Ervaringen bij de toepassing van preflex(l)*doorir. A. S. G. B r u g g e l i n gU.D.C. 624.072.2'Prefhx'liggers 'Preflex'inleidingSedert enige iaren worden in Nederland stalen balken vanQR36 'gepreflext' en op bouwwerken verwerkt. Nu op dit ge-bied de nodige ervaring is opgedaan, zullen in dit overzicht deproblemen worden besproken, die zich in de praktijk hebbenvoorgedaan, en de wijze waarop deze tot een oplossing zijngebracht.Zoals bekend mag worden verondersteld, berust het doorwijlen prof. a es en ir. Li p ski in Belgi? ontwikkeldepreflex-systeem op het voorbelasten van stalen binten ten eindede stijfheid van samengestelde constructies, bestaande uitstalen binten en in het werk gestort beton, te vergroten.1)Het is duidelijk dat daarbij de kwaliteit van het om de onder-flens van het stalen bint aangebrachte beton een grote rolspeelt, temeer daar ook de invloed van de kruip en krimp vandit beton een niet te verwaarlozen factor is.Op dit onderwerp is reeds in een afzonderlijke publikatie in-gegaan.2)Ten einde een indruk te geven van de werken die in Neder-land in preflex zijn uitgevoerd, zullen allereerst in dit artikelenige markante voorbeelden in het kort worden besproken.Daarna zal uitvoerig op een aantal constructieve problemenworden ingegaan.Alleen die uitgevoerde werken zullen worden besproken waar-bij de detaillering en/of het ontwerp bijzonderheden hebbenopgeleverd.De constructieve problemen doen zich in hoofdzaak voor bij deoplegging en door koppeling van preflexbalken op of aan deoverige beton- of staalconstructies.T o e p a s s i n g e n van p r e f l e x1. Onderslagbalk in scholen volgens systeem MuwiHet door Muijs en de Winter N.V. ontwikkelde bouwsysteemvoor scholen bevat onder meer een vloerconstructie, bestaandeuit de in de woningbouw dikwijls toegepaste Muwivloeren dierusten in sponningen van rechthoekige betonbalken met eenhoogte van 47 cm.Bij een in Schiedam gebouwd scholencomplex was het nood-zakelijk om drie klaslokalen tot een grote ruimte te kunnencombineren. Derhalve vervielen de loodrecht op de gevelstaande bouwmuren, die de ondersteuningsconstructie van demoerbalken vormen. Daarvoor in de plaats werden als onder-slagbalken preflexbalken aangebracht van het profiel DIE-60.De moerbalken van voorgespannen beton steunden op de be-tonnen onderflens van de preflexbalken (foto 3).De totale constructiehoogte van deze onderslagbalken be-draagt 70 cm voor een buigend moment van 110 tm. Fig. 1 geefthet constructiedetail weer van de oplegging van een moerbalkvan voorgespannen beton op de preflexbalk.2. Draagconstructie van het dak boven de cantine van deR.V.S. te RotterdamDe cantinevloer ligt op 25 m boven het straatniveau. In ver-band met het moeilijke transport en vooral ook de kost-bare montage van de zware balken van voorgespannen betondie oorspronkelijk in het project waren voorzien, is tot de toe-passing van preflex overgegaan. Daardoor kon in deze moei-lijke situatie op eenvoudige wijze de draagconstructie van hetdak worden samengevoegd. Een andere bijkomstigheid was datde plattegrond van de te overdekken ruimte niet rechthoekigwas. De overspanning van de liggers varieerde van 18 tot 22 m,hetgeen dus ook een complicatie betekende bij de toepas-sing van geprefabriceerde voorgespannen betonelementen,daar alle vijf dakbalken een onderling verschillende lengte ver-kregen.Het maatgevende