? ? ?ir.R.E.Hoogenboom mba/mbi ONRI, Goudstikker-de VriesjACN BVMarktwerkingheeftdeconstructeurin een penibele situatiegebracht. Alsgevolghiervanontstaan regelmatig kwaliteitsproblemen in de bouw, soms aangeduid als een neer-waartsekwaliteitsspiraal.Kwaliteitsverbetering gaat hand in hand met rendement encontinu?teit. De constructeur kan deze doelen bereiken door meer te handelen naar deprincipes die gelden in een vrije markt. In die zin kan hij zijn toekomst be?nvloeden.DE INVLOEDVANMARKTWERKINGINDEINGENIEURSBRANCHECEMENT1998j12Ongeveer v?ftien ? twintig jaar geleden washet bestaan van de constructeur betrekke-lijk eenvoudig. De bouwwas overzichtel?k ende constructeur had bestendige relatiesmet Z?n opdrachtgevers. Met weinig inspan-ningen risico haalde h? werk binnen. Veel af-spraken waren gebaseerd op vergoedingvan bestede tijd of op een percentage vol-gens de regels in de branche. De construc-ties konden volledig worden uitgewerkt. Uit-werkingen van toeleverancierswerden gron-diggecontroleerd en erwasvoldoende ruim"te om de uitvoering te controleren.De kentering viel in het begin van de jarentachtig. Het bouwvolume daalde scherp,waardoor ingenieursbureaus moesten in-krimpen. De overcapaciteit leidde tot scher-pere concurrentie.Daarnaast veranderde de organisatie in hetbouwproces. Bouwprojectmanagers dedenhun intrede en z? begonnen hetbouwprocesin delen te knippen, waardoor deelcontrac-ten op pr?s konden worden beoordeeld enuitonderhandeld. De constructeur werdmeer en meer afhankelijk van prijsvergel?-kingen. Nieuwwas ook dat steeds meer pro-jectontwikkelaars en ontwikkelende aanne-mers in de rol van opdrachtgever stapten. Deinkoopcultuur b? deze partijen is vanoudsgericht op prijsvergel?king en onderhande-len. Het gevolg was, vooral in de woning-bouw, een ware koopjesjager?, ook bij deconstructeurs.Reactie van de constructeurDe pr?sdruk noopte de constructeurtot aan-passingen. Tot op zekere hoogte was eenvergroting van de effici?ntie mogel?k. Maarop zeker moment moest worden gesnedenin de werkzaamheden. Anderen deden datimmers ook! Dus niet meermeedenken metde architect, wantdat kost te veel geld. Laathem eerst zelf tekenen. Ook de constructie-tekeningen werden niet langer volledig uit-gewerkt; als de essentie er maar op stond.Of nog beter: besteksmatignaar de aanne-mertoeschr?ven. Geen controle meerop hetwerk van derden, of in het gunstigste gevalbeperkt tot hoofdlijnen. Bezoek aan hetwerk werd beperkt tot een absoluut mini-mum.Dit minimumpakket was ideaal voor starten-de en bijklussende constructeurs of voorconstructeurs die gewend waren volgens de-ze aanpakte werken. Niet alle constructeurszijn hierin meegegaan. Grote verschillen inoffertebedragen voor hetzelfde werk warenhetgevolg.Verschillen van 100% ofmeerwa"ren en zijn geen uitzondering. Het valt te be-gr?pen datopdrachtgevers erniets meervansnappen: het gaat toch om hetzelfde resul-taat? De geloofwaardigheid van de con-structeur is in het geding! Constructeurs diehoger aanbieden blijken niet in staat de op-drachtgeverte overtuigen van detoegevoeg-de waarde van hun uitgebreide dienstverle-ning. Iedereen beseft dat met extra t?d eenconstructie optimaler kan worden uitge"werkt. Maar dat vindt de opdrachtgever zeI-den terug in de uiteindelijke bouwsom. Eenopdrachtgever stuurt veel liever op een tota-le bouwsom dan op onderdelen.Een logisch gevolgEconomisch gezien is de ontwikkeling 10-gisch. Wanneer vanuit een situatie zondermarktwerking wordt overgeschakeld naareen pure competitieve marktsituatie, moe-ten nieuwe posities worden gezocht. Er z?nvoordelen omdat een vr?e markttot effici?n-tie leidt. Maar er Z?n ook risico's, zeker wan-neermarktpart?en er onvoldoende op zijn in-~5? ? ?gesteld. Competitie