Mebin BV, in september 1985een praktijkproef uitgevoerd op eendijkvak nabij Stavenisse, op het eilandTholen. Op basis van de proefresultatenis besloten 30.000 m2glooiing, verdeeldover diverse lokaties, met collo?daalbe-ton te verstevigen. Het werk is uitge-voerd in de (na)zomer van 1986.In het navolgende worden achtereen-volgens behandeld:- technologische aspecten van collo-idaalbeton;- proefvak Stavenisse;- uitvoering dijkverbetering;- conclusies.Collo?daalbetonCollo?den zijn zeer kleine deeltjes; dedeeltjesgrootte ligt tussen de afmetin-gen van moleculen en die van nog netmet de microscoop zichtbare deeltjes.Dergelijke uiterst kleine deeltjes zullenin eenvloeistofofsuspensie niet uitzak-ken, maar vrijwel onbeperkt blijvenzweven. Als de concentratie collo?daledeeltjes groot genoeg is, zullen deze tengevolge van de onderlinge aantrek-kingskrachten, de suspensie een sterkesamenhang geven (in wezen is dit het-zelfde effect als wat wordt bereikt doorverdikkingsmiddelenaanbepaalde voe-dingsmiddelen toe te voegen). De collo-iden die als hulpstof aan betonspecieworden toegevoegd, bestaan in hoofd-zaak uit natuurlijke polymeren, die inde meeste gevallen zijn vervaardigd uitcellulose. Deze polymeren zijn dan welgemodificeerd voor het gebruik in hetsterk alkalische milieu in betonspecie.Collo?dale betonspecie onderscheidtzich door zijn bijzondere samenhang.De cohesie is zodanig datbij eenvrijevaldoor water nauwlijks uitspoeling op-treedtvan cement en andere fyne delen.De toepassing van deze bijzondere be-tonsoort moet dan ook voornamelijk inde waterbouw worden gezocht. Collo-idaalbeton kan immers zonder specialestortrnethoden onder water worden ge-stort en op oevers in de getijde-zoneworden aangebracht.In verband met toepassing in de water-bouw moet nog een ander aspect wor-den genoemd. De waterdoorlatendheidis een belangrijk aspect van dijk- en oe-verbekledingen. Voldoende waterdoor-latendheid voorkomt dat ten gevolgevan waterstandverschillen waterdruk-ken onder de bekleding ontstaan, waar-door deze beschadigd zou kunnen wor-den. Voor het realiseren van dijkbekle-dingen met enerzijds voldoende sterkteenstijfheidenanderzijdsvoldoendewa-terdoorlatendheid, is 'open beton' eeninteressante optie. In open beton, ookwel korrelbeton genoemd, ontbreekt dezandfractie geheel of gedeeltelijk. Ook.collo?daalbeton kan zowel met een ge-sloten als met een open structuur wor-den vervaardigd. De hulpstoffen die be-tonspecie een 'collo?daal' gedrag verle-nen, maken het vervaardigen van zoge-naamd 'open beton' aanzienlijkeenvou-diger dan bij normaal beton het geval is.Het collo?dale karakter van de specievoorkomt namelijk dat de cementpastavan de grindkorrel druipt.PenetratievermogenDe sterke samenhang van de collo?dalebetonspecie heeft natuurlijk ook groteconsequenties voor de verwerkingsmo-gelijkheden.Dichte collo?dale betonspecie vertoonteen vreemd 'traag' vloeigedrag.De specie 'kruipt' als het ware. Bij hetmetenvan de zetrnaatlijktde kegel aan-vankelijk maar weinig in te zakken; naeen wachttijd van circa 30 secondenwordt evenwel toch een zetmaat vanminimaal 20 cm gemeten!Metditgedrag is ookhetgoede penetra-tievermogen van de specie verklaard;langzaam maar zeker zoekt de speciezijn weg, vult holtes op en sluitstrakaanop het steen- ofbetonoppervlak.Het penetratievermogen van open col-lo?daalbeton blijft enigszins achter bijdat van de dichte types. Indien echter dekorrelgrootte correct wordt afgestemdop de afmetingen van de te penetrerenruimten zijn alleszins bevredigende re-sultaten bereikbaar.Vermeldenswaard is dat het penetratie-vermogen van beide mengseltypen on-der water nog beter is dan boven de wa-terlijn 'in het droge'.Eenmaal verhard onderscheidt collo-idaalbeton zich nauwelijks meer vannormaal beton.Het gebruik van collo?dale hulpstoffenbrengt bij de aanmaak van de betonspe-cie wel een verhoging van de waterbe-hoefte mee. Hierdoor is de druksterkte10 ? 