buigend moment voor de detaillering van depreflexliggers bedroeg ca. 200 tm. Het gekozen balkprofiel*) Het tweede gedeelte van dit artikel zai gepubliceerd worden in het no-vembernummer van Cement.1) Zie 'Prefiex-balken' door ir. A, D o b r u s z e s in Cement XI (1959)Nr. 4, biz. 381-386 en Nr. 5, biz. 449-459.2) Zie 'De invloed van krimp en kruip van het preflexbeton op de spannings-verdeling in preflexliggers' door ir. A. S. G. B r u g g e l i n g inCement XIV (1962) Nr. 5, blz. 283-284.was DIN-80. De dakconstructie bestaat uit dakplaten, die rus-ten op gordingen van voorgespannen beton, profiel RNP-28/14,lang ca. 5 m. De gordingen rusten op betonconsoles, die opde preflexonderflens van de ligger zijn aangebracht. De totaleconstructiehoogte bedraagt 105 cm (fig. 2).In fig. 2 is de doorsnede over de preflexconstructie weerge-geven. De betonnen drukflens van de preflexligger werd in hetwerk bekist en gestort. De balken werden op de kolommenopgelegd met behulp van stalen oplegstoelen, die direct methet stalen profiel waren verbonden (fig. 4). In ??n geval washet noodzakelijk om de preflexbalk in een betonbalk op teleggen. Aangezien bij de oplegging op een met de balk ver-bonden console in deze console grote torsiemomenten wordengebracht, was een centrische oplegging noodzakelijk en wel opzodanige wijze dat de betonbalk zo min mogelijk werd ver-zwakt.In dit geval bleek met behulp van preflex een eenvoudige op-lossing mogelijk te zijn. Ter plaatse van de oplegging van depreflexligger was in de betonnen lateibalk een uitsparing aan-gebracht van 36 X 45 X 25 cm.foto 3. ondersteuning van moerbalken van voorgespannen betondoor betonconsoles op preflex onderflens604 Cement XV (1963) Nr. 10In deze uitsparing werd een stalen oplegstoel gesteld. Deeigenlijke preflexbalk was zo lang dat deze naast de betonbalkeindigde. In het werk werd, nadat de preflexligger bij de mon-tage tijdelijk was ondersteund, een stalen uithouder aange-bracht bestaande uit twee binten [ NP-26, die aan weerszijdenvan het lijf van de ligger met behulp van 6 stuks voorspanbou-ten M 25 werden bevestigd. De uithouder steunt door middelvan een stalen verdeelplaat op de stalen oplegging in de in-kassing (fig. 5 en foto 6). Preflexligger en uithouder werden nahet afstellen ingebetonneerd. De stalen oplegstoelen moeten inverband met het noodzakelijke onderhoud toegankelijk blijven.3. Vloerconstructie van een dakpannenfabriek te WoerdenTen behoeve van de ondersteuning van een vloerconstructiemet ca. 18 m overspanning werden prefiexliggers profiel DIE-85 hart op hart 2,20 m gelegd. De constructie is berekendop een totaal buigend moment van 170 tm, waarvoor een con-structiehoogte van 105 cm noodzakelijk was, daarin begrepeneen betonvloer van 12,5 cm dikte.De vloerconstructie, waarvan de preflexligger deel uitmaakt, isin verband met de te verwachten vervormingen door middel vanrubberopleggingen op de kolommen opgelegd. Aan ??n zijdekraagt de constructie ca. 4 m over de oplegconstructie uit (fig.7).De montage van de prefiexliggers was in dit geval bijzondermoeilijk aangezien de eigenlijke hal door een aantal aanbou-wen en dergelijke omringd was. Vandaar dat het van groot be-lang was om de prefiexliggers in ??n punt te kunnen oppik-ken, hetgeen bij voorgespannen betonliggers meestal op on-overkomelijke constructieve bezwaren zal stuiten. De montagevan de liggers