8EJAARGANGDe toepassing van deglijdende bekisting23-24DECEMBER1956CEMENTtijdschrift gewijd aancement en betonalgemeen-redacteur:ing. G. J. Hamer(verantwoordelijk voor de inhoud)redactie-secretaris :H. M. Mosredactie-adres:Herengracht 507, Amsterdam-C,telefoonnummer: 38531administratie-adres:Nw. Achtergracht 102-104, A'dam-C,tel. 56968, Postgiro 525812 t.n.v. N.V.Uitg. Mij. ,,Met Couragie", A'damabonnementsprijzen :1. Nederland, Indonesi?,Overzeese Gebiedsdelen,Belgi? en Luxemburg 9,-- p. j.2. Studie-abonnementen voorT.H.-studenten, M.T.S.-ersen militairen 5,-- p. j.3. Buitenland 12,--p.j.overneming van artikelen en illu-straties na schriftelijke toestemminguitgave ENCI-CEMIJ n.v.door ir. H. E. Westenberg1. InleidingDe bedoeling van dit artikel is de lezer, aande hand van buitenlandse voorbeelden, eenalgemeen inzicht te geven van de mogelijk-heden en voordelen, die de toepassing vande glijdende bekisting voor de woningbouwheeft.Van belang is het hierbij na te gaan, hoe menmet deze bouwwijze in verscheidene landen--Denemarken, Zweden, Noorwegen, Fin-land en Duitsland-- de voor de woningbouwspecifieke problemen heeft opgelost.Met deze toepassingen voor ogen kan mentot de conclusie komen, dat dit 'bouw-systeem' zijn levensvatbaarheid heeft bewe-zen en een uitvoering ervan in Nederlandalleszins de moeite waard is in overwegingte nemen.De techniek van het bouwen met behulpvan de glijdende bekisting is door de bouwvan de radiotorens, zie de publicatie vanirH.J.J. Engel in Cement 7 (1955) Nr. II-12, momenteel weer meer in de belangstel-ling komen te staan. In onderstaand artikelwordt deze bouwmethode op zichzelf alsbekend beschouwd en zal daarom niet naderworden behandeld.Om het belang van deze bouwwijze voor dewoningbouw vast te kunnen stellen, is hetnuttig iets langer stil te staan bij de voor- ennadelen en deze te bezien in het licht van dewoningbouw.Een succesvolle toepassing komt zondertwijfel het best tot zijn recht, indien menalles er op richt, de specifieke voordelenzoveel mogelijk uit te buiten; hierdoor zalhet wel eens noodzakelijk zijn van enkeletraditionele opvattingen afstand te doen.2. VoordelenAls voordelen, die speciaal voor de woning-bouw van groot belang z?jn, kan mennoemen:a. verkorting van de bouwtijdDe grote snelheid van het bouwen met eenglijdende bekisting is kenmerkend. Eenstijgsnelheid van 3,5 m1per etmaal --ditbetekent voor de woningbouw ??n etageper dag-- is normaal. Doordat het aantalwerkkrachten ongeveer gelijk is als bij eentraditionele uitvoering, betekent deze ver-korting van de bouwtijd een aanzienlijkevergroting van de arbeidsproduktiviteit.Een conditie is, dat tijdens het glijden dagen nacht doorgewerkt moet worden. Ten-einde hiervan verzekerd te zijn is een per-fekte voorbereiding en organisatie van hetwerk noodzakelijk. Doordat de te verrich-ten werkzaamheden het vastgestelde tempomoeten volgen (vergelijk: lopende band),vormt men als het ware een team, waarinieder een vast omlijnde taak heeft, waardoorde 'leegloop' uiterst gering is. Het een enander komt vooral tot zijn recht bij het ge-bruik van een hydraulische klimapparatuur.Cement 8 (1956) Nr. 23-24De toepassing van de glijdende bekistingvoor de huizenbouw is inherent aan de ont-wikkeling van de hydraulische apparatuur,waarbij de klimvijzels door middel van eenelektrische pomp centraal worden bediend.De bouwtijd, waarmee een blok woningentot stand komt, is afhankelijk van het aantalfasen. Indien men het blok in ??n fase tege-lijk optrekt, zie tek. 2, bedraagt de tijdsduurvoor het glijden in dagen het aantal ?tages,dat het gebouw hoog is.In het geval van uitgestrekte woonblokken--zoals galerijwoningen-- wordt in de regelniet het gehele gebouw in ??n keer opge-trokken, maar in op elkaar volgende fasen,zodat een zekere mate van continu?teitwordt verkregen en met een geringer aan-tal werkkrachten kan worden volstaan.b. geen buiten-steigerwerkMen moet er naar streven, de gevels dus-danig af te werken, dat het niet noodzakelijkis na afloop van het glijden toch nog eenbuitensteiger aan te brengen. Voor het aan-brengen van de vloeren en balkons heeftmen echter wel een ondersteuningscon-structie nodig.c. gering bekistingswerkBij de traditionele ter plaatse gestorte be-tonbouw vergt de, immer arbeidsintensieve,bekisting vooral een voortdurende controleop de maatvoering. De glijdende bekistingmet een hoogte van 1,20 m1wordt slechts??nmaal gesteld en dient voor de totaal tebouwen hoogte. In verband met