15% lager dan van overigens gelijksamengesteld beton zonder hulpstofDoor aanpassing van bijvoorbeeld hetcementgehalte is dit te compenseren.De permeabiliteit van dicht collo?daal-beton is ondanks het hogere waterge-halte beslist niet groter dan van normaaldicht beton. Dit is aangetoond aan dehand van proefseries waarin de water-indringing overeenkomstig DIN 1048 isbepaald.51IWATERBOUW IMATERIALEN2Verwijderen van de begroe?ng opde gloo?ng met behulp vanhogedrukspuiten3 Ten behoeve van het aanleggenvan een proefVak is de gloo?ngover enige lengte schoongemaakt4Overzicht van proefVak teStavenisse, kort na het aanbrengenvan het collo?daalbetonProefvak StavenisseDeervaringen met collo?daalbetonvoorwerken aan de kust in Zeebrugge (Bel-gi?) en voor oeverbekledingen in Duits-land toonden aan dat collo?daalbetoneen goed alternatief vormt voor pro-dukten op bitumenbasis. Met daarbij debewezen duurzaamheid van betonin deNederlandse waterbouw was een solidebasis aanwezig voor toepassing van col-lo?daal betonop deZeeuwsedijken. Omevenwel dejuiste mengselsamenstelling I - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - jvast te stellen in relatie tot de werkme-thode en de eisen die aan het werk wor-den gesteld, is bij Stavenisse op het ei-land Tholen een aantal proefvakkenaangelegd.Hierbij is ook de methode van voorbe-handeling van de glooiingen be-schouwd. De te versterken glooiingenliggen namelijk in de getijde-zone enzijn veelal begroeid met zeewieren enmet schelpdieren. Deze biologischeaangroei op en tussen de stenen moetv.olledig worden verwijderd om vol-doende penetratie en aanhechting vande betonspecie mogelijk te maken. Ge-bleken is dat schoonspuiten met hogewaterdruk (circa 500 bar)goede resulta-ten opleverde (foto's 2-4).De voorafgeformuleerde eisen ten aan-zien van het collo?daalbeton waren alsvolgt:1. Het uitspoelgedrag moet zijn afge-stemd op het werken in de getijdezo-ne.Hoewel vrijwel alle betonspecie, om-wille van de eenvoud van de uitvoe-ring, bij laag water, dus in het droge, isverwerkt, zal hetwatervrij kort na hetstorten opkomen waarbij een voort-durende golfoploop over de pas aan-gebrachte specie optreedt.2. Het penetratievermogen moet grootzijn: de wat platte Vilvoordse steen isbetrekkelijk dicht gezet: de te vullenholtes zijnvrij smal en diep. Toch die-nen deze holtesvoor een goedeveran-kering van de stenen tot onderin ge-vuld te worden.3. De betonsterkte en duurzaamheiddienen tenminste overeen te komenmet een sterkteklasse B 17,5 waarbijrekening moet worden gehoudenmet de toepassing in zeewater.52 Cement 1988 nr. 12Op basis van deze uitgangspunten zijntwee betonsamenstellingen geselec-teerd voor beoordeling in de proefvak-ken:Mengsel I: op basis van grind met maxi-male korrelgrootte 8 mm en 360 kghoogovencement klasse A;Mengsel II: op basis van grind metmaxi-male korrelgrootte 16 mm en 340 kghoogovencement klasse A.Verwerking van de collo?dale betonspe-cies was aanvankelijk gedacht met eenbetonpomp. Bij de uitvoering van hetproefvak bleek al snel dat hetveelvuldigverplaatsen van de pomp het tempodrukte.Daarnais gekozenvooreeneenvoudigersysteem van verwerken waarbij gebruikis gemaakt