werktuitstekend bij con-crete, goed gedefinieerde producten. Dewerkzaamheden van constructeurs zijn dit(nog) niet. Ze maken traditioneel deel uitvan een keten van aansluitende en overlap-pende activiteiten van verschillende par-tijen. Als door concurrentie de activiteitenvan ??n partij worden gereduceerd, bestaathet gevaar van kwaliteitsverlies. Dit tekentzich af in de bouw. Minimaal uitgewerkteconstructietekeningen die op het laatstemoment gereedkomen, leiden tot proble-matische en gevaarlijke situaties [1]. Hetgebrek aan controle op de detaillering vanprefabfabrikanten kan ertoe leiden dat ge-velelementen naar beneden komen [2].Een ander voorbeeld: het College van Des-kundigen Wapeningsmaterialen consta-teert dat wapeningscentrales en betonfa-brieken met kwalitatief onvoldoende infor-matie moeten werken. De door de construc-teur versterkte informatie wordt vaak als'mondjesmaat, onvolledig en onduidelijk' er-varen. Veel noodzakelijk constructief denk-en ontwerpwerk wordt afgeschoven op deuitvoerende partijen, die hiervoor niet of on-voldoende zijn uitgerust. AI metal een zorge"lijke situatie.De verbazingOp hetmoment dat kwaliteitsproblemen op-treden, is er alom verwondering. De con-structeur moet toch volledige tekeningenmaken? Is de constructeur niet verantwoor-delijk voor de totale constructie? Pas op datmoment blijkt dat het prestatieniveau nietgoed geregeld is. Het normblad waarin isaangegeven hoe betontekeningen moetenworden uitgewerkt, is zelden onderdeel vanhet contract met de constructeur. Ook deomschrijvingen van de werkzaamheden inRVOI [3] regelen geen niveau van teken-werk.De betonvoorschriften geven wel aan dat??n constructeur moetworden aangewezenals hoofdconstructeur die verantwoordelijkis voor de gehele constructie, maar ook diebepaling staat niet in het contract van deconstructeur. Zelfs nu de desbetreffendebepaling impliciet wordt aangewezen doorhet Bouwbesluit, kan een overheid een con-structeur hiertoe niet dwingen. Alleen de op-drachtgever is aan te spreken. Hij moetrege-len dat er een hoofdconstructeur is. Doet hijdit niet, dan kan dit een voor deeltaken inge-schakelde constructeur niet worden verwe-ten. Hij wordt daarvoor niet betaald en hoefthet dus niet te doen!6De constructeur loopt risico'sEen dergelijke houding kan overigens nietzonder meer. Een constructeur die bijvoor-beeld een contract heeft afgesloten vooreen beperkte opdracht waarin bepaalde uit-werkingen zijn uitgesloten en waarin verderis geregeld dat controle van derden slechtsop hoofdlijnen hoeft plaats te hebben, doetergoed aan de verantwoordelijkheden in hetuitvoeringscontract met de aannemer (hetbestek) expliciet vast te leggen. Anders is hijaansprakelijk als er iets mis gaat.Het bestek moet wat dit betreft ??n op ??naansluiten op het constructeurscontract!Hierblijkt de noodzaakvoor de constructeurom naast zijn constructieve vakkennis ookkennis op te doen over verantwoordelijkhe-deninhet bouwproces en het schrijven danwel interpreteren van bestekken. Vaak wordtdit te laat beseft.Andere partijen lopen ook gevaarOok opdrachtgevers zijn onvoldoende be-kend met de huidige marktsituatie. Zij zijnniet in staat op basis van contractstukkende gaten in de structuur van verantwoorde-lijkheden te onderkennen. Zelfs bouwpro-jectmanagers Zien die gaten regelmatig overhet hoofd.Het zijn echter de aannemers die het groot-ste gevaar voor de scherp opererende con-structeurs vormen. Zij blijken meestal onvol-doendein staat hun verantwoordelijkhedenop basis van het bestek te onderscheiden.De verantwoordelijkheid voor de onder hunhoede opererende toeleveranciers wordtvaak onvoldoende onderkend of genomen.Verder kennen zij onvoldoende de invloedvan voorgeschreven normen, met name vande