de aard vanhet werk moet aan de bekistingsconstructievoor het glijden meer aandacht, dus meerarbeid, worden besteed dan aan een traditio-nele bekisting van dezelfde hoogte.De glijdende bekisting is in horizontalerichting vormvast, zodat men tijdens debouw slechts het te lood optrekken heeft tebewerkstelligen. Bij een regelmatige bouwloont het, de bekistingsonderdelen te stan-daardiseren en eventueel de bokconstruc-ties, schenkels en ondersteuningen voor dehangsteigers uit staal te vervaardigen.d. onafhankelijk van onwerkbaar weerOmdat het zeer gewenst is de glijwerkzaam-heden onafgebroken door te laten gaan,wordt een dergelijke bouw er altijd op in-gericht zelfs gedurende aanhoudende regendoor te kunnen werken.De werkruimte op de bekisting is betrekke-lijk eenvoudig tegen koude en vorst te be-schermen. Indien het gebouw met een hou-ten dakconstructie wordt voorzien, kanmen de houten spanten reeds op de bekis-tingsconstructie plaatsen, waardoor dezespanten dadelijk dienst kunnen doen om dewerkruimte af te dekken.Tijdens vorst worden de buiten-hangstei-gers afgeschermd en wordt deze ruimte549voor de woningbouwtek. 2. overzicht van een glijdende bekisting in uitvoeringeventueel verwarmd. De deur- en raamsparingen worden methardboard of een ander materiaal dichtgemaakt, zodat de bij deverharding vrijkomende energie opgesloten blijft en zelf alsverwarmingsbron dienst doet.Opmerkelijk is het, dat deze bouwmethode met betrekkelijkeenvoudige middelen uitermate geschikt is voor het doorbouwenin de winter, hetgeen in de Scandinavische landen van grootbelang is en juist daarom herhaaldelijk wordt toegepast. Zie foto 9.e. ekonomieDe ekonomie van de toepassing van de glijdende bekisting is voor-namelijk afhankelijk van de hoogte van het bouwwerk. Belang-wekkend is het aan de hand van onderstaande voorbeelden teconstateren, dat men in Denemarken, Zweden en Duitsland zichuitsluitend beperkt tot huizenblokken met meer dan 9 verdie-pingen. In Noorwegen en Finland heeft men daarentegen ook flatsmet 3 en 4 verdiepingen 'gegleden'. Zie foto 8. Waar de ekonomi-sche hoogte ongeveer zal liggen, blijkt afhankelijk te zijn van deplaatselijke omstandigheden, het bouwwerk en de ervaring vande aannemer.Een eerste toepassing zal over het algemeen slechts ekonomischzijn, indien men te maken heeft met een huizencomplex, waarbijhet aantal woonlagen in vertikale zin meer dan 8 bedraagt.3. VormgevingOm tot een verantwoorde toepassing van deze bouwmethode tekunnen geraken, zal de architekt zich moeten richten naar demogelijkheden. Voorlopig zal men zich moeten beperken totwoningen met meer dan 8 woonlagen.Of onze volkshuisvesting ermee gebaat is, het aantal woonlagen tevergroten, zal hier buiten beschouwing worden gelaten. Vanuitstedenbouwkundig oogpunt bezien kan men evenwel vaststellen,dat men op bepaalde plaatsen in ons land verplicht zal zijn af testappen van de traditonele 3 of 4 etagewoningen.Zodra men tot gebouwen komt, waarbij het aantal verdiepingenmeer dan 4 bedraagt, gaat de stabiliteit, vooral tegen wind-krachten, in steeds toenemende mate een belangrijke rol spelen.Met het oog op de ekonomie --staalbesparing-- is men aangewe-zen op een monolitische constructie, waarbij een aantal binnen-wanden eveneens in de stijfheid worden opgenomen ; een derge-lijke monolitische betonconstructie leent zich bij uitstek voor detoepassing van de glijdende bekisting.De horizontale indeling van de verdiepingen moet over de gehelehoogte konstant worden gehouden. Eventuele afwijkingen van deplattegrond moet men beperken tot het verplaatsen van desecundaire --later aan te brengen-- scheidingswanden.Daar men slechts in staat is vertikale wanden te glijden, dient mener rekening mee te houden, dat alle uitsteeksels, zoals balkons,loggia's, luifels, horizontale gevelranden of banden, later aange-bracht moeten worden. Vertikale, liefst doorlopende, uitsteekselskunnen wel 'gegleden' worden.Men is verplicht de wanddikte over de volle hoogte aan tehouden. Een plattegrond met scheve of ronde hoeken geeft geenbezwaren, mits ze over de volle hoogte worden doorgevoerd.Uit glijtechnisch oogpunt is het voordeliger de deur- en raam-openingen een niet te groot oppervlak van de gevel in beslag telaten nemen. Het is wenselijk, dat de gevel voldoende geslotenoppervlak overhoudt, zodat er genoeg overblijft om te kunnenglijden.De sparingen van deuren en ramen worden veelal verkregen doorkozijnen in de bekisting te plaatsen, waardoor zij