van een hydraulische kraanvoorzien van een bak.Deze bak werd rechtstreeks vanuit detruckmixer gevuld waarna de specie 1----------------+------------------1door de kraan over het talud werd ge-spreid en verder handmatig werd ver-deeld.Controle van de eigenschappen van beton-specie en betonHet collo?daalbeton voor de proefvak-ken (en later ook voor de feitelijke leve-ranties) is betrokkenvan een betonmor-telcentrale gelegen binnen de regio opcirca 30 minuten van het werk.Tijdens produktie en verwerking zijnsteeds monsters getrokken voor de di-verse bepalingen. Gelet op devoorafge-stelde eisen zijn met name de volgendeeigenschappen gecontroleerd:De bestandheid tegen uitspoelen.Hiervoor is gebruik gemaakt van een'uitspoelproef' waarbij een geperforeer-de metalen korfmet een bepaalde hoe-veelheid betonspeciedrie maaldoor een1,70 m hoge waterkolom valt; na iederedoorval wordt het ~ewichtsverlies vande specie gemeten (foto 5).Hoewel de methode nog niet is genor-meerd wordt deze beproeving in eenaantal landen op exact dezelfde manieruitgevoerd.Het massaverlies mag bij deze proef nadrie maal doorvallen maximaal 5% be-dragen.Consistentie/vloeigedragGezien het gewenste penetratievermo-gen is gestuurd op een zetmaat van mi-nimaal 22 cm en een 'uitvloeimaat'(hiermee wordt bedoeld de doorsnedevan de speciekoek op de schudtafel) vanminimaal 40 cm. Een zeer vloeibarespecie dus.Volumieke massa/kubusdruksterkteDe belangrijkste resultaten zijn weerge-geven in tabel 1.Cement 1988 nr. 125 De bestandheid tegen uitspoelingwordt gecontroleerd Il1et deuitspoelproef. Daarbij wordt eenbepaalde hoeveelheid betonspecie ineen stalen korfje in vrije valneergelaten in een waterkoloIl1 van 170CIl1 hoogte, waarna het gewichtsverlieswordt geIl1eten. De foto's tonen hetopvallende verschil in uitspoelgedragtussen collo?daalbeton (links) engewoon beton (rechts)53IWATERBOUW IMATERIALENmengsel I mengsel II360 kg/m3 hc-A 340 kglm3 hc-Agrind 0 - 8 mm grind 0 - 16 mmzetmaat 23 cm 22 cmuitvloeimaat 40 cm 38 cmschudmaat 47 cm 44 cmtemperatuur 19 oe 19 oeuitspoeling na 3x 2,4 %(rn/m) 2,4 %(rn/m)doorvallenkubusdruksterkte:- na 7 dagen 20,8N/mm223,5 N/mm2- na 28 dagen 29,4N/mm238,1 N/mm2volumieke massa 2175 kg/m3 2170 kg/m3TabellGegevens van de twee mengselscollo?daalbeton, die zijn verwerkt in deproefvakken te Stavenisse6 Boren van een proefstuk uit demet collo?daalbeton ingegotenglooi?ngOp basis van waarnemingen op de7Het uitgeboorde proefstuk toontaan dat de betonspecie voldoendepenetreert tussen de vilvoordse steenglooiing ging al snel de voorkeur uit 1 - - - - - - - - - - - - - - - - - ' - - - - - - - - - - - - - - - - - - 1naar mengsel I. Dit mengsel op basis vanzeer f~n grind bleek beter te penetrerenin de zeer nauwe holten.tussen de Vil-voordse stenen.Na verharden is de penetratiediepte ge-controleerd door boorkernen uit deglooiing te nemen (foto's 6-7).Nog opgemerkt dient te worden dat inbovenstaande mengsels het grind 0-16riviergrind was met een overwegendronde korrelvorm;het grind 0-8 was ge-broken zeegrind. Dit zeegrind had eenvrij ruw korreloppervlak.Bij eerdere toepassing van collo?daalbe-ton in Limburg waarin rond Maasgrindmet een grootste korrel van 8 mm wasverwerkt waren betere resultaten ver-kregen,zowelwatbetreftde druksterkte(als gevolg van de lagere waterbehoefte)als het betere penetratievermogen vandeze specie.Een snel opgezette serie laboratorium-proevenwaarin beide toeslagmaterialennaast elkaar zijn ingezet bevestigde dezeverschillen.In overleg met de betrokkenen bij hetproefvak Stavenisse is