2. Het overleg met de Betonverenigingzal naast technische en organisatorischeaspecten ook de menta-liteitsbe?nvloeding van alle partijen, in-clusief en vooral, de opdrachtgeversmoeten bezien en acties voorstellen omdat doel te realiseren.3. Zoals ing. Toepoel reeds meldt, extrakwaliteitscontroles nemen geen oorza-ken weg, ze zullen veranderings-processen eerder vertragen. De ONRI isdan ook vooralsnog niet uit op certifice-ring, noch onder eigen vlag, noch gerea-liseerd door andere onafhankelijke in-stituten.Wel kan men rekenen op de hoge ver-antwoordelijkheid die de ONRI-ledenvoelen en waarborgen om hun taken teverrichten, daarin door de ONRI gesti-muleerd en mogelijk gemaakt om ditonder andere herkenbaar te krijgen viahet lidmaatschap. Het permanente toe-zicht dat de ONRI uitoefent op haar le-den en dat reeds vele j aren een waarborgis voor vakbekwaamheid en produktie-en leveringsonafhankelijkheid van deleden, zal voortdurend aangepast wor-den aan de eisen van de markt en denieuwe inzichten omtrent verant-woordelijkheid in functioneren. Dewaarde van het ONRI-lidmaatschapmoet door opdrachtgevers herkend enerkend worden. Via vele vormen vanpubliciteit tracht de ONRI dit te be-werkstelligen.4. En tenslotte:- bij eventuele tekortkomingen van eenadviseur, lid van de ONRI, kan een be-roep gedaan worden op de Senioren-raad van de ONRI;- in geval van een geschil kan men zichwenden tot de Geschillencommissievan het KIVI voor een arbitrale uit-spraak;- mochten andere voorwaarden dan deRVOI zijn gesteld in de opdracht aande adviseur, dan staat de weg naar an-dere arbitrage-instituten en de civiel-rechterlijke macht open om bij te-. kortkomingen van de adviseur zijnverantwoordelijkheid en de daaruitvolgende aansprakelijkheid te waar-borgen.ConclusieDe opdrachtgevers mogen terecht kwa-liteit verlangen, maar dan zal men ookde partijen van wie men dat verlangt,adequaat dienen te honoreren.ing.A.J.Engelenbergbestuurslid ONRICUGLA ontvangt eerste produktieprocescertificaat 'droge mortels'Tijdens een feestelijke bijeenkomst inhet Turfschip te Breda is aan CUGLABV uit Breda het eerste produktie-procescertificaat 'droge mortels' uitge-reikt. Het certificaat met het KOMO-Betonvereniging keurmerk, is afge-geven door de Stichting BMC.BMC heeft daarmee een nieuwe stapgezet op de weg naar certificatie vanprocessen, produkten en grondstoffenin de bouwindustrie. Met het nieuwetype certificaat waarvan BMC nu heteerste heeft uitgereikt, wordt denadruk gelegd op een beheerstproduktieproces. Dit betekent voorCUGLA in een keer certificatie vanalle door haar geproduceerde mortels,het name reparatiemortels, krimparmemortels en gietmortels.Fabrikanten van droge mortels makengewoonlijk een veelvoud aanprodukten, gericht op specifieketoepassingen. In het vooroverleg datBMC met de producenten en afne-mers van droge mortels heeft gevoerd,is afgesproken dat het accent van decertificatie ligt bij de procesbeheersingen de interne kwaliteitsbewaking.Vandaar dat in dit geval is gekozenvoor produktieproces- in plaats vanproduktcertificatie.Bij produkcertificatie wordt perprodukt nagegaan of aan de eisenwordt voldaan. In principe kan eenproducent kiezen voor certificatie vanbepaalde produkten en andere daarbijbuiten beschouwing laten. Bij produk-tieprocescertificatie wordt de voor-waarde gesteld dat alle produkten 'onder de certificatie vallen.In de toelichting gegeven dooring.C.Souwerbren, directeur BMC, iser de nadruk op gelegd dat iedereendie daar belang in stelt, inzage kankrijgen in de elementen waaruit decertificatie-regeling is opgebouwd.Het gaat immers om het cre?ren vaneen vertrouwensbasis, en daarmee isopenheid onlosmakelijk verbonden.Ook de heer Sotuer, directeurCUGLA, besteedde in zijn toespraakaandacht aan het punt vertrouwen: 'Alsvoor het publiek niet duidelijk is hoeeen certificaat er inhoudelijk uitziet, ishet niet interessant en wordt het nietgebruikt'.Redactie54 Cement 1990 nr. 5
Reacties