ir.J.StrobandBekker en Stroband BV, ingenieurs enarchitecten, AmsterdamDe eindjes aan elkaar knopenEnkele aanwijzingen die inzicht geven in de toekomstvan het geprefabriceerd betonDe huidige situatieIn de tijd dat de prefabricage in de kinder-schoenenstond, zo'n 25 jaar geleden, wer-den de constructieve ontwerpen nog geba-seerd op traditionele uitgangspunten. Deproduktiemiddelen waren tamelijk primitiefen veelal werd ernaar gestreefd de oorspron-kelijke monoliete structuur te behouden doorhet toepassen van lastige, natte verbindin-gen. Sindsdien heeft de prefabricage een be-langrijke technologische ontwikkeling door-gemaakt. Een verandering die wordt geken-merkt door vernieuwingen in de produktie-techniek en een betere procesbeheersing,maar ook door verbetering van de betonkwa-liteit, toepassing van voorspanning endeontwikkeling van meer doelmatige verbin-dingsdetails.Er is een beter inzicht verkregen in dekrachtswerking in geprefabriceerde con-structies enin het gedrag van de verbindin-gen. Hierdoor zijn de uitgangspunten voorhet ontwerpen ingrijpend gewijzigd en heb-ben geprefabriceerde constructies een ge-heel eigen karakter gekregen. Door deze ont-1Ontwikkeling van de bouwproduktie tussen1952 en heden, op basis van de prijzen in1975; een stippellijn geeft deverwachtingen tot 1990wikkelingen zijn de toepassingsmogelijkhe-den van geprefabriceerd beton aanmerkelijkuitgebreid.Minder spectaculair dan grote prefab-ge-bouwen, is het toepassen van geprefabri-ceerde, soms min of meer gestandaardiseer-de elementen, zoals vloerelementen, trap-pen, galerijplaten, gevelelementen e.d., incombinatie met in het werk gestort beton,metselwerk of staal. Niettemin heeft ook de-ze toepassingsmogelijkheid een belangrijkebijdrage geleverd aan de ontwikkeling vande prefabricage.Prefabricage in de toekomstWe moeten bij een beschouwing over de toe-komst van het geprefabriceerde beton, eerstkijken naar de ontwikkeling van de bouw inhet algemeen.In de eerste plaats de bouwproduktie. Deontwikkeling hiervan is in figuur 1 weergege-ven. De grafiek toont de gerealiseerde brutobouwproduktie, uitgedrukt in miljarden gul-dens op basis van vaste prijzen van 1975over de periode 1952 tot heden. De prognosetot 1990 is afgeleid uit de onlangs aan deTweede Kamer aangeboden Bouwprognose1984-1989.De bouwproduktieis in de jaren na de tweedewereldoorlog, mede door hoge overheidsin-vesteringen, in toenemende mate gegroeid.De inspanning was vooral gericht op het i nlopen van een grote achterstand. Omstreeks1970 stagneert de groei tamelijk abrupt on-der druk van de gewijzigde economischeomstandigheden. De verandering is echterook een eerste duidelijke aanwijzing dat debehoefte aan vergroten van de voorraadbouwwerken vermindert. Het is een aankon-diging van het einde van de groeLDe economische recessie in het begin vande jaren tachtig leidde vervolgens tot het in-zakken van de markt. Momenteel lijkt debouwproduktie zich te stabiliseren en de ver-wachting is dat het huidige economischeherstel ons voorlopig zal behoeden voor eenverdere daling.De ontwikkeling op langere termijn is moeilijkte voorspellen. De bouweconoomHendriksheeft hierover eens opgemerkt dat de enigecontinu?teit waarop de bouw kan rekenen,een daling is van de produktie. Of deze voor-spelling zal uitkomen hangt niet alleen afvande economische ontwikkeling, maar ook vande eisen die aan de kwaliteit van de gebouw-de omgeving zullen worden gesteld en vande prijs die we daarvoor kunnen en willenbetalen.Voorbeeld van een volledig prefab-skelet95 200090-- ...:..:..... ".....".???858075706560Bron: EIB1950 55mrd.gld.3530-"'-..