VBU. Hierin zijn tal van contractuele bepa"lingen opgenomen. Bovendien gaat het nietalleen om verantwoordelijkheden, maar ookEen gewaarschuwd mens . ..om bevoegdheden waarmee de aannemerzijn voordeel kan doen. De huidige gang vanzaken resulteert niet zelden in een crisissi-tuatie tijdens de bouw. In zo'n situatie wordtde constructeur veelal alsnog gedwongenom - zonder bijbetaling - extra werkzaamhe-den van een 'hoofdconstructeur' op te pak-ken.Verder in het nauwDe constructeur wordt vaak geconfronteerdmet 'meerwerk' in geval van uitvoeringsfou-ten of nagekomen wijzigingen in het ont-werp. Op opportunistische wij?e gesteunddoor de opdrachtgever diebang is dathij an-ders z?lf deklos is, wordt de constructeur re-gelmatig door de aannemer aangesprokenhiervoor oplossingen te zoeken zonder bij-betaling. Onvoldoende kennis over de verde-ling van verantwoordelijkheden in het bouw-proces heeft tot gevolg dat de constructeurdit accepteert. Daarin heeft hij overigens ge-lijk, aangezien hij het zich niet kan permitte-ren dat de bouw stil komt te liggen omdat hijiets niet oppakt. Aansprakelijkheid is danniet uitgesloten! Wie bij het constructiebu-reau de eerste klappen moet opvangen,moetvoldoende kennis hebben van hetcon-tract en alles wat daarbij hoort. Hij moet de ri-sico's van aansprakelijkheden kunnen in-schatten en moet weten wanneer en hoe hijzijn recht kan halen. Ook deze aanpalendevakkennis ontbreekt vaak.Overigens blijkt dat de meeste construc-teurs - zelfs als ze weten dat ze in hun rechtstaan - te introvert en communicatief on-vaardig zijn om te reageren op onheuse aan-tijgingen in dit verband. Ze zijn wel vakman,maar geen koopman! Het resultaat laat zichraden: de constructeur en zijn budget zittenin het nauw.CEMENT1998/12Deze houding lijkt defaitistisch, maar deconstructeur kan zijn toekomst nog altijdsturen. Er blijft voldoende ruimte voor spe-cialisten die in een groter verband samen-werken.De zienswijzeDe veranderde marktsituatie in de bouw zetveel mensen aan het denken. Zo ook bij deoverheid. Voor hette voeren technologiebe-leid is door de ministeries van EZ, VROM enV&W de Adviesraad TechnologiebeleidBouwnijverheid (ARTB) ingesteld. In demeest recente verkenningen naar toekom-stige marktontwikkelingen in de bouw [7]constateert de ARTB dat de bouw zal wordengedomineerd doorgrootschalige, multidisci-plinaire bedrijven en doormeer permanentenetwerken van bedrijven.Hieruit zou men kunnen afleiden dat er voorde constructeur twee opties zijn. Hij kan zichlaten opkopen ofzich richten op een beperktaantal vaste relaties waarmee een netwerkkan worden gevormd.Ten eerste kan de constructeur het heft inhanden nemen door zich te richten op eenbepaald type opdrachtgever of - als de visievan de ARTB bewaarheid wordt - op een be-paald type netwerk. Hij kan er als het warevoor zorgen dat hij een 'plug & play module'wordt voor bepaalde configuraties.Ten tweede kan hetverstandig zijn bewust tekiezen voor een bepaald type werk. Over hetalgemeen kunnen in dienstverlenende orga-nisaties drie typen werkzaamheden wordenonderscheiden [8]:1.unieke ontwerpen, waarvoor veel kennisen creativiteit nodig zijn;2. projecten waarbij veel gebruik kan wordengemaakt van ervaring met soortgelijkeprojecten;3. uitwerkingen waarvoor vooral effici?ntievan belang is.Sommige organisatietypen in anderebranches zijn ontstaan om in te spelen opveranderende marktomstandigheden. Hetsucces van die organisatievormen is nieton-dubbelzinnig. Vaak wordt hoog opgegevenVan de voordelen van 'empowerment' vanmedewerkers. Anderzijds wordt benadruktdat dit zijn grenzen heeft. Niet iedereen wil~De structuurBij veel ingenieursbureaus worden opdrach-ten door een klein aantal 'zwaargewichten'binnengehaald. De