tegelijk wordeningestort.4. Afwerking en isolatieHet grootste probleem van dit bouwsysteem is de wijze van iso-leren en afwerken van de gevels, vooral indien men zich eropricht, zo min mogelijk of zelfs in het geheel geen gebruikte makenvan metselaars en stukadoors. De betonnen buitenmuren moetenin ieder geval ge?soleerd worden. In principe kan men 2 methodenonderscheiden; hierbij bevindt zich:o. de isolerende laag aan de buitenzijde van de gevelmurenOver het algemeen bestaat in dit geval de isolatielaag uit ge-prefabriceerde stenen gemaakt van licht beton, klinkerisoliete.d. zoals de siporexsteen. Deze stenen worden tijdens het550 Cement 8 (1956) Nr. 23-24glijden in de bekisting geplaatst. Indien deze stenen niet vaneen sierlaag zijn voorzien, moet men naderhand een pleister-laag aanbrengen, die veelal geverfd wordt. In Denemarken zijnde isolatiestenen reeds met een sierlaag voorzien, waardoorhet pleisteren en verven komt te vervallen. Zie foto 3.fa. de ?solerende laag aan de binnenzijde van de gevelmurenDeze isolatie wordt meestal na het glijden, d.w.z. tijdens de af-werking van het gebouw, aangebracht; bijv. door het bevestigenvan een isolerend materiaal aan in het beton gestorte latten. Hetbeton aan de buitenzijde wordt geverfd. Het betonoppervlak,dat onder de bekisting vrij komt, is nog niet geheel verhard enkan met een droge borstel worden afgestreken, waardoor eenbetrekkelijk glad en gesloten oppervlak ontstaat, dat zich uit-stekend leent voor een behandeling met betonverf. De glad-heid van het oppervlak is in hoge mate afhankelijk van decontinu?teit bij het storten en de kwaliteit van de bekisting.Het nadeel van het aanbrengen van de isolerende laag aan debinnenzijde is de aanwezigheid van een koude brug bij de ver-binding van de buitenwanden en vloeren.Bij alle hieronder genoemde voorbeelden heeft men ernaar ge-streefd om aan de gevels in het geheel niet te metselen. In Noor-wegen zijn zelfs de stukadoors uitgeschakeld.5. Toepassingen in het buitenlandDenemarken. In 1944 werd een begin gemaakt met de vormgevingvan het nieuwe woonareaal Bellahoj, een buitenwijk van Kopen-hagen. In de plannen werden 28 hoge flatwoningen, zgn. punt-huizen, geprojekteerd.Om een bevredigend inzicht te krijgen in de meest ekonomischeconstructie van deze torenflats werden door een aantal aannemersde hieronderstaande alternatieve oplossingen uitgewerkt en be-groot. Als basis voor dit onderzoek koos men een flatgebouw van10 verdiepingen.prijsvergelijking per m2nuttig oppervlak in %I. gewapend-betonskelet ............................................................. 114II. gewapend-betonskelet metgevels van gewapend betonwanden ........................................ 114Illa, dragende scheidingswanden engevels uit gewapend beton ...................................................... 105lllb. dragende scheidingswanden engevels uit ongewapend beton .................................................. 100IV. dragende buitenmuren van gewapend betonmet een aantal inwendige kolommen...................................... 123V. dragende scheidingswanden en gevels van baksteen ... 107In de oplossingen I t/m IV werd verondersteld, dat de isolatie vande betonnen buitenmuren door middel van licht beton verkregenzou worden. In alle ontwerpen waren ter plaatse te storten ge-wapend-betonvloeren geprojekteerd.Bewust van de beperkte waarden van een dergelijke vergelijkingheeft men na een grondig onderzoek naar kwaliteit, geluid- enwarmte-isolatie, toch besloten oplossing lllb, d.w.z. een monoliti-sche constructie van ongewapend beton met dragende binnen- enbuitenmuren, tot uitvoering te brengen.Tevens werd een aantal proeven gedaan met betrekking tot hetdraagvermogen van ongewapende betonwanden. De resultatenvan deze onderzoekingen, zie Ingnoren nr. 25, 1951 en Bygnings-statiske Meddelelser nr. 2, 1951, waren bevredigend, zodat werdbesloten de dragende scheidingswanden, in dikte vari?rend tussen14 en 20 cm, uit ongewapend beton te vervaardigen.Voor het overgrote deel van de Bellahoj 'punthuizen' werd deglijdende bekisting als hulpmiddel verkozen tot het optrekkenvan de betonconstructie. De bouwsnelheid zou hierbij verzekerdzijn en tevens kon op bekistingsmateriaal --hout en staal--worden bezuinigd.Met het oog op het onderhoud was men algemeen van mening debuitenmuren niet van pleisterwerk te voorzien. Van de zijde vande architekten werd de eis gesteld, dat de gevels dusdanig moes-ten worden afgewerkt, dat men niet