CONCURRENTENGINEERINGINDEBOUW?CE in de industrie; een zaak van markt en middelenZelfs een redelijk recente Van Dale geeft weinig hulp bij de ontcijferingvan hetdubbele anglicisme uit de titel. Een concurrent is in ons taalgebiedprimair een ordinaire mededinger naar een aandeel in dezelfde markt. Alsbijvoeglijk naamwoord wordt het in juridische vaktaal gebruikt voorconcurrente crediteuren, ofwel gelijkberechtigde mededingers naar de-zelfde buit. In het Engels is de latijnse stam'concorrere' een ruimere,sitievere betekenis blijven behouden. Samen-werken, simultaan werken of gelijktijdig wer-ken aan dezelfde doelstelling of taak, wordendaar met het voorvoegsel concurrent aange-duid. Het verzamelwoord engineering, datvoor allerhande activiteiten van ingenieurswordt gebruikt, verraadt in dit geval een sterkebetrokkenheid bij de op industri?le productiegerichte ontwerp- en productievoorbereidendeactiviteiten. Kortom, een mooie beeldende vertaling kan vooralsnog nietworden geboden.Het hierboven beschreven begrip CE kwam midden jaren 80 explicietnaar voren in industri?le 'high-tech' bedrijven. De inspanning om eennieuwproduct te ontwerpen en productiegereed te maken groeide tot de-zelfde orde als de productiekosten. Niet alleen producten als auto's envliegtuigen, maar ook zaken als moderne kopieerapparaten en chips ver-tonen deze trend. Voor een ontwerpend producent werd het steeds be-langrijker om het groeiende volume'engineering' zodanig te laten verlo-pen dat het dezelfde of liefst nog minder tijd in beslag neemt. Hij bereiktdaarmee dat het product eerder, dus eerder dan dat van de concurrent opde markt komt, zodat hij er meer van kan verkopen. Dat geeft op zichzelfweer een betere dekkingvoor de hoge engineeringkosten. De concurrentzal op zijn beurt trachten zo snel mogelijk een nog beter product op demarkt te brengen. Ook dat vraagt weer om een nog sneller engineering-proces.Waar het ontwerpen van product en proces primair een zaak is van ge?nspireerd en goed georganiseerd genereren, distribueren en gebruiken vaninformatie, is hetlogisch dat juist de informatietechnologieeen forse duwgaf aan de ontwikkeling van concurrent engineering.netwerken, afsprakenstelsels, daaruit groeiende niveaus van PDI (Pro-duct Data Interchange), processimulaties en productiesimulaties werdentoegepaste technieken in het domein van de CE. Experimenterende be-roepspraktijk en evaluerend en synthetiserend onderzoekgaan inmiddelshand in hand met verdere ontwikkelingen.En nu de bouw!In juni '95 kwam, uitgenodigd door de Onderzoekschool Bouw, eentwintigtal docenten en onderzoekers met praktijkbemoeienis in de bouwvan de universiteiten Delft, Eindhoven en Twente bijeen om zich te bera-den op de betekenis van iets alsCE voorde bouw"). Hoewel de bouw, alssterk gesegmenteerde nijverheid, weinig impulsen kent van ??n partij omde concurrentieslag te slaan door eerder dan alle anderen met een geheelvernieuwd product op de markt te komen, zijn er toch drijfveren om CEinde bouw toe te passen. Er isimmers tegen een achtergrond van comple-xere en uitgebreidere regelgeving, groeiende aantallen producten en tal-rijker participanten in beslissingsprocessen, een gevaar dat het ontwer-pen en het voorbereiden van de bouw eerder langer dan korter zal gaanduren. Toch zijn er wel degelijk vragen van opdrachtgevers, zowel privaatals publiek, naar sneller bouwen. Rente en opbrengstderving ten gevolgevan lange bouwtijden, zowel als:dewil om sneller en met minder overlastop maatschappelijke vragen te kunnen inspelen, zijn daar de drijfverenvoor. En de middelen, om op die snelheidin te kunnen spelen, ditmaaldusvooral over de grenzen van individuele participanten heen, zijn er, zoalsde industri?le productie laat zien. Ook hier dus, vraag en middel zijn er;alleen de kennis en organisatie ontbreken.CEMENT1996j2Vandaar dan ook dat de workshop van de Onderzoekschool Bouw zichuitsprak voor een relatief breed werkterrein voor CE in relatie tot debouw.Men concludeerde dat CE primair de middelen voor concepten levert,die parallel werken bevorderen. Datkan zich richten op het inrichten vande organisatie en impliciet de communicatie, op nieuwe communicatie-hulpmiddelen en op rationalisatie bevorderende afspraken.Met deze opsomming van doel en middelen ishet duidelijk dat niet de gehele bouw op CE zitte wachten. Maar bouwwerken die vragen omformele, goed gedocumenteerde tussenstappenin multidisciplinaire ontwerpprocessen, zoalsbijvoorbeeld in de stedebouw en vanwege dehoge afbreukrisico's in de procesindustrie, zijnkanshebbende domeinen. Zo ook snelle,nisatorisch niet gesegmenteerde processen, zo-als inschrijvingen en overige engineering van design&construct-werk bijgrote civieltechnische infrastructuur.Inhetalgemeen zal het geldenvoor organisatieverbanden die werken meteen goed ontwikkeld kwaliteitssysteem. Binnen zo een systeem valt im-mers te veronderstellen dat inzicht in de werkingvan het proces waarbin-nen menwerkt bewustwordt beleefd. Datwil dus tevens zeggen, dat bin-nen conventionele, conceptuele ontwerpprocessen van een autoritairearchitect, of binnen culturen waar inkopers met een Gouden Gids-men-taliteit de dienst uitmaken en binnen een ontwerpomgeving waar func-tionele prestatie-eisen ontbreken, geen plaats is voor CE.En dan stapje voor stapje verderHet voordeel van een begrip dat nog nauwelijks in het spraakgebruik,zelfs van de vakwereld, is ge?ntroduceerd, is dat het op vele wijzen kanworden gebruikt en ge?nterpreteerd. Als onder CE alles wordt verstaandat hiervoor is opgenoemd om simultaan werken aan ??n bouwopgave terealiseren, dan is er een zinvol werkterrein ontstaan. De te ontstane in-zichten in proces, gebruik van hulpmiddelen en organisatievormen zul-len op vele fronten aan de bouw ten goedekomen, niet alleen ten gerievevan sneller ontwerpen en bouwen. Dat slaagt weliswaar alleen als er naasttheorie ook praktijkproeven worden gedaan. Pas dan zal blijken dat veelwat nu bestaat, slechts concept ofprototype is, dat nog een praktische op-knapbeurt behoeft.Onderzoekschool Bouw zal met de genoemde universiteiten verder aan-dacht aan CE besteden. Naast de uitgave van de proceedings van dework-shop zal er op 13 en 14 maart in Delft een PAO-cursus volgen.*) Het verslag van deze workshop is verkrijgbaar bij de Onderzoek-school Bouw, postbus 5048,2600 GA Delft,fax (015) 278 43 33, ? f 32,50 (incl. Verzendkosten).35
Reacties