uitvoering gebeurt opeen lager niveau, veelal hi?rarchisch aange-stuurd. Toenemende complicaties in hetbouwproces maken het echter nodig dat ge-durende hethele projectmeergewichtwordtingezet. Het is dan logisch dat verantwoor"delijkheden en bevoegdheden naar een la-ger niveau gaan. Hiervoormoeten personenworden aangetrokken of opgeleid. Zij moe-ten bovendien opereren in een geschikte or-ganisatievorm, waarin zowel aandachtwordtbesteed aan de sociale als aan de techni-sche aspecten van het werk, de 'sociotech-nische' benadering.Aangezien de constructeur steeds minder'uitwerkt', verschuift het zwaartepunt vanzijn activiteiten naar het ontwerp. De uitwer"kingen komen via de aannemer ofde prefab-fabrikantsteeds vakerterecht bij 'uitwerkbu-reaus' die dat effici?nt aanpakken. Natuur-lijk blijven gemengde situaties zich voor-doen. Kiezen voor een uitwerkbureau berustop pure effici?ntie. Organisatorische ballastmoet worden verwijderd. Ontwikkelingen ophet gebied van ondersteunende informatie-technologie moeten op de voet worden ge"volgd. Alleen dan zijn rendement en conti-nu?teit te waarborgen.De andere keuze houdt in datmen zich toe-legt op het ontwerpen en op hetvertalenvanhet ontwerp in een goed bestek. De bijbeho-rende kennis, vaardigheden en attitudesmoeten als kerncompetenties worden ge-zien die op een zo hoog mogelijk peil moetenworden gebracht.Elk type vraagt een andere organisatievorm.Pure effici?ntie heeft baat bij een hi?rarchi-sche aansturing met concrete richtlijnen enprocedures. Voor het tot ontplooiing komenvan creativiteit en kennis is een veel plattereen vrijere organisatievorm gewenst [9]. Hetverenigen van alle typen in ??n organisatievraagt bijzondere managementinspannin-gen.ProcesstructuurMobi!?satieMarkt?gerichtheidOrganisatiemensennIeuweproductenElke organisatie kan worden beschreven insystemen, zoals de toegepaste informatie-technologie of het beloningssysteem [1].Een transformatie kan niet worden bereiktdoor slechts in ??n systeem veranderingenaan te brengen. Het is nodig tegelijkertijdaan alle systemen te werken. Om praktischeredenen zullen wel accenten moeten wor-den gelegd.Bedrijfseconomisch perspectiefWil de constructeur in een vrije markt rende-menten continu?teit realiseren, dan moet hijin de leerbij andere branches. Hij zal ontdek-ken dat een transformatie van zijn organisa-tie nodig kan zijn. De bedrijfskunde kent velemodellen om dit gestructureerd aan te pak-ken. Het hier gepresenteerde model biedteen overzicht op alle relevante velden vaneen organisatie.Er moet tegelijkertijd continu aandacht wor-den besteed aan vier velden: zienswijze,structuur, vitaliteit en mensen (zie schemabovenaan de volgende kolom).In het kader van dit artikel wordt alleen inge-gaan op de belangrijkste systemen binnende velden.De gewaarwordingDeconstructeursbranche verkeert momen-teel in een probleemfase. De schuld daar-van wordt nogal eens gegeven aan de bozebuitenwereld. Zo werden op de construc-teursmiddag 1998 suggesties gedaan rich-ting opdrachtgever, hoe constructeurs te se-lecteren. Verder werd de architect gemaandzijn rol als directievoerder weer terug te win-nen [4]. Via een preek voor eigen parochiekan dit echter niet worden afgedwongen.Gelukkig zijn er ook realistische reacties. Zostelt irW.M.Faas in [5] dat de constructeurzich er terdege bewust van moet zijn dat deomstandigheden dagelijks veranderen endat hij 'in die veranderingen zijn positiesteeds moet mee-evalueren en bijstellen.Vroeger werd je ingehuurd omdatje een vak-man was. Nu zijn commerci?le invalshoekenen procesmatigekwaHteiten belangrijke fac-toren...'