columncement 2007 8 21Remko WiltjerConstructeur en marketingOnlangs konden we lezen dat duizenden mensen denacht hebben doorgebracht voor de deur van eenwinkel om de volgende dag zo vroeg mogelijk eennieuwe spelcomputer te kunnen kopen. We zagen opde televisie mensen dolblij de winkel uitkomen methun nieuwe speeltje. Hoe kan het gebeuren dat zoveelmensen zo graag hun geld uitgeven aan iets dat ze nogniet kennen? In de telecommunicatie zien we het ook.Over een half jaar willen we weer een nieuw `mobiel-tje' waarmee we dingen kunnen doen die we nu nogniet kunnen, maar ook nog niet missen. Toch hebbenwe steeds nieuwe behoeftes. Prachtig om je te realise-ren dat op dit moment dingen bedacht worden waarwe straks niet meer zonder kunnen. Toen mijn kinde-ren klein waren, werd het me wel heel duidelijk: elkjaar nieuwe rages en modes waaraan je mee moetdoen. Walt Disney is er groot mee geworden: JungleBook, Aladdin, Lion King, maar ook Flippo's, Pokemon,Thunderbirds, ach, ik weet al niet meer hoe al dietroep dan weer heette; plakplaatjes, video's, potloodjes,drinkbekers en puntenslijpers, we hebben het alle-maal gekocht, tien keer te duur, maar met het plaatjevan de desbetreffende rage. Waarom doen we mee enkopen die troep? Elk kind vanaf drie jaar kent McDo-nalds en vindt alles daar lekker, terwijl het echt nietculinair hoogstaand is. Alle kinderen roepen bij zo'nvreselijke M langs de snelweg de merknaam mee zoalsin het reclamespotje.Hoe dit komt? Marketing, marketing en marketing.Men is in staat ons de smerigste dingen lekker te latenvinden. Door een goede marketing kopen wij alles watwe nog nooit hebben gehad en waarvan we denken datwe niet meer zonder kunnen. We gaan zover dat weons laten opereren om te voldoen aan de nieuwsteschoonheidsidealen. Bij veel producten kopen weliever iets duurders, want dan zal het wel beter zijn....Hoe schril steekt ons product daarbij af. Wij construc-teurs verkopen een product dat echt zinvol en nuttigis, maar we slagen er nauwelijks in om het waardigaan de man te brengen. Een ieder vindt het wenselijkdat de constructies van zijn woning, kantoor of sport-hal goed berekend en uitgevoerd zijn. Toch moeten wijonze diensten scherp aanbieden, in concurrentie opkosten.Ineens wordt het me duidelijk. Als we het nu eindelijkeens professioneel aanpakken en ons product goed enstijlvol zouden presenteren? Met een aantal goede col-lega's neem ik regelmatig deel aan een overleg overhet imagoprobleem van onze beroepsgroep. Tijdensdeze overleggen brainstormen wij over hoe we de situ-atie op lange termijn kunnen verbeteren. Met allegoede bedoelingen uiteraard, maar wij blijven con-structieadviseurs en geen marketingadviseurs. Dat istoch echt een ander vak.Ik zag onlangs op de televisie een reclamespotje overonze landmacht. Vlotte jongens en mooie meisjes meteen legergroene baret gaan lachend op pad door debossen en genieten van een avontuurlijk leven. Geenwoord over het uitgezonden worden naar oorlogsge-bieden, het dragen van wapens of alle andere gevaren.Het resultaat is wel dat het aantal aanmeldingen voorons leger sterk is toegenomen.Ik zie het al voor me, advertenties in tijdschriften enkranten, waarin onze opdrachtgevers wordt gewezenop hun verantwoordelijkheid voor constructieve veilig-heid. Na een tijdje zit het bij iedereen tussen de oren:veiligheid is niet vanzelfsprekend. Een constructeurselecteer je niet op prijs, maar op kwaliteit, net als eentandarts, advocaat of welke adviseur dan ook.Ook zien we reclamespotjes op televisie, waarin vlotte,knappe jongens en meisjes lachend betonconstructiesberekenen, vrolijk met aardige aannemers vergaderenen schitterende constructies in aanbouw inspecteren.De scholen worden overspoeld door studenten diege?nteresseerd zijn in techniek en met name in deconstructieleer. En dat alles door de `constructiemarke-ting' zoals deze omwenteling in onze beroepsgroeplater bekend zal zijn. Of draaf ik nu een beetje door?Uiteraard aarzel ik of ook wij wel mee moeten gaan inkostenverslindende reclamecampagnes en de hulpmoeten gaan inroepen van snelle jongens die onsproduct positief in de publiciteit brengen, zodat weniet alleen maar aandacht krijgen als er weer iets isfout gegaan. Ons (ouderwetse?) idee is natuurlijk datje voor de vanzelfsprekende kwaliteit van mensen diedaarvoor een intensieve studie hebben gevolgd geenextra reclame hoeft te maken, maar het begint er op telijken dat je voor constructeurs, maar ook voor bijvoor-beeld dokters, alleen het belang duidelijk kunt makenals je er intensieve, fraai ogende reclamespotjes en-posters tegenaan gooit.Enkele grote ingenieursbureaus, u hebt hun adverten-ties vast al gezien, lijken al wel voor die weg te kiezen.Hun actuele personeelscampagnes raken echter nau-welijks nog de kern van de werkzaamheden die vanhet jonge recruitment worden verwacht.Nee, dit laatste past mijns inziens niet bij de nuchter-heid van de constructeur, maar het lijdt geen twijfeldat het belang van onze beroepsgroep extra aandachten nadruk zou behoren te krijgen. n
Reacties