De werkzaamheden van de Stuvo in Nederlanddoor Ir. A. S. G. BruggelingVoordracht gehouden op het Congres te Gent van 9-13 September 1951Het doe! van dit korte overzicht is niet het inextenso behandelen van de onderwerpen,welke door de STUVO in Nederland wordenbestudeerd en aan de hand van proefnemingenaan een onderzoek worden onderworpen. Alssecretaris van deze vereniging meen ik mij temoeten beperken tot een uiteenzetting van dewijze, waarop de STUVO haar doel tracht tebereiken.In het voorjaar van 1949 besloten enige --veelal jonge -- technici, die zich speciaal methet onderwerp voorgespannen beton bezig-hielden, in besioten kring de verschillendeprobiemen, welke zich bij toepassing van ditnieuwe bouwmateriaal voordeden, te bestu-deren en te bespreken.Er bestond reeds op dat tijdstip, ondanks deweinige uitgevoerde werken, grote behoefteaan onderling contact. De praktijk had reedsbewezen, dat vele onderwerpen gezamenlijkmoeten worden onderzocht om een snelle tech-nische vooruitgang te kunnen bewerken, zoals:de kwaliteitseisen voor het hoogwaardigestaal,de ,,ontspanning" van hoogwaardig staalonder hoge spanning,de veiligheid van constructies in voorgespan-nen beton,bestudering van in het buitenland uitgevoer-de werken.Men realiseerde zich terdege, dat er ver-schillende details zijn, waarover moeilijk eenopenhartige bespreking kan worden gehoudenin verband met fabricagegeheimen e.d. Niet-tegenstaande dat dit bezwaar aanwezig is,werd toch besloten zo openhartig mogelijk tezijn, waartoe de leden zich hebben verbonden.Op 11 Mei 1949 werd de STUVO (Studievereni-ging tot Ontwikkeling van Voorgespannen be-ton) in Den Haag opgericht in een vergadering,waar dertien personen aanwezig waren. TotVoorzitter werd Ir. J. A. H. H a r t m a n n ge-kozen.Reeds spoedig bleek bij de Betonvereenigingen haar bestuur grote interesse te bestaanvoor de werkzaamheden en het doel van deSTUVO, waarna een goede samenwerking werdverkregen, doordat op 28 Maart 1950 de STUVOeen onderdeel van de Betonvereeniging werdmet eigen terrein van werkzaamheid, finan-ci?n e.d.Om U een duidelijk inzicht te geven van deaard en in de wijze van werken van de STUVO,moge ik enige punten uit het huishoudelijkreglement van de STUVO onder uw aandachtbrengen.Artikel 2De Kring stelt zich ten doel:het bevorderen van de ontwikkeling op theo-retisch en practisch gebied van het voor-gespannen beton, zonder enige commerci?leinslag.Artikel 3De Kring tracht haar doel te bereiken door:1. het verzamelen van gegevens op weten-schappelijk, technisch en economisch ge-bied, betreffende de voorgespannen be-tontechniek;2. het houden van besprekingen en voor-drachten, benevens het organiseren vanexcursies voor de leden van de STUVO;3. het in samenwerking met het bestuur derBetonvereeniging organiseren van voor-drachten en excursies in groter verband;4. het in studie nemen van voorkomendeproblemen en het stimuleren van experi-menteel onderzoek;5. het aanleggen van een litteratuur-ka lotheek ten behoeve van de leden;6. het medewerken aan het opstellen vanvoorschriften op het gebied van het voor-gespannen beton;7. het aanknopen van connecties met gelijk-soortige buitenlandse verenigingen naoverleg met het bestuur der Betonvereeni-ging.Artikel 4De STUVO bestaat uitsluitend uit persoonlijkeleden, welke, hetzij persoonlijk, hetzij middels hun functie, lid van de Betonvereeni-ging zijn.Men kan lid worden op uitnodiging van hetbestuur van de STUVO, hiertoe gemachtigddoor de ledenvergadering met een meerder-heid van 2/3 van het aantal uitgebrachtegeldige stemmen.Een voordracht tot het lidmaatschap kan ge-schieden:a. door het bestuur ofb. schriftelijk door 3 leden aan het bestuui.Art. 4 toont de speciale aard der vereniging:250het lidmaatschap kan alleen verkregen wordendoor uitnodiging. Op deze wijze tracht deSTUVO te bereiken, dat de kring klein blijft,zodat do verschillende problemen ,,om detafel" kunnen worden besproken.Op dit ogenblik telt de