. Naar zijn mening 'behoeft de kwali-teit van een ontwerp in algemene zin niet telijden onder de wijze van honorering; de opti-malisering en de uitwerking worden er weldoor be?nvloed. Je kunt nietvoor de helftvande prijs hetzelfde product leveren'. Uit dezestellingname blijkteen duidelijke visie op hetopereren in de huidige markt.CEMENT1998/12 7? ? ?eigen verantwoordelijkheid dragen en somsmoet er iets worden doorgedrukt [10]. Niet-temin is hetvoordeel van hoogwaardige me-dewerkers in de frontlinie evident.Organisaties dienogvastzitten in een hi?rar-chie, doen er goed aan een nieuwe manage-mentfilosofiete ontwikkelen die deze mede-werkers ontwikkelt en ondersteunt. De keu-ze van de meest geschikte organisatievormis afhankelijk van de mogelijkheden van demensen binnen de organisatie en kan perbureau verschillen.Een ideale gelegenheid om een transforma-tie door te voeren bestaat bij het invoerenvan een kwaliteitssysteem. Kwaliteitszorgkan worden gecombineerd met structuur-verbetering en wordt dan ook wel 'gei'nte-greerde kwaliteitszorg' genoemd. Dit is ookhet uitgangspunt van het ONRI Kwaliteits-systeem (OKS) [11]. Het mes snijdt aantwee kanten.De vitaliteitVrijwel alle constructeurs hebben momen-teel erg veel werk of kunnen het krijgen,maar er is onvoldoende personeel. Het is bi-zardat de concurrentie tussen de construc-teurs onderling nogsteeds moordend is. Op-drachtgevers lijken de schaarste aan capaci-teit niet gewaar te worden en constructeursdurven noggeen n??te zeggen tegen te lageprijzen. Liever snijden ze nog eens extra inhet werkpakket. Hier wreekt zich de lage or-ganisatiegraad van de constructeurs en deonbekendheid met marketing.In andere branches is bekend dat marketingop twee niveaus moet plaatshebben: opbrancheniveau en op individueel niveau.Een algemene marktbewerking waarvaneen totale branche profiteert, is een taakvoor een branchevereniging. De ONRI be-steedthieraan serieus aandacht. Een verbe-tering van de gehele marktsituatie kan bij-voorbeeld worden gerealiseerd door hetvaststellen van een concreet prestatieni-veau (concreter dan de RVOI nu aangeeft)dat als toetredingsdrempel kan fungerenvoor minder kwaliteitsgerichte construc-teurs. Ook kan de schaarste aan capaciteitvoor het voetlicht worden gebracht en daar-mee impliciet begrip worden gekweekt vooreen verhogingvan hetalgehele prijsniveau.Algemene marktbewerking betekent nietdat er geen onderlinge concurrentie meermogelijk is. Als een bepaald prestatieniveauisvastgelegd, kan iedere constructeur bepa-len hoe hij zich wil profileren. Ook kan hij, af-8hankelijk van bedrijfseconomische omstan"digheden, z?lfbepalen ofhij scherp wil offre-ren. Los van het feit dat dit een economischdelict is, is het een illusie te veronderstellendat er prijsafspraken kunnen worden ge-maakt.1. marktpenetratie 3. diversificatiestrategie strategie2. marktontwikke- 4. differentiatielingsstrategie strategieIndividuele organisaties kunnen voor hetvergroten van de omzet of het bereiken vaneen meer rendabele omzet, in principe uitvier strategie?n kiezen: marktpenetratie,marktontwikkeling, diversificatie en diffe-rentiatie [12].Voor de constructeur is de differentiatie-strategie de belangrijkste. Als concurrententamelijk homogene producten aanbieden -wat hetgeval is bij constructeurs-dan selec-teren opdrachtgevers op prijs. Het enige al-ternatief voor prijsconcurrentieis het zoda-nig differenti?ren van het product dat het inde ogen van de opdrachtgevers meer waardis.Differentiatie ismogelijk opvier basisdimen-sies: product, service, personeel en imago.Differentiatie op basis van hetproductis mo-gelijk door de dienstverlening?fte beperkentot het meest essenti?le ?fjuist te voorzienvan extra's zoals begeleiden van de uitvoe-ring, het geven van onderhoudsadviezenenz. (Vergelijk de autohandel: goedkope mo-dellen om 'in te vechten' die kunnen wordenvoorzien