meer onderhoud zoukrijgen dan bij normaal metselwerk. Hiertoe heeft men in Dene-marken een ?solerende gevelsteen ontwikkeld, die bestaat uit16 cm klinkerisoliet en een buitensierlaag van 3 cm wittecementmortel. Een beschrijving over de ontwikkeling, beproe-vingen en fabricage van deze gevelstenen, in de wandel 'Volks-marmer' genoemd, vindt men in het artikel 'Ydervaeg Konstruk-tionen i Bellahojhusene' in '?yggeindustrien' van 10 Januari 1954.Tijdens het optrekken van de woningen worden deze stenen koudop elkaar in de glijdende bekisting gesteld, waartegen een laagvan 10 of 15 cm beton wordt gestort. Naderhand wordt een schijn-voeg aangebracht. Zie foto 3. De binnenmuren hebben een diktevan 14 of 20 cm beton. De vloeren bestaan uit ter plaatse gestorteplaten, voorzien van een kruiswapening. De vloeren wordendadelijk, nadat de vrijgekomen hoogte onder de glijdende bekis-foto 3. doorsnede van een ongewapendebuitenwand van torenflat te Bellahojfoto 4. Bellahoj punthuis in aanbouwTrapbordessen en vloeren worden in hetgiijproc?d? meegenomen.Cement 8 (1956) Nr. 23-24 551ting dit toelaat, gestort. De oplegging in de buitenwanden wordtverkregen door een horizontale ?nkassing. In de binnenwandenworden op bepaalde afstanden gaten gespaard, waardoor de over-gangswapening wordt gevoerd.Zweden. De bakermat van de toepassing van de glijdende bekis-ting voor de woningbouw is ongetwijfeld Zweden. Waarschijnlijkdoordat in dit land, in verband met het opslagprobleem, zeer veelsilo's werden gebouwd, is hier de hydraulisch werkende klim-apparatuur tot ontwikkeling gekomen. Hierdoor werd het moge-lijk door een druk op de knop 100 klimvijzels tegelijk in werkingte brengen, met als gevolg dat de bekisting met de werkvloerenen hangsteiger 2,5 cm steeg. Behalve technische voordelen ver-kreeg men een aanzienlijke besparing van arbeidskrachten, die inZweden schaars en duur zijn.Ongetwijfeld zal er op vele plaatsen in Zweden met de glijdendebekisting voor de woningbouw ge?xperimenteerd zijn.Van de vele uitgevoerde werken worden hier slechts 2 foto's ge-toond betreffende een aantal torenflats te V?llingby, een voor-stad van Stockholm.De isolatie van de gevels is aan de buitenzijde aangebracht doormiddel van siporexstenen, die tijdens het glijden worden inge-stort. Deze stenen worden nat gemaakt en koud op elkaar ge-stapeld ; zij vormen als het ware de buitenbekisting, zodat het nietnodig is, dat het buitenschot van de glijdende bekisting geslotenbehoeft.te zijn, hetgeen op foto 6 duidelijk te zien is. Deze isolatie-stenen zijn niet van een sierlaag voorzien, zodat een pleisterlaagmoet worden aangebracht. Om het glijtempo van ??n etage perdag met het pleisterwerk, dat alleen overdag geschiedt, bij tekunnen houden, is een dubbele buitenhangsteiger aan de bekis-ting bevestigd.De vloeren en balkons worden in hetzelfde tempo meegestort,hetgeen duidelijk blijkt uit foto 6, waar men juist bezig is met hetstellen van de balkonbekisting van de 7e verdieping. Tevens kanmen zien, dat de deur- en raamkozijnen van deze verdieping reedsfoto 5. torenflat te V?llingby, Stockholmfoto 6. torenflat te V?llingby in uitvoeringDe kozijnen van de 7e verdieping zijn juist in de bekistinggeoiaatst. Men is bezig de bekisting voor de balkons te plaatsen.552 Cament 8 (1956) Nr. 23-21? de glijdende bekisting gesteld zijn. Belangwekkend is het op temerken, dat men alvast begonnen is met de afwerking van deonderste verdieping, d.w.z. dat de deuren en ramen met het glasreeds gesteld zijn. Op sommige plaatsen is het pleisterwerk nogachterwege gebleven, omdat dit vanaf de balkons of began?grondkan worden aangebracht.Aan de binnenzijde wordt het behang direkt op het beton aan-gebracht en de plafonds worden geschilderd, waardoor op stuka-doorwerk wordt gespaard.Foto 5 geeft een beeld van een gereedgekomen flatgebouw, waar-bij het streven, de gevel zo eenvoudig mogelijk te houden, welsterk tot uiting komt. Het pleisterwerk werd geverfd met eenbetonverf. Door de verschillende flats in afwijkende kleuren af tewerken kan een zekere afwisseling worden verkregen.Finland. Op het Rilem-congres over 'Het betonstorten in dewinter', gehouden in Kopenhagen (februari 1955), werd tijdensde laatste zitting door de finse delegatie een film vertoond overde huizenbouw met behulp van de glijdende bekisting. De filmhad tot doel, de leden van het congres bekend te maken met hetbouwsysteem en daarbij de nadruk te leggen op de geschiktheidervan om tijdens de