-252015105Cement XXXVII(1985)nr. 1 57????????????TENINDEXr............................................. PRIJ INDEXCIJFERGEZI SCONSUMPTiE...... ..1964=1004003002001001960Bron: CaS_ElS65 70 75 80 85De fabricage van betonnen heipalen is inhoge mate geautomatiseerd engemechaniseerdEen tweede belangrijke ontwikkeling is de teverwachten verandering de aard van debouwproduktie. Er zal toenemende mateeen verschuiving optreden van uitbreidingvan de voorraad bouwwerken naar hetstandhouden van de voorraad, dat wil zeg-gen vervanging, renovatie en onderhoud. Ditbetekent dat zelfs bij een gelijkblijvende to-tale produktie de nieuwbouwproduktie zalafnemen. Deze verschuiving van uitbreidingnaar instandhouding gaat gepaard met eenschaalverkleining van de uit te voeren pro-jecten. Dit is overigens een trend die nu alduidelijk is waar te nemen.Kort samengevat kunnen we stellen dat deomvang van de nieuwbouw zal afnemen endat de projecten kleiner zullen worden. Alswe hier nog aan toevoegen dat in onzemenieving een steeds grotere behoefte be-staat aan individualiteit, aan variatie, danblijken de ontwikkelingen weinig gunstigvoor de toekomst van de prefabricage.Maar het is nog te vroeg om deze conclusiete trekken.Kostenvraagstuk, kwaliteit en flexibiliteitDe bouwopgave waarvoor wij staan, is datwe in de toekomstige behoefte aan bouw-werken moeten voorzien tegen aanvaardba-re prijzen. Het gaat daarbij om het bereikenvan een optimale verhouding tussen de kwa-liteit en de prijs. We moeten ook rekeninghouden met het steeds sneller verlopendeproces van maatschappelijke verandering ende hiermee samenhangende veranderingvan de maatschappelijke behoeften met be-trekking tot de gebouwde omgeving. Ditheeft tot gevolg dat onze gebouwen steedssneller zullen verouderen, dat wil zeggen nietmeer aan de eisen van de tijd voldoen. Wemoeten gebouwen daarom zo ontwerpen datzij kunnen worden aangepast aan verande-rende behoeften. De gebouwen moeten eenzekere flexibiliteit bezitten.Het gaat dus in de toekomst om bouwkosten,kwaliteit en flexibiliteit.Cement XXXVII(1985)nr. 1In de eerste plaats de bouwkosten. Het isbekend dat de bouwkosten in het verledenaanzienlijk zijn gestegen, niet alleen in abso-lute zin, maar ook in verhouding tot het alge-mene prijspeil. In figuur 2 wordt dit nog eensgetoond door middel van een vergelijkingvan het prijsindexcijfer voor gezinscon-sumptie met de bouwkostenindex, dit is hetprijsindexcijfer voor de bouwkosten van eenstandaardwoning. De grafiek beslaat de pe-riode van 1960 tot heden, waarbij het index-cijfer van 1964 op 100 is gesteld.De bouwkosten zijn tussen 1970 en 1980naar verhouding zeer sterk gestegen. Dezevoor de bouw ongunstige ontwikkeling werdveroorzaakt door de snel stijgende loonkos-ten en houdt verband met het relatief ar-beidsintensieve karakter van de produktie inde bouwsector en het achterblijven van deproduktiviteitsverbetering ten opzichte vanandere takken van de nijverheid.In 1981 is, onder druk van een sterk vermln-derde vraag, een duidelijke kentering in deontwikkeling van de bouwkosten opgetre-den, er is zelfs sprake van een lichte daling.Het is de vraag of deze gunstige wending vanblijvende aard zal zijn. We moeten bijvoor-beeld rekening houden met de onvermijdelij-ke invoering van arbeidstijdverkorting. Eenverdere stijging van de bouwkosten kan al-leen vermeden worden door een structureleverbetering van de produktiviteit. Dit bete-kent een verdere verschuiving van de pro-duktie naar de voorfase. dus