DE UITDAGING DIEHOOGBOUW HEETHoogbouw mag weer in Nederland. Instedebouwkundige plannen en nota's van degrote gemeenten blijkt men hoogbouw te zien als mogelijkheid tot verbetering vande binnensteden en realisatie van de compacte stad. Nu dit zo blijkt te zijn, dienenzich de financieel-economische en de bouwtechnische aspecten aan als punten vannadere aandacht en studie. Naar aanleiding van een symposium van de StichtingHoogbouw op 20 april 1988, verleent dit tijdschrift een bijdrage aan het denken overhoogbouw met enkele artikelen gewijd aan de constructieve enuitvoeringstechnische aspecten.Dit inleidende artikel omvat het verslag van een ori?nterend gesprek dat de redactiehad met drie bestuursleden van de Stichting Hoogbouw.Ten behoeve van dit inleidende artikelhad de redactie een vraaggesprek metdrie bestuursleden van de stichting, teweten:ir.G.F. van Otterloo,voorzitter(wethou-der Financi?nen Volkshuisvesting, DenHaag),ir.C.M.Schwencke, secretaris (Schwenc~ke Rosbach, architecten) en Dipl.-Ing.JNJA.Vambersky (Corsmit, Raadge-vend Ingenieursbureau).De belangrijkste gedachten uit deze be-spreking zijn hier bijeengebracht.Praten Over hoogbouw:Van links naar rechts: G.F. van Otterloo, C.M. Swencke,Stichting HoogbouwOm de ontwikkeling van hoogbouw inNederland te bevorderen, werd in 1984deStichting Hoogbouw opgericht. Indeeerste jaren vooral om het onderwerphoogbouw bespreekbaar te maken.Daartoe zijn studiebijeenkomsten be-legd, studiereizen georganiseerd en pu-blikaties uitgegeven. Nu de eerste doel-stelling is bereikt, wil men de deskun~digheid bevorderen inzake het beoor-delen van de haalbaarheid van projec-ten. Zo is onder meer een onderzoekge-start naar de markt voor hoge woonge~bouwen.Deze ommekeer is inmiddels door heelwat architecten en ingenieurs met en-thousiasme ontvangen. Hoogbouw iseen welkome uitdaging voor ontwer-pers die hun grenzen willen verleggen.Enkele vragen dringen zich op: Hoeverkunnen de grenzen worden verlegd?Hoe hoog kan erop de Nederlandse bo-demworden gebouwd? Welke materia-len en constructies komen daarvoor hetmeest in aanmerking? Hoe be?nvloedenmogelijkheden in ontwerp en uitvoe-ring elkaar?Vragen, waarop het antwoord de nodigestudie zal vergen. Als bijdrage in hetdenken over hoogbouw en het strevennaar geschikte constructieve oplossin-gen, brengt Cement in dit nummer eenaantal artikelen over de belangrijksteontwerpaspecten van hoogbouw.OP het ogenblik wordt over de. wenselijkheid van hoogbouwveel positiever gedacht dan inde jaren '70. De begrijpelijke negatievereacties op het eerste resultaat van in-dustrialisatie in de vorm van monotonehoge woonblokken en kantoorgebou-wen zijn kennelijk uitgewerkt.Het gewijzigde economisch klimaatheeft ongetwijfeld tot deze veranderingin denken over prestigieuze gebouwenbijgedragen. Dewens van hetbedrijfsle-ven naar exclusieve kantoorruimte opaantrekkelijke lokaties in de grote ste-den wordt, waar dit mogelijk is, geho~noreerd. En dat leidt er toe, gezien de .-__~ ~ ~~ ~~ ~ ~_beperkingen aan grondoppervlak, datmeer dan vroeger naar hoogbouwwordt gestreefd.Echte hoogbouw bestaat in Nederlandnog niet. Ontwerpenwaarmee de hoog-tegrenzen van vroeger worden door-broken zijn er al wel. Enkele ervan ver-keren in een vergevorderd stadium vanvoorbereiding.10 Cement 1988 nr. 4M.G.P.Nelissen,J.NJ.A Vambersky enJ.H. K?hneArgumenten voor hoogbouw inNederlandHet voor de hand liggende argumentvoor hoogbouw, nl. betere benuttingvan het schaarse grondoppervlak, geldtook voor de Nederlandse Randstad.Maarditkan