blijkt uit foto 8.De preflexbalken werden op tijdelijke ondersteuningen gesteld,foto 6. oplegconstructie d.m.v. oplegging in inkassinawaarna de over de kolommen lopende langsbalken in het werkzijn gestort. Vervolgens werden de betonvloeren boven de pre-fiexliggers gestort op een bekisting die steunde op de beton-nen onderflens van de prefiexliggers. Tijdens het betonnerenvan de vloer werd deze, in verband met de onderlinge ver-vorming tussen de liggers, zoveel mogelijk onderling gelijkbelast door het stortfront evenwijdig aan de langsbalk te ver-plaatsen.4. Vloerconstructie Tomadohuis te DordrechtIn de betonconstructie van het Tomadohuis te Dordrecht zijnin de vloeren prefiexliggers toegepast met de bedoeling deconstructiehoogte alsmede het vloergewicht zo gering moge-lijk te houden.3)Voor de 12,50 m lange prefiexliggers werden balkprofielenDIL-32 en DIL-36 gekozen, een en ander afhankelijk van de balk-belasting. De constructiehoogte van de vloerbalken werd daar-door respectievelijk 44 cm en 48 cm bij een maximaal momentvan respectievelijk 41 tm en 58 tm.De prefiexliggers zijn aan de buitenzijde van het gebouw cen-trisch opgelegd in inkassingen, die zijn uitgespaard in de hogerondom het gebouw lopende betonliggers.3) Zie 'Tornado-huis' te Dordrecht' door ir. M. G. P. L. S p r u i t inCement XV (1963) Nr. 2, blz. 102-104.foto 8. montage van prefiexliggers voor vloerconstructieCement XV (1963) Nr. 10605Deze liggers zijn voorzien van uitstekend betonstaal, dat in devloerconstructie is opgenomen (fig. 9). De vloerconstructie werdgestort op de preflexliggers in een bekisting die op de betonnenonderflens van de preflexliggers rustte.Aangezien de balken zijn opgelegd in het hart van de rand-ligger, worden daarin geen torsiemomenten opgewekt ten ge-volge van het eigen gewicht van de constructie. Alleen door denuttige belasting worden ?nklemmingsmomenten tussen vloer enrandbalk opgewekt.Op ??n plaats kon de bekisting niet aan de preflexliggersworden opgehangen. Ten einde daar te voorkomen dat depreflexligger bij het lossen van de bekisting teveel zou door-buigen als gevolg waarvan de vloer, die aan de andere zijdeop een stijve betonconstructie steunt, zou scheuren, werd dezepreflexligger in het werk dusdanig voorbelast, dat de op dezewijze verkregen doorbuiging ?ets meer bedroeg dan de bere-kende doorbuiging ten gevolge van het eigen gewicht van dedaarop rustende vloer.Deze doorbuiging van 26 mm werd van te voren aangebrachtmet behulp van een takel die was verankerd aan de onderlig-gende vloer (foto 10). Bij het ontspannen van de takel bleek devloer 2 ? 3 mm terug te veren.In het dak van het Tomadohuis werd een aantal 18 m langepreflexbalken toegepast. De daarbij gekozen oplossingen vroe-gen geen speciale details, zodat deze hier onbesproken kunnenblijven.5. Dakconstructie ondergrondse garage Coopra RotterdamDeze ondergrondse garage met een plattegrond van ca.11 X 17 m2is afgedekt door een betonconstructie die bestaatuit preflexbalken DIN-40, hart op hart 151 cm, waarop terplaatse een betonvloer, dik 15 cm, is gestort.foto 70. voorbelasten van preflexligger d.m.v. een takeltig. il. verbinding pretlexbalk en raveelbalkDe vloer werd berekend op een nuttige belasting van 1500kg/m2en een rustende belasting van 250 kg/m2. De totale con-structiehoogte bedraagt 55 cm.De preflexbalken rusten aan beide einden op betonwanden,en