naar fabriekenen werkplaatsen, omdat daar de beste voor-waarden aanwezig zijn voor het bereiken vaneen hoge arbeidsproduktiviteit.Onze aandacht moet ook worden gericht opeen verbetering van de kwaliteit in relatie totde prijs die ervoor moet worden betaald. Hetgaat om de kwaliteit per gulden. De kwaliteitwordt uiteindelijk beoordeeld door de ge-bruiker, beoordeeld naar de mate waarinwordt voldaan aan de eisen die uit het ge-bruik voortvloeien. Het is niet moeilijk om tevoorspellen dat de gebruiker zich op dit punt582Ontwikkeling van bouwkosten invergelijking met de kosten voorgezinsconsumptie, waarbij het indexcijfervoor 1964 op 100 is gesteldkritischer zal gaan opstellen. De zorg voorde kwaliteit zal daarom in de toekomst eensteeds belangrijker rol gaan spelen.Kwaliteitsbeheersing omvat meer dan alleenhet uitvoeren van keuringen en controles, hetis een samenstel van organisatorische entechnische maatregelen gericht op een be-heersing van het gehele bouwproces, dus tebeginnen bij het opstellen van het program-ma van eisen. Het is vooral een kwestie vanorganiseren.Een doelmatige kwaliteitsbeheersing is te-meer noodzakeiijk omdat het een belangrijkevoorwaarde is voor het bereiken van een ho-gere produktiviteit en een verlaging van dekostprijs. Ook in dit opzicht is er een directerelatie tussen kostprijs en kwaliteit.Kwaliteitsbeheersing in de bouw is, zo wordtvaak gesteld, geen eenvoudige zaak omdatde samenstelling van het team van medewer-kers per project wisselt en ook omdat de uit-voering op de bouwplaats onderhevig is aanwisselende klimatologische omstandighe-den. Maar het is de vraag of er niet veeleersprake is van bepaalde weerstanden tegende noodzakelijke verandering van de tradi-tionele organisatiestructuur van het bouw-proces. Een verandering gericht op een meerdoelmatige samenwerking, een snellerecommunicatie en een betere afstemming vandeeltaken.Het laatste aspekt is de flexibiliteit. Gebou-wen moeten aangepast kunnen worden aanveranderende behoeften. Hierbij speelt nogeen geheel ander factor mee en wel het ver-schil in levensduur van de samenstellendecomponenten: stel maar ongeveer 100 jaarvoor de draagstructuur tegenover slechts 10? 30 jaar voor het inbouwpakket. Het is ookom deze reden noodzakelijk dat bouwdelenzoals scheidingswanden, installaties, onder-delen van gevels en mogelijk zelfs delen vande draagconstructie, vervangbaar zijn. Deconsequentie hiervan is dat we zullen komenOok de fabricage van vloerplaten bezit eenvergaande vorm van automatisering enmechaniseringtot een scheiding van de verschillende func-ties van het gebouwen hierdoor tot een ont-koppeling van de diverse deelbeslissingenin het ontwerpproces en van de deeltaken bijde uitvoering.We komen dan terecht op de drager-inbouwconceptie en de methode van het openbouwproces, een werkwijze gericht op eenbetere procesbeheersing. Het systeem vanopen bouwen houdt tevens in dat zoveel mo-gelijk gebruik moet worden gemaakt van nietspecifiek voor het project ontworpen bouw-delen. Deze ontwikkelingen zullen tevenseen aantal belemmeringen uit de weg nemendie een verdere verschuiving van de produk-tie naar de voorfase, de prefabricage, in deweg staan.Kort samengevat wijzen de ontwikkelingenop het toepassen van drager-inbouw con-structies en open bouwsystemen en op eentoename van het gebruik van geprefabri-ceerde onderdelen.Vraag en aanbodWe zijn hiermee terug bij de toekomst vande prefabricage in beton. De vooruitzichtenzijn gunstig, zeker als de verschillende part-ners in het bouwproces inspelen op de eer-der