van allerlei extra's.) Hettoepassenvan een kwaliteitssysteem en het gewaar-borgdinzetten van hoogwaardige kennis,verhoogt de kwaliteit van de dienstverle-ning.Differentiatie op basis van service is ondermeer mogelijkdooreen consistente service-gerichte houding naaren communicatie metopdrachtgevers en be'invloeders (zoals ar-chitecten).Differentiatie op basis van medewerkers ismogelijk door de juiste mensen in dienst tenemen en hen zo goed mogelijk op te leiden.Ook hun attitude speelt een rol.Differentiatie op basis van imago is mogelijkdoor bewust aan een identiteit te werken.Hierbij spelen onder meer~de manier vanpresenteren en communiceren een rol.(Voor alle duidelijkheid: je kiest een identi-teit, en de beleving ervan in de markt is jeimago.)De constructeur kan zich momenteel nau-welijks meer met vakkennis onderscheiden.Bij architecten ligt dat anders; zij wordenvaak gekozen op vakinhoudelijke ontwerp-capaciteit. De vakkennis van de construc-teur wordt als vanzelfsprekend beschouwden vormt zelden een selectiecriterium. Erva-ring met bepaalde projecttypen speelt weleen rol.Goedbeschouwd vormen de medewerkersde meest geschikte basis om op te differen-ti?ren. De service en het imago volgen danvanzelf.De mensenAlles wat men in een ingenieursbureau kanen wil bereiken is afhankelijk van de mede-werkers. Aan hen moet dan ook de grootsteaandacht worden gegeven. Zij moeten in degelegenheid worden gesteld de benodigdevakinhoudelijke, commerci?le en communi-catieve vaardigheden op te doen. Uitwisse-lingvan kennis moetworden gestimuleerd.Een goed ontwerp vergemakkelijkt de uitvoe-ringCEMENT1998j12Een 'hot item' is kennismanagement. Vaakwordt hierovergesproken alsof het in een or-ganisatie kan worden ingebouwd zoals eenbesturingsprogramma in een computer.Kennismanagement is echter niet het aan-leggen van databases en een computernet-werk. Kennis is veelal opgesloten in men-sen. Kennis is vaak niet over te brengen viageschreven of gesproken tekst. Sociaal con-tact is onontbeerlijk om de in de mensenaanwezige kennis naar buiten te brengen,over te dragen en als basis te laten dienenvoor innovatie [13]. Er moet naar een cul-tuur worden gestreefd die dit mogelijkmaakt.TerzakeDe ingenieursbranche wordt wel eens verge-leken met andere adviserende branches,zoals de managementconsultancy. In dezebranche zijn de opbrengsten per medewer-keraanzienlijk hoger, terwijl hetopleidingsni-veau vergelijkbaar is. Dat deze vergelijkingniet helemaal opgaat, heeft te maken methetverschil in marktsituatie. Hoewel de con-structeursactiviteiten regelmatig slecht ge-definieerd zijn, gaathettoch om een redelijkuitontwikkeld product. Er vinden geen radi-cale doch slechts incrementele innovatiesplaats in de bouw [14].Als gevolg hiervan heeft de constructeur temaken met een 'volwassen' marktsituatiewaarin de prijzen gebruikelijk worden ge-drukt. De constructeur moet er echter voorwaken dat de marktsituatie niet verder de-genereert. Het moet mogelijk blijven omkwaliteit te leveren en plezier in het werk tehebben.OOK KIWA WAARSCHUWTHet voorgaande is opgetekend na vele dis-cussies die in de branche zijn en worden ge-voerd over dit onderwerp. De auteurwil hier-mee handvatten cre?ren om de invloed vande marktwerking en mogelijke verbeterings-actiesbespreekbaarte maken. Hetis echteraan de constructeur zelfom hier iets mee tedoen: hij krijgt de toekomst die hij zelf ver-dient!Literatuur1. Vambersky, J.N.J.A. en R.Sagel, De tikkendetijdbom onder de bouw (I). Cement 1997 nr. 3.2. idem (H). Cement 1997 nr. 6.3.Klvl, Regelgeving van de verhouding tussenopdrachtgever en adviserend ingenieurSbureau,RV011998.4. Verslag van de Constructeursmiddag 1998,Betonverenigings-Nieuws 1998 nr. 4.5. Is er nog toekomst