zijn daarmee op de gebruikelijke wijze verbonden.De in de langszijde aanwezige opening voor de afrit maaktedaar de toepassing van aparte raveelbalken noodzakelijk. Ver-meldenswaard is de verbinding tussen de preflexbalken van hetdak en deze raveelbalk, die eveneens in preflex is uitgevoerd.Maatgevend was het feit dat de constructiehoogte ter plaatsevan de raveelbalk niet groter mocht worden ondanks de daar-op rustende belasting van 17 t/m'. Volstaan kon worden meteen profiel DIN-40. De verbinding tussen de preflexbalk endeze raveelbalk is weergegeven in fig. 11 en foto 12.De dakbalken zijn ter plaatse korter gehouden en voorzienvan een uithouder, bestaande uit twee stalen profielen FJ NP 24,die met voorspanbouten aan het profiel waren bevestigd. Dezeuithouders rusten op stalen nokken, dichtbij het lijf van de ra-veelbalk aangebracht, ter beperking van het torsiemoment.Een momentstijve verbinding werd verkregen met behulp vanstalen koppelplaten, aan de bovenzijde van het preflexbint, diemet voorspanbouten daaraan zijn vastgezet.Op deze wijze werd bereikt dat tijdens het betonneren van hetdek door de verbinding geen momenten werden overgebracht.aangezien aan de onderzijde dan nog geen koppeling aanwe-zig was. Wanneer het beton is verhard, is ook in deze zone eenafdoende verbinding verkregen door het beton op druk en tweestalen f" bouten op trek.6. Ondersteuningsconstructie boven de ondergrondsegarage van de nieuwbouw Nationale LevensverzekeringsBank te RotterdamBijzondere aandacht verdient de ondersteuningsconstructieboven de keldergarage in de nieuwbouw van de NationaleLevensverzekerings Bank te Rotterdam.Hier werd als opgave gesteld om bij een constructiehoogte van65 cm twee puntlasten van 144 ton, hart op hart 4 m, bij eendagmaat van 8 m naar de kolommen met een breedte van 2 mover te dragen. De puntlasten zijn afkomstig van kolommendie het betonskelet van het kantoorgebouw ondersteunen. Hier-bij deed zich de vraag voor op welke wijze de inklemmingvan een preflexbalk in een stijve kolom tot stand moest komen.Voor een beschouwing daarover wordt verwezen naar het inhet novembernummer van Cement te publiceren vervolg van ditartikel, zodat hier slechts zal worden aangegeven welke oplos-sing werd gekozen.foto 72. verbinding preflexbalk met raveelbalk606 Cement XV (1963] Nr. 10Het voor de belasting gekozen statische systeem ziet eruit zo-als in fig. 13 weergegeven.Hieruit ziet men dat bij de oplegging van de preflexconstruc-tie in de kolom een druk wordt uitgeoefend van 221 t en eentrekkracht van 130 t.Het veldmoment in de constructie bedraagt 216 tm bij eensteunpuntmoment van 337 tm. Gekozen werden twee preflex-balken DIN-50, die naast elkaar gelegd werden zodat een totaleonderflensbreedte van 100 cm ontstond (fig. 14). De twee pre-flexbalken werden ter plaatse van de puntlasten, de onder-steuningen en in de kolom door middel van dwarsdragers ge-koppeld.Voor de benodigde verbinding tussen de op de preflexbalkrustende kolommen en de ondersteuningsconstructie werd dekolomwapening aan de balkprofielen vastgelast.Een bijzonder probleem vormde de overbrenging van de grotedrukkrachten aan de dagzijde van de kolommen. Dit bleekzonder hulpconstructie niet goed mogelijk.De drukkracht van 221 t werd daarom geleidelijk in de beton-constructie overgebracht met behulp van een soort stalenkolom, die naar beneden toe