geschetste ontwikkelingen. Dit vereisteen wat andere instelling met betrekking totde onderlinge samenwerking. Het vereistook dat het ontwerp wordt afgestemd op hetprefabricageproces en de produktiemoge-lijkheden op de behoeften.De architect zal in het algemeen meer moe-ten gaan denken vanuit het produktie- enmontageproces en de constructeur zal bijhet opzetten van het constructieve ontwerpbeter rekening moeten houden met de pro-duceerbaarheid van de elementen.Maar ook de producenten kunnen een bijdra-ge leveren om bepaalde belemmeringen wegte nemen. Ik doel hiermee op de vrees voormassificatie, voor uniformitiet die lijnrechtstaat tegenover de vraag naar variatie. Ditwordt wellicht in de hand gewerkt door denadruk die wordt gelegd op de noodzaak vanstandaardisatie en door de invloed van deseriegrootte op de prijs van de elementen.Producenten zullen moeten streven naar hetvergroten van de keuzevrijheid. Enerzijdsdoor het op grotere schaal op de marktbren-gen van niet-projectgerichte elementen diepassen in het systeem van open bouwen, an-derzijde door het vergroten van de flexibiliteitvan de produktieprocessen, door middel vaneen verdere automatisering van de proces-besturing.KwaliteitsbeheersingHet is van groot belang voor de verdere ont-wikkeling van de prefabricage om te komentot een samenhangend systeem voor dekwaliteitsbeheersing.De betonindustrie heeft op dit punt al eenbetrekkelijk hoog peil bereikt door hetinvoe-ren van interne kwaliteitssystemen en het or-ganiseren van cursussen op het gebied vande kwaliteitszorg. Daarnaast wil ik wijzen ophet invoeren van certificaten, zoals het KO-MO Betonvereniging certificaat voor bouwe-lementen van beton. Een certificaat is eensoort bewijs van goed gedrag. Het wordt af-gegeven nadat een onderzoek heeft plaats-gevonden van het kwaliteitssysteem van deproducent en het functioneren ervan. Daarnawordt de interne kwaliteitsbewaking van deproducent namens KOMO door KIWA regel-matig gecontroleerd. Het certificaat geeftaan dat de betreffende elementen geachtkunnen worden te voldoen aan de specifica-tie van het produkt, de garantie hiervoor blijftechter bij de producent.De kwaliteit van het produkt wordt niet alleenbepaald door de producent maar ook doorde opdrachtgever en de verschillende advi-seurs. Zij zijn het immers die de specificatieverstrekken van de eisen waaraan het pro-dukt moet voldoen.Dus moeten de eisen nauwkeurig worden ge-formuleerd in de vorm van goede, duidelijketekeningen met een zorgvuldige omschrij-ving van aanvullende voorwaarden. Het ver-eist ook een zorgvuldige controle van de pro-duktietekeningen. Pas als aan deze voor-waarden is voldaan, kunnen certificeringsre-gelingen optimaal functioneren.Nieuwe technieken, aodere materialenen verbindingenDe toekomst zal zonder twijfel ook vernieu-wingen brengen met betrekking tot de tech-niek van het prefabriceren. Daarbij moet nietzozeer worden gedacht aan plotselingespectaculaire veranderingen, maar meer aaneen geleidelijke verbetering en vernieuwingvan de prefabricagetechniek, afgestemd opde veranderingen in de wijze van bouwen.Cement XXXVII(1985) nr. 1 59De prefab-constructie voor hetPoortgebouw van ECT op de Maasv/akte inhet Rotterdamse havengebied, is eentreffend voorbeeld van een ma/gebondenproduktieLiteratuur1. Stichting Bouwresearch, Technologischeen structurele ontwikkelingen in de bouw,rapport nr. 72, 19802. Stichting Bouwresearch, Het activerenvan innovatie in de bouw, rapport A39-1,1983Cement XXXVII(1985)nr. 1Zo zal in toenemende mate aandacht wordenbesteed aan vermindering