winter door te kunnen werken, hetgeen ookin de bijdrage van Beato Kelopuu behandeld werd.De finse methode van afwerking gelijkt op de zweedse; waarbijde isolatie in de vorm van licht-betonstenen aan de buitenzijdeaangebracht en naderhand bepleisterd wordt. Het pleisterwerkwordt in de zomer uitgevoerd. Ook hier worden de vloeren zosnel mogelijk aangebracht. De laatste tijd heeft men de vloersamengesteld uit kleine geprefabriceerde betonnen liggers, waar-overheen een druklaag wordt gestort. Door deze prefabricagewordt het aanbrengen van de vloer eenvoudiger, echter heeftmen als nadeel een onregelmatige onderkant, waardoor de pla-fonds gestukadoord moeten worden. De geprefabriceerde liggersworden ook op het werk gemaakt.Opmerkelijk is het, dat de Finnen betrekkelijk lage flats 'gegleden'hebben; zo vertoonde de film een op dergelijke wijze uitgevoerdewoonwijk, waarvan het aantal verdiepingen niet meer dan 4bedroeg.Met betrekking op de uitvoering kan worden gemeld, dat veelalde spanten van de dakconstructie reeds van het begin af op deglijdende bekisting werden aangebracht, zodat zij dienst kondendoen om de werkruimte tegen koude af te schermen. Men hadtevens het voordeel, dat de dakspanten op de beganegrond ge-steld konden worden en automatisch met de bekisting omhooggenomen werden.Om het specietransport te vereenvoudigen en om arbeid te be-sparen maakte men gebruik van pneumatische betonpompen. Ditgeldt zowel voor het vertikale als voor het horizontale transport.In verband met de vele toepassingen heeft men van de bekistingenkele onderdelen uit staal vervaardigd.Uit de vertoonde film bleek wel duidelijk, dat heel wat detailsdegelijk waren bestudeerd.Noorwegen. Ook hier geldt de woningbouw als ??n van de meestbrandende naoorlogse problemen.Teneinde de woningproduktie te vergroten werden aan de ge-interesseerde aannemers bouwterreinen toegewezen, alwaar menin eigen regie en volgens eigen inzicht woningen mocht bouwen.Hierbij was de aannemer min of meer vrij voor wat betreft dekeuze van constructiewijze en bouwmaterialen.Door de aannemersfirma A/S Jernbeton, Trondhjem, werd dezeaangelegenheid aangegrepen om de glijdende bekisting voor dewoningbouw te proberen. Het werken met behulp van glijdendebekisting had A/S Jernbeton reeds voor silo's toegepast. Tenge-volge van deze ervaring huldigde zij de opvatting, dat men slechtshet volle profijt van het glijden zou kunnen hebben, indien zoveelmogelijk het aanbrengen van het binnenwerk en de afwerking inhet continu-proces zou worden opgenomen, ondanks het feit datfoto 7. proefobjekt Voldsminde, TrondhjemCement (1956) Nr. 23-24 553dit een kleine vermeerdering van het aantal arbeiders per ploegzou betekenen.In het najaar van 1953 werd begonnen met de bouw van een proef-objekt en wel het plan 'Volsminde', waarvan het eerste blok van24 woningen getoond wordt op foto 7.Dit woningblok werd in 3 achter elkaar volgende etappes gegle-den, d.w.z. dat het gedeelte van de plattegrond, dat per etappewerd opgetrokken, uit 2 woningen bestond.Met het storten van de eerste etappe werd op 4 November 1953begonnen; het glijden van de kelder + de 4 verdiepingen ge-schiedde in 6 etmalen. De laatste etappe eindigde op 18 Decembervan hetzelfde jaar, zodat het gehele blok in 6 weken op hoogtewas. In dit tijdsbestek was de glijdende bekisting 3 gemonteerden gedemonteerd en had men 3x6 dagen gegleden.Op 18 December waren de volgende werkzaamheden verricht:inwendig:-- alle trappen, bordessen, plafonds (ook die van de 4e verdie-ping) gestort, waarbij de binnenmuren, na het vrijkomen uitde bekisting, waren geschuurd,-- alle elektriciteitsbuizen, aftakdozen, zekeringskasten aange-bracht,-- alle rookkanalen en vuilnisschachten met vertakkingen naarde woningen aangebracht,-- alle binnendeur-kozijnen geplaatst;uitwendig:-- alle balkons gestort en de buitenmuren ingeschuurd, zodat zijgereed waren om geverfd te worden,-- alle luchtroosters, gegalvaniseerde ijzeren vensterbanken ge-plaatst,-- alle deuren en ramen, inklusief kozijnen en glas, aangebracht.foto 8. laagbouw met glijdende bekistingfoto 9. het glijden in de winter te Trondhjemarchitect: Knut Bergersen554 Cement 8 (1956) Nr. 23-24Het instorten van de raamkozijnen voorzien van glas werd zuiveren alleen als proef beschouwd. Beter is het de kozijnen met hard-board dicht te maken, zodat het kozijn vormvaster is en men detemperatuur in de gereed gekomen ruimte gemakkelijker kon-stant houdt. Men bedenke dat voor onze