steeds verjongde; de preflexbalkwas daarbij scharnierend op de stalen kolom opgelegd. In hetbijzonder bleek deze oplossing hier noodzakelijk omdat bijhet 'krachtenspel' de belasting dicht aan de binnenzijde vande kolom geconcentreerd zou worden indien de preflexbalkenalleen door beton zouden worden ondersteund (fig. 14 en foto15). Het was derhalve noodzakelijk om het punt waar de druk-krachten worden overgebracht, constructief vast te leggen.De trekkrachten van 130 ton aan het eind van de preflexliggersworden gedeeltelijk opgenomen door de belasting uit de ko-lommen, die op de brede onderkolom rusten, alsmede doortrekstaven, die aan de einden van de stalen binten zijn gelast.7. Skeletconstructie van de uitbreiding van het Instituuts-gebouw van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs in DenHaagHet skelet van dit gebouw bestaat uit preflexliggers profielDIL-32, met een theoretische overspanning van 13,70 m en inhet werk gestorte gewapend-betonkolommen.Bij een afstand van 3,26 m hart op hart van de aldus verkregenportalen en een vloerbelasting van 410 kg/m2, kon met eenconstructiehoogte van 47 cm worden volstaan.Vermeldenswaard is de wijze waarop het inklemmingsmoment,groot ca. 17 000 kgm, van de preflexligger in de kolom wordtgebracht. In fig. 16 is dit detail nader weergegeven.Opgemerkt zij, dat het gewicht van de bekisting die op de be-tonnen flens was opgelegd, het inklemmingsmoment deed ver-minderen. De kolomafmetingen zijn 65 X 40 cm2.Er is op gerekend dat het inklemmingsmoment via een systeemvan drukkrachten, zoals in het vervolg van dit artikel nader zalworden besproken, in de kolom wordt gebracht en dat in dit'krachtenspel' een kracht Na = 30 ton wordt geleverd doortwee dywidagstaven 0 26 mm QP 105. Deze staven zijn v??r hetstorten van de betonnen flens, door middel van een momen-tensleutel op 10 ton trekkracht belast. Door het betonneren vande betonnen flens worden de twee dywidagstaven bovendiennog belast met een trekkracht van ca. 20 ton, aangezien hetbalkeinde daarbij een hoekverdraaiing ondergaat. In de stavenis derhalve een grote trekkracht aanwezig, zodat na voltooiingvan het skelet de opgebrachte belastingen geen noemenswaar-dige vervorming in het knooppunt veroorzaken. Zonder moei-lijkheden worden de belastingen in de knoopverbindingen aande kolommen overgedragen. De staven zijn in de onderkolomverankerd.Met de invloed van dit steunpuntsmoment is bij de vervormingvan de preflexligger rekening gehouden.fig. 14 en foto 15. oplegging preflexconstructie in betonkolomfig. 16. oplegging preflexbalk in kolomCement XV (1963) Nr. 10 607fig. 77. preflexligger ingeklemd in kolom (rechts) en gekoppeldaan betonwand8. Draagconstructie Kunstnijverheidschool te ArnhemVoor een hierbij toegepaste ondersteuningsbalk met een over-spanning van ca. 13,25 m en een totale belasting (incl. eigengewicht) van 6050 kg/m' werd een preflexbalk DIE-60 toegepastmet een totale constructiehoogte van 75 cm.De preflexbalk is aan ??n zijde in de kolom ingeklemd, waarbijmet behulp van wapening van betonstaal de inklemmingsmo-menten worden overgedragen. De andere oplegging bevindtzich op een smalle betonwand van 20 cm dikte.Hier is de verbinding zo gedetailleerd, dat geen buigende mo-menten kunnen worden overgebracht.De koppeling is tot stand gebracht met behulp van 2 stalenbouten IJ" die via een strip aan de kop van