van het energie-verbruik door het verbeteren van de isolatievan gebouwen en een betere beheersing vanhet binnenklimaat. In samenhang hiermeezal gezocht moeten worden naar oplossin-gen ter voorkoming van koudelekken terplatse van constructieve verbindingen envan ongewenste temperatuurspanningen inde gevel door een flexibele aansluiting vande buitenhuid vand? gevel aan de achterlig-gende constructie.Deenergieproblematiek dreigt overigens on-ze aandacht af te leiden vande uitputting vanandere natuurlijke hulpbronnen. Toch moe-ten we er bijvoorbeeld rekening mee houdendat de binnenlandse winning van grind enmergel mogelijk voor het einde van dezeeeuw kunnen aflopen. Hiertegenoverwordenwe geconfronteerd met een ernstige vervui-ling van het milieu door de groeiende hoe-veelheden afvalstoffen zoals betonpuin enmetselwerkpuin, maar ook vliegas en gips.Deze problemen en de mogelijke oplossin-gen ervoor zijn al vaker aan de orde gesteld.Het raakvlak met de prefabricage ligt bij deontwikkeling van nieuwebetonsoorten waar-in daartoe geschikte afvalstoffen worden ve-werkt. Mijns inziens kan juist de betertindus-trie, vanwege de goed gecontroleerde om-standigheden bij fabriekmatige vervaardi-ging, aan deze ontwikkeling bijdragen.De toekomst zal ook een verdere ontwikke-ling brengen van glasvezelversterkt cementen ferrocement en er zullen nieuwe materia-len hun intrede doen, zoals aramidevezelsen polymeerbeten. Ik verwacht dat toepas-sing van deze materialen zich vooralsnog zalbeperken tot niet-dragende elementen.Veranderinen zijn er ook te verwachten ophet gebied van de verbindingstechniek. Zozal gestreefd moeten worden naar een stan-daardisatie van de verbindingen met namein verband met het toepassen van elementenin open bouwsystemen. Dit mag overigensgeen belemmering vormen voor de ontwik-keling van nieuwe verbindingen. Verbindin-60gen die gemakkelijk tot stand zijn te brengenen goed te controleren. En als we dan speu-ren naar verbindingen die een eenvoudigemontage mogelijk maken, waarom dan nietmeteen zorgen dat een eenvoudige demon-tage mogelijk wordt. Dan zijn de constructiesdemonteerbaar en behoeven zij niet met veellawaai en stofoverlast te worden gesloopt.Demonteerbaar bouwen dus, ook om con-structies te kunnen aanpassen aan gewijzig-de behoeften. Demonteerbaar bouwen is eenbelangrijke ontwikkeling voor de prefabrica-ge. Momenteel zijn er twee demonteerbarebouwsystemen op de markt; in de toekomstzal deze bouwtechniek op meer uitgebreideschaal toepassing vinden. Om deze ontwik-keling te stimuleren, zal op30 en 31 mei 1985in Rotterdam een internationaal symposiumworden gehouden onder detitel: 'Demounta-bie Concrete Structures, aChalIenge torPre-cast Concrete'.BesluitVeranderingen en vernieuwingen komen nietvanzelf, het vergt inspanning en een bereid-heid om zekere risico's te nemen. Het vereisteen op innovatie gericht beleid, niet alleenvan diegenen die direct bij het bouwproceszijn betrokken maar ook van voorschiften-makers, toezichthoudende instanties en we-tenschappers. Hierbij moet in het bijzonderworden gestreefd naar het wegnemen vande belemmeringen, die het invoeren van ver-nieuwingen in de weg staan. Wat dit betreftwil ik de rapporten van de Stichting Bouwre-search over het activeren van innovatie in debouw warm aanbevelen [1,2].Het is een goede zaak onze aandacht te rich-ten op de verdere ontwikkeling van de prefa-bicage. We moeten daarbij wel bedenken datprefabriceren geen doel is op zichzelf, maareen geschikt middel om de bouwkosten ende kwaliteit te beheersen.
Reacties