STUVO circa 30 leden.Het is de wens van het merendeel der STUVO-leden, dat indien mogelijk, het totaal aantalleden in de toekomst niet of niet belangrijkzal toenemen.Ais onderdeel van de Betonvereeniging heeftde STUVO echter altijd de gelegenheid overafgeronde onderwerpen in breder verband(d.w.z. de Betonvereeniging) de discussi?ren.De Betonwereld van Nederland blijft op diemanier op de hoogte van hetgeen in de STUVOtot stand is gekomen.Voor speciale onderwerpen bleek zelfs deSTUVO-kring te groot, zodat daarom weer spe-ciale commissies zijn ingesteld, die bepaaldeonderwerpen bestuderen.De STUVO telt in samenwerking met andereverenigingen vier commissies:1. Commissie tot onderzoek van de brandveilig-heid van constructies in voorgespannen betonVoor dit onderwerp bestaat grote belangstel-ling, gezien de toepassing van voorgespannenbeton in utiliteitsgebouwen (havenloodsen, fa-brieken, magazijnen).De commissie telt naast de STUVO-leden ookverschillende andere leden uit de betonwereld.De proeven door deze commissie vastgesteldworden door enige belangrijke instanties opbetongebied gefinancierd.In de publicatie van Dipl.-Ing. G. B a a r ? ) isreeds het resultaat van een incidentele brand-proef beschreven.2. Commissie tot vaststelling van richtlijnenbetreffende de veiligheidsco?ffici?nt vanconstructies in voorgespannen betonIn STUVO-inleidingen werd de veiligheidsco?f-fici?nt van constructies in voorgespannen be-ton op verschillende wijzen benaderd. Dit on-derwerp is van het grootste belang gebleken,omdat de vormgeving van constructies in voor-gespannen beton grote invloed heeft op dezeveiligheidsco?ffici?nt.Bovendien speelt de uitvoering (aard der ce-mentinjecties) een grote rol, zodat het belangvan een deskundig bouwbedrijf nogmaals dui-delijk werd onderstreept.Om te kunnen discussi?ren over de veilig-heidsco?ffici?nt van constructies in voorge-spannen beton, dient men zich eerst te reali-seren, wat het begrip veiligheidsco?ffici?ntbeduidt en welke eisen aan de grootte vandeze co?fficient dienen te worden gesteld.Dat ook de toe te laten betonspanningen alsfunctie van de druksterkten van het beton eenrol spelen werd door de commissie duidelijknaar voren gebracht.Ir. J. A. H. H a r t m a n n zal dit onderwe'p inzijn inleiding nader belichten *).3. Commissie Mechanisch verdichtenvan beton (M.V.B.)Door de Betonvereeniging werd op initiatiefvan de STUVO bovengenoemde commissie in-gesteld. Het doel van de commissie is zekerniet beperkt tot bestudering van de eigen-schappen van mechanisch verdicht beton tenbehoeve van het voorgespannen beton. Integen-deel, de commissie stelt zich ten doel eenbreder pubiek voor te lichten over de eisen,welke aan apparatuur, betonmengsels, verwer-king e.d. bij toepassing van mechanische ver-dichting moeten worden gesteld. Het werk-terrein van de commissie is uitgebreid, dekennis ovar een en ander nog summier, maarhet enthousiasme is groot.4. Commissie BetonstaalDeze commissie is tot stand gekomen in sa-menwerking met de Kruipcommissie van deBond van Materialenkennis. In deze commissiehebben dan ook verscheidene staaldeskundi-gen zitting, terwijl een tweetal STUVO-leden,waarvan een de functie van voorziter in decommissie bekleedt, de problemen, welke bijvoorgespannen beton rijzen, voor het voetlichtbrengen. De taak van de commissie is het be-studeren van de kwaliteitseisen en de eigen-schappen van hoogwaardig staal voor voor-gespannen beton. In verschillende vergaderin-gen van de STUVO werd aandacht besteed aanhet onderwerp hoogwaardig staal:Inleiding 1 behandelde reeds het kruipen vanhoogwaardig staal, zoals dit onderwerp doorIr. p a d u a r t naar voren was gebracht.Reeds aan deze eerste inleiding was een ont-?) Zle blz. 132--135.