niet de enige redenzijn. Degrondprijzen zijn namelijk hier noglang niet zo hoog dat dit automatischleidt tothoge gebouwen. Inde Randstadschommelt de verhouding tussengrondkostenenbouwkosten rondom de20/80, terwijl mondiaal gezien er me~tropolen zijn waar die verhouding om-gekeerd is. Ongetwijfeld zullen degrondprijzen in Nederland nog stijgen.Schwencke noemt als tweede argumentvoor hoogbouwde behoeftevanhetbe-drijfslevenaan representatieve kantoor-ruimte op tot de verbeelding sprekendelokaties. Dat is een ontwikkeling diezich in het buitenland al langer geledenheeft ingezet. Het succes van het WTCin Amsterdam bewijst dat deze trendook in Nederland navolging vindt. Menhuurt daar voor de bedrijfstop per jaareen bepaald aantal vierkante meters, in-clusief alle denkbare voorzieningen(vooral ook veiligheid), terwijl het ove-rigekantoorpersoneel in een soberderkantoor in de provincie blijft. Het ge~bruik van zulke grote kantoorpandenvoor voornamelijk representatievedoeleinden stelt hoge eisen aan de flexi-biliteit van de indeling, in verband metde veranderende ruimtebehoefte vanhuurders. Ter illustratie: in het WTC isten behoeve van interne verhuizingeneen ploeg van 100 personen continuwerkzaamaan wijzigingenin het interi-eur.Voor het realiserenvari dergelijke hoog-bouwprojecten zullen met name grotebeleggers ge?nteresseerd zijn. Compli-cerende factoren zijn hierbij in de eersteplaats de genoemde flexibiliteit, wat bijhet ontwerp van de constructie meestalneerkomt op de eis van grote overspan-ningen, en voorts het risico voor de be~legger. Het enorme vloeroppervlak ver-tegenwoordigt bij tegenvallende huureen grote financi?le last. Daarom ko-men voor eventuele investeringsplan-nen voor beleggers uitsluitend aantrek-kelijke lokaties in aanmerking. Dezeblijken vooral gesitueerd te zijn in debinnensteden van Amsterdam, Rotter-dam en Den Haag.Voorwoningbouw is ereenvergelijkba-re situatie. Alleen de schaarser worden-de grond in de Randstad leidt nog nietautomatisch tot hoogbouw. De bevol-kingsoverloop is immers naargroeiker~nen buiten de stad gegaan. Er is evenweleen toenemend aantal mensen die geldoverhebbenvoor eenwoning 'op niveau'in de stad. Deze kennelijke woningbe-hoefte heeft geleid tot plannen voorwoontorens in Rotterdam (aan deBoompjes, inmiddels gerealiseerd, enhet Weena), Amsterdam (aan het IJ) enDen Haag.In Den Haag is onlangs dewoontoren Bezuidenhout opgeleverd(25 verdiepingen, in sociale woning-bouw) en zijn er vergevorderde plannenvoornogvierwoontorensvandergelijkehoogte.Belemmeringen voor hoogbouwInde grotestedenzijner momenteel be-stuurlijk geen wezenlijke belemmerin-gen voor hoogbouw. Volgens Van Ot-terloo zijn de belemmeringen meer vantechnische aard. Hij constateert dat debouwtechniek en de aannemerij in Ne-derland nog niet voldoende zijn inge-speeld op deze markt.Voorde projectendie nu zijn of worden gerealiseerd,maakt men gebruik van bouwmetho-den voor laagbouw die zijn geoptimali-seerd ten behoeve van de hoogbouw.Hierdoor kan men nog wel de sprongvan 10 naar 20 ?25 verdiepingen maken,maar dan is de grens wel bereikt.Sinds de bouw van de Medische Facul-teit in Rotterdam, in 1966-1968, meteen hoogte van 110 m, is er in feite in deuitvoeringstechniek nauwelijks iets ver-anderd. VanOtterloo pleit voor innova-ties in uitvoeringstechniek en -organi-satie en in materiaalontwikkeling, omtot een werkelijke hoogbouwtechniekte komen. Vambersky en Schwenckevallen hemhierinbij. Ookzij menen dathet in Nederland ontbreekt aan vol-doende expertise op architectonisch