de preflexliggerzijn verbonden (zie fig. 17). De balken van voorgespannen be-ton vormen ??n geheel met een over de preflexligger te storten10 cm dikke betonvloer.De voorgespannen balken rusten op de betonnen onderflensvan de preflexbalk. Uit deze balken steekt het benodigde be-tonstaal voor het opnemen van de steunpuntsmomenten. Teneinde bij de inklemming van de balk in de preflexligger depositieve momenten te voorkomen die ontstaan als gevolg vande doorbuiging van de preflexligger ten opzichte van de naast-liggende velden, is aan de preflexligger, direct na het stortenvan de betonvloer, met behulp van een kabel een extra door-buiging gegeven die overeenkomt met een puntlast van ca.2700 kg. Na volledige verharding van het beton van deze vloeris de kabel ontspannen, waardoor in de verbinding balk-preflex-balk een negatief moment werd opgewekt.9. Nieuwbouw Vrije Universiteit te AmsterdamPreflexbalken profiel DIE-40 met een theoretische overspanningvan 10,10 m dragen bij een constructiehoogte van 50 cm eenbelasting (incl. eigen gewicht) van ca. 4000 kg/m'.Door de belasting, de wind en dergelijke, ontstaan bij de ?n-klemming van de balk in de 70 cm brede kolom inklemmings-momenten van de grootte van 28 tm, die opgenomen worden metbehulp van 2 trekstaven IJ" en een stelsel drukkrachten tussende preflexbalk en het beton. Het verbindingsdetail is in fig. 18weergegeven.10. Skelet hoogbouw H.T.S. aan ds ETnskhorstlaan ie's-GravenhageIn de staalconstructie van deze H.T.S. zijn preflexliggers ge-kozen als draagconstructie in combinatie met in het werk ge-storte betonvloeren.De stabiliteit van het geheel wordt verkregen door de samen-werking van portalen van stalen kolommen en regels van pre-flexliggers met de gewapend-betonvloer. De afstand hart ophart van deze portalen bedraagt 4,1 m. De vloer met een diktevan 12 cm bezit dus overspanningen van 4,1 m.De hart op hart afstand tussen de kolommen in dwarsrichtingvan het gebouw bedraagt 10,3 m.Deze stalen kolommen, die buiten de gevels staan, zijn terplaatse van de verbinding met de preflexbalken van aange-laste schetsplaten voorzien.Toegepast zijn preflexbalken DIN-28 met een totale construc-tiehoogte in het werk van 41 cm, die berekend zijn op eenmaximaal buigend moment van 34585 kgm. De preflexbalkenzijn door middel van voorspanbouten met de schetsplaten ver-bonden.In verband met de eis van de architect om ?n de kolom terplaatse van het knooppunt geen dwarsverstijvingen toe testaan, zijn de onder- en bovenflens van de ligger nabij de kolomversmald, en is de schetsplaat zeer zwaar uitgevoerd (fig. 19,foto's 20-21). De verbinding balk-kolom is momentstijf gemaaktnadat de belasting ten gevolge van de in het werk gestortebetonvloer was aangebracht.Ten einde een inzicht te krijgen in het gedrag van deze pre-flexconstructie, is op een preflexbalk die voor dit werk be-fofo 20verbindingkolom metpreflexbalk608 Cement XV (1963) Nr. 10fig, 18. verbinding preflexbalk met kolomfoto 27skelet vanpreflexbalkenen stalenkolommenstemd was een uitvoerig onderzoek verricht, waarop hierechter niet kan worden ingegaan. De toepassing van preflexwerd overwogen nadat uit een aanbesteding, waarbij ver-schillende vloerconstructies onderling werden vergeleken, wasgebleken dat bij een kleinere constructiehoogte de preflexcon-structie goedkoper was.11. Preflexbruggen voor Gemeente AmsterdamDe nabij