nederlandse maatstavende bouwtijd van 4 November--18 December in de winter viel.De constructie van de buitenmuren bestaat uit 15 cm beton, dataan de buitenkant geverfd wordt; aan de binnenkant zijn I" hou-ten latten vertikaal in het beton gestort, waarop glaswol met eendikte van 4 cm en reflexkarton met behulp van latten bevestigdwordt, waarop 13 mm gipsplaten worden aangebracht.De k-waarde van deze muur bedraagt 0,6. Tengevolge van dezemuurconstructie is het metsel- en stukadoorwerk in het geheelkomen te vervallen; tevens zijn alleen droge materialen aan-gebracht. De plafonds werden geslepen met een speciale plafond-slijpmachine. Nadat zij geplamuurd waren met een plamuur vanspeciale kwaliteit, werden de plafonds geschilderd.De betonnen binnenmuren werden met kalk bestreken, gepla-muurd en van behang voorzien.De vloeren werden in gewoon gewapend beton tijdens het glijdenuitgevoerd. Voor de oplegging van deze vloeren op de binnen-wanden werden gaten in de muren geplaatst, waardoor de door-gaande wapening werd gestoken.De oplegging in de buitenmuren werd verkregen door een door-gaande verdieping in de muur van S cm. Het loodgieterswerk ende verdere afwerking van de woningen werd na afloop van deglijwerkzaamheden verricht.De hier beschreven huizen zijn reeds gedurende 2 strenge wintersbewoond, zonder dat men ook enige klachten had betreffende deisolatie. De woningen worden elektrisch verwarmd. Tevens zijnzij voorzien van een stookgelegenheid in de woonkamer om koudepieken op te vangen.Aan de hand van de ervaringen, opgedaan met dit proefobjekt,werd de planning en organisatie onder de loupe genomen, waar-door het mogelijk werd het aantal arbeidsuren bijna tot op dehelft terug te brengen, zonder dat de kwaliteit en het tempo eronder te lijden hadden.Sedertdien heeft A/S Jernbeton alleen al in Trondhjem 325 wo-ningen op dergelijke wijze gebouwd en staan er nog 350 op hetprogramma. Eveneens werden dergelijke woningen gebouwd inOslo, Samdefjord en Sunndalsora.Het is interessant uit het artikel 'Glideforskalingsmetodensanvendelse i boligbyggingen'van Olaf Noodt, Trondhjem, het vol-gende te citeren :'Een van de grote voordelen, die deze methode voor het bou-'wen onder noorse omstandigheden heeft, is dat men bij zeer'lage temperatuur kan werken, terwijl alle overige bouwwerken'bij een temperatuur van soms --20 ?C waren stilgelegd, kon-'den wij met onze glijdende bekisting doorgaan. De bekisting'werd bekleed met zeildoek en de inwendige verwarming was'voldoende om het werk, zo al niet normaal, maar dan toch tot'tevredenheid te doen voortgaan.'In het geval de temperatuur tijdens het storten te laag wordt,'zoals bijvoorbeeld bij de hoogbouw in Skjaeringen, Trondhjem,'waar de temperatuur daalde tot --26 ?C, is er geen enkel be-'zwaar het werk stil te leggen en later, in het geval de tempera-'tuur het weer toelaat, verder te gaan. Op foto 9 kan men de'stortvoeg zien op de plaats, waar het werk tijdens deze koude'werd onderbroken; slechts een verschil in nuance is waar te'nemen. Op de foto is duidelijk te zien, dat alle openingen dicht'gemaakt zijn en dat men bezig ?s met het vervaardigen van de'balkons.'De storttijd per gebouw bedroeg ca. 12 dagen. Op de voor-'grond worden reeds voorbereidingen getroffen voor een'volgend complex.'Voorts biedt de glijdende bekistingsmethode een nauwkeurig-'heid van lijn en maat, die op een andere wijze moeilijk te ver-'wezenlijken is. Indien men de foto's 10 en II bekijkt, ziet men'de mooie rechte hoeken, terwijl de ramen en luchtroosters'precies boven elkaar staan.'Duitsland. De toepassing van de glijdende bekisting voor de wo-ningbouw in Duitsland is de schrijver bekend geworden uit tweezeer belangwekkende artikelen:'Neuere Gleitschalungsbauten' door Dr.-lng. Gustav Merkele,D?sseldorf, in 'Der Bauingenieur' van Februar 1955, 30e Jahrgang,Heft 2.'Gleitschnellbau' door Dipl.