enconstructiefgebied om tot echte hoog-bouw te komen.Totnu toe zijnde mees-te ontwerpen een extrapolatie van laag-bouw. Meer aandacht zou bijvoorbeeldmoeten worden besteed aan de moge-lijkheid van multi-functioneel gebruik.Overigens bestaat op dit gebied ook inandere landen nog weinig ervaring. Vande 100 hoogste gebouwen in de wereld,zijn er niet meer dan 6 ontworpen opmulti-functioneel gebruik. Dat neemtniet weg dat veel lering kan worden ge-trokken uit hetgeen in bijvoorbeeld inde Verenigde Staten, Japan enHong-Kong is gerealiseerd.Lering uit de VSEen van de opvallende omstandighedenwaarin de Nederlandse bouw zich vandie in de Verenigde Staten en ookFrankrijk onderscheidt, is volgens VanOtterloo de betrekkelijk geringe in-vloed van claims en verzekeringen.Omdat men in de VS voor ontwerpfou-ten Zwaar kan worden aangepakt, wordtdaar veel meer ontwikkelingswerk ge-daan om technische oplossingen te toet-sen en te vervolmaken. Zodoende is ereen voortdurende technische ontwik-keling die grotere prestaties mogelijkmaakt.Cement 1988 nr. 4 11Van Otterloo: Technischebelenuneringen voor hoogbouwm.oeten door innovatie vanuitvoerlngstechniek en -organisatieworden weggenom.enfoto's: Henk van der VeenSchwenke illustreert dit met voorbeel-denvanbelangrijkeAmerikaanse arcm-tecten, die vanwege ontwerpfouten ja-renlang n?et ondereigenverantwoorde~lijkheid kondenwerken. Zulkeomstan-digheden dwingen tot uitermate zorg-vuldige studies naar de consequentiesvan ontwerpoplossingen. Ditwerpt z'nvruchten af. Nu worden Amerikaansearcmtecten bijvoorbeeld ingeschakeldvoor de hoogbouwprojecten in de Lon-dense Docklands. Vambersky wijst opdeontw?kkeling in de VS om voor hogegebouwen een megastructuur te kiezenals drager van inbouwstructuren die defunctionele voorzien?ngen omvatten.De toepassing van hoogwaardig betonen andere hoogwaardige materialen isdaar reeds praktijk. In dit verband pleitVan Otterloo ook voor meer aandachtvoor de afbouw. Voorspecialisatieszoalsgevelconstructies, lifttechn?ek e.d., be-staat een markt in Nederland, zoals datmet een onlangs opgericht ingenieurs-bureau dat zich uitsluitend met gevel-bekledingen bezighoudt, al is aange-toond.VerwachtingenHoogbouw zal in Nederland doorzet-ten. Er moet echter nog veel expertiseworden opgedaan. De nu gebouwde enin aanbouw zijnde projecten dragenhier zeker toe bij, maar eris meer nodig.12Materiaalonderzoek moet leiden totlichtere draagconstructies (hoogwaar-dig beton, staal-betonconstructies!) enonderhoudsvrije gevels. Glas en alurn?-n?um zijn nu nog vaak favoriet, maar deverwachting is dat gepolijst graniet alsgevelbekleding een grote toekomstheeft.En er is een grondige bezinn?ng nodigop transpoftsystemen op debouwplaats.Zoals Schwencke het zegt: Hoogbouwvere?st hoogwaardig denken en hoog-waardig doen.Hoogbouw is een n?euw gebied van debouwmarkt in Nederland. Een gebieddat n?euwe kansen cre?ert voor de bu-reaus en bedrijven. Het is te hopen datdeze kansen kunnenworden benut, ookwanneer de concurrentie op een vrijeEuropese markt zal toenemen.Het onderwerp zal de komende tijd nogregelmatig terugkomen in Cement.J.H.K?hneM.G.P.Nel?ssenSymposinm hoogbonw, 20 april1988De Stichting Hoogbouw wil het hoog-waardig denken een stimulans gevenmet een symposium op 20 april a.s. ?nhet Congresgebouw te Den Haag, waarinternationaalbefaamde ontwerpers in~leidingen zullen houden over de arcm-tectuur en constructie van hoogbouw.Het programma van het symposium isopgenomen ?n de berichtenrubriek el-ders in dit nummer.Cement 1988 nr. 4
Reacties