het Centraalstation te Amsterdam gelegen Kamper-brug heeft een doorvaartwijdte van 15 m bij een brugbreedtevan 27,50 m.Voor de constructie van de brug zijn preflexbalken DIN-42,5toegepast met een betonnen onderflens van 17,5 X 50 cm2.De balken zijn hart op hart 99 cm aangebracht terwijl op debalken ter plaatse een 22,5 cm dikke betonplaat is gestort. Detotale constructiehoogte van deze brugconstructie bedraagtdus 70 cm.Elke preflexbalk draagt in samenwerking met het daarop ge-storte betondek een belasting die overeenkomt met een totaalbuigend moment van 94,5 tm. Het betondek is plaatselijk tussende balken verzwaard waardoor ruimte werd verkregen voorhet onderbrengen van de benodigde leidingen.Ter plaatse van de oplegging op de landhoofden van de overde gehele breedte doorlopende betonnen onderflens van depreflexbalk is er vooral op gelet dat deze volledig vlak op deondersteuningsconstructie draagt. Vandaar dat de oppervlak-ken verkregen worden met behulp van speciale betonblokken,die zodanig op de landhoofden afgesteld zijn, dat de preflexbalkvia een tussenlaag van haarvilt volledig vlak daarop draagt.Dit oplegdetail is in fig. 22 weergegeven.Na het monteren van de liggers werd de bekisting voor hetbetondek gemaakt en het benodigde betonstaal aangebracht.Vervolgens werd tegelijkertijd met de over het landhoofd over-kragende gedeelten het dek gebetonneerd.Door Publieke Werken Amsterdam, Afdeling Bruggen, zijn nogeen tweetal bruggen in preflex uitgevoerd. Daarvoor werdgebruik gemaakt van preflexbalken DIR-34, gelegen hart ophart 100 cm, bij een overspanning van ca. 17 cm. De foto's 23en 24 geven een overzicht van de voltooide constructies.12. Preflexbrug te HardinxveldIn de Rijksweg l? nabij Hardinxveld is een preflexbrug gebouwd.Dat de keuze is gevallen op preflex vindt ondermeer zijn oor-zaak in de scheve kruising (70?) en de noodzaak van prefa-bricage in verband met hinder van het verkeer op de rijksweg.De brug heeft vier overspanningen van respectievelijk 11,6 m,14,5 m, 14,5 m en , m; de brugbreedte bedraagt 9 m.Voor het laststelsel is de V.O.S.B. klasse aangehouden. Demiddenpijler van de brug is stijf uitgevoerd, de twee overigepijlers als pendelwanden. De constructie is op de landhoofdenvrij opgelegd. Voor alle opleggingen is als oplegmateriaalrubber gekozen.In de doorsnede zijn 5 preflexbalken toegepast, en wel tweerandbalken profiel DIE-55 en 3 middenbalken profiel DIN-45(fig. 25). De grotere constructiehoogte onder de brugrand is dusconstructief benut. Van belang ?s vooral het steunpuntsdetail.De koppeling tussen de liggers is tot stand gekomen met be-hulp van stalen koppelplaten, die met voorspanbouten aan depreflexbalken zijn bevestigd (fig. 26, foto 27). De drukspannin-gen in de onderzijde van deze verbinding worden via het terplaatse te storten beton overgebracht.Voor het opnemen van eventuele positieve momenten bovenhet steunpunt is aan de onderzijde in de ter plaatse gestortebetonconstructie de nodige langswapening doorgevoerd.Bij het hier gekozen oplegdetail is het noodzakelijk dat bovenhet steunpunt de hoogten van de elkaar ontmoetende balkengelijk zijn. Maatspelingen in de vorm van de stalen binten moe-ten dus in het veldmidden worden opgevangen.Het in rekening gebrachte steunpuntsmoment, dat alleen wordtopgewekt door de verkeersbelasting, was in dit geval 39 tmvoor de middenbalk en 52 tm voor