voor de constructeur?Cement 1998 nr. 7/8.6. Gouillart, F.J. en J.N.Kelly, Transforming theOrganization; McGraw-Hill.7. ARTB, Bouwvisie 2015. ARTB p/a ONRI DenHaag.8. Maiser, D.H., Managing the professional ser-vice firm. Free Press Paperbacks, Simon &Schuster New Vork.9. Galbraith, J.R., Het ontwerpen van complexeorganisaties.Samson Bedrijfsinformatie, Alphena/d Rijn 1992.10. Argyris, C., Empowerment: the emperor'snew clothes, Harvard Business Review, mei-juni1998.11. ONRI, Kwaliteitszorg voor raadgevendeinge-nieurs, Den Haag.12. Kotler, R, Marketing management. Prentice-Halllnc., New Jeresey 07458.13. Nonaka en Takeutchi, The knowledge crea-ting company. Oxford University Press, New Vork1995.14. Pries, F., Innovatie in de bOUWnijverheid. Rot-terdam 1995. ?Antwoord van de BetonverenigingDe Betonvereniging is zich bewust van de teberde gebrachte problematiek. Zij staatalja-ren in voor de vanzelfsprekendheid van devakinhoudelijke kennis. De huidige marktstelt echter aanvullende eisen. De Beton-vereniging wil de constructeur ook hiermeehelpen. Daarom heeft zij de volgende actiesgepland:1.Organiseren van een workshop onder detitel 'De toekomst van de constructeur'waarin het management van ingenieurs-bureaus wordt ge?nformeerd en geconsul-teerd over de invloed van de marktwerkingin hun branche.2. Cursussen exploiteren die de kerncompe-tenties en aanpalende kennis van de con-structeurs kunnen versterken. Hiervoorbestaat reeds de cursus 'Bestek en regel-geving'. Overwogen wordt dit uitte breidenmet 'Contractvorming'. Verderzal een cur-sus 'Methodisch ontwerpen' worden op-gezet. De cursus 'Bestek en regelgeving'is overigens ook geschikt voor aanne-mers.3.Samenwerking zoeken met het Staal-bouwkundig Genootschap en de ONRI omopleidingsmogelijkheden te ontwikkelendie de constructeurverder kunnen helpenzijn commerci?le rol te spelen in het huidi-ge bouwproces. Gedacht wordt aan eenkopcursus 'Van vakman naar koopman'.Voor nadere informatie: ing.M.J. van derVlietvan de Betonvereniging.Kwaliteit constructief ontwerp bouwwerken in neerwaartse spi-raalHet college van Deskundigen Wapeningsmaterialen van Kiwa, dedaaronder ressorterende commissies en de Betonvereniging krij-gen al geruime tijd verontrustende berichten over de door wape-ningscentrales geleverde wapening. Het komt regelmatig voor datwa peningscentrales en betonfabrieken vanwege tijdgebrek nietmetdezelfde tekeningen werken. Maar ook zijn tekeningen zijn somszeer onduidelijk en bevatten details die technisch niet uitvoerbaarzijn. In enkele gevallen had een wapeningscentrale hiervoor een op-lossing gevonden zonder overleg met de opdrachtgever.Uit de bouwkwamen vrijwel geen klachten. Afwijkingen worden ter plekke opge-lost.Hoewel naaraanleidingvan hetKiwajaarverslag 1996 enkele actieszijn ondernomen, blijft de situatie onveranderd. Onduidelijkheid inCEMENT1998/12de verantwoordelijkheid is ??n van de hoofdoorzaken. In het verle-den was de constructeur verantwoordelijk voor het ontwerp van deconstructie. Geconstateerd is dat door de prijsdruk vaak slechts eendeel van het ontwerp wordt doorgerekend en hieraan wordt blijkbaargeen grens gesteld: de opstellers van het Bouwbesluit wilden geenhoofdstuk 'verantwoordelijkheden' opnemen. Enige tijd geleden isdeze situatie in de Adviesraad voorTechnologie bij het Ministerie vanVROM aangekaart. VROM heeft vervolgens contact gehad met deONRI en de BNA. Voorlopig wil men echtergeenregels stellen, omdatdit in strijd is met het Europees Aanbestedingenbeleid. Hiermee iseen patstellingbereikt. HetCollege van Deskundigen is bezorgdoverdeze neerwaartse kwaliteitsspiraal en stuurt aan op een brede dis-cussie. Ongevallen en materi?le schade moeten tenslotte voorko-men worden!?9
Reacties