daarna beslotende keuze te bepalen op het mengsel methet f~ne grind (0-8 mm) met dien ver-s~~nde dat dit rond riviergrind diende tezlJn.Uitvoering 30 000 m 2dijkverster-king met collo?daalbetonDe uitvoering van de dijkversterkingenis door elkvandedrie betrokkenWater-schappen afzonderlijk aanbesteed, opbasis van de bestekken en tekeningendie door Rijkswaterstaat en de Water-schappen zijn ontwikkeld. Ook het toe-zicht op de uitvoering was in handenvan de Waterschappen. Het onder hogedrukschoonspuitenvan de glooiingenisafZonderlijk opgedragen aan het daar-voor gespecialiseerde bedrijf TroostPernis Groep, uit Spijkenisse.Het werk is in het tweede halfjaar van541986 uitgevoerd door de firma's ]aarts-veld uit Steenbergen (voor Tholen),Zinkcon uit Papendrect in combinatiemet]anse uit Middelburg (voor Noord-en Zuid-Beveland) en De Klerk uitWerkendam (voor Schouwen-Duive-land).De betonspecie is op het talud gebrachtmet hydraulische kranen en verderhandmatig verdeeld; voor taludgedeel-ten dievoor de hydraulische kranen nietgoed bereikbaarzijn, is eendragline meteen kubel ingezet.De te verwerken hoeveelheden collo-idaalbeton waren sterk wisselend, af-hankelijkvan de openheid van de steen-bezetting. Gemiddeld is circa 120 kgcollo?daalbeton per m2dijkbekledingverwerkt.EvaluatieSinds de uitvoering in 1986 is er destrenge winter van '86/'87 geweest. Zo-doende bestaat er thans al een aardigbeeld van het gedrag van de versterktebekledingsconstructies onder uiteenlo-pende omstandigheden. De met collo-idaalbeton versterkte dijkvakken heb-ben zich uitstekend gehouden. Ook bijzware geconcentreerde golfbelasting isgeen schade aan de bekleding opgetre-den. Wel is op diverse plaatsen lichtescheurvorming geconstateerd. Dezescheurvorming wordt geweten aan hetopvriezen van het stortmateriaal onderde bekleding, tijdens perioden metstrengevorst.Wat ookeenrol kan spelenis de plaatwerking dit ontstaat door devulling met beton; de dijkbekledinggaat functioneren als een stijve plaat-constructie. Zware golfaanvallen resul-teren in trillingen in de stijve plaat,waardoor scheurvorming kan optreden.Deze scheurvorming heeft niet totmerkbare verzwakking van de bekle-ding geleid.Het effect van de uitgevoerde verster-king is duidelijk naar voren gekomenten tijde van de sluiting van de Oester-dam. Deze sluiting is, in afwijking vande oorspronkelijke plannen, uitgevoerdals een zandsluiting in plaats van eensluiting met blokken; bezuinigingen la-gen hieraan ten grondslag. Ter beper-king van de stroomsnelheden in het ge-biedvan de Oesterdamis gedurende eenCement 1988 nr. 12I IREPARATIEONDERHOUD EN REPARATIEVAN BETONCONSTRUCTIES(xn en slot)KWALITEITSZORG BIJ BETONREPARATIESir.w.H.de Brabander, INTRON, instituut voor materiaal- en milieu-onderzoek nv, HoutenDeze aflevering van de artikelenserie over onderhoud en reparatie is gewijd aankwaliteitszorg. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan de certificatie diebetonreparatiebedrijven kunnen verkrijgen op basis van de ErkenningsregelingBetonreparatiebedrijven.Hiermee wordt de artikelenserie afgesloten, wat niet betekent dat nu alles besprokenis. Van enkele aspecten moest gaandeweg de serie om organisatorische redenenworden afgezien, zoals detectietechnieken en reparatie onder water. Deze zullen dekomende jaargang als 'losse' artikelen verschijnen. Betonreparatie blijft eenbelangrijkaandachtsveld voor Cement. Over de resulaten van technischeontwikkelingen en wetenschappelijk onderzoek zal zo actueel mogelijk wordengepubliceerd.De artikelenreeks 'Onderhouden