*) Zie het artikel in Cement 3 (1951) Nr 9-10,blz. 151--152.werp: ,,Algemene eisen, waaraan hardstaalten behoeve van constructies in voorgespannenbeton moet voldoen" toegevoegd. Deze eisenworden nu in de commissie ,,Betonstaal" na-der bestudeerd. De praktijk heeft echter ge-leerd, dat deze ,,Algemene eisen", welke tendele aan de APNOR ?) waren ontleend, eengoede maatstaf geven voor de keuring vanhoogwaardig staal.Dat afwijking van de voorgeschreven diametervan het staal niet te groot mag zijn, bewezende onlangs met staal voorgekomen problemenmet de verankering van het draad.Ge?ist wordt dat de schijnbare elasticiteits-modulus (helling van de raaklljn aan de rek-kromme) bij een staalspanning, welke 80% vande staalspanning bij de 2 %o grens is, ten min-ste 18 000 kg/mm2 moet zijn. In verschillendegevallen, waarbij het draad niet aan deze eisvoldeed, werd een grote ,,ontspanning" vanhet staal gemeten.De kruipproeven en de ontspanningsmetingen,zoals deze door Prof. Magnel zijn uitge-voerd, werden eveneens bestudeerd en ver-geleken met de in Nederland gemeten be-proevingsresultaten.Prof. de S t ri j c k e r (Leuven) hield een voor-dracht voor de STUVO over het onderwerp:Onderzoek naar de grootte van de ,,Ontspan-ning" bij hoogwaardig staal.Ook Dr. Ir. W. J ? n i c h e (Duitsl.) hield voorde STUVO een voordracht onder de titel: Uberdie Festigkeitseigenschaften und Beanspruch-barkeiten von Spannbetonst?hle.Ondanks deze voorlichting van vele zijdenbleek het van het grootste belang, in eigenkring de eigenschappen van het hoogwaardigestaal te onderzoeken; dit nu leidde tot de op-richting van de commissie Betonstaal. Dezecommissie is eerst kort met haar taak begon-nen. Toch konden in overleg met T.N.O. reeds,,ontspanningsproeven" worden voorbereid.Ook deze proeven zullen door verschillendeinstanties worden gefinancierd. De commissieis, evenals Prof. de Strijcker; tot de conclusiegekomen, dat het geenszins een eenvoudigetaak zal zijn, de grootte van de ,,ontspanning"van bepaalde kwaliteiten hoogwaardig staal-draad te bepalen.Het onderzoek op lange termijn is pas begon-nen met het doel door correlatie uit de resul-taten een korte proef (keuringsproef) te vin-den, waaraan he hoogwaardige staal moet vol-doen, opdat men ervan overtuigd kan zijn, datde ,,ontspanning" van het staal binnen bepaalde grenzen blijft. Maar zover is men thansnog niet.Toch meen ?k het grote belang van een derge-lijk onderzoek met kracht te moeten bepleiten.Men mag als constructeurs in voorgespannenbeton niet voortbouwen op ondeugdelijk?grondslagen.Bij voorgespannen beton wordt met twee materialen (beton en staal) gewerkt, waarvan deeigenschappen (kruip, krimp en ontspanning)te weinig bekend zijn. Wat het materiaal betor.betreft, blijken de kruip- en krimpwaarder.sterk afhankelijk te zijn van de ter plaatse ge-bruikte grondstoffen en van de verwerking;methoden. Wat het staal betreft, speelt defabricagemethode, dus de fabriek van her-komst, een zeer grote rol.De nog onlangs in Nederland opgetredenmoeilijkheden met hoogwaardig staal, moeilijk-heden waarvan nu nog de juiste oorzaken nietgoed bekend zijn, bewijzen het grote belang,dat aan een dieper inzicht van de eigenschap-pen van het hoogwaardige staal moet wordengehecht. De door de STUVO in overleg metanderen ingestelde commissie Betonstaal zaldeze problemen alleen op kunnen lossen doorinternationale samenwerking met de in anderelanden bestaande commissies en met de in-dustrie.Uit het bovenstaande moge blijken, dat deSTUVO zich met de bestudering van verschil-lende belangrijke onderwerpen bezighoudt.Het aantal van deze onderwerpen is veel gro-ter dan hierboven is vermeid, terwijl ook doorde ontwikkelingsgang steeds nieuwe onder-werpen de aandacht vragen.Het voorgespannen beton staat nog een g-otetoekomst te wachten, maar deze ligt in handenvan de constructeurs in voorgespannen beton.Alleen door gezamenlijke krachtsinspanning" kanhet ons gelukken, alle problemen betreffendehet voorgespannen beton op te lossen. Indiendeze problemen internationaal zullen wordenaangepakt, is de STUVO gaarne beieid haarsteentje bij te dragen.?) Franse voorschriftenCement 4 (1952) Nr 13-14
Reacties