-lng. J. Beutef?hr, D?sseldorf, in'Schweizerische Bauzeitung' nr 18 van April 1955, 73e Jahrgang.In deze artikelen worden de bouw van de torenflats in Brunswijken in Hamburg uitvoerig besproken.Vooral de bouw van de torenflat te Hamburg is interessant, omdater zeer grote sparingen, die later met metselwerk werden op-foto 10. het noodtrappenhuisfoto 11. detail van niet-afgewerkte betongevelCemenl 8 (1956) Nr. 23-24 555gevuld, in de gevel moesten worden aangebracht. Van buiten be-zien lijkt het gebouw op een betonskelet.De isolatie van de buitenwanden wordt verkregen door het in-storten van geprefabriceerde licht-betonstenen, die naderhandwerden afgepleisterd. De vloeren zijn na afloop van de glijwerk-zaamheden aangebracht. Ondanks deze omstandigheid konden deflats in recordtijd worden afgeleverd.J. Beutef?hr geeft als voorbeeld:'Half juni 1952 werd vanaf het fundament begonnen met een'woningcomplex van 9 verdiepingen, bestaande uit 104 wonin-'gen met een nuttig oppervlak van 42 m2per woning. Begin'december van hetzelfde jaar betrokken honderden bewoners'de torenflat.'De bouw van de torenflat met 128 woningen en 14 verdiepingen'in Hamburg werd begonnen in het najaar van 1953 en in het'voorjaar 1954 werden de woningen betrokken'.NabeschouwingAan de hand van bovenstaande voorbeelden kan men zich een voor-stelling maken van de toepassing van de glijdende bekisting voor dewoningbouw, waarbij enigermate aandacht is besteed aan de diversewijzen, waarop in de verschillende landen de specifieke problemenzijn opgelost.De voorkeur zal behalve van de te stellen eisen afhankelijk zijn ge-weest van de bouwtraditie van het land.Men mag echter vaststellen, dat de techniek van deze bouwmethodereeds uit de kinderschoenen is gegroeid, hetgeen niet inhoudt, dat eeneerste toepassing hier te lande immuun voor kinderziekten zal zijn.Het met succes realiseren van deze bouwmethode zal voornamelijkafhangen van een zo eng mogelijke samenwerking van de betrokkenen,waarbij een perfekte organisatie gewaarborgd moet zijn.Foto 7, 9, 10 en il zijn van Forbregd, TrondheimApplication of the sliding formwork systemin housing constructionsby H. E. Westenberg, Ci. Eng.A general survey is given of the possibilities andadvantages of the use of sliding formwork inhousing constructions, illustrated by examplesrom Sweden, Finland, Norway and Germany.This building system has proved its viability, andits advantages for application in the Netherlandsare also apparent: shorter construction time,no outside scaffolding, a smaller quantity offormwork, independence from inclement weather,economy, acceptable design, insulating layer atthe outside walls.L'application des coffrages glissants dans laconstruction des habitationspar M. l'ing. H. E. WestenbergEn citant les exemples de la Su?de, la Finlande,le Norv?ge et l'Allemagne, l'auteur expliqued'une fa?on g?n?rale les possibilit?s et les avan-tages que pr?sente le coffrage glissant pour laconstruction des habitations. Tout en ayantprouv? sa viabilit? cette m?thode de constructionpr?sente les avantages suivants pour les PaysBas comme pour d'autres: dur?e de constructionabr?g?e, point d'?chafaudages ext?rieurs, ind?-pendance des intemp?ries emp?chant le travail,travail restreint de coffrage, travail ?conomique-ment acceptable, couche isolante aux fa?adesext?rieures.Die Verwendung des Gleitschalungssystemsim Wohnungsbauvon Dipl.-Ing. . E. WestenbergAn der Hand von Beispielen aus Schweden,Finnland, Norwegen und Deutschland wird einallgemeiner ?berblick gegeben, dieM?glichkeiten und Vorteile betreffend, welche dieVerwendung von Gleitschalungen imWohnungsbau bietet. Diese Ausf?hrungsart hatihre Existenzberechti-gung bewiesen undgew?hrt auch f?r die Nieder-lande folgendeVorteile: k?rzere Bauzeit, kein Aussenger?st,wenig Verschalungsarbeit, Unab-h?ngigkeit vonder Witterung, ?konomisch ver-antworteteFormgebung, Isolierung an der Aussenseite.Uitvoering van betonwerken bij lage temperaturenAmerikaanse richtlijnen. 'Recommended practice for winterconcreting'. Rapport van ACI Committee 604. Journal of theAmerican Concrete Institute, juni '56, biz. 1025/1047, 4 tab., 9 graf.,11 litt.-opgavenDoor het ACI Committee 604 zijn nieuwe richtlijnen opgesteldvoor het uitvoeren van betonwerken bij lage temperaturen.Tijdens de 52e Jaarvergadering van The American Concrete In-stitute (2l-2-'56) zijn deze richtlijnen als ACI Standard aanvaard,waardoor ACI 604-48 'Recommended practice for winter con-creting' is komen te vervallen.ACI 604-48 is gepubliceerd in Journal Amer. Concr. Inst., sept.'48; een uittreksel daarvan is opgenomen als Bijlage inC.U.R.