de randbalk.Voor de bevestiging van de koppelplaten aan de preflexbalkwerden 2 X 10 voorspanbouten M 20 toegepast. Het in rekeninggebrachte veldmoment bedroeg voor de randbalken 85 tm envoor de middenbalken 80,5 tm.Foto 28 geeft een beeld van de voltooide constructie.foto's 23-24. preflexbruggen gebouwd ?n de Gemeente Amsterdam13. Zwembad met gymzaal te St. MichielsgestelHet object bestaat uit een gebouw waarin een zwembad eneen gymzaal zijn ondergebracht.Voor de gymzaal zijn 5 preflexliggers, profiel DIE-45, toege-past met een theoretische overspanning van 12,50 m, een hartop hart afstand van 4,25 m en een constructiehoogte van 60 cm.De constructie is statisch onbepaald en berekend op een maxi-maal veldmoment van 65,3 tm per ligger.Aan ??n zijde is de inklemming berekend op een inklemmings-moment van 23,4 tm, dat op de kolom overgebracht wordt doormiddel van een verticaal op de liggerkop gespannen 1,90 mlange hamerkop (profiel DIN-20) die, afgesteld op de onder-gelegen vloer, na de montage geheel in de doorlopendekolom werd ingebetonneerd.Aan de andere zijde kan een inklemmingsmoment optreden van10,1 tm, dat op de tot de bovenkant van de vloer doorlopendekolom overgebracht wordt door middel van een verticaal ge-plaatste 60 cm lange hamerkop (DIN-20). Deze werd afgesteldop de gedeeltelijk gestelde kolom die daarna verder gebeton-neerd werd. In fig. 29 is het inklemmingsdetail weergegeven.(wordt vervolgd)foto 28. preflexbrug te Hardinxveldfoto 27. koppeling van de liggers door middel van koppelplaienen voorspanboutenDe ontwerpers van de beschreven constructiesMuwi-sebool, Schiedam14 klassen G.L. en 4 klassen Kleuter Onderwijs te SchiedamOntwerp : Gemeentewerken SchiedamAdviseur: B. Versteeg, RotterdamAannemer: Muijs en De Winter, Bouw- en Aann. bedrijf N.V. RotterdamR.V.S. RotterdamOntwerp: Architectenbureau Kraaijvanger, RotterdamAdviseur: Raadgevend bureau ir. A. Aronsohn, RotterdamDakpannenfabr?ek 'Wodast' te WoerdenOntwerp: Ingenieursbureau Dwars, Heed?rik en Verheij N.V., AmersfoortTomadohuis, DordrechtOntwerp: Architectenbureau Maaskant, Van Dommelen, Kroos en Ir. Senf,RotterdamOndergrondse garage Coopra, RotterdamOntwerp: Architectenbureau Lookhorst, Koidewijn en Van Eijk, RotterdamAdviseur: Bouw- en Adviesbureau Bakker en Dicke, RotterdamOndergrondse garage Nationale Levensverzekeringsbank, RotterdamOntwerp: Architect Corn. Elffers, RotterdamAdviseur: Bouw- en Adviesbureau Bakker en Dicke, RotterdamSkelet Kon. Inst. voor Ingenieurs, 's-GravenhageOntwerp: Architectenbureau Ir. P. A. Leupen, ArnhemAdviseur: Ingenieursbureau Oosterhof f, tjebbes en Ba rends, ArnhemKunstnijverheidsschool, ArnhemOntwerp: Architect G. Rietveld, UtrechtAdviseur: Ingenieursbureau Oosterhoff, Tjebbes en Barends, ArnhemVrije Universiteit, Amsterdam (afdeling Biologie-Geologie)Ontwerp: Architectenbureau Prof. Ir. H. T. Zwiers, HaarlemAdviseur: Ir. J. Smits, BennebroekH.T.S. Binckhorstlaan, 's-GravenhageOntwerp: Dienst van Gemeentewerken, 's-GravenhageKamperbrug, AmsterdamOntwerp: Dienst van Publieke Werken, AmsterdamViaduct bij Hardinxveld over R.W. 15Ontwerp: Rijkswaterstaat, Directie Wegen, 's-GravenhageSchool te St. MichielsgestelOntwerp: Architect J. A. de Reus, OssAdviseur: Adviesbureau Th. J. Gieles, 's-Hertogenbosch610 Cement XV (1963) Nr. 10fig. 25. doorsnede pref/exconsfructiefig. 26. koppeling van de liggers
Reacties