Reparatie van betoncon-structies' heeft eenindrukwek-kende hoeveelheid waardevolle infor-matie toegankelijk gemaakt voor dege-nen die bij het repareren van beton be-trokken zijn. Kennis garandeert noggeen kwaliteit. Daarvoor is meer nodig,zoals ervaring, praktische vakbe-kwaamheid en een doelmatige organi-satie. Voor het toetsen van de kwaliteitdie een betonreparatiebedrijfin staat iste leveren, is een ErkenningsregelingBetonreparatiebedrijven ontwikkeld.Deze regeling voorziet in de mogelijk-heid een offici?le erkenning verleend tekrijgen voor het deskundig uitvoerenvan betonreparatiewerkzaamheden. Devoorwaarden van deze erkenning wor-den in dit artikel aangeduid.De regeling kan ook worden gezien alsVervolg van pagina 54periode van twee weken de stormvloed-kering gesloten geweest. Een dergelijkelangdurige sluiting is afwijkend van desluitingsstrategie die in de inleiding vandit artikel is genoemd.Juist in deze pe-riode trad er een zware storm op, zodateen geconcentreerde golfaanval ont-stond gedurende een langere periodedan bij normaal beheer van de storm-vloedkering het geval zou zijn. Hier-door is schade opgetreden aan juist diedijkvakken die niet waren versterkt.Deze schade heeft dus bevestigd dat deCement 1988 nr. 12structureel middel om de beschikbarekennis van schademechanisemen, repa-ratiemiddelen -en methoden daadwer-kelijk in de bedrijven te doen toepassen.Dit raakt niet alleen de betonreparatie-bedrijven maar zeker ook opdrachtge-vers, de door hen ingeschakelde repara-tieadviseur en de leveranciers van be-tonreparatiemiddelen.Dit structurele middel kan door de op-drachtgevers/beheerders worden ge-hanteerd bij de opdrachtverlening voorhet voorbereiden en uitvoeren van on-derhoud aan bouwwerken van beton,door bedrijven in te schakelen die 'er-kend' zijn. Erkend zijn betekent dat ergerechtvaardigd vertrouwen bestaat dathet bedrijf beton repareert in overeen-stemming met de vastgelegde eisen.bestaande dijkbekledingen niet bestandzijn tegen geconcentreerde golfaanval-len op een laag niveau en dus versterktmoeten worden. Deze bevestiging heeftnog geleid tot enige uitbreiding van hettoen reeds uitgevoerde programma.Inspecties van de dijkvakken die zijnversterkt met collo?daalbeton leren datde bekleding goed functioneert. Dezetaluds zijnweervolop begroeid metzee-wieren en schelpdieren, wat belangrijkis voor het ecologisch systeem in hetOosterscheldebekken.Ervalt eengeringeerosiewaar te nemen,Dit artikel begint met een algemene be-schouwing over de gebruikszekerheidvan een bouwwerk, in combinatie metonderhoud. Vervolgens wordt uitge-breid stil gestaan bij het betonreparatie-proces, de beheersing ervan en welkepartijen bij dit proces betrokken zijn.Uitvoerig wordt de ErkenningsregelingBetonreparatiebedrijven behandeldmet aandacht voor de werkstructuur.Tenslotte wordt de uitvoeringvan de er-kenningsregeling toegelicht.In een volgend artikel zal de systematieken de opzet voor het kwaliteitssysteem,vastgelegd in een kwaliteitshandboek,en het functioneren ervan binnen hetbetonreparatiebedrijfworden belicht.De gebruikszekerheid van eenbouwwerk van betonIn deel I van deze artikelenreeks is eenin de orde van enkele millimeters mate-riaalverlies per jaar. De verwachting isdat aan de versterkte dijkvakken gedu-rende 20 jaar geen belangrijke onder-houdswerken nodig zijn.Literatuur1. BARCON beheer Oosterscheldeke-ring, overdruk artikelenserie in PT Ci-viele Techniek; Rijkswaterstaat directieZeeland, 19872. Betonnen bekledingen op dijken enlangs kanalen; VNC, 198655
Reacties