-rapport Nr. 6, 'Het verwerken van beton bij lage tem-peraturen'.De maatregelen om betonspecie tegen bevriezing te beschermenen om de vereiste temperatuur gedurende de eerste dagen na hetstorten te handhaven, dienen tijdig te worden voorbereid. Allebenodigde apparaten, materialen en hulpstoffen moeten op hetbouwwerk aanwezig zijn, voordat de vorst invalt.Er dient bij de uitvoering onderscheid te worden gemaakt tussenconstructiebeton (gebouwen, wegen, bruggen e.d.) en massabeton(stuwdammen, grote blokken e.d.). In het tweede geval speelt dehydrateringswarmte een grote rol; bovendien zal het warmte-verlies veel geringer zijn.De vermelde eisen gelden in principe voor de verwerking vanbetonspecie, waaraan air-hulpstof is toegevoegd volgens de richt-lijnen van ACI 613-54 'Recommended practice for selecting pro-portions for concrete' (gepubliceerd in Journal Amer. Concr. Inst.,sept. '54).In tabel I zijn aangegeven: de vereiste min. temperatuur van despecie tijdens en gedurende 3 etmalen n? het storten ; de daarvoorvereiste temperatuur tijdens het mengen van de specie; de ver-eiste temperaturen van cement, water, zand en toeslagmaterialenom de specietemperatuur te kunnen bereiken; de toelaatbaretemperatuurval tijdens het ontkisten.Met behulp van een eenvoudige formule kan de betonspecie-temperatuur worden berekend, indien de gewichten en de tem-peraturen van de componenten bekend zijn.Aangegeven is op welke wijze men, door verwarming van decomponenten, de vereiste specietemperatuur kan verkrijgen bijverschillende luchttemperaturen. Om de zgn. ontijdige opstijving(flash set) van het cement te voorkomen, mag de temperatuur vanhet mengsel tijdens de cementtoevoeging niet hoger zijn dan37,8 ?C.Het gebruik van calciumchloride, tot 1% van het cementgewicht,wordt aanbevolen bij lage temperaturen, op voorwaarde dat hetbeton niet sulfaatbestendig behoeft te zijn (in welk geval sulfaat-bestendig cement kan worden gebruikt) en dat er geen gevaarbestaat voor het corroderen van de wapening. In beide gevallenkan beter het cementgehalte worden verhoogd. Het gebruik vanzouten e.d. voor vriespuntsverlaging wordt niet toegestaan.Het gedurende 3 dagen handhaven van de betonspecietempera-tuur, volgens tabel I, kan bij gebruik van snelverhardende cement-soorten tot 2 dagen worden beperkt. Bij afwezigheid van air-hulpstof of van calciumchloride in de specie dient men een langeretijd in acht te nemen.De temperaturen in en om het betonwerk moeten voortdurendworden bepaald en tezamen met aanvullende gegevens betreffen-de de weerstoestand worden geregistreerd.Tijdens de binding en de verharding dient men het ontwijken vande toegevoerde en de hydrateringswarmte te voorkomen, o.m.door gebruik te maken van isolerende bekistingsmaterialen.In de tabellen 2a, b en zijn voor muren en vloeren, en voor platenop bevroren en ontdooide grond, gegevens verzameld betreffendede dikten van isolerende lagen bij verschillende betondikten,cementhoeveelheden en luchttemperaturen.Omhullingen van het betonwerk kunnen van diverse materialenworden vervaardigd. Voor de verwarming wordt aan stoomont-wikkelaars en luchtverhitters de voorkeur gegeven, in verbandmet de verschillende bezwaren, die aan andere warmtebronnenzijn verbonden (brandgevaar, kolendamp, geen circulatie, inwer-king van C02 op verse betonspecie, enz.).Daar de bekisting zowel tegen afkoeling beschermt als te sterkeplaatselijke verhitting voorkomt, dient zij te blijven staan, tot-dat de verantwoordelijke ingenieur met behulp van proefkuben,berekeningen e.d. het tijdstip van ontkisten heeft bepaald, waarbijde betonsterkte en de te verwachten belastingen in aanmerkingworden genomen.Voor bouwwerken, waar men zo min mogelijk extra maatregelenwil nemen en waar dus het gevaar van schadelijke vorstinwerkinghet grootst is, wordt aanbevolen: air-hulpstof, 1% calcium-chloride, geen ijs of samengevroren gedeelten in specie en bekis-ting, tenminste 3 dagen na het storten beschermen tegen bevrie-zen en uitdrogen.In het aanhangsel van dit rapport zijn gegevens verwerkt betref-fende: de weerstand tegen ??n- of tweemalige bevriezing (eendruksterkte van 35 kg/cm2schijnt reeds voldoende te zijn); de in-vloed van de temperatuur en de vochtigheid op de betonsterktein verband met het tijdstip van het ontkisten. In de opgenomengrafieken zijn voor normaal en snelverhardend cement, met enzonder air-hulpstof, onder verschillende omstandigheden vantemperatuur en vochtigheid, de bereikte druksterkten aange-geven.De vermelde richtlijnen dienen te worden beschouwd als alge-mene aanwijzingen. Voor elk bouwwerk afzonderlijk zal moetenworden nagegaan, op welke wijze men de maatregelen tot inbizonderheden zal moeten uitvoeren. Daarbij zal men gebruikkunnen maken van de vermelde 11 publikaties en ook van de uit-voerige lijst van 135 publikaties, die is opgenomen in JournalAmer. Concr. Inst., sept. '48.556 Cement 8 (1956) Nr. 23-24'
Reacties